Smart Education @ Schools awards voor drie bottom-up projecten

Tijdens het Learning Bytes Festival heeft Smart Education @ Schools drie lopende projecten in de kijker gezet. De drie ‘bottom-up’-projecten kregen een award voor het traject dat ze sinds 2022 afleggen met het innovatieprogramma van imec, in samenwerking met de Vlaamse overheid.

Smart Education @ Schools heeft als missie om ideeën van leerkrachten te vertalen naar tools die een zichtbare impact hebben op het Vlaamse onderwijsveld. Leerkrachten uit het basis, secundair en volwassenenonderwijs kunnen bij het programma aankloppen met een wild idee over hoe technologie een didactische nood kan oplossen. Geselecteerde projecten krijgen 75.000 euro om, met begeleiding van bedrijven, onderzoekers en vzw’s, een proof of concept te ontwikkelen.

Leerkracht centraal

Het innovatieprogramma loopt intussen al zeven jaar. In die tijd ondersteunde het al een portfolio van twintig unieke projecten bij elkaar. Leerkoffers voor het veilig inoefenen van vaardigheden rond elektrische aandrijvingen bijvoorbeeld. Of lesmateriaal dat AI uitlegt aan de hand van biologie. “De resultaten zijn divers en innovatief maar bovenal bewonderenswaardig”, zegt projectmanager Astrid Monteyne. “Cruciaal is dat de stem van de leerkracht centraal blijft.”

Tijdens het Learning Bytes Festival kondigde Monteyne aan dat er vijf nieuwe projecten zijn geselecteerd die binnen een maand officieel van start gaan. “We kunnen er nog niet veel over kwijt, maar een tip van de sluier licht ik graag op. Een team zal dictees in het lager onderwijs automatisch laten verbeteren via handschriftherkenning. Een ander team zal een VR-tool ontwikkelen voor het oefenen van het scheren van hagen. Wilde ideeën opnieuw die streven naar een reële impact op de klasvloer.”

lees ook

Twee projecten uit Smart Education @ Schools vallen in de prijzen

Projecten in de bloemetjes

Smart Education @ Schools zette tijdens het festival dus drie projecten in de kijker. “Het gaat om drie teams van scholen die in 2022 met elke hun eigen verhaal en specifieke didactische uitdaging bij ons aanklopten. Zoals het goede indieners betaamt, kwamen ze ook meteen met een oplossing voor de dag. Een innovatieve oplossing, op maat van ons Vlaams onderwijs.” De drie projecten zijn:

  • Smaaksensaties in XR: Eetmomenten in het buitengewoon onderwijs verlopen vaak moeilijk. Het team van De Zonneroos, De Parels en De Kim ontwikkelde samen met Dexr een XR-applicatie waarbij omgevingsprikkels worden weggenomen en de leerling stapsgewijs goede eetgewoontes aanleert. De gefaseerde aanpak (van VR naar AR naar minimale simulatie) zorgt voor een gepersonaliseerd traject per leerling, aangepast aan de specifieke behoeften.
  • Hydreg: Er komt weldra een nieuwe wetgeving op de inregeling van verwarmingsinstallaties. Ondanks nieuwe leerplandoelstellingen om de installatieprofielen voldoende voor te bereiden, is het onderwijs er (nog) niet klaar voor. Het team van GTI Mortsel, PTS Boom en Opleiding & Techniek ontwikkelde samen met Dexr een applicatie waarbij leerlingen verwarmingsinstallaties virtueel leren inregelen.
  • Vitale 5 van elektriciteit: Volgens de leerplandoelen van elektrische installaties in het secundair moeten leerlingen een laagspanningsnet kunnen veiligstellen. Dat brengt de nodige veiligheidsrisico’s met zich mee en didactische opstellingen kosten veel. Het team van VTI Roeselare en Bernardustechnicum Oudenaarde ontwikkelde met Nanopixel een VR-applicatie waarbij leerlingen een laagspanningsnet op veilige én onbeperkte manier kunnen veiligstellen. Elke leerling krijgt meteen gerichte feedback.

“De drie projecten stonden op de expo van het Learning Bytes Festival en werden voor het eerst getoond aan het grote publiek. Ze zitten alle drie in de laatste maand van ontwikkeling. De bezoekers gaven heel wat positieve feedback. Dat was heel fijn om te zien en volledig terecht. Het zijn drie geslaagde projecten waar ik toch wat trots op ben. Ik kijk al uit naar de volgende vijf projecten die binnenkort starten”, besluit Astrid Monteyne.

“Een gezonde kritische blik is één van de belangrijkste eigenschappen van een leerkracht” – ICT-coördinator Jill Raman

De ICT-coördinator aan het woord onderneemt een ware tocht door het Vlaamse onderwijsveld. Na Nele Tilleman in het Brugse, volgt nu een leerrijke trip naar het Antwerpse Schilde. Jill Raman kreeg de interesse voor techniek en computers mee haar vader. Hou de handdoek erbij, want het enthousiasme stroomt haast letterlijk uit het interview.

Onze redactie kreeg onlangs een e-mail met de vraag of we nog iemand zochten voor de reeks ICT-coördinator aan het woord. “Vanzelfsprekend”, was ons antwoord. Dus spraken we af met Jill Raman. “Ik lees deze rubriek graag en mijn man Jonas moedigde me aan om contact op te nemen.” Heel goed gedaan, Jonas en aangename kennismaking, Jill!

Leren van leerkrachten

Jill Raman is technisch/pedagogisch ICT-coördinator aan basisschool Wonderwijzer in Schilde. Na haar opleiding lager onderwijs, die ze afrondde in 2013, volgde ze nog een schooljaar zorgverbreding en remediërend leren. “Ik twijfelde of ik na mijn studie al klaar was om voor een klas te staan. De bijkomende opleiding gaf me de kans om ook de andere kant van de leerkracht te leren kennen. Daar leerde ik wat zorgcoördinatie inhield”, steekt Jill van wal.

Jill Raman, ICT-coördinator Basisschool Wonderwijzer

In mei 2014, meteen na haar opleiding, startte Jill met een sollicitatieronde. Al was die vrij snel afgerond. “Ik bracht sollicitatiebrieven rond en mocht op gesprek komen bij Wonderwijzer. In de rit naar huis kreeg ik al telefoon. De directie stelde halftijds een klas vierde leerjaar voor, in combinatie met halftijds ICT-leerkracht. Hoewel ik daarvoor niet had gesolliciteerd, sprak het me wel aan.”

Doorgroeien

Ja, we houden er de spanning een beetje in. Kwestie van aan te voelen hoe die eerste schooldagen waren voor Jill. “Ik werd voorgesteld als de nieuwe ICT-juf en kreeg meteen heel wat vragen van de leerkrachten. Dit werkte niet of daar was een probleem. Misschien was het niet helemaal mijn taak, maar toch deed ik het graag. Na vijf jaar kreeg ik de vraag om de rol van ICT-coördinator ook op te nemen voor de kleuterafdeling en de wijkschool. Het was best zwaar om dit halftijds te combineren met de klas.”

Door de technologische vooruitgang zal een kritische blik nodig zijn bij leerkrachten, leerlingen én ouders.

Jill Raman – ICT-coördinator Basisschool Wonderwijzer

Sinds vorig schooljaar mag Jill Raman (geen familie van darter Brian, voetballer Benito of basketster Jana trouwens) zich voltijds toeleggen op het ICT-gebeuren in de volledige basisschool. “Het is een gevarieerde job waarbij ik halftijds ICT-lessen geef en dus nog vaak voor de klas sta. Daar geef ik lessen rond mediavaardigheden, mediageletterdheid en mediawijsheid. Zo loopt er een traject met de zesdes rond cyberpesten, netiquette (etiquette op het internet) en veiligheid.”

ICT-coördinator Jill neemt met veel plezier ook de jongste kinderen onder haar vleugels. “We leren op een speelse manier programmeren. Daarvoor kreeg ik via een subsidie van Cera heel wat materiaal ter beschikking. Gelukkig was er die steun, want met dat geld konden we computationeel materiaal kopen om te leren programmeren en haalden we onder anderede LEGO Wedo en Micro:bits in huis.”

Aan de slag met LEGO en iPad

Ouders betrekken en helpen

Nog zo een taak waar Jill graag tijd voor vrijmaakt: ouders. “In 2021 is een werkgroep ontstaan uit de ouderraad die bepaalde thema’s naar voor schoof. Zo hebben we een ouderavond georganiseerd rond mediaopvoeding. Wanneer het gemeentebestuur een webinar voorziet rond bijvoorbeeld cyberpesten, dan proberen we via onze sociale media zoveel mogelijk ouders naar dat event te loodsen. Bij de laatste oudercontacten legden we posters en flyers rond mediaopvoeding klaar zodat wachtende ouders die konden inkijken.”

Ouders ondersteunen hoort daar volgens Jill ook bij. Verschijnselen zoals gameverslaving zijn niet (langer) iets voor leerlingen uit het secundair. “Die problematiek hebben we al gezien en dan proberen we zowel de leerling al de ouders te helpen. Helpen kan gelukkig ook voor minder zware problemen zoals het instellen van een app of hen te assisteren bij hun Office-account. Door de technologische vooruitgang zal een kritische blik voor iedereen noodzakelijk zijn. Zowel voor leerlingen en ouders, maar ook voor de school wanneer het bijvoorbeeld over cybersecurity gaat.”

Leerlingen aan de slag in de computerklas van Basisschool Wonderwijzer

Perfectionist

Het enthousiasme voor haar rol binnen de school druipt van het gesprek af. Of zou ze toch stiekem graag een eigen klas hebben? “Ik ben nog vaak in de klas terug te vinden, maar beide taken kan je niet met elkaar vergelijken”, vindt Jill Raman. “Met een eigen klas heb je natuurlijk een aparte band. Dat is heel fijn en je kan mooie zaken opbouwen. Maar voor mij is de job die ik nu doe helemaal op mijn lijf geschreven.”

Dat vraag wat meer uitleg en die krijgen we. “Ik ben nogal perfectionistisch en volg graag stappenplannen. Dat kan je perfect doen wanneer je een reeks computers moet klaarzetten. Dat gaat natuurlijk niet in een klas waar zowat elk kind een aparte handleiding heeft of op zijn of haar manier moet worden begeleid. Dat wil je uiteraard ook perfect doen en daar loop ik dan zelf tegenaan. Het grote voordeel voor mij is dat ik alle 500 kinderen van de school bij naam ken en hen via de ICT-klas kan ondersteunen en stimuleren.”

De job die ik nu doe is me helemaal op het lijf geschreven.

Jill Raman – ICT-coördinator Basisschool Wonderwijzer

ICT via supertechnische papa

Jill kreeg de interesse voor techniek en computers mee van thuis, van haar ‘supertechnische’ papa. “Hij is de meest handige harry die ik ken en had mij graag ingenieur zien worden. Maar daarvoor was mijn wiskundig inzicht onvoldoende. Ik volgde in het secundair constant bijles. Nu merk ik dat, wanneer ik een les wiskunde geef, ik dat daardoor gemakkelijker in stapjes kan doen. Mijn papa heeft me computers leren kennen en ermee leren werken.”

Veel van de kennis die Jill intussen heeft vergaard, komt uit eigen ervaring. “Ik leer graag zelf dingen kennen, trial and error hé. Al steek ik ook veel op van mijn man Jonas Vanderoost. Hij is jeugdconsulent in onze gemeente en stampte er tijdens de coronapandemie een CoderDojo uit de grond. Nu is het trouwens bezig met een STEM-traject. Het is fijn dat ik over veel van die dingen met hem kan praten.”

Grote (Digi)sprong met de school

Basisschool Wonderwijzer heeft de voorbije jaren op digitaal gebied een flinke sprong gemaakt. “We zijn een heel gedreven team en ik ben heel trots op mijn collega’s, en niet alleen op het digitale vlak. Het feit dat er hier een ICT-klas is en dat er ICT-lessen worden gegeven, wijst op het belang dat eraan wordt gehecht. We hebben als school verschillende stappen gezet, en vaak ging het om kleine, praktische verbeteringen.”

“Zo had iedereen voor de coronapandemie nog afzonderlijke e-mailadressen zoals Telenet of Yahoo. De pandemie heeft ons een paar vraagstukken voorgeschoteld zoals samenwerken, online vergaderen. Dat was niet eenvoudig via verschillende domeinen. We hebben toen de stap gezet naar Office 365 en daarvoor kregen we technische ondersteuning Koba Voorkempen. Bij hen kan ik op elk moment terecht wanneer ik er zelf niet uit geraak. Koen Braspenninckx, Erik Van Dyck en Stefan Trouw zijn echt lifesavers.”

Meerwaarde

Voor Jill en bij uitbreiding het hele schoolteam hebben de digitale middelen één grote functie. “Er moet een duidelijke meerwaarde zijn aan het gebruik. We merken dat sommige leerkrachten al ver staan in het gebruik van bijvoorbeeld iPads, terwijl anderen met kleine stapjes op hun eigen tempo er mee om gaan. Dat is voor mij prima, want niet voor elk klein dingetje heb je een digitaal toestel nodig. Het is goed dat we als team altijd een kritische bril opzetten, want kinderen zitten sowieso al veel voor een scherm.”

Werken met de iPad

De middelen van Digisprong gebruikte de school in hoofdzaak voor het aankopen van iPads. “Alle leerlingen uit de derde graad hebben er één ter beschikking. Daarnaast is er een tabletkar voor het eerste tot vierde leerjaar. Ook de kleuters hebben een iPad in de klas waar ze mee aan de slag kunnen. We hebben ook nog laptops in dienst. Die gebruiken we als leeshulp met voorleessoftware SprintPlus, maar ook voor andere doelen.”

ICT-beleidsplan

De (kritische) kijk op de digitalisering heeft de school in een ICT-beleidsplan gegoten. “We hebben een visie op ICT, net zoals we er één hebben op leren of onderwijs. Daarnaast zijn we er ons van bewust dat de technologie heel snel evolueert. Er zullen altijd bepaalde zaken zijn die anders of beter kunnen. Wanneer ik objectief onze school vergelijk met andere scholen, dan kunnen we in geen geval klagen.”

“Soms vraag ik me af of de initiatieven die wij nemen om kinderen bewust te maken van de mogelijkheden en gevaren, wel genoeg binnendringen bij hen. In het zesde leerjaar zie je bij hoe de info bij bepaalde leerlingen binnenkomt, terwijl het bij anderen als het ware gewoon afloopt. Ik lig er soms gewoon wakker van want hoe bereik je die kinderen én hun ouders het best.”

Jill volgde de opleiding Mediacoach en gebruikt haar inzichten om de leerlingen zo goed als mogelijk te informeren. “Ik werk vaak met dingen van Mediawijs, zoals Cyberhelden, Digital Detox of de Game Interland. Aan de hand daarvan zet ik een klasgesprek op, of maken ze groepswerkjes. Het mag zeker in het zesde leerjaar niet meer te kinderachtig of belerend zijn, merk ik.”

Computerklas Basisschool Wonderwijzer

ICT-soirée

Op regelmatige basis mag Jill haar collega’s nieuwe, technische en pedagogische, zaken aanleren. Ze doet dat tijdens ‘ICT-soirées’. “Ik merk dat elke collega vooruit wil. De weerstand die er soms is, wordt meestal ingefluisterd door onzekerheid. Met die ICT-soirées probeer ik die drempel weg te nemen. Tijdens die momenten neem ik hen mee via praktische tips, tools en dergelijke. We geven hen ook de nodige tijd om die tips om te zetten in de klas.”

De vraag om een soirée te organiseren, komt vaak vanuit het leerkrachtenteam zelf. “Soms hebben we een vergadering met drie leerkrachten en dat kan over van alles gaan. Verduidelijking van de Parentcom-app, bijvoorbeeld. Ik heb een reeks filmpjes die ik naar collega’s kan doorsturen wanneer ze met een bepaald probleem zitten. Op die manier kunnen ze op hun eigen tijd en tempo bijleren. Die filmpjes zijn trouwens ontstaan in Coronatijden. Door hen op die manier bij te staan, merk ik dat er veel onzekerheid wegvalt en de bereidheid toeneemt om nieuwe dingen toe te passen.”

Gewaardeerde steun

Leren uit eigen ervaring én van collega’s, daar draait het voor Jill om. “Via verschillende collega-groepen steek ik nieuwe zaken op. Regelmatig komen de ICT-coördinatoren van de scholengemeenschap samen. Dan tonen we aan elkaar wat we op school doen en daar leer je zoveel nieuwe dingen. Het is goed dat we dit vanuit de scholengemeenschap kunnen doen. Je kan er bepaalde frustraties, gevoelens of muren waar je tegen aanbotst, in de groep gooien.”

Ik merk dat alle collega’s vooruit willen. Als er al weerstand is, dan is die meestal ingefluisterd door onzekerheid. Die drempel probeer ik weg te nemen.

Jill Raman – ICT-coördinator Basisschool Wonderwijzer

Een speciale dank uit Jill aan de collega’s op school. “Ik krijg veel steun vanuit het directieteam. Twee personen wil ik daarbij heel speciaal in de picture zetten. Dat zijn Kristel Portael en Veerle Van Camp. Kristel gaf me de kans om deze functie voltijds uit te oefenen nadat ze mij eerder aannam als klas- en ICT-leerkracht. Op 1 mei gaat Kristel met welverdiend pensioen en dit is voor mij een heel aparte manier om haar te bedanken voor de jarenlange steun. Veerle is een essentieel deel van de ICT-tandem. Bij haar kan ik altijd terecht en daar ben ik haar dankbaar voor.”

Op de rem

Tijdens ons gesprek viel al snel op dat Jill één en al enthousiasme is voor haar job. Het lijkt ons moeilijk voor haar om de iPad of laptop na schooltijd dicht te laten. “Goh, laat ons zeggen dat ik heel blij ben dat ik mijn man heb. Ik leerde hem kennen in het laatste jaar van mijn studie. Toen ik hem vertelde dat ik zou solliciteren, speelde ik zelfs met het idee om de relatie te stoppen omdat ik vreesde geen tijd voor hem te hebben. Gelukkig kon hij die gedachte uit mijn hoofd praten.”

lees ook

“Goed ingezette digitale middelen zijn een versterking van de leerkracht en het lesgeven” – ICT-coördinator Nele Tilleman

“Zonder hem zou ik wellicht de hele avond doorwerken. Wanneer het nodig is gaat hij op de rem staan, maar soms is het sterker dan mezelf. Om te ontspannen ga ik regelmatig lopen en zwemmen. Ook yoga brengt me tot rust. Dat zijn momenten waarvan ik geniet. Net als van een boek lezen. Ik heb nu de goede gewoonte aangeleerd om mijn gsm niet meer mee te nemen naar bed. Dat was mijn goede voornemen voor 2024. Daardoor kan ik de volgende dag fris aan het schoolwerk beginnen.”

Bedankt Jill om ons mee te nemen in jouw leef- en werkwereld. We hebben genoten van jouw enthousiasme en hopen dat het ook collega’s van jou zal aansteken. Veel succes met jouw werk binnen Basisschool Wonderwijzer.


Dit is een interview binnen de ‘ICT-coördinator aan het woord’-reeks. Met deze rubriek willen wij ICT-coördinatoren hun verhaal laten doen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en eens gluren bij de buren. Wil jij graag zelf deelnemen of ken je iemand in je omgeving? Contacteer ons via info@schoolit.be voor een eerste kennismaking.

Child Focus geeft vorming over online veiligheid

Child Focus, de bedrijfswereld en lagere scholen in heel België hebben de handen in elkaar geslagen om 171 Internet Safe & Fun-workshops te geven. Vrijwilligers uit bedrijven maakten vandaag hun agenda vrij om leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar een aantal basisreflexen aan te leren over online veiligheid, in het bijzonder rond privacy, cyberpesten, sexting en online vriendschappen.

Child Focus ziet de laatste jaren het aantal meldingen van problemen gelinkt aan online veiligheid stijgen. “Leerkrachten en begeleiders contacteren ons almaar meer voor situaties van grensoverschrijdende sexting”, aldus een persbericht. Het Internet Safe & Fun-programma geeft honderden scholen een duwtje in de rug voor de mediawijsheid van hun leerlingen en bespreken de voordelen en risico’s van sociale media.

Positief perspectief 

In de interactieve Internet Safe & Fun-workshops leren kinderen van 10 tot 12 jaar de juiste reflexen voor een leuk, veilig, bewust en kritisch internetgebruik. De animatoren bekijken samen met de jonge internetgebruikers hun online activiteiten vanuit een positief perspectief en maken hen tegelijk bewust van de risico’s die ze soms (durven) nemen op platformen zoals TikTok, Snapchat, Instagram en Roblox.

Deze actiedag vindt twee keer per jaar plaats. Jaarlijks bereikt Child Focus op die manier tussen de 12.000 en 14.000 leerlingen. De animatoren bespreken vier concrete gelinkt aan platformen die de kinderen gebruiken om het voor hen zo herkenbaar mogelijk te maken.

Hulp uit bedrijfswereld

Child Focus kan voor de workshops rekenen op verschillende partners uit de privésector. Personeelsleden van Proximus, Deloitte, Microsoft, Allen & Overy, Ernst & Young, NTT, Inchcape en Sopra Steria nemen deel aan deze editie. Steeds meer bedrijven integreren deze actie in hun CSR (Corporate Social Responsability)-initiatieven. Child Focus levert het didactisch materiaal en leidt de werknemers op zodat ze zelf de Internet Safe & Fun-workshops kunnen geven. 

“We zijn erg dankbaar dat partnerbedrijven ons steunen met Internet Safe & Fun, want we hebben deze steun heel hard nodig. Child Focus is immers niet structureel gesubsidieerd, waardoor we ook voor het verwezenlijken van onze missies rond verdwijningen, seksuele uitbuiting en preventieprojecten beroep moeten doen op externe financiering en hulp van donateurs en partners”, zegt Heidi De Pauw, Algemeen Directeur Child Focus.

lees ook

Educatieve game moet jonge kinderen waarschuwen voor online kinderlokkers

Internet Safe & Fun is een eerste stap. Leerkrachten kunnen nadien verder aan de slag met hun leerlingen. Child Focus biedt een brede waaier aan educatief materiaal aan om rond online veiligheid aan de slag te gaan. Na de Internet Safe &Fun-workshop krijgen leerkrachten een overzicht van het gratis beschikbare leermateriaal om bepaalde aspecten van dit thema verder uit te diepen (Clicksafe, Catalogus preventiemateriaal, Quiz – Internet Safe & Fun).

[Adv] Digitale transformatie vereenvoudigen met veilige en sterk geautomatiseerde IT-netwerkoplossingen

Foto: CKC Drenthe

[Advertorial] Het vereenvoudigen van digitale transformatie met veilige en krachtige IT-netwerkoplossingen is essentieel in de moderne zakelijke omgeving. Het consolideren van netwerkinfrastructuur, inclusief Wi-Fi op meerdere locaties met gecentraliseerd beheer (SD-Branch), draagt niet alleen bij aan verbeterde efficiëntie en prestaties, maar bespaart ook middelen en verlaagt kosten.

Met een geïntegreerde aanpak kunnen bedrijven hun operationele processen stroomlijnen, de algehele betrouwbaarheid van hun netwerk verbeteren en tegelijkertijd hun middelen effectiever inzetten.

Hoe ziet dat er concreet uit?

Een uitstekend voorbeeld van deze ontwikkeling is CKC Drenthe, dat op 34 locaties in heel Drenthe basis- en kinderopvang aanbiedt. Met de opkomst van digitalisering in het onderwijs is de druk op Wi-Fi-netwerken op scholen aanzienlijk toegenomen. Bij CKC Drenthe ontvangt elke leerling vanaf groep 3 een iPad of Chromebook van de school, die ze actief gebruiken tijdens de lessen. Dagelijks maken zo’n 5500 leerlingen en 900 werknemers op alle locaties verbinding met het netwerk. Van financiële pakketten tot educatieve software, en van ziekteverzuimregistratie tot salarisadministratie, vrijwel alle processen zijn gedigitaliseerd. De organisatie is daardoor sterk afhankelijk geworden van webgebaseerde software, wat het belang van een stabiele internetverbinding benadrukt.

Foto: CKC Drenthe

CKC Drenthe heeft tevens een aanzienlijke groei doorgemaakt. De stichting is ontstaan uit de fusie van twee besturenkoepels, COG Drenthe in Assen en omgeving, en CONOD in Noord-Oost Drenthe, die eind 2017 plaatsvond. Beide organisaties hadden hun eigen Wi-Fi-netwerken, en in de loop der tijd zijn verschillende locaties uitgebreid of verbouwd. Daarnaast werd vastgesteld dat al het verkeer via dezelfde verbinding het internet bereikte, wat zowel gevaarlijk als onbetrouwbaar werd geacht. Dit leidde tot de noodzaak voor CKC Drenthe om de gehele infrastructuur te vernieuwen en te standaardiseren over alle locaties.

Een snel, betrouwbaar, veilig en eenvoudig te beheren Wi-Fi-netwerk op al deze locaties is essentieel om kwalitatief onderwijs te waarborgen. Om dit te realiseren, is een gefaseerde implementatie gestart met netwerkapparatuur van Duitse netwerk- en beveiligingsfabrikant LANCOM Systems. Voor elke locatie is een specifiek Wi-Fi-ontwerp ontwikkeld, en na succesvolle proefprojecten was iedereen overtuigd.

Foto: CKC Drenthe

CKC Drenthe heeft ervoor gekozen om de verouderde infrastructuur te vervangen door routers en access points van LANCOM Systems. Hierbij zijn 34 locaties succesvol geïntegreerd met de LANCOM Management Cloud als sterk geautomatiseerd centraal netwerkbeheerplatform.

Een netwerk beheren van meerdere locaties lijkt complex en intimiderend, maar zulke netwerkoplossingen zijn ontworpen om activiteiten te stroomlijnen en bedrijfsefficiëntie te verbeteren. Ongeacht de branche of bedrijfsgrootte, efficiënte netwerkoplossingen helpen de complexiteit, administratieve werklast en kosten te verminderen.


Dit is een commerciële bijdrage in samenwerking met LANCOM Systems. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Om meer te weten over digitale transformatie, registreer je voor de webinar 17 april van 11u00 tot 12u00 via deze link. Plaatsen zijn beperkt!

Vlaams Parlement debateert (opnieuw) over verduurzaming Digisprong

In het Vlaams Parlement is afgelopen woensdag een debat gehouden rond de verduurzaming van Digisprong. Vier parlementsleden wilden van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts horen welke plannen de regering heeft om de digitale vooruitgang verder te zetten.

‘Hoe ziet het vervolgscenario van Digisprong er concreet uit voor de huidige Vlaamse regering?’ Dat was de centrale vraag waarmee vier politici het spreekgestoelte in het Vlaams Parlement betraden. Vlaanderen kreeg voor Digisprong 375 miljoen euro Europese steun. Nu die put (bijna) is opgedroogd, vragen de parlementsleden zich af hoe de regering zal verhinderen dat het Vlaams onderwijs opnieuw een stap achteruit moet zetten.

Factuurstijging vermijden

Johan Danen (Groen!), Loes Vandromme (CD&V), Hannelore Goeman (Vooruit) en Kim De Witte (PVDA) dienden elk apart een soortgelijke vraag in. Ze wilden van minister Weyts weten wat zijn plan is om ervoor te zorgen dat de digitalisering in scholen verder kan gaan. Daarnaast stelden ze zich vragen bij de schoolfactuur. Want volgens hen zal die blijven stijgen wanneer blijkt dat scholen geen extra middelen krijgen om toestellen aan te kopen of te vervangen.

Dat de Vlaamse regering al een pot van 100 miljoen euro op kant heeft gezet voor de continuering van Digisprong, is niet geruststellend voor de parlementsleden. Dat Weyts de hete aardappel doorspeelt naar de volgende regering, kunnen ze ook niet begrijpen. Volgens hen met de minister nu met een plan naar voor komen om scholen te verzekeren dat ze op middelen zullen kunnen blijven rekenen. “We moeten vermijden dat een laptop een zaak wordt voor de happy few”, aldus parlementsleden Goeman en De Witte.

Iedereen is pro

Minister Ben Weyts reageerde door de bal terug te kaatsen naar alle parlementsleden. Op zijn vraag welke partij of fractie er tegen is om blijvend middelen te voorzien voor digitalisering in het Vlaamse onderwijs, bleef het stil. “Ik ben verheugd over het kamerbreed enthousiasme”, reageerde Weyts. “Het rapport van de onderwijsinspectie geeft aan dat we op de goede weg zijn. Niemand heeft er belang bij om stappen terug te zetten.”

Het volledige debat is te volgen vanaf 2u38

De minister begreep de zorgen van de scholen over beschikbare middelen in de toekomst. “We hebben daarom een beleid dat is gericht op het uitrusten van leerlingen en leerkrachten, maar ook op verdieping en verbreding. ICT-coördinatoren krijgen meer mogelijkheden en kunnen vastbenoemd worden. En we blijven inzetten op het bijscholen van leerkrachten(teams) onder andere via de ICT-bootcamps. En uiteraard moet alles betaalbaar blijven voor scholen én leerlingen”, besluit de minister.

Onderwijsinspectie ziet scholen opnieuw digitale vooruitgang boeken

Voor het tweede jaar op rij hebben Vlaamse scholen progressie gemaakt op digitaal vlak. Dat stelt de onderwijsinspectie vast na een meting bij meer dan 17.000 respondenten vorig schooljaar. Volgens het persbericht van de onderwijsinspectie markeert Digisprong een significante vooruitgang in het bevorderen van digitale geletterdheid en het integreren van ICT als essentieel middel in het onderwijs. Al blijven er nog enkele uitdagingen.

Zichtbare effecten op de werkvloer

De middelen van Digisprong, een investering van ruim een half miljard euro, moesten de digitale achterstand ombuigen die de  Vlaamse scholen tijdens de coronacrisis nog hadden. In 2021-2022 vond een eerste meting plaats over Digisprong. De resultaten van de tweede meting maken duidelijk dat de digitale transformatie van scholen in Vlaanderen in een hogere versnelling is geraakt.

De respondenten geven aan dat ze meer beleid voeren rond ICT, dat er meer aandacht is voor bijscholing (voor ICT-noden) en dat er zowel technisch als pedagogisch meer afspraken zijn gemaakt. Leerlingen van hun kant geven aan dat leerkrachten rekening houden met hun digitale toestellen, dat er meer feedback komt en dat er meer digitale differentiatie is. Ook op vlak van infrastructuur is er winst te merken. Zo is er meer internettoegang en beschikken meer leerlingen en leerkrachten over een eigen toestel.

Didaktiek

De onderwijsinspectie merkt een opvallende trend in technische ondersteuning. Waar Die vroeger vooral gericht was op infrastructuur, is er nu meer didactische ondersteuning voor leerkrachten. Voor de onderwijsinspectie is dat een noodzaak. Ook al toont de tweede meting vooruitgang, blijft het volgens het rapport essentieel om de relatie technologie-onderwijsinhoud verder te verhelderen. De ondersteunende rol van ICT-coördinatoren is van cruciaal belang.

Er zijn nog flink wat uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs. Zo beschikken de meeste scholen over een ICT-beleid, maar dat blijkt nog niet altijd even doelgericht te zijn en vaak beperkt tot de aankoop van toestellen of uitbouw van digitale infrastructuur. Ook al is dat een belangrijke factor in een snel veranderende omgeving, er moet meer worden gedaan voor de digitale geletterdheid van leerlingen. Actuele tendensen zoals AI wijzen op het belang van Digisprong en tonen dat de laatste stap nog niet is gezet.

Blik vooruit

“Onze bevindingen bevestigen dat er zonder meer belangrijkste stappen zijn gezet om de digitalisering van ons onderwijs handen en voeten te geven”, zegt Inspecteur-generaal Lieven Viaene. “Digisprong laat zichtbare sporen na om een ‘sprong’ te maken met de digitalisering van ons onderwijs. Tegelijk leren onze vaststellingen dat de eindmeet nog niet is bereikt en dat iederen in de komende jaren moet blijven inzetten op digitalisering en goed gebruik van digitale mogelijkheden.”

lees ook

Vlaams Parlement buigt zich over toekomst Digisprong

De nood aan verdere integratie van technologie en onderwijsinhoud toont volgens de onderwijsinspectie aan dat vervolgstappen nodig zijn. Iets wat onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) bevestigt. “Het Vlaams onderwijs heeft in spoedtempo een digitale inhaalbeweging gemaakt. Scholen nog maar een paar jaar geleden amper een digitaal beleid konden ontwikkelen. Deze Digisprong is een hefboom voor meer onderwijskwaliteit, zeker als we er nu in slagen de geboekte vooruitgang te veranderen en te verduurzamen, ook op pedagogisch gebied.”  

Lees hier het volledige onderzoeksrapport van de onderwijsinspectie.

The Pop-Up Classroom inspireert scholen voor volgende sprong in digitaal onderwijs

De Vlaamse scholen in het basis- en secundair onderwijs kregen de voorbije jaren (Europese) middelen om stappen te zetten richting meer digitaal onderwijs. Om die middelen op de meest effectieve manier te kunnen inzetten, is het een goed plan om de volledige werking van de school te herbekijken. Met die insteek realiseerde Lab9 Pro, samen met enkele partners, het concept van The Pop-Up Classroom. De moderne klas slaat de tenten op in K in Kortrijk van 15 april tot 21 juni.

Het idee om een pedagogisch project op te starten rond het optimaal gebruik van digitale middelen in een klas, leeft al ruim een jaar bij Lab9 Pro. “We vertrokken vanuit de middelen die de scholen hebben gekregen in het kader van de Digisprong”, zegt François Hanton, Sales & Product Manager bij Lab9 Pro Education. “Die middelen hebben de scholen gebruikt om in de eerste plaats toestellen te kopen. Ons doel is om leerkrachten, directies en ICT-coördinatoren te inspireren, met leerwinst voor de leerlingen als hoofddoel.”

Moderne klas

Lab9 Pro wil op een aantrekkelijke, innovatieve en inspirerende manier de moderne klas toegankelijk maken voor scholen. Even speelde het idee op om met een mobiele klas van school tot school te rijden. “Om praktische en administratieve redenen zijn we van dat idee afgestapt en kozen we voor een tijdelijke opstelling op een bepaalde locatie. We haalden zelf inspiratie over toekomstgericht onderwijs uit tal van landen.”

François Hanton nodigt leerkrachten en directies bewust niet uit naar een ‘toekomstklas’. “The Pop-Up Classroom brengt niets futuristisch. Op zich zijn het allemaal dingen die al bestaan maar waarvan veel mensen niet door hebben dat ze efficiënt kunnen worden ingezet. Daarom hebben we het woordje ‘future’ laten vallen. Vooral in Scandinavië gaan scholen al bijzonder innovatief om met klasindelingen en digitale toepassingen.”

Leerzones

The Pop-Up Classroom is opgedeeld in vier leerzones. Die zijn niet lukraak gekozen, zo blijkt. “Vanuit Europa worden die zones sterk gepusht. Een moderne klas moet er natuurlijk aantrekkelijk uitzien, maar het hoofddoel is en blijft dat er wordt geleerd. Op een effectieve manier lesgeven, is een essentieel onderdeel. Enkele jaren geleden zijn zes leerzones ontwikkeld om het leren en lesgeven te faciliteren. Wij zetten er vier van in de kijker in onze moderne klas.”

De tribune ‘Wavy Bleachers’ is een eerste zone die in het oog springt. De setting leent zich perfect voor presentaties, maar eveneens directe instructies, informatieve briefings en demo’s. De tweede zone, ‘Island of Learning’, is de plaats voor (persoonlijke) interactie en ontwikkeling van ideeën. De ‘Orbit Mat’ brengt dan weer het klaslokaal tot leven via (nieuwe) technologie. Die zorgt voor unieke, educatieve ervaringen voor de leerling.

De Wavy Bleachers-tribune leent zich perfect voor directe instructie en presentaties.

Omgeving onafhankelijk

Scholen moesten bij de besteding van de Digisprong-middelen keuzes maken wat betreft het platform. Zo zijn er scholen die nu in een pure Microsoft, Google of Apple-omgeving werken. “De middelen zijn opgebruikt en wellicht zal het nog een tijdje duren voor er nieuwe beschikbaar zijn. Dus de scholen zullen het voorlopig met hun keuze moeten doen. We kregen regelmatig vragen van directies die schrik hebben dat de toestellen alleen maar stof zullen vangen in een klas.”

Lab9 Pro wil met de tijdelijke klasopstelling tegemoet komen aan de vele vragen vanuit de scholen. En dat doen ze omgeving onafhankelijk. “Het maakt niet uit op welk toestel je werkt. We merken dat scholen met dezelfde zorgen zitten rond beheer en efficiënt gebruik. Daarnaast zit het onderwijs ook met een structureel probleem: het lerarentekort. Scholen moeten nu vaak beroep doen op zij-instromers en vaak worden die personen onmiddellijk voor de leeuwen gegooid.”

“Wij willen scholen voor al die aspecten helpen met de tweede fase van de digitale transformatie door hen pedagogische ondersteuning te bieden. Dat doen we door hen doordacht te laten digitaliseren in het lesgeven en leren. Het woord ‘doordacht’ is heel belangrijk. Wij gaan niet beweren dat bepaalde scholen verkeerde toestellen hebben gekozen. Elke school heeft een keuze gemaakt, nu is het een kwestie om daar doordacht mee om te gaan. Een digitale tool is slechts een leermiddel en geen doel. De beste app in de klas is nog altijd de leerkracht.”

Workshops

Directeurs, leerkrachten(teams) en klassen die naar The Pop-Up Classroom komen, krijgen de kans om deel te nemen aan één of meerdere workshops. “We focussen op zes leerdomeinen: STEM-vakken, taal en cultuur, economie en organisatie, kunst en creatie, programmeren en IT en tot slot zorg, maatschappij en welzijn. Onze dagplanning staat op onze website. Personen die dat wensen kunnen een (halve) dag kiezen waarop er met die domeinen iets wordt gedaan.”

Leerkrachten die graag met de volledige klas naar The Pop-Up Classroom komen, kunnen samen met de organisatoren kiezen voor een programma op maat. Aan de hand van een menu zal er dan rond drie of vier leerdomeinen worden gewerkt. Ook voor scholen uit het lager onderwijs is een programma voorzien. “Om al die lessen te kunnen geven, werken we met onderwijsexperten die nog altijd voor de klas staan. Daarbij houden we niet alleen rekening met de leerdomeinen, maar ook met de minimumdoelen ICT en het Europees referentiekader voor de competenties van de leerkracht (DigCompEdu).”

K in Kortrijk

The Pop-Up Classroom opent officieel de deuren op maandag 15 april, de maandag na de paasvakantie, in shoppingcenter K in Kortrijk. De moderne klas blijft in de guldensporenstad tot 21 juni. Tijdens Flanders Technology & Innovation (16-21 maart) in Kortrijk licht Lab9 Pro alvast een tip van de sluier op. “De klas zal in Europese primeur open zijn en bezoekers krijgen enkele teasers over wat er mogelijk is. Het is trouwens de bedoeling om de komende drie jaar naar negen verschillende Vlaamse steden te trekken”, besluit Hanton.

Persoonlijke interactie is één van de speerpunten in The Pop-Up Classroom.

Inschrijven voor en deelnemen aan The Pop-Up Classroom is gratis. Het project richt zich naar directeurs, lerarenkorps, klassen, zij-instromers maar ook ouders. Voor die laatste groep zullen enkele ‘ouderavonden’ worden georganiseerd. De moderne klas is tien weken (15 april tot 21 juni) lang te bezoeken van maandag tot vrijdag in K in Kortrijk.


Dit is een redactionele bijdrage in samenwerking met Lab9 Pro. Voor meer informatie over The Pop-Up Classroom kan je terecht op deze website.

Winnaars Vlaamse STEM Olympiade bekend

Afgelopen weekend streden 128 jongens en meisjes om de medailles tijdens de finales van de Vlaamse STEM Olympiade. De finales, voor derde graad lager en eerste graad secundair, vonden plaats in de gebouwen van het ministerie van Onderwijs in Brussel.

Tijdens de Vlaamse STEM Olympiades kunnen leerlingen uit heel Vlaanderen tonen hoe ze uitblinken in de STEM-vakken (wetenschappen, technologie, techniek en wiskunde). 27.873 leerlingen uit 712 verschillende scholen namen deel aan de voorrondes voorrondes van de Vlaamse STEM Olympiade Junior. De voorrondes voor de wedstrijd van de eerste graad secundair onderwijs kon rekenen op 34.288 leerlingen uit 310 scholen. Alles samen kregen dus ruim 63.500 leerlingen, maar ook leerkrachten en ouders, de kans om hun STEM-talent te demonstreren.

Twee finales, 5 gouden winnaars

De finales van de Vlaamse STEM Olympiade Junior en Youth vond op zaterdag 9 maart plaats in de gebouwen van het Vlaams ministerie van Onderwijs. 64 jongens en meisjes uit de derde graad lager onderwijs en evenveel uit het secundair streden om een plaatsje op het podium. De deelnemers kregen een reeks theoretische en praktische proeven voorgeschoteld. Deze toppers mogen zich gouden winnaars noemen:

  • Junior STEM Olympiade: Arthur Claerhout (VBS Scheldewindeke-Oosterzele), Ruben Van de Wiele (GBS Spoele Lokeren), Warre Decock (GBS De Vlinderboom Eke-Nazareth)
  • Youth STEM Olympiade: Sebastiaan Mertens (Scheppersinstituut Mechelen), Rune Cappelle (De Bron Tielt)

Net als de voorbije jaren kregen ook deze keer tien leerkrachten de kans om zich met elkaar te meten. In het lager onderwijs kwam Michel Verschaeren (GBS De Regenboog Zemst) als winnaar uit de bus. Robbe Wulgaert (Sint-Lievenscollege Gent) haalde het van zijn collega’s uit het secundair onderwijs. Beide leerkrachten mogen de titel van STEM-leerkracht 2024 dragen.

Hoog bezoek

De laureaten kregen hun prijzen uit handen van Vlaams minister-president Jan Jambon, oud-minister Koen Geens en weervrouw Jacotte Brokken. Onder alle finalisten werd een prijzenpakket van in totaal 29.000 euro verdeeld voor extra STEM-plezier. “De Vlaamse STEM Olympiade is intussen een vaste waarde in het onderwijslandschap”, zegt coördinator Rik Hostyn. “Steeds meer jongens, meisjes en leerkrachten staan jaarlijks te popelen om hun passie voor STEM te laten zien.”

lees ook

Festivalgame moet jongeren overtuigen voor STEM te kiezen

“Dat soort enthousiasme hebben we nodig om oplossingen te vinden voor belangrijke uitdagingen van de 21ste eeuw. Geen wonder dus dat jaar na jaar heel wat bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen maar al te bereid zijn om de STEM Olympiade te ondersteunen. We zijn hen daar ook heel dankbaar voor”, besluit Hostyn.

[Adv] Een Revolutionaire Stap: van laptops naar iPads

[Advertorial] In het hart van België is GO! COOVI secundair onderwijs een uitdagende transformatie gestart.  Deze beroeps-technische school, met 280 enthousiaste leerlingen die streven naar een toekomst in vakgebieden zoals bakkerij, tuinbouw of slagerij, heeft bewust gekozen voor een verandering in de manier waarop ze leren en lesgeven. Het geheime wapen achter deze transformatie? iPads!

Nellie Droushoudt, pedagogisch ICT-coördinator bij Coovi, en Mauritz Luyten, verantwoordelijke leerlingadministratie, staan aan het hoofd van deze revolutie. Zij initieerden het iPad-project in de school en praten erover met trots. Met een team van 65 toegewijde leerkrachten en openstaande vacatures voor nieuw talent, heeft de school een duidelijke visie: de educatieve ervaring van hun leerlingen verbeteren en hen voorbereiden op de eisen van de moderne wereld.

Praktisch Onderwijs, Persoonlijk Leren: De Kracht van iPads op school en thuis

De keuze voor iPad boven traditionele laptops werd zorgvuldig overwogen. “We zijn een Brusselse school met veel leerlingen die taalondersteuning nodig hebben”, stelt Nellie. “Daarom zijn toegankelijke toestellen een must. De leerlingen moeten heel gemakkelijk op school en thuis aan de slag kunnen met de apps. We merken nu al dat leerlingen via de iPad makkelijker met Apps aan de slag gaan om hun schoolwerk en hun taal te verbeteren. Met de uitleenlaptops die we hadden was de drempel veel hoger. Leerlingen zijn meer gemotiveerd om met de iPad te werken dan met een laptop. De gebruikvriendelijke interface van een iPad biedt hun meer mogelijkheden.”

Toepassingen die het Verschil Maken: Van Restaurants tot Sterrenstelsels

De toepassingen zijn net zo gevarieerd als de vakrichtingen zelf: van het reserveren van tafels in het didactische restaurant tot het creëren van promotiefilmpjes voor de schoolwebsite, of het schetsen van een volgend taartontwerp binnen de bakkerij-afdeling. In de tuinbouwrichting kunnen leerlingen planten identificeren dankzij een scanning app en werken ze hun praktijkfiches uit op de iPad voordat ze aan de slag gaan in de tuin. Voor de slagerij worden kosten bespaard door koeien met augmented reality te versnijden voordat er met echte karkassen wordt gewerkt. Voor aardrijkskunde is er de mogelijkheid om het sterrenstelsel in 3D te verkennen. Ook taalvaardigheden worden verbeterd met gedifferentieerde oefeningen in verschillende talen. iPads transformeren duidelijk de manier waarop leerlingen betrokken zijn bij hun leerproces.

“De toestellen zijn voorzien van een speciaal toetsenbord waardoor ze bestand zijn tegen stof en spatten. Handig uiteraard wanneer de leerlingen in de keuken aan de slag zijn. De voorbije jaren moesten we soms letterlijk de blaadjes groenten van tussen de toetsen halen. De lange batterijduur speelde ook een rol in onze keuze, net als de vele mogelijkheden. Zo zullen de leerlingen een QR-code kunnen scannen op een machine en op die manier de juiste instructies krijgen.”, legt Mauritz uit.

Empowerment door Technologie: Talenten Ontdekken met iPads

Coovi koos bewust voor een één-op-één manier van werken. “De leerlingen van de eerste graad laten de iPad altijd op school. De tweede en derde graad mogen het toestel meenemen zodat ze thuis ook aan de slag kunnen. Via de app van Smartschool heeft iedereen toegang tot de planner waar alles in staat over taken, planning, berichten.”

Maar iPads zijn meer dan alleen educatieve hulpmiddelen; ze zijn een bron van empowerment. Leerlingen die thuis geen toegang hebben tot laptops, kunnen nu met trots hun iPads gebruiken. Dit heeft niet alleen de digitale kloof overbrugd, maar heeft ook het potentieel van deze jongeren ontsloten. Ze ontdekken niet alleen nieuwe kennis, maar ook hun eigen talenten en interesses.

“Het bleek al snel dat iPads de perfecte tool waren om leerlingen te voorzien van wat ze nodig hebben – of het nu gaat om leerstoornissen, taalproblemen of gewoonweg een gebruiksvriendelijke interface. De ingebouwde functies, zoals de dictafoon, hebben geleid tot meer inclusief leren, terwijl specifieke apps in verschillende vakopleidingen, zoals tuinbouw, slagerij en hotelmanagement, de mogelijkheden voor praktisch onderwijs hebben uitgebreid.”, vertelt Nellie met trots.

Leerkrachten als Gidsen: Samenwerken met Technologie

Om dit project te laten slagen, kregen de leerkrachten geruime tijd op voorhand een iPad, samen met opleidingen en begeleiding op maat. Leerkrachten spelen immers een cruciale rol in dit proces. “Ze zijn niet alleen uitgerust met iPads, maar worden ook actief betrokken bij het creëren van lesmateriaal en het aanpassen van hun aanpak aan de behoeften van de leerlingen.”, stelt Nellie. Het resultaat? Een beter begrip van alle mogelijkheden, meer betrokkenheid en een grotere focus op gepersonaliseerd leren. “Zoals in elke school stond niet elke leerkracht te springen voor de verandering. Het was onze taak, samen met de mensen van Econocom, om hen er de meerwaarde van te laten inzien.”, verduidelijkt Nellie in alle transparantie.

Duurzaamheid en Kostenbewustzijn

Duurzaamheid speelde ook een belangrijke rol, niet alleen in termen van batterijduur, maar ook in de context van de restwaarde van de iPads. Econocom heeft een rol gespeeld bij het uitleggen van het duurzame aspect en hoe het systeem op lange termijn werkt. Dit vertaalt zich in minder werkuren, minder problemen en minder onderhoudskosten.

“Duurzaamheid moet je over de hele levensduur van een toestel beschouwen”, zeggen Jense Fontyn en Frederik Vancraywinkel van Econocom. “De aankoopprijs is één zaak, maar bij iPads bijvoorbeeld is er altijd een grote restwaarde. Vanuit Econocom ondersteunen we de school ook op technisch en pedagogisch vlak.” Nellie vult aan: “Onze school heeft een ambitieus ICT-beleidsplan opgesteld voordat we de specifieke keuze voor iPads maakten. We hebben met verschillende partijen gesproken, maar de voordelen die Econocom bood, waren overduidelijk.”

Beheer via Jamf

De school houdt het beheer van de toestellen dicht bij zich. “Ook dat is een bewuste keuze.”, stelt Mauritz “iPads zijn bijzonder gemakkelijk in onderhoud en beheer. De leerkrachten zagen snel in dat er minder tijdverlies is bij het connecteren met onze schermen, om maar iets te noemen. We doen het beheer via Jamf. Eén van de voordelen is dat we zelf de apps naar de toestellen van leerkrachten en leerlingen kunnen pushen. Door de samenwerking met Econocom zijn we er ook zeker van dat we onmiddellijk een defect toestel kunnen vervangen.”


Dit is een commerciële bijdrage in samenwerking met Econocom. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Meer informatie over  Econocom en de GO! Coovi-school is hier te vinden.

Kennismakingstoets moet leerlingen voorbereiden op Vlaamse Toetsen

Vlaams Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft het startschot gegeven voor de kennismakingstoetsen die 148.000 leerlingen vanaf vandaag afleggen om zich voor te bereiden op de Vlaamse Toetsen. Een campagne, onder andere met influencers, moet ouders dan weer informeren over het belang van de Vlaamse Toetsen.

Alle leerlingen van het 4de leerjaar en alle scholieren van het 2de middelbaar leren dankzij de kennismakingstoets met oefenvragen werken met het toetsplatform dat ze vanaf eind april zullen gebruiken om de eerste echte Vlaamse Toetsen af te leggen. “De invoering van de Vlaamse Toetsen is een kleine revolutie voor ons onderwijs, maar we hebben ze nodig om onze onderwijskwaliteit op te krikken”, zegt minister Ben Weyts.

Meetinstrument

Vlaanderen was tot nu toe afhankelijk van (internationale) steekproeven om een beetje zicht te krijgen op de evolutie van de onderwijskwaliteit, aldus een persbericht van het kabinet. Voor de minister is er een beter meetinstrument nodig zodat om sneller en gerichter te kunnen ingrijpen waar het misloopt. Daarom voert Ben Weyts vanaf dit schooljaar de Vlaamse Toetsen in. Dat zijn net- en koepeloverschrijdende toetsen die álle leerlingen in álle scholen op 4 vaste momenten in de loop van hun onderwijstraject afleggen.

Op die manier krijgen scholen en leerkrachten een schat aan nieuwe informatie en kan bijvoorbeeld ook de Onderwijsinspectie veel beter een vinger aan de pols houden en ingrijpen waar nodig. De aanpak is nieuw in Vlaanderen en zal een technisch huzarenstukje worden, want de Vlaamse Toetsen worden digitaal afgenomen via een eigen toetsplatform. Een goede voorbereiding is dus cruciaal.

lees ook

Fourcast lanceert oproep voor derde (en laatste) ICT-bootcampronde

Kennismakingstoetsen

Vlaams minister Ben Weyts heeft het startschot gegeven voor de kennismakingstoetsen die 148.000 leerlingen vanaf vandaag kunnen afleggen om zich voor te bereiden op de Vlaamse Toetsen. “We zetten met de Vlaamse Toetsen allemaal samen een grote stap richting meer onderwijskwaliteit. Dankzij de Vlaamse Toetsen gaan we ons onderwijs een spiegel kunnen voorhouden”, besluit Ben Weyts.

Fourcast lanceert oproep voor derde (en laatste) ICT-bootcampronde

Basisscholen die hun ICT-competenties willen versterken via een op maat gemaakt traject, krijgen de warme oproep om zich in te schrijven voor de ICT-bootcamps. De inschrijvingen voor de derde, en tegelijk laatste begeleidingsronde, zijn aan de gang. De Bootcamps zijn een project van het Kenniscentrum Digisprong, in samenwerking met Fourcast.

De bootcamps zijn door de Vlaamse overheid in het leven geroepen om de digitale competenties van ICT-teams en basisscholen te versterken. Fourcast, onderdeel van de Signpost Group, voorziet de opleidingen. Die zijn onderverdeeld in twee trajecten: Digitaal groeien (professionalisering basisonderwijs) en Digitale beleidscyclus (onderwijsinnovatie en ontwikkeling ICT-beleid).

GBS De Dobbelsteen

De derde inschrijvingsronde is meteen de laatste kans voor scholen om een gratis vormingstraject te volgen. “Deze ICT-bootcamps zijn specifiek ontworpen om basisscholen en hun onderwijspersoneel (kosteloos) te begeleiden bij hun digitaliseringsproces”, aldus Olav Adami van Fourcast. “De leraren van deelnemende scholen aan het traject Digitaal groeien kunnen hun eigen hulpvragen stellen en ontvangen persoonlijke coaching van de Fourcast-experts.”

lees ook

Ondersteuningstraject Bootcamps 2.0 gelanceerd

Verschillende basisscholen namen al deel aan de eerste of tweede bootcamps, met volgens Fourcast zeer positieve resultaten. “Een bootcamp is een investering die met de juiste mindset voor een groot rendement zal zorgen voor de school, leerkrachten én leerlingen”, gaat Adami verder. GBS De Dobbelsteen uit het Oost-Vlaamse Moerzeke volgde het professionaliseringstraject de voorbije maanden. In onderstaande video geven ze hun ervaringen mee.

Inschrijven

“Voor basisscholen biedt deelname aan de ICT-bootcamps onmiskenbaar voordelen, ondanks de uitdagende context van het lerarentekort. De effectiviteit van het traject is zichtbaar: 86 procent van de leerkrachten past het geleerde toe in de klaspraktijk. Dat zijn zeer mooie resultaten. Dit is echt de laatste kans. Aan het einde van het kalenderjaar stoppen de Bootcamps Perceel 1 en 2”, besluit Olav Adami.

Scholen die interesse hebben in een gratis opleidingstraject via de ICT-bootcamps, kunnen terecht op deze website. De inschrijvingen lopen tot alle beschikbare plaatsen zijn ingenomen. Scholen die uit de boot vallen, kunnen in een latere fase een duurzaam, betalend, traject volgen via Fourcast.

Boek ‘Digitale Didaktiek. Hoe? Zo!’ inspireert en daagt uit

‘Digitale Didaktiek’ is de jongste telg in de reeks ‘Hoe? Zo!’ van Lannoo Campus. De twee auteurs (Griet Bogaert en Mitte Schroeven) staat beiden al jaren voor de klas, eerst bij jongeren nu bij leerkrachten (in opleiding). Hun passie voor het inzetten van digitale middelen als leshulpmiddel bracht hen bij elkaar, met dit vlot lezend boek tot gevolg.

De twee auteurs en docenten zijn ‘early adopters’ wanneer het gaat om nieuwe technologieën. Ze leerden elkaar trouwens kennen in een Facebookgroep voor leerkrachten. Met dit boek willen ze in de eerste plaats collega’s inspireren en uitdagen. Op voorwaarde dat de gebruikte digitale tool weldegelijk een meerwaarde heeft op het leereffect. “We nodigen lezers uit om nieuwsgierig te zijn naar de mogelijkheden, maar ook om kritisch te blijven. Denk na waarom je een bepaalde (leer)activiteit selecteert – met of zonder technologie”, aldus Griet Bogaert.

Griet Bogaert en Mitte Schroeven. Foto: Charles Derre

“Het schrijven van het boek was soms een zoektocht”, gaat Bogaert verder. “Gelukkig hadden we daarvoor elkaar, maar ook de vele collega’s en Digidoeners die ons inspireerden. Voor mezelf was het een soort ‘vastzetten’ en structureren van alles wat ik de voorbije jaren leerde, hoorde en besprak met anderen. Dat is een fijn gevoel, zeker omdat we denken dat we er anderen mee kunnen helpen.”

Vier profielen

Mitte Schroeven (Thomas More, Howest) en Griet Bogaert (Howest) deelden hun boek op in drie delen, die telkens vertrekken van drie verschillende profielen:

  • Digidummy is bereid nieuwe tools en apps te verkennen, maar weet niet altijd hoe
  • Digidurver omarmt de mogelijkheden en experimenteert graag met nieuwe toepassingen
  • Digidenker erkent de meerwaarde om leerefficiëntie te vergroten en beslist mee over het pedagogisch-didactisch ICT-beleid

De auteurs schreven het praktische boek voor deze drie profielen en voegden er telkens enkele ‘best practices’ aan toe. Dat zijn voorbeelden van ‘Digidoeners’, personen die op vaak eenvoudige manier digitale toepassingen omzetten in de klaspraktijk. Eén van die digidoeners, Bart Van Bossuyt, kreeg de voorbije weken verschillende awards voor de manier waarop hij zijn aardrijkskunde les visualiseert.

“We zijn vooral blij met alle bijdragen van de Digidoeners. Dat is een grote meerwaarde voor ons boek”, zegt Mitte Schroeven. “Zelf zijn we heel tevreden met het resultaat. We wilden een handig, overzichtelijk boekje maken waar leerkrachten in kunnen grasduinen. Griet heeft naar het schijnt al ideetjes voor een volgend boek. Ik laat het voorlopig wat bezinken. We blijven sowieso bijleren en de technologie verandert continu, dus wie weet…”

Doel boven tool

‘Digitale Didaktiek’ is geschreven vanuit het Europees Referentiekader voor Digitale Competenties voor leerkrachten (DigCompEdu).  Elk deel van het boek start met de bedenking waarvoor je digitale technologie al dan niet zou kunnen gebruiken. Bogaert en Schroeven blijven hameren op de noodzaak aan meerwaarde. Pas daarna duiken de auteurs dieper in de beschikbare tools, al blijven die voorbeelden louter ter inspiratie.

lees ook

Nieuwe oproep Digitale School focust op leerkracht van de toekomst

De praktische en goed onderbouwde leidraad ‘Digitale Didaktiek. Hoe? Zo!’ (29,99 euro) is verkrijgbaar via Lannoo Campus.