Katholiek Onderwijs Vlaanderen vraagt verduurzaming Digisprong
Katholiek Onderwijs Vlaanderen vraagt de volgende Vlaamse regering om de inspanningen rond Digisprong te verduurzamen. Dat schrijft de koepel in een persbericht. Dankzij de middelen van Digisprong kwam de digitale transformatie van scholen in een stroomversnelling, wat de nodige uitdagingen meedroeg. Volgens de katholieke koepel zijn de middelen ontoereikend en is er geen budget voorzien voor de vervanging van het grote aantal toestellen. Het kabinet van minister Ben Weyts (N-VA) zegt dat de verduurzaming er zeker zal komen.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen vraagt de volgende Vlaamse regering om deze factuur niet bij de scholen of de ouders te leggen. “Scholen hebben aan een recordtempo een digitale omslag gemaakt”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “We hopen dat hun inspanningen niet voor niets zijn geweest. Daarvoor vragen we snel een duidelijk financieel traject en een verlaging van de administratieve lasten.”
Vraag om betrouwbare, stabiele en volledige financiering
Vlaanderen investeerde ongeveer 300 miljoen euro in Digisprong (met Europese relancemiddelen). Volgens de koepel onderschatte de overheid zowel het aantal leerlingen als de kostprijs van de toestellen. Die onderfinanciering loopt zo op tot 68 miljoen euro. Een bedrag dat scholen vaak hebben moeten compenseren op verschillende manieren. Een deel rekende de extra kost door aan de leerlingen. Anderen zochten middelen binnen hun werkingsbudget. Nog andere scholen zochten oplossingen via huur of leasing, waardoor de factuur later zal komen.
“De toestellen worden bovendien intensief gebruikt, waardoor ze minstens om de drie tot vier jaar moeten worden vervangen”, aldus Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Dat betekent een jaarlijkse investering van 100 miljoen euro. Met de toestellen voor leerkrachten bij komt dit op 123 miljoen euro. In de onderwijsbegroting van 2024 is slechts 33 miljoen voorzien voor ‘onderhoud’. In de Meerjarenplanning 2022-2027 voorziet de regering helemaal geen middelen voorzien verduurzaming.”
Betere communicatie en minder planlast
De invoering van Digisprong bracht administratieve lasten, tijdsdruk en rechtsonzekerheid met zich mee. Scholen moesten snel computers aankopen, terwijl het lerarenkorps en de infrastructuur (internetverbinding, laadfaciliteiten, beveiliging…) onvoldoende voorbereid waren. Scholen hadden nauwelijks de tijd om een goed ICT-beleid op te stellen, hoewel de overheid terecht benadrukt dat een doordacht ICT-beleid noodzakelijk is voor een geslaagde digitalisering. Initiatieven zoals de bootcamps vanuit het Kenniscentrum Digisprong startten pas dit schooljaar.
Volgens de koepel ervaren scholen de regels om de middelen te besteden als erg complex en ondoorzichtig. De overheid beloofde een zekere soepelheid bij de controle op de aanwending van die middelen, maar dat blijkt in de praktijk niet altijd het geval. Er bestonden lang onzekerheden over hoe scholen precies moeten rapporteren door veranderende instructies van de overheid en slecht werkende applicaties.
Tegenstrijdige informatie
Het Kenniscentrum Digisprong en het Departement Onderwijs gaven volgens de koepel soms tegenstrijdige informatie aan de scholen. Dat creëerde verwarring. De regels werden geschreven en herschreven terwijl de Digisprong werd uitgerold. “Digisprong heeft ervoor gezorgd dat de laptop op zeer korte tijd een onmisbaar leer- en werkinstrument geworden. Dat is een positief, maar er kwam een administratieve werklast bij voor onze ict-coördinatoren en het ondersteunend personeel.”
lees ook
“Goed ingezette digitale middelen zijn een versterking van de leerkracht en het lesgeven” – ICT-coördinator Nele Tilleman
“In elke school moest er een laptopbalie uitgerold worden. Dagelijks moeten er nog steeds oplossingen gevonden worden voor gestolen, verloren of kapotte toestellen. De financiële diensten ervaarden extra werkdruk. Wie zal de rekening in de toekomst betalen? Ouders of de scholen? De overheid zou de Digisprongmiddelen moeten bestendigen en voldoende ruim in de volgende begrotingen inschrijven, zodat de gelijke onderwijskansen voor elk kind gewaarborgd blijven”, vindt Francis Van Caer van scholengroep KITOS.”
Succesvolle digitalisering is gezamenlijke opdracht
Het aanbod van goede en betaalbare digitale leermiddelen moet uitgebreider, zegt de koepel. Scholen die papieren boeken willen vervangen door digitale leermiddelen, botsen nog te vaak op een beperkte keuze, en een te strikte koppeling aan papieren leermiddelen. Zeker voor ‘kleinere vakken’ met een beperkte afzetmarkt blijft het aanbod ondermaats. Zo blijven scholen en ouders geld uitgeven aan digitale leermiddelen én klassieke handboeken, met zware boekentassen tot gevolg.
“We verwachten dat de educatieve uitgeverijen hun digitale gamma kwaliteitsvol uitbreiden, en hun businessmodel herzien zodat scholen ook voor enkel digitale leermiddelen bij hen terecht kunnen. Ook voor vakken die niet tot de algemene vorming behoren, denk maar aan mode of autotechnieken, moet er een digitaal aanbod zijn”, besluit Lieven Boeve.
Reactie kabinet Weyts
We vroegen het kabinet van Vlaams minister Ben Weyts om een reactie op het persbericht van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “De huidige infrastructuur heeft nog zeker levensduur tot in de volgende legislatuur”, zegt woordvoerder Michaël Devoldere. “Het zal dan ook aan de volgende Vlaamse Regering zijn om de knoop door te hakken, maar er is geen énkele – letterlijk niemand – die ervoor pleit om de digitalisering terug te draaien”.
“Wij hebben deze geest uit de fles gelaten, en die krijg je er niet meer terug in. Je kan net zo goed vragen of de volgende Vlaamse Regering nog zal investeren in schoolgebouwen of lerarenlonen. Dat zijn trouwens zaken waar op dit ogenblik nog geen geld voor apart staat, voor de digitalisering is er dus wel degelijk al een stevige basis van het Digisprongfonds met al meer dan 100 miljoen euro in. Welke andere investering kan zeggen dat het geld voor het vervolg deels al klaarligt?”