Gemini Live nu beschikbaar in het Nederlands

Google Gemini Livi is vanaf nu beschikbaar in het Nederlands.

Google heeft aangekondigd dat zijn AI-chatbot Gemini Live voortaan in het Nederlands beschikbaar is. Gebruikers kunnen bovendien kiezen voor een stem met een Vlaams accent. De update maakt natuurlijke conversaties in het Nederlands mogelijk, met uitgebreide functionaliteiten via Google-diensten.

AI-assistent met uitgebreide integraties

Gemini Live wordt gepositioneerd als een persoonlijke assistent die meer kan dan alleen vragen beantwoorden. De chatbot is geïntegreerd met verschillende Google-apps, zoals Gmail, Maps, en YouTube. Deze integraties zouden gebruikers volgens Google bij dagelijkse taken, zoals het plannen van afspraken of het leren van een taal. Onlangs werden ook ondersteuning voor Taken, Keep en Utilities toegevoegd.

Een opvallende functie van Gemini Live in het Nederlands is de mogelijkheid tot natuurlijke gesprekken, want de chatbot zou volgens Google gesprekken voeren alsof het een mens is. Gebruikers kunnen daarnaast kiezen uit tien stemopties, inclusief Vlaamse en Nederlandse accenten. Ten slotte stelde Google nog uitgebreide productiviteitstools voor: Gemini werkt samen met Google-diensten om taken eenvoudiger te maken. Ondersteuning voor Google Agenda in het Nederlands wordt later verwacht.

Naast praktische ondersteuning, is Gemini Live ontworpen om creatief mee te denken. De chatbot zou bijvoorbeeld helpen bij het brainstormen of informatie opzoeken.

Met deze update richt Google zich op een breder Nederlandstalig publiek, inclusief Vlaanderen. De aanpassing benadrukt de rol van AI in het dagelijks leven en de bredere toegankelijkheid daarvan. Verdere uitbreidingen van de mogelijkheden, zoals de integratie met meer Google-diensten, staan gepland.

Vlaanderen belooft gerichte investeringen in onderwijs ondanks besparingen

De Vlaamse overheid voorziet komende jaren gerichte investeringen in het onderwijs, ondanks algemene besparingen binnen het overheidsapparaat. Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir weerlegt daarmee beweringen over besparingen van Bruno Vanobbergen, hoofd van de Katholieke Onderwijskoepel.

Minister Zuhal Demir benadrukt dat het onderwijsbudget juist blijft groeien en dat de werkingsmiddelen in 2024 worden geïndexeerd. Dit betekent dat scholen extra financiële steun krijgen om de inflatie te compenseren. Demir voorziet bovendien een jaarlijkse nettoverhoging van het onderwijsbudget met een half miljard euro. Daarmee legt ze de focus op investeringen in de kernbehoeften van het Vlaamse onderwijs, waaronder 425 miljoen euro voor het versterken van het Nederlands, 370 miljoen euro voor nieuwe schoolinfrastructuur en extra middelen om het lerarentekort aan te pakken.

Volgens Demir gaat het om selectieve investeringen die gericht zijn op de essentiële noden van het onderwijsveld, zoals basisvaardigheden in rekenen, lezen en schrijven. De minister wil vermijden dat de middelen zonder duidelijk plan worden uitgegeven en benadrukt het belang van een terugkeer naar de basis in het onderwijs.

Besparingsmaatregelen beperkt en lonen blijven geïndexeerd

Ondanks de investeringen voert Vlaanderen enkele besparingen door. Zo worden werkingsmiddelen binnen het onderwijs vanaf 2026 niet langer volledig geïndexeerd, wat betekent dat het budget niet automatisch meestijgt met de inflatie in die jaren. Voor 2025 en de periode na 2027 geldt echter dat de indexering slechts gedeeltelijk beperkt wordt (50 procent). Demir wijst erop dat deze indexbeperkingen slechts 40 procent van het totale onderwijsbudget raken, omdat de overige 60 procent van het budget – de lonen van de leerkrachten – wel volledig geïndexeerd blijft.

Daarnaast geldt de indexeringbeperking niet voor het basisonderwijs en het buitengewoon onderwijs, waar samen één derde van de Vlaamse leerlingen schoolloopt. Demir verzekert dat deze uitzonderingen en gerichte investeringen nodig zijn om de onderwijskwaliteit te verhogen, zonder daarvoor onnodige uitgaven te doen.

Smartschool introduceert AI-tool om leerproblemen op te sporen

Het digitale schoolplatform Smartschool gaat met behulp van artificiële intelligentie (AI) leerproblemen en achterstanden bij middelbare scholieren opsporen. Dit nieuwe systeem moet scholen helpen om sneller in te grijpen wanneer leerlingen dreigen af te haken.

Smartschool werkt al twee jaar aan een algoritme dat automatisch signalen geeft bij leerproblemen. Dit moet ervoor zorgen dat scholen eerder ingrijpen en leerachterstand kunnen voorkomen, zegt Jan Schuer, CEO van Smartschool aan persagentschap Belga. Op dit moment worden dergelijke problemen vaak te laat opgemerkt.

Drie factoren

Het algoritme baseert zich op drie factoren: de gebruiksactiviteit van de leerling op het platform, schoolresultaten en de afwezigheden. Door deze gegevens te analyseren, kan het systeem signaleren wanneer een leerling mogelijk extra aandacht nodig heeft. Het is aan de scholen zelf om te bepalen wie deze signalen ontvangt. Leerlingen en hun ouders worden voorlopig niet automatisch op de hoogte gebracht.

De nieuwe functie wordt na de herfstvakantie getest in tien middelbare scholen. Het plan is om het systeem later dit schooljaar in alle secundaire scholen in België beschikbaar te maken.

Sett viert vijfde editie met focus op AI in onderwijs

De grootste Vlaamse onderwijsbeurs Sett viert op 26 en 27 februari 2025 haar vijfde editie in de Nekkerhal te Mechelen. Dit jaar legt de beurs nadruk op de rol van artificiële intelligentie (AI) in het onderwijs, samen met een netwerkavond waar kennisuitwisseling centraal staat.

Implementatie van AI en beleidsuitdagingen

Tijdens de komende editie van Sett staat de integratie van AI in het onderwijs centraal. AI kan leerkrachten helpen met nieuwe manieren om resultaten op te volgen en te interpreteren, wat een meer gerichte en gelijke aanpak mogelijk maakt. Katinka Vandevelde, hoofd van Sett, benadrukt echter dat AI moet worden gezien als een aanvulling en niet als vervanging. “AI kan de kwaliteit en kansengelijkheid in het onderwijs verhogen, maar het is cruciaal om de technologie te kaderen binnen de juiste beleidslijnen,” stelt ze.

Er komen lezingen van onder anderen Orhan Agirdag, professor aan KU Leuven, en Fanny Matheusen, die het PEACEmodel toelicht. Zij zullen ingaan op de ethische en effectieve toepassing van AI binnen scholen. Hoewel sommige leerkrachten al overtuigd zijn van de potentie, worstelen zij met de implementatie van een duidelijk AI-beleid.

Lerarentekort en samenwerking met onderzoekers

Naast de AI-focus richt Sett zich op de ondersteuning van leerkrachten. Het tekort aan leraren in Vlaanderen verhoogt de werkdruk, en AI kan helpen om die te verlagen. Zo kunnen processen worden versneld, waardoor leerkrachten meer tijd hebben voor interactie met leerlingen. “Dit maakt het beroep aantrekkelijker en zorgt voor meer persoonlijke aandacht voor leerlingen”, aldus Vandevelde.

Ook de samenwerking tussen leerkrachten en onderzoekers is een belangrijk thema. “Wetenschappelijk onderzoek moet gekoppeld worden aan de praktijkervaring van leerkrachten”, zegt Vandevelde. Sett wil deze dialoog stimuleren om tot een evidence-based aanpak te komen zonder een eenvormige lesmethode op te dringen. Verschillende lezingen en workshops tijdens de beurs bieden daarom een breed scala aan inzichten en praktische tips.

De vijfde editie van Sett belooft zo een platform te bieden voor inspiratie, kennisdeling en nieuwe inzichten om het Vlaamse onderwijs verder te versterken. Afspraak op 26 en 27 februari 2025 in de Nekkerhal in Mechelen.

Educatieve game “Minelabs” gelanceerd om wetenschapslessen te verrijken

Op PITO Stabroek werd de educatieve game “Minelabs” geïntroduceerd, een softwarepakket ontwikkeld door de Universiteit Antwerpen.

De toepassing biedt leerlingen een interactieve manier om kennis over fysica en chemie te verdiepen met behulp van het populaire spel Minecraft. Leerlingen van het 5de jaar Biotechnologische en chemische wetenschappen testten de nieuwe leermethode alvast uit.

Wetenschappen visueel maken met Minecraft

Met Minelabs willen de ontwikkelaars de vaak abstracte leerstof in fysica en chemie toegankelijker maken. Het pakket bouwt verder op Minecraft, een spel dat wereldwijd populair is en waarin spelers in een digitale omgeving kunnen bouwen en verkennen. De wetenschappers van UAntwerpen ontwikkelden een software-uitbreiding die leerlingen toelaat wetenschappelijke concepten op een herkenbare manier te ontdekken. Hierdoor wordt de lesinhoud visueel en concreet voorgesteld.

Bert Jorissen, onderzoeker en oud-leerling van PITO, was nauw betrokken bij het project. Hij legt uit dat het pakket leerlingen in staat stelt om spelenderwijs met de leerstof aan de slag te gaan. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld nieuwe atomen en moleculen creëren door chemische bouwstenen te combineren. Jorissen benadrukt dat de visuele voorstelling van abstracte onderwerpen helpt om de lesinhoud beter te begrijpen en onthouden. Daarnaast biedt de game leerlingen de vrijheid om verschillende opties en leerpaden te kiezen, wat de betrokkenheid vergroot.

Meetbare leerwinst door samenwerking

Om het effect van Minelabs op de leerprestaties te meten, voerde het team van Laura Herrewijn van de AP Hogeschool een onderzoek uit. Daarbij werd gekeken naar het kennisniveau van de leerlingen voor en na het gebruik van de game. De resultaten tonen aan dat leerlingen effectief vooruitgang boeken, zowel in het 5de als in het 3de jaar. Vooral de jongere leerlingen, die minder voorkennis hadden, behaalden een grotere leerwinst.

lees ook

Jongeren bouwen virtuele school tijdens Minecraft hackaton

De ontwikkeling van Minelabs kwam tot stand via een samenwerking tussen verschillende partners. Naast de Universiteit Antwerpen en PITO Stabroek waren ook het Koninklijk Lyceum Antwerpen en het technologiebedrijf Shapescape betrokken. Shapescape nam het programmeren van de software op zich, waardoor Minelabs nu beschikbaar is via de Minecraft Edu Store. Deze samenwerking werd mede mogelijk gemaakt door de financiering van Smart Education @ Schools, een initiatief van imec dat inzet op digitale innovaties in het onderwijs.

Betrokkenheid van jongeren verhogen

Gedeputeerde Luk Lemmens van Provinciaal Onderwijs Antwerpen sprak lovend over het project. Volgens Lemmens helpt de game om de leefwereld van jongeren dichter bij de lesinhoud te brengen. Hij benadrukt het belang van moderne leermethoden en infrastructuur om het onderwijs aan te passen aan de noden van de arbeidsmarkt.

Pedagogisch directeur Raf Van Bergen van PITO hoopt dat Minelabs de interesse van leerlingen voor wetenschappen verder zal aanwakkeren. “Het is fantastisch om geboeide leerlingen te zien die via deze tools hun interesse voor wetenschappen kunnen vergroten. Zo hopen we hen te motiveren om na het secundair onderwijs verder te studeren,” aldus Van Bergen.

Met Minelabs hebben de ontwikkelaars een digitale brug geslagen tussen abstracte wetenschappelijke kennis en de herkenbare leefwereld van jongeren. Dankzij de samenwerking met verschillende partners kan de educatieve tool nu breed worden ingezet in scholen die het leerproces visueel en interactief willen maken.

De toepassing is te downloaden vanuit de Minecraft Edu Store.

XR Inspire-event: van beleid naar praktijk

Op 21 november gaat een XR Inspire-sessie door in UCLL-Leuven. We focussen nu op zowel beleid als praktijk: hoe kan XR jouw onderwijs-, schoolbeleid en klaspraktijk verrijken.

Het doelpubliek is deze keer vooral leidinggevenden (directies, coördinatoren,..) en leraren uit scholen die willen starten met XR.


Ben je benieuwd hoe extended reality (XR) jouw onderwijsbeleid en klaspraktijk kan verrijken? Kom dan naar het evenement “XR Inspire: Van beleid naar praktijk” van het Lerend Netwerk XR en ontdek hoe deze technologie concrete meerwaarde kan bieden in jouw onderwijsomgeving.

We starten de dag met een korte introductie. Vervolgens duiken we in twee boeiende workshops die parallel worden aangeboden. In de eerste workshop ontdek je hoe je XR strategisch kunt integreren in je beleid. Tegelijkertijd bieden we een workshop waarin je leert wat XR precies is en hoe je het kunt toepassen in je klaspraktijk. Geef bij inschrijven aan welke workshop je wil volgen.

Tijdens de lunch krijg je de kans om te netwerken en ervaringen te delen met collega’s.

Na de lunch delen ervaringsdeskundigen hun “lessons learned” en praktische tips over de implementatie van XR in het onderwijs.

Daarna gaan we aan de slag met een workshop waarin je leert hoe je een effectieve les kunt opzetten met behulp van XR-technologie.

We sluiten de dag af met een receptie, waar je kunt napraten en netwerken met andere deelnemers.

Datum:

21 november 2024

Plaats:

UCLL campus Hertogstraat – Hertogstraat 178, 3001 Heverlee

Kostprijs:

Gratis

Smartphone-pauzes van 1 minuutje houden de klas beter bij de les

Een telefoonpauze van slechts één minuut blijkt effectief te zijn om het telefoongebruik in de klas te verminderen én de focus van scholieren te verbeteren. Het is een positiever alternatief voor een totaalverbod, denken Amerikaanse onderzoekers.

Smartphones zijn alomtegenwoordig in het dagelijks leven en scholen vormen daarop geen uitzondering. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van technologie in de klas een positieve invloed kan hebben op de prestaties van leerlingen.

Of dat dan ook het toestaan van de smartphone moet zijn, is een vraag waar tegenwoordig veel om te doen is want veel leerlingen gebruiken hun telefoon zelfs tijdens de les, waardoor ze er hun aandacht minder bij hebben. De kersverse Vlaamse regering plant alvast een volledig smartphoneverbod in de lagere scholen. Voor het secundair onderwijs komt er eerst nog een onderzoek, maar de middelbare scholen krijgen al wel het advies om de telefoons meer aan banden te leggen.

Geen totaalverbod

Amerikaanse psychologen hebben nu onderzocht of korte ‘telefoonpauzes’ waarin studenten even op hun mobiel mogen kijken, voordelen kunnen bieden. Ze vinden het alvast een meer positieve aanpak dan het instellen van een totaalverbod.

Hun studie toont aan dat één minuut telefoonpauzes voor leerlingen tijdens de les kan leiden tot minder telefoongebruik en betere resultaten op tests en toetsen.

“We tonen aan dat telefoonpauzes nuttig kunnen zijn om het gebruik van mobiele telefoons in de schoolbanken te verminderen”, zegt Ryan Redner, onderzoeker aan de Southern Illinois University.

Hoe korter, hoe beter

Gedurende een heel semester heeft Redner samen met zijn collega’s de effectiviteit van telefoonpauzes geëvalueerd die respectievelijk één, twee of vier minuten duurden. In het onderzoek werd telefoongebruik gedefinieerd als het aanraken van de telefoon.

De bevindingen blijken overwegend positief. Wanneer leerlingen wisten dat er telefoonpauzes zouden werden ingevoerd, gebruikten ze hun telefoon over het algemeen minder vaak.

Tijdens de lessen met telefoonpauzes van één minuut bleek het telefoongebruik ook het laagst. Hierdoor waren deze pauzes het meest effectief in het verminderen van de tijd die leerlingen gedurende de les aan hun telefoon besteedden.

Het is nog niet helemaal duidelijk waarom dat het geval is. “Een mogelijke verklaring is dat één minuut voldoende is om een paar berichten te lezen en te versturen”, zegt Redner. “Als ze tijd hebben om meerdere berichten te verzenden, zullen ze wellicht ook weer meer berichten ontvangen en tijdens de les opnieuw willen reageren. Zo zou het kunnen dat er tijdens een pauze van vier minuten veel meer berichten worden verstuurd. Tijdens een pauze van één minuut heb je simpelweg minder tijd om iets op je telefoon te doen.”

Betere focus

De resultaten laten ook zien dat telefoonpauzes van één minuut genoeg zijn om leerlingen beter te laten focussen in de klas en hun toetsresultaten te verbeteren.

In klassen waar de één-minuutpauzes werden toegepast, waren de testresultaten van leerlingen het best. Er werden regelmatig hogere gemiddelde scores (boven de 80 procent) vastgesteld. Het blijkt dus dat als leerlingen tijdens de les hun telefoon minder gebruiken, het leerproces minder verstoort geraakt. “Onze hoop is dat dit resultaat aangeeft dat leerlingen minder afgeleid worden tijdens de les en dit dan resulteert in betere prestaties.”

De onderzoekers geven aan dat het telefoongebruik in sommige van hun experimenten afnam, maar zelden volledig stopte. “We proberen manieren te vinden om het gebruik van mobiele telefoons te verminderen, zonder dat het als een straf aanvoelt. We hopen dat onze bevindingen onderzoekers en leerkrachten inspireren om benaderingen te vinden om het gebruik van mobiele telefoons te verminderen die gebaseerd zijn op het versterken van de leerlingen”, concludeert Redner.

Smartphoneverbod in lager onderwijs en nieuwe digisprong

De toekomstige Vlaamse regering wil een smartphoneverbod invoeren in de lagere scholen. In het middelbaar onderwijs blijft de autonomie behouden, maar scholen worden aangemoedigd om strenger op te treden. Er is ook 400 miljoen euro beschikbaar voor een nieuwe Digisprong.

Tijdens de onderhandelingen over het Vlaamse regeerakkoord is een akkoord bereikt over een smartphoneverbod in het lager onderwijs. De maatregel komt er vooral op vraag van Vooruit en CD&V, en volgt op een gelijkaardig verbod in het Franstalig onderwijs. Middelbare scholen vallen buiten dit verbod, al wordt er wel aanbevolen om strenger op te treden tegen smartphonegebruik.

Symbolische maatregel

In de praktijk zal het verbod waarschijnlijk weinig verandering teweegbrengen. Koepelorganisaties zoals het GO! en OVSG wijzen erop dat er al afspraken bestaan over het gebruik van smartphones in het lager onderwijs. Zo worden telefoons vaak in een bakje vooraan in de klas verzameld of moeten ze in de boekentas blijven tijdens de les. “Het verbod is vooral symbolisch”, verklaart Koen Pelleriaux van het GO! aan De Tijd.

Ook OVSG ziet weinig impact op de huidige werking. “De autonomie van de scholen heeft altijd goed gewerkt”, aldus directeur Walentina Cools. Extra richtlijnen voor het secundair onderwijs zijn voorlopig niet gepland, al wordt wel aangemoedigd om de bestaande afspraken strenger te handhaven.

Digisprong van 400 miljoen euro

Er wordt naar verluidt ook 400 miljoen euro vrijgemaakt voor een tweede grote Digisprong volgens VRTnws. Dat is gelijkaardig de 375 miljoen euro die de Vlaamse regering beschikbaar stelde in 2020. Toen waren er deze vier ankerpunten:

  • een toekomstgerichte en veilige ICT-infrastructuur voor alle scholen van het leerplichtonderwijs
  • een sterk ondersteunend en doeltreffend ICT-schoolbeleid
  • ICT-competente leraren en lerarenopleiders en aangepaste digitale leermiddelen
  • een kennis- en adviescentrum ‘Digisprong’ ten dienste van het onderwijsveld.

Het is afwachten tot de officiële septemberverklaring van de nieuwe Vlaamse regering om te weten of er nieuwe wijzigingen of voorwaarden aan deze subsidie worden gekoppeld.

Microsoft breidt Copilot uit met nieuwe functies voor onderwijs

Microsoft introduceert nieuwe updates voor Copilot in Microsoft 365-apps, waaronder Business Chat, Copilot Pages en verbeterde databeveiliging voor ondernemingen.

Daarnaast biedt het bedrijf nieuwe inzichten over het gebruik van AI in het onderwijs, gebaseerd op de Work Trend Index van 2024.

Nieuwe functies en AI-inzichten voor onderwijs

De nieuwste update van Microsoft Copilot brengt nieuwe functies die het onderwijs kunnen ondersteunen. Volgens Microsoft maakt 71% van de onderwijsprofessionals al gebruik van AI, maar heeft 63% van de instellingen nog geen duidelijke strategie voor de implementatie van AI. Hierdoor kiezen veel medewerkers voor hun eigen AI-oplossingen. De nieuwe updates moeten dit gebruik stroomlijnen en ondersteunen.

Daarnaast benadrukt Microsoft het belang van AI-geletterdheid onder docenten en studenten. Uit het rapport blijkt dat er een grote behoefte is aan betere educatie over AI, aangezien veel onderwijsprofessionals niet weten hoe ze AI effectief kunnen gebruiken. Ook wordt voorspeld dat AI de verantwoordelijkheden van jonge werknemers zal vergroten.

Uitbreidingen in Microsoft 365

Naast de onderwijsinzichten breidt Microsoft Copilot verder uit met nieuwe functies zoals Business Chat en Copilot Pages. Business Chat centraliseert verschillende databronnen, zodat gebruikers efficiënter kunnen werken. Copilot Pages biedt een samenwerkingsplatform waar teams in real-time met AI kunnen werken. Deze functies zullen in de komende weken beschikbaar zijn.

Andere updates richten zich op specifieke Microsoft 365-apps. Zo krijgt Excel nieuwe mogelijkheden met Python, biedt PowerPoint een Narrative Builder, en kan Copilot in Teams zowel vergadertranscripten als -chats analyseren. Outlook introduceert een functie om de inbox te prioriteren en OneDrive biedt tools om bestanden eenvoudig te vergelijken en samen te vatten.

Focus op databeveiliging

Microsoft legt daarnaast de nadruk op enterprise data protection (EDP) voor onderwijsinstellingen. Dit zorgt ervoor dat alle interacties met Copilot veilig zijn en voldoen aan de bestaande privacy- en beveiligingsnormen van Microsoft. Hierdoor kunnen gebruikers erop vertrouwen dat hun data privé blijft en niet wordt gebruikt om AI-modellen te trainen.

De updates voor Microsoft Copilot zijn vanaf deze maand beschikbaar voor onderwijsprofessionals en studenten ouder dan 18 jaar. Ook is er een preview-programma voor studenten vanaf 13 jaar, met dezelfde beveiligingsmaatregelen.

Onderwijsinstellingen betalen na een hack meer losgeld dan aanvankelijk geëist

Volgens een rapport van Sophos bedroeg de mediane betaling van losgeld 6,6 miljoen dollar voor organisaties in het lager onderwijs, en 4,4 miljoen dollar voor het hoger onderwijs. Daarnaast stelt het onderzoek dat 55 procent van de respondenten uit het lager onderwijs en 67 procent van hun collega’s uit het hoger onderwijs meer hebben betaald dan aanvankelijk geëist werd.

Ransomware-aanvallen drukken zeker hun stempel, aangezien slechts 30 procent van de slachtoffers in zowel lager als hoger onderwijs in staat was om binnen één week of sneller te herstellen. Vorig jaar was dat nog 33 procent in het lager en 40 procent in het hoger onderwijs. Die vertraagde herstelperiode heeft wellicht te maken met het feit dat onderwijsinstellingen met beperkte teams en middelen moeten werken. Daardoor hebben ze het lastiger om dit proces te coördineren.

“Helaas zijn scholen, universiteiten en andere onderwijsinstellingen als doelwit verantwoording verschuldigd aan gemeenten, gemeenschappen en de studenten zelf. Dat zorgt inherent voor veel druk wanneer ze door ransomware worden getroffen en gedestabiliseerd. Onderwijsinstellingen voelen zich verantwoordelijk om open te blijven en hun diensten aan gemeenschappen te blijven leveren. Die twee factoren zijn zeker drijfveren voor slachtoffers om te betalen”, zegt Chester Wisniewski, Director, Field CTO, bij Sophos.

“We weten ook dat ransomware-aanvallers de lat hoger leggen om betaling te forceren. Zo vormt het compromitteren van de back-ups van hun slachtoffers een vast onderdeel van een aanval met ransomware. Wanneer duidelijk is dat gegevens zonder decoderingssleutel niet kunnen worden hersteld, zitten ze in een sterke positie om de losgeldeisen te verhogen.”

Back-ups worden aangevallen

Liefst 95 procent van de respondenten geeft aan dat cybercriminelen hun back-ups hebben proberen te compromitteren. Bij 71 procent is dat effectief gelukt. Het percentage is het op één na hoogste van alle sectoren. Gecompromitteerde back-ups doen de rekening om te herstellen aanzienlijk stijgen, waardoor de eindafrekening vijf keer hoger uitkomt in het lager onderwijs, en vier keer hoger in het hoger onderwijs.

Ondanks alle moeilijkheden die ransomware met zich meebrengt, is het aantal aanvallen in het afgelopen jaar toch afgenomen: 63 procent van de organisaties in het lager onderwijs en 66% van de instellingen in het hoger onderwijs kregen te maken met een ransomware-aanval. Een jaar eerder bedroegen die percentages nog 80 procent en 79 procent. Tegelijkertijd is het percentage versleutelde data wel licht gestegen: 85 procent van de aanvallen in het lager onderwijs en 77 procent van de aanvallen in het hoger onderwijs resulteerde in versleuteling van gegevens.

Dat is een lichte stijging ten opzichte van het rapport uit 2023 – met respectievelijk 81 procent en 73 procent. Helaas blijft het niet bij het versleutelen van de data, cybercriminelen stelen de gegevens ook om nog meer geld uit de aanval te slaan. Zo stelt 22 procent van de respondenten uit het lager en 18 procent van de participanten uit het hoger onderwijs dat hun versleutelde gegevens ook gestolen zijn.

Belangrijkste oorzaak

Uit het onderzoek blijkt dat misbruikte kwetsbaarheden de grootste oorzaak zijn van de aanvallen in het onderwijs. In 44 procent van de ransomware-aanvallen in het lager onderwijs en 42 procent in het hoger was dit de manier waarop cybercriminelen een weg naar het netwerk vonden.

De cijfers uit het onderzoek van Sophos tonen aan dat scholen en andere onderwijsorganisaties voordeel halen uit een gelaagde securityaanpak. Die omvat het scannen van kwetsbaarheden en begeleiding bij het prioriteren van patching om het aanvalsoppervlak te verkleinen, het beveiligen van endpoints met anti-ransomware functionaliteiten die aanvallen automatisch detecteren en stoppen, en 24/7 detectie- en responsdiensten (MDR) onder leiding van mensen om complexe, door mensen gestuurde aanvallen te neutraliseren. Idealiter door gebruik te maken van telemetrie van back-upoplossingen om aanvallers te detecteren en stoppen voor ze schade aanrichten.

“Hoewel we positieve vooruitgang zien in de strijd tegen ransomware binnen de onderwijssector, is het zorgwekkend dat het aandeel van de aanvallen met dataversleuteling jaar na jaar toeneemt. Dit toont dat onderwijsinstanties moeten blijven werken om hun weerbaarheid tegen ransomware te verbeteren. Met overbelaste resources en beperkte budgetten moeten ze zich focussen op de controles die de meeste impact hebben. Met een mediane herstelkost van drie miljoen dollar in het onderwijs is het duidelijk dat sterke oplossingen voor preventie en bescherming de algemene financiële impact van cyberaanvallen op onderwijsinstellingen aanzienlijk kunnen verminderen”, zegt Wisniewski.

Lees het volledige securityrapport van Sophos hier (PDF).

Whizzkids start opnieuw, inschrijven kan tot 24 september

Vorig schooljaar vierde Whizzkids, het platform voor online ICT-wedstrijden, zijn 25-jarig bestaan. Dit jaar is het opnieuw van de partij om scholen en klassen uit te dagen.

Whizzkids is de voorbije jaren uitgegroeid tot een vaste waarde in veel klassen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar. Ondertussen zijn ook lerarenopleidingen, scholen in het Franstalige landsgedeelte en Nederlandse scholen mee op de kar gesprongen. Bij de start van het jubileumjaar vorig jaar kondigde Whizzkids trots een nieuwe doelgroep aan: secundair onderwijs.

De populaire wedstrijd krijgt zelfs eerder dit jaar een spin-off voor leerkrachtenteams.

Je kan je nu inschrijven voor de nieuwe reeks voor het schooljaar 2024 – 2025. Doe het snel, inschrijven kan tot 23 september 2024.

Microsoft biedt AI-oplossingen voor onderwijsinstellingen

Microsoft lanceert nieuwe AI-oplossingen om leerkrachten, schoolleiders en IT-teams te ondersteunen bij hun dagelijkse taken.

Deze tools helpen tijd te besparen, lessen te personaliseren en de operationele efficiëntie te verbeteren, waardoor er meer ruimte komt voor de focus op studenten.

AI-ondersteuning voor leerkrachten

Microsoft biedt verschillende AI-tools die leerkrachten ondersteunen in hun onderwijspraktijk. Met Microsoft Copilot kunnen leerkrachten gepersonaliseerde lesinhoud creëren en feedback geven die afgestemd is op de individuele leerbehoeften van studenten. Dit bespaart tijd en maakt meer persoonlijke interactie mogelijk. Copilot werkt naadloos samen met Microsoft 365-apps zoals Word, PowerPoint en Outlook, waar het kan helpen met taken zoals het genereren van schrijfoefeningen, vertalingen en samenvattingen van complexe onderwerpen.

Microsoft Teams for Education beschikt ook over AI-functionaliteiten, zoals geautomatiseerde rubrieken voor het beoordelen van opdrachten en het creëren van op maat gemaakte lesmodules. Bovendien biedt de AI Classroom Toolkit handvaten om leerlingen tussen 13 en 15 jaar te leren hoe ze AI op een verantwoorde manier kunnen gebruiken.

Ondersteuning voor schoolleiders en IT-teams

Ook voor schoolleiders en IT-teams biedt Microsoft oplossingen. Copilot voor Microsoft 365 kan helpen met het stroomlijnen van administratieve taken, zoals het samenvatten van e-mailthreads of het opstellen van rapporten. Power BI, met geïntegreerde Copilot-functionaliteit, maakt het eenvoudiger om gegevens te analyseren en rapporten te genereren, wat cruciaal is voor het volgen van leerprestaties en het optimaliseren van schoolprocessen.

IT-teams kunnen gebruikmaken van GitHub Copilot voor efficiënter coderen en Microsoft Defender voor het versterken van de beveiliging van schoolnetwerken en apparaten. Copilot for Security, in combinatie met Microsoft Sentinel, helpt bij het sneller detecteren van bedreigingen en het rapporteren van incidenten.

Met deze AI-tools hoopt Microsoft onderwijsinstellingen te ondersteunen bij het verbeteren van hun efficiëntie en veiligheid, zodat er meer aandacht kan gaan naar wat echt telt: de studenten.