Leerbuddy Vlaanderen versterkt en vernieuwt begeleidingsinitiatieven 

Vlaanderen telt heel wat initiatieven die kwetsbare jongeren ondersteunen om de leerachterstand weg te werken en leersprongen te maken. Vaak werken die ondersteuners los van elkaar, terwijl ze best veel van elkaar kunnen leren. Leerbuddy Vlaanderen wil daar een rol in spelen.  

Speuren naar nieuws is soms als het ontdekken van een verborgen schat. Zo voelde het toch toen we onlangs een bericht van Leerbuddy Vlaanderen zagen passeren. De website leerde ons dat het om een project van Schoolmakers ging, in opdracht van de Vlaamse overheid. Allemaal goed en wel, maar wat houdt Leerbuddy Vlaanderen concreet in? We vroegen wat meer uitleg via mail en kregen meteen de uitnodiging tot een videogesprek met het volledige team.  

Leerachterstand aanpakken 

Het Leerbuddy-team bestaat uit drie krachtige en gemotiveerde vrouwen, Sofie Mestdagh, Nele Adriaenssens en Lydwin Bulckens. Zij nemen Schoolit mee achter de schermen van een ware bruggenbouwer. “Leerbuddy Vlaanderen ontstond drie jaar geleden, in volle coronapandemie”, aldus het drietal. “Vanuit het kabinet van minister Ben Weyts werd een subsidie vrijgemaakt om leerachterstand aan te pakken bij jongeren”, zegt Sofie Mestdagh. 

Leerbuddy Vlaanderen is erop gericht om verschillende werkingen met elkaar te verbinden en ondersteunen.

Nele Adriaenssens – Leerbuddy Vlaanderen

De leerbuddy is gegroeid uit een paar buitenlandse voorbeelden. “In Engeland zijn er bijvoorbeeld de tutors. Die eigenschappen hebben we vertaald naar de Vlaamse context. Er zijn gelijkenissen, maar ook verschillen. Waar tutors inzetten op vakinhoud, bijvoorbeeld om wiskunde te verbeteren, daar gaat de leerbubby breder. We zetten in op zelfredzaamheid, op gezinsondersteuning, vlotter leren leren, enzovoort.” 

Nele, Lydwin en Sofie (vlrn) samen met Erwin Vanroye (coördinator Levenslang Leren PXL-Healthcare & PXL-NeXT tijdens de jongste leersprongdag

Werkingen ondersteunen 

Leerbuddy Vlaanderen is geen organisatie die leerondersteuners uitstuurt naar een school of gezin. Vlaanderen telt heel wat initiatieven waar buddy of tutors jongeren begeleiden. “We willen het warm water niet heruitvinden. Leerbuddy Vlaanderen is erop gericht om die verschillende werkingen met elkaar te verbinden en te ondersteunen. Daarom is onze werking ook gestoeld op de twee begrippen ‘verbinden’ en ‘vormen’. We stellen ook een tool ter beschikking zodat mensen snel kunnen vinden naar wat ze op zoek zijn”, gaat Nele Adriaenssens verder. 

Door overkoepelend te werken, faciliteert Leerbuddy Vlaanderen de mensen in het veld. “We stellen draaiboeken ter beschikking, we proberen mensen te inspireren door vormingsmomenten te voorzien. Zo geven we elke week intervisies over een bepaald onderwerp. Op regelmatige basis organiseren we een lerend netwerk. Zo vindt er een bijeenkomst plaats op 24 april rond duurzame leersprongen. Inschrijven kan via onze website” 

Ruimte voor groei 

Alle leerondersteuners in één overkoepelend platform gieten, dat lijkt mooi. Maar het is vooral een heel grote uitdaging. “Vlaanderen is een echt lappendeken als het op ondersteuning aan komt. Alleen al bij de lokale besturen is er heel veel ruimte om te groeien. Maar vaak blijven besturen of overheden in hokjes denken. Zo zijn er huizen van het kind, welzijnswerkens, flankerend onderwijsbeleid, enzovoort. Allemaal mooie initiatieven, dat zeker. Maar om te komen tot duurzame leersprongen voor kinderen met een hoge OKI scoren, zullen we meer moeten samenwerken”, aldus Lydwin Bulckens. 

Op die samenwerking zet Leerbuddy Vlaanderen in. “We zien het als onze taak om mensen samen te brengen. Ze kunnen vaak praktische zaken leren van elkaar. Daarom zijn die intervisies en lerende netwerken zo belangrijk. Ondersteuners komen zo met elkaar in contact en kunnen elkaar inspireren. We merken dat er nog veel mogelijkheden zijn, bij lokale overheden of scholen, maar ook in andere werkvelden. Net daarom is onze dispatching tool interessant. Het is een manier om buddy en buddy-zoekers samen te brengen.” 

lees ook

Eerste Open Scholendag op vrijdag 12 mei

Toekomstperspectief 

De meeste vormingsmomenten vinden online plaats. Daar is een heel simpele en gegronde reden voor: centen. “We hebben een beperkt budget waardoor we elke euro zorgvuldig moeten afwegen”, aldus Sofie Mestdagh. “Met ons drie samen zijn we goed voor twee voltijdse banen. Nele en Lydwin geven nog les in de lerarenopleiding. Onze tijd en budget zijn dus beperkt waardoor we meestal kiezen voor online momenten. Al zijn er ook voordelen aan verbonden, zoals tijdswinst.” 

Om tot duurzame leersprongen te komen, zullen we meer moeten samenwerken.

Lidwyn Bulckens – Leerbuddy Vlaanderen

Ook al is het enthousiasme bij Leerbuddy-dames ontzettend groot, de toekomst van het project is onzeker. Daar heeft het lerarentekort voor een deel mee te maken. “Een oplossing vinden voor het tekort is de absolute prioriteit van het kabinet. Misschien moeten andere projecten daarvoor wijken. Ons project wordt jaarlijks herbekeken. Het zou bijzonder jammer zijn dat de brug- en vormingsfunctie zou wegvallen. We hopen uiteraard dat we ons werk met veel goesting kunnen verder zetten”, besluiten Sofie, Nele en Lydwin in koor.  

Klas 9 van De Leerexpert is Meest mediawijze klas van Vlaanderen 

Klas 9 van De Leerexpert Biekorfstraat uit Antwerpen is verkozen als winnaar van De Schaal van M, een mediawijze wedstrijd van Mediawijs en Ketnet voor 10-12 jarigen. De klas mag zich een jaar lang de ‘Meest mediawijze klas van Vlaanderen’ noemen. Ketnet-wrapper Héritier en het team van Mediawijs brachten de klas het goede nieuws. 

De klas uit Antwerpen wist de jury te overtuigen met hun inzending voor de JEF-Challenge. De leerlingen van de klas maakten een pakkend stop-motion filmpje ‘Sofie is verliefd’ over online risico’s met tips over hoe je veilig surft online en wint een bezoek aan de set van de Ketnet-reeks ‘Meisjes’. “De verhaallijn van de stop-motion video die de klas maakte, ligt helemaal in lijn met de leefwereld van de leerlingen. Ze hebben heel hard gewerkt aan hun stop-motion video en zijn terecht fier op het eindresultaat”, straalt Juf Annelies.  

Toegang digitale wereld 

De leeftijd waarop kinderen een eerste smartphone krijgen – en dus ook meer toegang tot de digitale wereld – blijft dalen, aldus Mediawijs. De gemiddelde leeftijd ligt momenteel op 8 jaar en 4 maanden. 82 procent van de van de kinderen en jongeren uit de tweede en derde graad lager onderwijs heeft al een eigen smartphone, blijk tuit Apestaartjaren 2022. Kinderen zijn razendsnel mee met de nieuwste trends en vinden vlot hun weg in nieuwe apps en sociale media, maar ontbreken vaak nog de kritische vaardigheden om er ‘mediawijs’ mee om te gaan.  

Zo weten ze niet altijd goed wat een veilig wachtwoord is, hoe groot hun ‘digitale voetafdruk’ is of wat hun rechten zijn in een digitale wereld. Leerkrachten en ouders spelen hierbij een belangrijke rol maar vaak weten ze niet goed waar te beginnen. De Schaal van M helpt hen hierbij. 

lees ook

Cyberheldin Ella maakt kinderen digitaal weerbaarder 

Laagdrempelig 

De Schaal van M is een leuke en laagdrempelige manier voor leerkrachten lager onderwijs om met mediawijze thema’s aan de slag te gaan. Meer dan 2.000 klassen en 40.000 leerlingen namen de voorbije weken deel aan deze zesde editie van de wedstrijd en dongen mee naar de titel van ‘Meest mediawijze klas van Vlaanderen’. Dit jaar namen ook 136 klassen uit het bijzonder onderwijs deel, waaronder de winnende klas. 

“Kinderen hebben op steeds jongere leeftijd een gsm en zijn al vroeg actief op sociale media”, zegt minister van Media Benjamin Dalle (CD&V). “Het is belangrijk hen van meet af aan mee te trekken in het verhaal van mediawijsheid: online privacy, haatspraak, cyberpesten, fake news, noem maar op. Met ‘De Schaal van M’ leren ze op een creatieve en speelse manier verstandig daarmee omgaan.”  

Wetenschapsbattle 2023 zoekt helderste wetenschapper van Vlaanderen (UPDATE)

Op donderdag 23 maart vindt de Wetenschapsbattle plaats in Technopolis. 450 kinderen live en nog eens 5.000 online beoordelen vijf presentaties en kiezen aan het eind de winnaar.  

Het thema van 2023 is voedsel. Hoe zorgen we voor gezond, duurzaam en betaalbaar eten op ons bord? De Wetenschapsbattle laat geeft vijf onderzoekers exact tien minuten de tijd om hun werk voor te stellen. De leerlingen van Basisschool Blik in Edegem zorgen voor een vlot verloop van de wedstrijd. Ze houden de tijd in de gaten en, niet onbelangrijk natuurlijk, ze maakten een selectie van vijf wetenschappers.  

Helderste wetenschapper van Vlaanderen 

De battle is een jaarlijkse wedstrijd waarin vijf wetenschappers hun onderzoek voorstellen aan een bomvolle zaal lagereschoolkinderen, van het eerste tot het zesde leerjaar. Via een livestream volgen duizenden Vlaamse schoolkinderen de battle online mee. Vorig jaar was het thema ruimte, dit jaar staat voedsel centraal. “Met de Wetenschapsbattle willen we meisjes en jongens op jonge leeftijd warm maken voor wetenschap en techniek”, zegt Hans Van de Water, acht jaar geleden bedenker van het initiatief.

Eén van de middelen is de wetenschap naar de school te halen. Zo krijgen de kinderen de hoofdrol en ontplooien ze hun eigen talenten. “We ontdekten dat presenteren voor kinderen de ideale leerschool is voor wetenschappers om hun onderzoek op een heldere en overtuigende manier uit te leggen. Door co-creatie tussen kinderen, wetenschappers, leerkrachten en communicatiecoaches creëren we een totaal nieuwe leeromgeving voor alle betrokkenen.” 

Vijf wetenschappelijke onderzoeken 

De Wetenschapsbattle krijgt steun van Alimento, Fevia, Inagro en het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Basisschool Blik selecteerde deze vijf wetenschappelijke onderzoekers: 

  • Evelien Mertens (Erasmushogeschool Brussel) – Van boon naar dinosaurus met de 3D voedselprinter 
  • Wout Vierbergen (ILVO, KU Leuven) – De beste frietjes: kijken onder de schil van aardappelen 
  • Reindert Devlamynck (INAGRO) – Eten eenden graag kroketten? 
  • Wim Derave (Ugent) – Word je van melk drinken sterk? 
  • Judith Wellens (FWO, KU Leuven) – Help je mee om choco gezond te maken? 

Presenteren voor kinderen

Basisschool Blik selecteerde de vijf onderzoekers uit een lijst van tien, voorgelegd door Hans en zijn team. “Nadat de vijf onderzoekers bekend waren, hebben we hen getraind want spreken voor kinderen vergt toch wat aanpassing”, zegt Van de Water. Met zijn bedrijf The Floor is Yours coacht hij onderzoekers in het communiceren. Nu moeten ze 450 kinderen overtuigen van hun product.

“De kinderen van de basisschool hebben een jury samengesteld en zullen bijkomende vragen stellen aan de onderzoekers. Nadien zullen de aanwezige kinderen, uit vijf verschillende scholen, een oordeel vellen. De winnaar krijgt een trofee, gemaakt door basisschool Blik. Verder hangen er geen prijzen aan vast, behalve de eer van de overwinning”, besluit Hans Van de Water.

De Wetenschapsbattle vindt plaats op donderdag 23 maart in Technopolis. Klassen die de presentaties graag live meevolgen, kunnen terecht op de livestream via deze link. Het programma start om 13 uur en stopt rond 15u20. Meer info via de pagina van Wetenschapsbattle

UPDATE 23/03: Reindert Devlamynck pakte het jonge publiek in tijdens de Wetenschapsbattle. Zijn betoog over eendenkroos kreeg het meeste bijval en dus mag Reindert zich een jaar lang de helderste wetenschapper van Vlaanderen noemen.

OMG-festival (22 mei) zet in op brede functies van gaming in onderwijs 

Op maandag 22 mei vindt het eerste Onderwijs Met Games (OMG)-festival plaats in The Penta in Kortrijk. Het festival zet de educatieve, maatschappelijke, culturele en sportieve waarde van games in de kijker.  

OMG, Onderwijs Met Games dus: het nieuwe event gaat al een tijdje over de tongen. Sinds vandaag kunnen deelnemers zich inschrijven voor een unieke belevenis. “We willen de festivalstijl en –vibe creëren door met stages te werken”, zegt organisator Lander Van der Biest (Impact Connecting). De gewezen leerkracht is al jaren bezig met games in het onderwijs en ziet met OMG een droom werkelijkheid worden. “Het thema leeft meer en meer. Daarom verwacht ik veel van het festival.” 

Meer dan onderwijs alleen 

De naam doet misschien anders vermoeden, maar het festival is meer dan alleen games in het onderwijs. “We zien de toepassing van games heel breed. Daarom doet het plezier dat organisaties zoals J.E.F of Sportwerk Vlaanderen deelnemen. We hebben op dit moment 21 standhouders die tijdens een interactieve expo hands-on met de deelnemers aan de slag gaan. Bezoekers kunnen nieuwe games beleven en de nieuwste technologieën ontdekken.” 

OMG wil meer zijn dan een presenteerblaadje voor nieuwe games. Want er zijn uiteraard ook risico’s verbonden aan overmatig gamen. “Die valkuilen aangeven en bespreken is één van de belangrijkste aspecten. Toch zijn de positieve effecten van gaming binnen het onderwijs nog veel groter en daar willen we vooral de aandacht op vestigen. Via ‘spotlight demo’s’ geven bedrijven en organisaties sessies van één uur waarbij deelnemers vrij kunnen in- en uitlopen.” 

Steven Reid en co 

Naast demo’s en workshops biedt het festival (veel) plaats aan keynote speakers. OMG verzamelde het neusje van de zalm van de Vlaamse experten in het veld. Carl Boel, Liesbeth Last, Matthias Dewilde, Kim Dekeyser, Jelle Demanet, David Verbruggen en Dirk Bosmans geven uiteenlopende spreekbeurten over games in het onderwijs. Zij krijgen een absolute blikvanger naast zich op de affiche. Niemand minder dan Stephen Reid wordt door Microsoft naar OMG overgevlogen. 

“We zijn ontzettend vereerd met het bezoek van Stephen Reid”, glundert Lander Van der Biest. “We zochten een evenwicht tussen expertise en leerkrachten. Het hele festival willen we breed én laagdrempelig houden. Elke bezoeker moet geïnspireerd kunnen worden. Daarom is het zo mooi om zien dat de sprekers en de mensen die de workshops geven, allemaal ervaring hebben in het (onderwijs)veld.” 

lees ook

Onderzoekers schrijven paper over acceptatie van mobiele immersieve VR in het secundair onderwijs

Open voor iedereen 

Het OMG-festival heeft niet als doel om, zoals Sett of de ICT-praktijkdag, hoofdzakelijk ICT-coördinatoren te verzamelen. Net omdat de toepassing van games door de organisatie breed wordt gehouden, moet OMG ook een brede waaier aan geïnteresseerden aantrekken. “We denken aan mensen uit de sport- of cultuursector, maar ook jongerenwerkers, mensen die met het artistieke bezig zijn, enzovoort. Iedereen is welkom zolang ze maar interesse hebben in games. En dat hoeven lang niet alleen ‘serious’ games te zijn.” 

Omdat het de eerste keer is dat OMG plaats vindt, is het voor Lander en het team van Impact Connecting moeilijk in te schatten hoeveel bezoekers naar The Penta in Kortrijk zullen afzakken. “Games in onderwijs is zeker nog een niche, maar we merken tijdens beurzen en andere ontmoetingen dat het thema meer en meer leeft. Veel mensen zien het potentieel van games en dat willen we op een fijne manier ondersteunen”, besluit Lander Van der Biest.  

Deelnemen aan het festival lukt al vanaf 75 euro (inclusief catering en receptie). Inschrijven voor OMG-festival op 22 mei kan via deze link. Het volledige programma is terug te vinden op de site van OMG. 

ICT-bootcamps: inschrijvingen eerste golf afgesloten 

Het Kenniscentrum Digisprong wil met de bootcamps de ICT-competenties van ICT-coördinatoren, directeurs en ICT-teams vergroten. Fourcast for Education haalde de aanbesteding binnen en mag de komende twee schooljaren 179 scholen begeleiden via de bootcamps. 

De ICT-bootcamps zijn onderverdeeld in twee percelen: digitaal groeien en digitale beleidscyclus. Voor perceel één kunnen in totaal 104 scholen intekenen. Voor perceel twee is er plaats voor 75 scholen. Enkele maanden geleden vonden infomomenten plaats waarbij kandidaat-scholen meer uitleg kregen bij de verschillende trajecten. Fourcast for Education zal over de komende twee schooljaren de bootcamps organiseren in drie ‘waves’.  

Voldoen aan selectiecriteria 

De eerste golf bootcamps zal vanaf september worden georganiseerd. Om een weloverwogen selectie te maken van de kandidaat-scholen, is de inschrijving voor die eerste ‘wave’ afgesloten. “Dat wil niet zeggen dat scholen die interesse hebben om deel te nemen aan de bootcamps, zich niet meer kunnen inschrijven”, verduidelijkt Olav Adami van Fourcast. “In tegendeel, we raden scholen aan om zich kandidaat te stellen. Hoe meer scholen interesse hebben, hoe beter.” 

Samen met het Kenniscentrum Digisprong gaat Fourcast nu een eerste selectie maken van scholen die kunnen deelnemen aan de eerste golf van bootcamps. “Een school die zich kandidaat stelt, is niet automatisch zeker van een plaats. Er moeten aan best veel voorwaarden worden voldaan. Het gaat dan ook om een intensief traject waarbij veel van de school en de deelnemers wordt verwacht. In theorie kunnen we op één september starten met de bootcamps, maar om praktische redenen voor de scholen zal die datum wellicht eerder eind september zijn.” 

Tweede en derde golf 

De tweede golf ICT-bootcamps vindt plaats van januari tot juni 2024. Enkele maanden later, in september, start de derde reeks van opleidingen. In december moeten alle 179 scholen het traject hebben afgewerkt. Er is heel wat interesse bij scholen, al mag het volgens Olav Adami nog wat meer zijn. “Op dit moment hebben we, zeker voor het tweede perceel, al wat kandidaturen. Maar als je bedenkt dat er een paar duizend scholen in Vlaanderen zijn, dan is het aantal nog relatief beperkt.” 

Een verklaring kan zijn dat een deel van de scholen nog niet helemaal rond is met de Digisprong. “Ik verwacht inderdaad dat tegen september nog een groot aantal scholen interesse zal tonen. We moedigen hen aan om zich kandidaat te stellen. Het zou mooi zijn dat een keuze kunnen of moeten maken uit pakweg 500 kandidaat-scholen. Dat zou wat druk op de overheid kunnen leggen om verder te blijven inzetten op ICT-bootcamps.” 

lees ook

Minister Ben Weyts: ‘ICT-coördinatoren zijn de Messi en Neymar van de school’

Scholen die de selectie voor de eerste golf niet hebben gehaald, hoeven niet te wanhopen. In oktober 2023 en in het voorjaar 2024 zullen Fourcast en het Kenniscentrum opnieuw een selectie maken voor de tweede en derde golf aan bootcamps. “Ik denk dat iedereen binnen het onderwijs overtuigd is van een goed en weldoordacht ICT-beleid in de school. De bootcamps zijn een uitgelezen middel om die competenties op te bouwen”, besluit Olav Adami.  

220 jongeren nemen deel aan eerste BeLux-kampioenschap FIRST LEGO League 

Op zaterdag 18 maart vindt het eerste BeLux Championship FIRST LEGO League plaats. Aan de grote techniekwedstrijd nemen 220 jongeren deel uit België en Luxemburg. Het kampioenschap vindt plaats in de T2-campus in Genk. Vlaams minister Jo Brouns komt de jongeren aanmoedigen.  

Tijdens de nationale competitie van de techniekwedstrijd nemen de jongeren met hun vertrouwde LEGO-robots het tegen elkaar op, met als inzet een Golden Ticket naar de FIRST LEGO League Championships in Houston in de VS. “Het is voor de eerste keer dat wij vanuit Voka – KvK Limburg de organisatie van dit nationale programma op ons nemen. Het is een bewuste keuze om jongeren over heel België en Luxemburg te inspireren en het belang van wetenschap & techniek bij te brengen. Wij hopen dat we zo andere organisaties inspireren om samen met ons op deze kar te springen”, zegt Karin Van De Velde, voorzitter van Voka – KvK Limburg. 

Finale als apotheose 

Nadat duizenden jongeren uit honderden scholen in België en Luxemburg het beste van zichzelf gaven tijdens de afgelopen regiofinales tekenen de tien beste teams op zaterdag 18 maart present op de T2-campus in Genk voor het nationale slotakkoord: het BeLux Championship van de FIRST LEGO League. 220 deelnemers programmeren net als tijdens de regiofinales hun LEGO-robots op een van de verschillende wedstrijdtafels. Op basis van het robotontwerp en core values deelt een deskundige jury scores uit. 

Sfeerbeeld van de voorronde in Limburg

Daarnaast hebben de jongeren tijdens de lessen op school kunnen nadenken over een technische oplossing voor een dagdagelijks probleem. Binnen het thema SUPERPOWERED beten de deelnemers zich dit jaar vast in de energiecrisis, en stellen ze een verbeterd duurzaam energieproject voor aan de jury tijdens het event. Er zijn in totaal acht awards te winnen. Het best scorende team – zowel op het vlak van robotontwerp, innovatieproject als de core values – maakt kans op een Golden Ticket naar de FIRST LEGO League Championships in Houston.  

Bouwen aan de toekomst 

Ook deelnames aan internationale wedstrijden in Marokko en de VS zitten in de prijzenpot. “Als Voka – KvK Limburg zijn we verdeler van het FIRST LEGO League-programma in heel België. Het is dus ook voor de eerste keer dat we deze nationale slotwedstrijd organiseren. We geloven in onze jongeren en in het belang van techniek, wetenschap en STEM”, aldus Karin Van De Velde.   

lees ook

Focus op STEM en talen in nieuwe eindtermen

“Als we willen bouwen aan de toekomst zijn dit de domeinen waarop we moeten inzetten. Want het zijn deze domeinen die de brug vormen tussen het onderwijs en het bedrijfsleven”, aldus Jonas De Raeve, directeur belangenbehartiging van Voka – KvK Limburg. “Het is daarom dat we samen met onze bedrijven en onze partners zoals T2-campus en Rockwell Automation onze schouders onder dit event zetten, en geloven dat techniekpromotie bij jongeren het verschil maakt in de maatschappij.” 

enkele winnaars van de voorronde in Limburg

De finale vindt plaats op zaterdag 18 maart (10u-15u) in T2-campus (Thor Park 8040 in 3600 Genk). Rond 13u15 maakt Vlaams minister van Werk & Innovatie Jo Brouns zijn opwachting.  

Cyberheldin Ella maakt kinderen digitaal weerbaarder 

Deloitte heeft officieel Ella de cyberheldin gelanceerd. De krasse meid moet via een strip en bordspel leerlingen (9-12 jaar) hulpmiddelen aanreiken om de digitale weerbaarheid te vergroten. Ella krijgt voor die opdracht assistentie van ambassadeurs die in scholen leerkrachten zullen ondersteunen. 

Ella de cyberheldin kreeg de voorbije maanden al een ‘soft’ voorstelling in verschillende scholen. Ook tijdens de Sett-beurs in Gent kon de jongedame zichzelf voorstellen aan leerkrachten, directeurs en ICT-coördinatoren. Tijdens een panelgesprek gaf het team van Deloitte Belgium, samen met enkele partners, meer uitleg over het project, de doelstellingen en de manier van werken. Schoolit zat op de eerste rij bij de onthulling van de heldin zonder cape, maar wel met een missie.  

Bewustzijn vergroten 

Vooraleer Ella haar grote intrede mocht maken, gaf moderator en Chief Purpose Officer Hilde Van de Velde wat meer uitleg bij de aanzet van initiatief. “Eén Belg op twee is op één of andere manier digitaal kwetsbaar. Jammer genoeg kan niet iedereen op dezelfde manier de digitalisering vertalen in betere vaardigheden. De coronaperiode heeft voor een verschuiving gezorgd. Die capaciteiten ontwikkelen voor het verbeteren van online veiligheid en digitale inclusie, is een hele uitdaging.” 

“Het idee kwam bij ons op toen collega en hoofd van het team Veerle Peeters vertelde dat haar dochter plots thuis kwam met een e-mailadres en dus bereikbaar was voor iedereen”, vult Louise Vancollenberghe aan. Zij is het ‘meesterbrein’ achter het materiaal en concept van Ella. “We hebben onderzoek gedaan en één van de vaststellingen was dat leerkrachten vaak ongemakkelijk werden bij het thema. De jongeren worden er ook bijna dagelijks mee geconfronteerd in het nieuws en op school. Daarom vonden wij het belangrijk om via een superheldin het bewustzijn te vergroten.” 

Kant-en-klaar werkmateriaal 

Ella de cyberheldin is een lesplan dat leerkrachten in de klas kunnen inzetten. Het volledige programma duurt ongeveer drie lesuur en de toolkit omvat een pakket met onder andere een video, werkdocument, correctiesleutel en uiteraard de strip zelf. “Het pakket is gebaseerd op onderwijsdoelen en leerlijn die Mediawijs heeft uitgewerkt”, gaat Vancollenberghe verder. “Leerkrachten kunnen via de site het werkmateriaal bestellen of downloaden en er vrijwel onmiddellijk mee aan de slag gaan.” 

Louise Vancollenberghe tijdens de voorstelling van Ella

Voor de leerlingen in de strip duiken, geeft de leerkracht een woordje uitleg. Ook achteraf is een naverwerking voorzien. “De bedoeling is dat leerlingen goed voorbereidt aan de strip beginnen, zodat ze beter de gevaren kunnen inschatten. Ella zorgt er voor dat de leerlingen zich bewust worden van de waarde van een goed paswoord, dat ze gevaren op tijd kunnen inschatten en dat ze daarop volgend de juiste handelingen stellen. Aan het einde van de les krijgen de leerlingen een opdacht waarbij ze in een poster weergeven wat voor hun een goed paswoord is.” 

Educatief spel 

Ella blijft niet gebonden aan de klasomgeving. Ouders kunnen een bordspel downloaden via de site van Ella. In dat bordspel heeft de leerlingen, die voordien de les kreeg op school, in principe een voordeel op de rest van het gezin. Het spel ‘Hackers op de hielen’ bestaat naast het spel zelf uit een verklarende woordenlijst. “Op die manier kan elke deelnemer, ook de ouders die niet zo vertrouwd zijn met de terminologie, deelnemen aan het spel”, aldus Vancollenberghe. 

Het spel bestaat uit zeven uitdagingen en opdrachten. “Wanneer de kinderen na de les het spel thuis herspelen, dan nemen ze de rest van het gezin mee. Door een testje aan het begin van het spel kunnen ze een betere startpositie verwerven. Daarna is het de bedoeling om zoveel mogelijk schilden te verzamelen. Uiteraard hebben die schilden te maken met de cyberveiligheid zoals een goed paswoord of de juiste houding wanneer ze gecontacteerd worden via sociale media.” 

Ondersteuning uit het veld 

Deloitte Belgium kreeg voor de ontwikkeling hulp van onder andere Vlajo en Childfocus. “Voor Vlajo was de samenwerking logisch want het is een heel actueel en belangrijk thema”, geeft directeur Peter Coenen aan. “Uit de digimeter blijkt dat één kind op drie verslaafd is aan de smartphone. Wellicht ligt dat cijfer nog hoger en dus moeten we ervoor zorgen dat die kinderen op een veilige manier op het internet kunnen. Ella geeft de antwoorden die ze nodig hebben.” 

Ook voor Child Focus was de medewerking een no-brainer. “Ella leert kinderen omgaan met een virtuele wereld, hoe ze profielen privé kunnen zetten, hoe ze weerbaarder worden, enzovoort”, zegt Ruth De Bruycker. “De (sexuele) integriteit van jongeren staat bij ons hoog op de agenda. We hebben gezorgd voor een deel expertise en linken gelegd met onder andere Mediawijs. Ella is voor jongeren zoals leren rijden met de fiets. Eerst zijn er steunwieltjes en zodra het vertrouwen er is, kunnen die hulpmiddelen één voor één weggenomen worden.” 

lees ook

VRT zet cyberveiligheid centraal in EDUbox

Ambassadeurs in school 

Deloitte houdt rekening met de zo al drukke agenda van leerkrachten. De strip en het werkmateriaal richten zich tot leerlingen van 9 tot 12 jaar. De leerkracht kan ervoor kiezen om alles zelf in handen te nemen, of om een ambassadeur onder de arm te nemen. “Een ambassadeur is een vrijwilliger die samen met de leerkracht Ella in de klas introduceert”, aldus Hilde Van de Velde. Een school kan zo een ambassadeur gratis inzetten.  

Sofie D’huysser is zo een ambassadeur en liet al klassen kennismaken met Ella. “We nemen de taak van de leerkracht niet over, maar werken samen. De leraar kent de klas en de klasdynamiek beter dan wie ook en is dan ook een ideale manager. Wij zijn de experten omdat we vertrouwd zijn met het materiaal en de manier van het overbrengen. Het is een absolute meerwaarde, ook voor de leerlingen zelf. Ik vond het bijvoorbeeld geweldig dat de kinderen spontaan vertellen over ervaringen van hun ouders, om maar één iets te noemen.” 

De strip, het lesplan, de video en het spel van Ella de cyberheldin zijn downloadbaar op de website. Leerkrachten en andere geïnteresseerde personen vinden er alle informatie en contactgegevens. Ella is verkrijgbaar in het Nederlands en Frans.  

Minecraft: Bedrock Edition beschikbaar op Chromebooks 

Microsoft heeft een ‘early access’-versie van Minecraft: Bedrock Edition gelanceerd voor ChromeOS. Om de game te kunnen installeren, moet de Chromebook wel aan een aantal minimumvereisten voldoen.  

Minecraft for Education is al enkele jaren beschikbaar voor Chromebooks, maar gebruikers hadden een schoollicentie of Office 365 Education-licentie nodig. Nu heeft ontwikkelaar Mojang, dat eigendom is van Microsoft, een early access-versie van Minecraft: Bedrock Edition beschikbaar gemaakt voor ChromeOS. De game draait op het besturingssysteem dankzij de Androidondersteuning. De gamers kunnen cross-device met andere spelen, hebben toegang tot de marketplace en krijgen ondersteuning voor gamen op Realms.  

Testfase 

In een blogpost gaf Mojang meer uitleg bij de vroege release. Het gaat volgens de ontwikkelaar om een testfase. “Nog niet elke Google Chromebookgebruiker zal nu al de toepassing kunnen gebruiken. Early access betekent dat we op dit moment alleen geselecteerde Chromebooks met minimumvereisten de kans geven om Minecraft te kopen. Via de Google Play Store kunnen gebruikers nagaan of hun toestel geschikt om nu al Minecraft te installeren.” 

Volgens Mojang is er een logische verklaring waarom er voor een early access is gekozen. “We willen de prestaties van het spel kunnen testen voor we het beschikbaar maken voor meer spelers.  Het is uiteraard niet zo dat we bepaalde gebruikers willen voor trekken. Dit is een logische stap om de implementatie zo vlot mogelijk te laten verlopen”, klinkt het bij Mojang. 

Compatibele Chromebook voldoende 

Los van de Education-uitgave was het nu al mogelijk voor Chromebookgebruikers om Minecraft te spelen. Alleen moest de gebruiker voor de Java-versie Linus-apps installeren en een reeks stappen uitvoeren voor hij aan de slag kon. En zelfs dan was een uiterst performante Chromebook nodig om aan alle vereisten te voldoen. Bij Minecraft: Bedrock Edition vallen de meeste van die voorwaarden weg en zal de game draaien op elke compatibele Chromebook.  

lees ook

Icha lanceert lessenreeks Spaans via Minecraft

Wanneer die volledige release er komt, heeft Mojang nog niet gecommuniceerd. Het ontwikkelaarsteam zal de komende weken gebruiken om bugs uit het programma te halen zodat er geen Ender draken dansend in de lucht te zien zijn, om maar één voorbeeld te geven. De uitbreiding van Minecraft komt trouwens op een moment dat Microsoft probeert om regelgevers aan hun kant te krijgen naar aanleiding van de geplande overname van Activision Blizzard.  

WAI-NOT organiseert bevraging om vernieuwing website vorm te geven 

WAI-NOT, de toegankelijke website voor jongeren met een verstandelijke beperking, krijgt een grondige make-over. Om de veranderingen zo goed mogelijk af te stemmen op de noden van de (jonge) gebruikers, is WAI-NOT gestart met een onderzoek.  

Eerlijk, de redactie kon zich geen goed beeld vormen van wat WAI-NOT inhoudt. We behoren niet tot de doelgroep, maar toch verdient een initiatief als dit meer aandacht. Naar aanleiding van de bevraging sprak Schoolit met Tony Pijls, gedetacheerd leerkracht en verantwoordelijke van WAI-NOT. Het onderzoek loopt nog tot eind april. Nadien maakt WAI-NOT werk van een grondige make-over die zo snel mogelijk wordt uitgerold. 

Gefrustreerde broer 

Het idee om een veilige website te maken voor jongeren met een verstandelijke beperking ontstond letterlijk aan de keukentafel goed 23 jaar geleden. Een jongen met het syndroom van Down vond het niet kunnen dat zijn broer en zus op de computer doorheen allerlei websites konden surfen. “De jongen voelde zich uitgesloten en schreef op een papier ‘WAI NOT’ op”, legt Tony Pijls uit. De vraag van de jongen kwam binnen bij zijn vader en die ging op zoek naar alternatieven. Al waren die er niet.” 

De vader kwam in contact met KH Kempen en de school begon het idee vorm te geven. De studenten maakten een webomgeving waar jongeren met een verstandelijke beperking op een veilige manier in terecht kunnen. De toegankelijke website kreeg gaandeweg vorm. “Toen ik in 2008 bij WAI-NOT kwam, was de website als het ware een grote blokkendoos. Er was nood aan een duidelijke structuur. Ergens logisch want in het begin was de website in handen van een kleine vzw.” 

Kleine maar belangrijke doelgroep 

WAI-NOT richt zich naar een heel specifieke groep jongeren, met een verstandelijke beperking. “Het is geen grote maar wel een belangrijke doelgroep. Dat zag het departement onderwijs ook in. WAI-NOT kreeg medewerking van verschillende collega’s bij KlasCement. Via KlasCement konden we verschillende leermiddelen toevoegen aan de site. Bovendien vergrootte zo ons bereik meteen. Die samenwerking loopt goed, al merken we nu dat er nood is aan vernieuwing. Zo verloopt het aanmelden en registreren iets te stroef, ook al hebben we al een systeem met pictogrammen.” 

In opdracht van WAI-NOT is Thomas More in Geel gestart met een gebruikersonderzoek. “We willen zoveel mogelijk meningen horen van mensen die tot de doelgroep behoren. Alleen zo kunnen we een efficiënte upgrade doorvoeren. De bevraging richt zich in de eerste plaats naar scholen, leerlingen en leerkrachten van het buitengewoon basis en secundair onderwijs. Het is een enquête voor mensen die WAI-NOT kennen, maar zeker ook voor hen die er niet mee zijn vertrouwd.” 

lees ook

“e-Inclusie moet tools geven die leerlingen dagelijks kunnen gebruiken” Kristof Van Dyck – SBSO Zonnebos

Groot potentieel 

WAI-NOT kreeg de voorbije twintig veel registraties. De site telt 1.000 actieve leerlingen en 800 actieve leerkrachten. “Dat is mooi maar het potentieel ligt veel hoger. Alleen al bij de jongeren van het type 2 zijn er groeimogelijkheden. Daarnaast kan de website interessant zijn voor andere doelgroepen ook. Ik denk dat we kunnen groeien tot 7.500 actieve jongeren op de site. Zij zullen in de vernieuwde omgeving materiaal op maat aantreffen. Het doel is om de site toegankelijk te maken voor verschillende niveaus.  

Interactie staat nu al centraal en zal nog een prominentere plaats krijgen. “Jongeren kunnen met elkaar communiceren via het platform. Enkel geregistreerde leerlingen kunnen deelnemen aan de chats, via spraakberichten of tekst. Er kunnen geen externe links in de site worden ingevoerd of geopend. We bekijken nu hoe we die veilige omgeving nog beter kunnen afstemmen op de leefwereld van de jongeren zodat ze zelfstandig kunnen rondsurfen.” 

Opstapje naar meer zelfstandigheid 

WAI-NOT is een website waar jongeren zonder externe prikkels of gevaren aan de slag kunnen. Toch is het niet de bedoeling van de site om de jongeren halsstarrig aan zich te binden. “WAI-NOT kan perfect een opstapje zijn om gebruik te leren maken van mailplatformen zoals Gmail. Voor veel gebruikers zal het ‘grote internet’ te verwarrend blijven en die jongeren moeten zonder problemen verder kunnen bij ons.” 

“We proberen zoveel mogelijk nieuwe dingen te integreren. Zo werken we aan VR-toepassingen of 360°-afbeeldingen. Of aan een VR-filmpje waar jongeren leren om naar de winkel te gaan. Het zijn dergelijke zaken die we nog willen uitbreiden. Een integratie in LEER-ID zou ook tot de mogelijkheden kunnen behoren. Het is belangrijk dat we alles goed onderzoeken en dat we via de bevraging tot een platform komen waar de jongeren zich goed en comfortabel voelen”, besluit Pijls. 

Zelf deelnemen aan de bevraging kan via dit formulier van Thomas More. 

Eerste Open Scholendag op vrijdag 12 mei

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts vraag scholen om op vrijdag 12 mei de deuren te openen voor de allereerste Open Scholendag. Met het initiatief wil de minister geïnteresseerden kandidaat-leerkrachten een blik gunnen achter de schermen van een school.

Open Monumentendag, Open Bedrijvendag en nu dus ook een Open Scholendag. Met die kijkdag wil minister van Onderwijs Ben Weyts kandidaat-leerkrachten een beter beeld geven van het lerarenberoep. Het initiatief richt zich niet alleen tot studenten. Ook kandidaat zij-instromers kunnen die dag een vakvergadering bijwonen, lessen volgen, mee toezicht houden en vooral: vragen stellen aan ervaren leerkrachten.

Twijfels wegnemen

“Iedereen kent de open dagen. Waarom dan geen Open Scholendag?”, stelt minister Weyts? “Heel wat mensen denken wel aan het lerarenberoep, maar wagen de sprong niet. De Open Scholendag kan helpen om twijfels weg te nemen, vragen te beantwoorden en dat laatste zetje te geven. Op termijn moet de Open Scholendag naast de Monumentendag en Bedrijvendag kunnen staan. Met deze eerste editie willen we vooral een basis leggen voor wat hopelijk uitgroeit tot een nieuwe gewoonte binnen ons onderwijs: fier zijn op onze scholen, op het beroep.”

De job van leraar werd in de voorbije jaren stap voor stap aantrekkelijker gemaakt door onder andere betere arbeidsvoorwaarden en ondersteuning in de klas. Beginnende leerkrachten krijgen sneller uitzicht op een vaste benoeming, er is meer aanvangsbegeleiding en zij-instromers kunnen voor veel vakken tot tien jaar anciënniteit meenemen. De persdienst van de minister somt nog heel wat aanpassingen op en stelt dat het beleid vruchten afwerpt. Zo stapten vorig jaar 4.400 zij-instromers in het onderwijs.

lees ook

“Geef vertrouwen, autonomie, tijd en ruimte aan (startende) leerkrachten”

Proeven van het beroep

En toch, ondanks de inspanningen, kampen veel scholen nog met een lerarentekort. Veel Vlamingen denken wel eens aan het lerarenberoep, maar wagen de sprong (nog) niet. Daarom vraagt minister Weyts aan alle Vlaamse en Brusselse scholen om op vrijdag 12 mei hun deuren te openen voor de eerste editie van de Open Scholendag. Potentiële leraren krijgen zo de kans om een dag te proeven van het lerarenberoep. Studenten kunnen de sfeer opsnuiven bij hun mogelijke toekomstige werkgever.

Het initiatief kadert in de ruimere campagne ‘Lesgeven is alles geven’, die mee gedragen wordt door de onderwijspartners. Scholen kunnen zich tot en met 30 maart kandidaat stellen. Deelnemende scholen krijgen ondersteuning op vlak van inschrijvingen, communicatie en materiaal voor hun bezoekers. Het programma op geeft geven ze zelf vorm. Vanaf 6 april kunnen geïnteresseerden zich inschrijven voor een bezoek aan één of meerdere scholen.

Een groot doelpubliek zijn de mogelijke zij-instromers en dat is niet vreemd. Door het lerarentekort worden zij bijzonder aantrekkelijk voor scholen. In de stad Brussel zijn liefst 60 procent van de startende leraren zij-instromers. Er wordt extra ingezet op ondersteuning en begeleiding van de starters. De GO!-scholengroep Impact in Brugge organiseert jaarlijks een jobbeurs en focust daarbij speciaal op zij-instromers. Kobos (Kapelle-op-den-Bos) vraagt dan weer aan ouders om workshops te geven over hun specialiteit. Elk puzzelstukje helpt voor hen in de strijd tegen het lerarentekort.

STEM Olympiade bekroont 5 gouden winnaars

De finales van de Vlaamse STEM Olympiades vonden afgelopen zaterdag plaats in het ministerie van onderwijs in Brussel. Vijf leerlingen (drie uit 3e graad lager, twee uit eerste graad secundair) zagen hun knappe resultaat bekroond met een prijs. De organisatie reikte tegelijk twee prijzen uit voor STEM-leerkracht 2022.

De STEM Olympiades zijn uitgegroeid tot een traditie in het Vlaamse onderwijslandschap. Elk jaar kunnen leerlingen uit de derde graad lager (Junior OIympiade) en eerste graad secundair onderwijs tonen hoe ze uitblinken in STEM-vakken (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Liefst 59.111 leerlingen uit 664 Vlaamse scholen namen dit schooljaar deel aan de voorrondes van de Olympiade. De grote finale, voor een keer niet in Technopolis, leverde uiteindelijk vijf winnaars op.

Passie voor STEM

“De Vlaamse (junior) STEM Olympiade is een vaste waarde geworden. Jaar na jaar vinden we steeds meer meisjes, jongens en leerkrachten die staan te popelen om hun passie voor STEM te laten zien”, zegt Rik Hosty, coördinator Vlaamse (junior) STEM Olympiade. “Dat soort enthousiasme hebben we nodig om oplossingen te vinden voor belangrijke uitdagingen van de 21ste eeuw. Geen wonder dus dat jaar na jaar heel wat bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen maar al te bereid zijn om de Olympiades te ondersteunen.”

Tijdens de finales afgelopen zaterdag namen 66 jongens en meisjes uit de derde graad en 68 uit de eerste graad secundair het tegen elkaar op. Ook tien leerkrachten uit het basisonderwijs en tien uit het secundair kregen de kans om zich met elkaar te meten. De deelnemers moesten een reeks theoretische en praktische proeven tot een goed einde brengen om hun STEM-kennis aan te tonen. Ann Lambrechts, meter van de Olympiade en winnares van de Europese uitvindersprijs, maakte nadien de winnaars bekend.

lees ook

Solvay en CERN ontwikkelen samen STEM-leerprogramma

Gouden winnaars

Bij de junior editie bleken drie deelnemers de beste. Gijs De Munck (Go! Next Methodeschool De Loep in Diepenbeek), Tsui Shu-Ming (VBS Sint-Jansschool in Leuven) en Mathias Van Den Bremt (VBS Sint-Jansschool in Leuven) en Mathias Van Den Bemt (Basisschool ‘t Meivisje in Aalst) kwamen als gouden winnaars uit de bus. In de tweede categorie trokken twee deelnemers aan het langste eind. Yarne Meuris (Sint Ursula Instituut in Sint-Katelijne-Waver) en Zjef De Cooman (H.Hartencollege in Ninove) mogen zich een jaar lang gouden winnaar noemen.

Tim Goossens (VBS in Kontich) kreeg de prijs van STEM-leerkracht 2022 voor het lager onderwijs .De prijs voor STEM-leerkracht 2022 in het secundair ging naar Karel Pollier (Richtpunt Campus Eeklo).

De finalisten mochten een prijzenpakket van 30.000 euro verdelen. Goed voor flink wat STEM-plezier ongetwijfeld.

Evaluatie tool Sgoal ontworpen voor én door leerkrachten

Software-ontwikkelaar Raf Withofs maakte samen met leerkrachten uit het secundair onderwijs een applicatie die de vorderingen van leerlingen transparant maakt en automatisch verantwoordt op basis van de nieuwe eindtermen en leerplandoelen.

Twee jaar geleden kreeg Raf Withofs een pertinente vraag van een leerkracht uit het secundair onderwijs. “Of hij een applicatie kon ontwikkelen die de opvolging van leerlingen beter in kaart kon brengen”, klonk het. Bij de start van het schooljaar 2021-2022 draaide de applicatie Sgoal (lees school) al proef en loste het gebruikelijke kinderziektes op. Intussen zijn vijf scholen aan de slag met de nieuwe applicatie en is Sgoal klaar om een groter publiek te bereiken.

Buiten de comfortzone

Raf Withofs, zaakvoerder van ontwikkelbedrijf Assistu bv, zag wel iets in de vraag van de bewuste leerkracht. “Het weergeven van de vorderingen, werkpunten en behaalde doelstellingen is vaak onoverzichtelijk. Zeker wanneer je alleen met punten en gemiddeldes zou werken”, aldus Withofs. De IT’er en leerkracht moesten voor de opdracht niet alleen snel schakelen, ze traden ook uit hun vertrouwde comfortzone op vlak van inhoud en uitdagingen die de ontwikkeling met zich mee brengt.

“We hebben meestal diensten uitgevoerd voor overheden en software geschreven voor kmo’s. Toen de leerkracht in april aanklopte, liep ze eigenlijk voor op de feiten. Ze wilde een rapporteringsmethode die afgesteld zou zijn op de, toen nog niet officiële, nieuwe eindtermen. De leerkracht had in Access iets uitgewerkt, maar dat was niet schaalbaar. Met haar visie op de rapportering, remediëring en evaluatie gingen we aan de slag. Het moest snel gaan. In amper vier maanden doorlooptijd moest de eerste graad van een school met het systeem aan de slag.”

‘Gekleurde’ focus op leerling en leerkracht

Sgoal is een evaluatietoepassing die niet (alleen) vertrekt vanuit de behaalde punten van een leerling. Via kleurcodes kan de progressie van een student, globaal of binnen een vak voor een bepaalde competentie, worden gevolgd. “Het was belangrijk dat de leerplandoelen in het eerste ontwerp werden opgenomen. Van daaruit hebben we continu aanpassingen gedaan zodat het voor de leerkrachten, leerlingen én ouders een gemakkelijk hanteerbare tool zou worden volgens het 2V-model.”

Door heel specifiek te rapporteren met kleuren (van blauw tot rood) kan een leerkracht heel gericht opdrachten en feedback geven voor een leerling. “Scholen die liever met een puntensysteem werken in de rapportering, kunnen dat uiteraard ook. Het systeem is aanpasbaar aan elke school zodat de leerkrachten een tool krijgen die helemaal aansluit bij de stijl en visie van de school. We hebben de voorbije twee jaar heel hard ingezet om alle aspecten van de tool te stroomlijnen. En ik mag trots zeggen dat het kindje intussen flink is gegroeid tot een jongvolwassen toepassing”, gaat Withofs verder.

Overzichtelijk instrument

“Sgoal heeft ons rapporteren en evalueren een stuk overzichtelijker en bruikbaarder gemaakt”, zegt Tim Ketelbuters, pedagogisch beleidsmedewerker van Campusflx in Leopoldsburg. “De kleurcirkels geven een goed beeld van waar de leerling op dat moment staat. We zijn voor het tweede jaar bezig met de applicatie en die heeft ons echt wel flink vooruit geholpen. Nu kunnen we nog gerichter per leerling werken. Los daarvan is het administratieve werk een pak lichter geworden.”

“Ook voor de ouders is het een handig instrument om de progressie van de leerling te volgen. Via de tool is meteen duidelijk waar de leerling nog moet aan werken om een A-attest te behalen. Onze leerkrachten kunnen gemakkelijk zien hoe één leerling individueel het doet, maar ook hoe het met de klas in het algemeen zit. Ze zijn enthousiast en iedereen weet dat leerkrachten een kritisch publiek is. Toch is dit een heel beheersbare toepassing, waar iedereen de meerwaarde van in ziet.”

Hulp bij groeigesprekken

“Wij zijn lang op zoek geweest naar een toepassing zoals Sgoal”, getuigt Tilly Vannitsen. De directeur van het GO! Middenschool Nikola Tesla in Maasmechelen zet de tool in voor de eerste graad, goed voor ruim 90 leerlingen. “Geen enkele evaluatietool voldeed aan onze eisen of paste in onze visie. Dat was bij Sgoal wel het geval. Onze visie is gebaseerd op de ‘groei mindset’. Elke leerling kan groeien, de ene al wat sneller dan de andere.”

“Om het overzicht te behouden, is een sterk gepersonaliseerde rapportering nodig zodat alle leerlingen en ouders kunnen zien waar moet aan worden gewerkt. De schelpjes, zoals we ze noemen, zijn ook heel handig bij onze groeigesprekken. Om de zes weken hebben we individuele gesprekken en via deze tool kan de leerling zijn werkpunten zien én die ook wegwerken. Er zijn geen examens in onze school. De evaluatie gebeurt via op dagelijks werk. En dan is een toepassing als Sgoal van grote waarde.”

lees ook

Lerarenbarometer peilt naar digitale transformatie van het onderwijs

Gepersonaliseerd traject

Sgoal is in vijf scholen geïntegreerd. Dat is een bewuste keuze van Raf Withofs en zijn team. “We kiezen voor een gepersonaliseerd traject in elke school. Want elke school heeft, zoals de school van Tilly aantoont, een eigen visie. Tijdens de eerste jaren hebben we constant zaken aangepast en bijgestuurd. En ook nu willen we nog dingen veranderen. Zo moeten scholen nog meer zelfredzaam worden en zullen binnenkort ook fysieke objecten, zoals houtbewerking, kunnen worden beoordeeld.”

“De applicatie is Microsoft-based en geschreven in .net. We hebben veel inspanningen geleverd om in orde te zijn met de GDPR. Sinds januari 2023 hebben we het gevoel dat we klaar zijn om nog meer scholen mee te nemen in ons verhaal. Het is een heel avontuur waar we zijn ingestapt maar wel een boeiende beleving. We merken dat veel scholen op maat willen evalueren. Dat kan via Sgoal, in de eigen schoolcultuur.”