OpenAI toont nieuwe versie van Dall-E die ingebakken zit in ChatGPT

Beeld: OpenAI

Dall-E 3 zal beter details en tekst in beelden kunnen verwerken dan zijn voorganger. Vanaf oktober wordt de nieuwe versie aangeboden aan betalende ChatGPT-gebruikers.

OpenAI heeft Dall-E 3 officieel aangekondigd, de derde generatie van de populaire beeldgenerator. Voor wie Dall-E niet kent: het is een kunstmatige tool die voldoende heeft aan een beschrijving in woorden om een beeld te produceren. De huidige versie Dall-E 2 stond mee aan de wieg van de huidige generatieve AI-boom.

Het zit hem in de details

Dall-E 3 is nog niet beschikbaar voor het grote publiek, maar OpenAI licht toch al een tipje van de sluier. De nieuwe beeldgenerator zal veel beter zijn in het weergeven van details in een beeld. Wie al eens met Dall-E 2 geëxperimenteerd heeft, weet dat de tool vaak moeite had met het weergeven van lichaamsdelen zoals handen en gelaatsuitdrukkingen. De eerste reeks voorbeelden die OpenAI loslaat, bevatten mensen die er ook effectief als mensen uitzien.

Daarnaast is Dall-E 3 veel beter in het verwerken van tekst. Daarmee doelt OpenAI op twee zaken. Dall-E 3 zal je prompts beter begrijpen zodat je geen cursus prompt engineering meer hoeft te volgen om tot het beeld te komen dat je voor ogen had. Maar de beeldgenerator kan ook tekstfragmenten in een beeld verwerken. Wanneer je in de prompt zet dat een bepaald object iets moet zeggen, dan verschijnt die tekst in een tekstballon, zoals in een strip of cartoon.

Auteursrecht

Tools zoals Dall-E 3 blijven niet gespaard van controverse. Kunstenaars, fotografen en grafische designers hoeven maar weinig te hebben van kunstmatige ontwerpers die in enkele seconden een beeld kunnen maken. Met name auteursrecht is een heikele kwestie binnen AI-gegeneerde visuele content.

Het is recent tot rechtszaken gekomen waarbij mensen AI aanklagen omdat het onrechtmatig gebruik zou maken van hun intellectueel eigendom om content te produceren. Daar kan OpenAI zelf ook over meespreken: de New York Times overweegt een aanklacht en ook Game of Thrones-auteur George R.R. Martin wil het bedrijf voor de rechtbank dagen voor het stelen van fragmenten uit zijn bekende boekenreeks.

lees ook

EU stimuleert AI in innovatie en onderzoek maar verbiedt automatische gezichtsherkenning

Een Amerikaanse rechtsbank besliste onlangs ook dat geen auteursrecht kan geëist worden op AI-kunst. OpenAI zegt de nodige voorzorgmaatregelen te hebben ingebouwd om vervelende copyrightrechtszaken te vermijden. Je kan Dall-E 3 niet vragen om een beeld in de stijl van een (levende) kunstenaar te maken.

Het bedrijf zegt in de gebruiksvoorwaarden nu ook expliciet dat alle beelden die met de beeldgenerator gemaakt worden voor ‘publiek gebruik’ zijn; je mag er in dus mee doen wat je wilt. Er zijn ook beperkingen op het maken van ‘schadelijke content’ of het verwerken van bekende publieke figuren in je beelden om deepfakes en misinformatie tegen te gaan.

Integratie met ChatGPT

Waar vorige Dall-E-versies nog als aparte tool werden aangeboden, zal OpenAI de derde generatie helemaal integreren binnen ChatGPT. Dat voegt ook nieuwe mogelijkheden toe aan de chatbot om beelden te genereren. Vanaf oktober zal Dall-E 3 beschikbaar zijn voor betalende Plus- en Enterprise-klanten en later zal de beeldgenerator ook via een betalende api worden aangeboden aan ontwikkelaars. Of er een gratis versie van Dall-E 3 komt, is op dit moment niet duidelijk.

”We hebben als school een digitale inhaalbeweging ingezet” – Sara Van Den Abbeele

Het nieuwe schooljaar is goed en wel begonnen, en dus trappen we deze rubriek weer op gang. Tijdens jullie welverdiende zomerreces spraken we met een jongedame die stond te trappelen van ongeduld. Sara Van Den Abbeele ruilde de klas in voor de functie van ICT-coördinator in de Vrije Basisschool in Laarne. ‘Avontuur’ is het codewoord bij Sara, zowel op school als privé. En die avonturen deelt ze graag op social media, en nu bij Schoolit.

Sara Van Den Abbeele begon op 1 september aan een nieuw hoofdstuk in haar nog jonge carrière. Dat had misschien wel al een paar weken eerder mogen zijn. “Goh ja, ik ga de kinderen geen vakantie afpakken, maar voor mij hoeft de vakantie niet langer dan zes weken te duren. Anderzijds, bij de start van het schooljaar heb ik ook het gevoel dat de vakantie is voorbij gevlogen”, aldus Sara. “Dit jaar was de kriebel toch iets groter dan anders.”

Twaalf jaar juf Sara

Meteen na haar studies mocht Sara het etiket ‘juf’ opplakken. “Ik startte in het tweede leerjaar en daar ben ik gebleven tot ICT op mijn pad kwam. Eigenlijk ben ik er beetje bij beetje ingerold. Twee jaar geleden deed ik één dag per week ICT. Vorig schooljaar was dat op woensdag- en donderdagvoormiddag. Voor mij werd het steeds moeilijker om mijn klas elke keer een stukje te lossen. Toen de school ICT-uren bij kreeg, heb ik eerst getwijfeld om die reden.”

Toch kroop het ICT-beestje onder de huid bij juf Sara. “Uiteindelijk is de keuze gevallen op ICT en sta ik twee dagen in klassen waar leerkrachten 4/5de werken. Op die manier valt een deel verantwoordelijkheid, zoals oudercontacten en rapporten, weg. Dat is sowieso een zorg minder, al sta ik nog altijd met veel goesting voor de klas. De vraag zal zijn of ik het na een bepaalde tijd niet zal missen om continu voor de eigen klas te staan. Voorlopig is dat niet het geval en gaat alles prima.”

Net voor de start van het schooljaar kreeg juf Sara er nog een uitdaging bij: de plusklas. “In die klas voor hoogbegaafde kinderen heb ik enkele uren zorg. Dit is voor mij echt wel een nieuwe uitdaging. Na twaalf jaar lesgeven in het tweede leerjaar, geef ik nu les aan de bovenbouw en zorg. Maar ik bekijk het zeer positief. Het is trouwens ook de bedoeling om binnen de plusklas leuke ICT-projectjes te lanceren en uit te testen.”

Groeiend hart voor ICT

Sara is niet de eerste leerkracht die de switch naar ICT maakt, integendeel. Toch was het geen liefde op het eerste gezicht. “Nee, in het begin deed ik dat helemaal niet graag. Dat kwam vooral omdat ik constant brandjes moest blussen en mijn technische kennis zeer beperkt was (en nog altijd is, eigenlijk). Dat is gelukkig veel verbeterd. Als school hebben we een mooie inhaalbeweging gemaakt. Door Digisprong is ons materiaal ook moderner en zijn er minder problemen.”

De eerste rush, aanloop naar en start van het nieuwe schooljaar, heeft Sara achter de kiezen. “Het is best druk geweest, ja. We mengen elk jaar alle klassen en kunnen de leerlingen dus niet gewoon een jaartje opschuiven. Naast het verplaatsen van die leerlingen in Bingel en Scoodle moesten er ook verschillende sprintcomputers worden aangemaakt. Dat betekende onder andere het koppelen van de OneDrive van leerlingen aan die van leerkrachten, inclusietools instellen (cursor in een kleurtje, dubbeltik snelheid aanpassen,…) en tot slot leerlingen en leerkrachten opleiden om met Sprint te kunnen werken.”

We hebben onze sharepointomgeving verplaatst naar Teams. De collega’s ervaren nu een grotere rust en onderscheid tussen werk en privé.

Sara Van Den Abbeele – ICT-coördinator VBS Sint-Macharius

Tijdens de zomervakantie werkte Sara Van Den Abbeele aan de sharepointomgeving van de school. “Alles is verplaatst naar Teams, wat de leerkrachten heel positief vinden. Ze ervaren een grote(re) rust en duidelijk onderscheid tussen werk en privé. We bekijken nu welke informatie in welke kanalen moet komen, welke info we in chatgroepen plaatsen en welke gegevens we via e-mail zullen verspreiden. Alle interne informatie zal binnen Teams verlopen. E-mail is louter voor externe communicatie.”

Focusgroep

‘Verdraaid leuk leren’, dat is de slogan waarmee de VBS Sint-Macharius in Laarne onmiddellijk uitpakt op de website. De school telt ongeveer 400 leerlingen. “We zijn geen megagrote school maar hebben wel van elk jaar twee klassen. Er komt dus best veel bij kijken, zeker ook wat technologie en ICT betreft. Op het moment van het interview zat het voltallige ICT-team voor ons. Met enige zin voor overdrijving kunnen we stellen dat Sara in haar eentje de winkel draaiend houdt. Al zit er verandering aan te komen.

“We richten een focusgroep op rond ICT. In die groep zit de directie, enkele leerkrachten uit lager en kleuter en ik. De voorbije jaren hebben we veel vooruitgang gemaakt en dat zullen we dit schooljaar beleidsmatig vastleggen. Binnen de scholengemeenschap is er ook een ICT-werkgroep die minstens vier keer per jaar samenkomt. Alle uren van de ICT-coördinatoren liggen op dezelfde dagen, zodat we gemakkelijker kunnen extra vergaderingen kunnen organiseren. Zo spreken we binnenkort met enkele collega’s af om Canva kritisch onder de loep te nemen en bekijken we hoe we dit het gemakkelijkste en zinvol kunnen inzetten.

Sara ging met de ICT-collega’s van de scholengroep naar de Bett-beurs vorig schooljaar

Voor mij is het heel belangrijk dat ik er niet alleen voor sta. Tijdens het eerste overleg hebben we onze plannen overlopen. Zo zullen we een tweedaagse organiseren waarbij we verschillende sprekers uitnodigen, maar we zullen ook heel concrete dingen uitwerken. We hebben bijvoorbeeld van de ZILL-doelen concrete ‘ik-zinnen’ gemaakt. Per ‘ik-zin’ verzamelen we concrete lesmaterialen die we nadien in een specifiek sjabloon gieten en in een databank vol lesideetjes stoppen.”

ICT-bootcamp

VBS Sint-Macharius krijgt dit jaar een ICT-boost. Niet alleen door de ultra-gedreven ICT-coördinator. De school is geselecteerd voor de ICT-bootcamps die het Kenniscentrum Digisprong in het leven heeft geroepen. “We hebben onze eerste kick-off achter de rug. Die werd vrij enthousiast onthaald door de leerkrachten. Of beter, de negatieve reacties kwamen niet tot bij mij”, giert Sara het uit. “Ik begrijp wel dat niet iedereen dolenthousiast is, maar samen komen we er wel uit.”

De komende weken mag het schoolteam zich aan enkele digitale modules verwachten. Daarna vinden er workshops plaats op school, onder leiding van Fourcast. Het innovatietraject ‘Digitaal groeien’ wil de digitale transformatie in basisscholen in een hogere versnelling brengen, en net dat is wat de school van onze gesprekspartner graag wil. “Het traject zal ons allemaal helpen om een duurzame visie te ontwikkelen zodat het ICT-gebeuren voor iedereen binnen de school kan helpen bij het lesgeven en vooral de ontwikkeling van de leerlingen.”

Sara de Bootcampbegeleidster

De deelnemers aan de ICT-bootcamps moeten tijdens de e-module vijf online lessen volgen. “Het eerste deel hebben we samen gemaakt. De andere vier delen mogen de leerkrachten zelfstandig volgen, of kunnen ze onder begeleiding doen tijdens ICT-cafés. Elk café zal plaatsvinden tijdens de middagpauze. Het is mijn taak om die momenten te plannen en daarvoor hou ik rekening met collega’s die deeltijds werken. Iedereen moet de kans krijgen om onder begeleiding de opleiding te volgen. Die cafés zijn trouwens het moment om dingen, zonder enige druk, uit te werken samen met de leerkrachten.”

We hebben net onze kick-off van het ICT-bootcamp achter de rug. De reacties van de leerkrachten waren positief.

Sara Van Den Abbeele – ICT-coördinator VBS Sint-Macharius

Voor de start van de bootcamps gaf Fourcast, dat de lessenreeks geeft, aan dat er best veel inspanningen worden verwacht van de scholen. Dat blijkt ook zo bij Sint-Macharius. “De leerkrachten moeten een leervraag opstellen. Aan de hand daarvan worden niveaugroepen gemaakt. Het doel is dat de leerkrachten in december hun leervraag kunnen beantwoorden of volmaken. Ik kijk er enorm naar uit, en hoop dat we met het traject veel kunnen bereiken.”

Ideetjes, ideetjes

Het enthousiasme waarmee Sara ons meeneemt zal ongetwijfeld collega’s en leerlingen in beweging brengen. “Er zitten nog veel projectjes in mijn achterhoofd. Teams wil ik graag volledig integreren met de leerlingen. Ook programmeren met Microbits of werken met Minecraft zou fijn zijn. Maar het belangrijkste is dat heel het team achter onze plannen staat. Ik ben er niet de persoon naar om mijn wil op te dringen. Liever geef ik enkele voorzetten, waar we dan samen één of twee punten uit kiezen.”

Leerwinst en nu zijn twee begrippen waar Sara graag rekening mee houdt. Niet alles hoeft per se digitaal. “We zoeken bijvoorbeeld een systeem om onze maaltijden en drankjes digitaal te registreren. Alles wat ik vind, heeft geen tijdswinst ten opzichte van wat we nu op papier doen. Nu turven we letterlijk nog, maar dat gaat nog altijd sneller dan iets in een werkblad gooien. Als iemand een echt goed systeem heeft, dan mag die mij altijd contacteren (lacht).”

Sara de controlefreak

Tijdens ons gesprek kwam nog een interessante eigenschap van Sara naar voor. De onderwerpen die we vooraf per mail hadden uitgewisseld, bereidde ze tot in de puntjes voor. “Ik ben nogal een controlefreak. Toen ik voor de klas stond hield ik alles bij in lijstjes, documenten om goed het overzicht te kunnen bewaren. Het nadeel ervan is dat ik niet altijd even gemakkelijk zaken uit handen kan geven.”

Er borrelen constant ideetjes op, maar alleen wanneer het hele team erachter staat, kunnen we iets verwezenlijken.

Sara Van Den Abbeele – ICT-coördinator VBS Sint-Macharius

“Ik voorzie veel momenten om iets rond ICT te doen, zoals tijdens de ICT-cafés. Leerkrachten mogen alles vragen. Of ik geef zelf thema’s op, zoals werken met Excel. Die momentjes voorzie ik meerdere keren zodat iedereen de mogelijkheid heeft om iets op te steken. De leerkrachten zijn uiteraard vrij om een deel van hun tijd daarom te spenderen, of niet. Maar wanneer ze er later met een vraag over komen en ze zijn niet naar het café geweest, daar heb ik het dan toch moeilijk mee. Een werkpuntje, laat het ons zo zeggen.”

Sara en haar juffenavonturen

Je zou haast denken dat Sara een workaholic is, maar gelukkig valt dat blijkbaar nog mee. Ze heeft een echte schoolpassie, die ze  graag deelt via een prachtig Instagramaccount. Een snelle blik op haar posts toont meteen die creatieve kant van Sara. Ja hoor, ook bij haar is de Barbie-hype langs geweest. Regelmatig krijgt haar account een nieuwe reel, allemaal om ter positiefst. “Het is iets wat ik ontzettend graag doe en mij ontspant. De leuke commentaren neem ik er graag bij, natuurlijk.”

Op haar account zet Sara niet alleen leuke foto’s, van pakweg de Bett-beurs in Londen. Collega’s, en al wie het wil lezen, krijgen er ook praktische tips. “Het is een mix van alles. Af en toe zet ik er een ludiek filmpje op, zoals bij de start van het nieuwe schooljaar. En het fijne is, ik kan er regelmatig mijn collega’s bij betrekken. Voor mij is het enerzijds een uitlaatklep en kan ik er als het ware stoom mee aflaten. Anderzijds vind ik het leuk om, op een ludieke manier, wat kennis door te geven of collega’s te inspireren.”

Sara en haar wijnavonturen

Een andere passie die Sara met veel overgave beleeft, is wijn. Ja, ook hiervan heeft ze een Instagramaccount. De godendrank kent geen geheimen voor de Oost-Vlaamse. “Ik heb een wijnopleiding gevolgd en mag mezelf Sommelier-Conseil noemen. Die passie zorgt natuurlijk voor de nodige afleiding van het werk. Sinds kort volg ik een opleiding tot kaasmeester. Tijdens de vakantie leerde ik veel bij en maakte ik al mijn eerste kazen thuis. Heel boeiend allemaal, en lekker.”

Voor Sara zijn de (uit de hand gelopen) hobby’s een noodzaak. “Anders zou ik wellicht constant voor de laptop zitten en bezig zijn met schoolzaken. Ik plan ook mijn loopsessies in, zodat ik zeker zou doen, in plaats van werken voor school. Door opleidingen te volgen en me te engageren, verplicht ik me om de boekentas in de hoek te zetten. Ik eet en drink graag, en van het één kwam het ander eigenlijk. Het is leuk om dingen met elkaar te vergelijken.”

“Eerst volgde ik ‘luchtige’ avondschool. Dat waren tweewekelijkse sessies, zonder examens. Eens ik de smaak echt te pakken had, wou ik een diploma halen. De studies waren met eindexamens aan de wijnuniversiteit in Frankrijk. Het buitenlandse avontuur was apart, maar wel ontzettend leuk om te doen. En ja, de tips die ik zelf leer of de nieuwe wijnen die ik ontdek, deel ik heel graag via mijn Instagramaccount.”

Sara en haar kaasavonturen

Sinds vorig jaar volgt Sara een opleiding tot kaasmeester. Want ja, kaas en wijn, die twee gaan hand in hand. “Dat vind ik ook wel. Een goeie kaas bij een lekker wijntje, dat smaakt altijd. Vorig jaar begon ik aan de opleiding die twee jaar duurt. Het is net zo fascinerend als bij wijn. Ik vergelijk graag kazen met elkaar en probeer die aan de juiste wijnen te koppelen. Ik wil er zeker ook iets mee doen, maar dat moet ik nog uitwerken.”

Ik probeer collega’s op een ludieke manier te inspireren.

Sara Van Den Abbeele – ICT-coördinator VBS Sint-Macharius

Zelfs tijdens haar hobby’s denkt Sara soms na over het werk. En komen er zelfs nieuwe ideetjes naar boven. “Ik doe dat niet bewust. Tijdens het lopen zet ik altijd een podcast op. Door dingen van je af te zetten, creëer je als het ware ruimte voor nieuwe topics. Dan kan er iets in mijn hoofd opduiken, waar ik van denk ‘hey, daar ga ik iets mee doen’. Zelfs wanneer ik ’s avonds op het gemak naar tv kijk, kan het zijn dat er iets opborrelt.”

Bedankt Sara om ons mee te nemen bij de start van een nieuwe carrièrewending. Alle succes bij de digitale groei van jouw school(team). We kijken er naar uit om tijdens één van de volgende gelegenheden meer te weten te komen over jouw werk en passies naast de schoolpoort. Neem er een lekkere (zelfgemaakte) kaas bij, een wijntje ook en schol!


Dit is een interview binnen de ‘ICT-coördinator aan het woord’-reeks. Met deze rubriek willen wij ICT-coördinatoren hun verhaal laten doen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en eens gluren bij de buren. Wil jij graag zelf deelnemen of ken je iemand in je omgeving? Contacteer ons via info@schoolit.be voor een eerste kennismaking.

110 kinderen maken kennis met STEM tijdens 12de Little Innovators

Voor de twaalfde keer organiseerde Siemens vandaag Little Innovators op de site in Huizingen. 110  kinderen van acht tot twaalf jaar maakten via interactieve workshops kennis met technologie en wetenschap. Siemens is 125 jaar aanwezig in België en voor die verjaardag breidde het evenement uit. Naast kinderen van medewerkers waren het vijfde leerjaar van de gemeentelijke basisschool in Huizingen uitgenodigd. Ook Vlaams minister Ben Weyts en burgemeester Jo Vander Meylen waren van de partij.

Op de site in Huizingen konden de ‘Little Innovators’ kiezen tussen verschillende workshops van de Techniek- en WetenschapsAcademie van Hogeschool UCLL en Siemens. Van een 3D-feest in VR, voer programmeren van drones om een choreografie te dansen tot LEGO-robots die breakdancen op zelfgemaakte muziek, het kwam allemaal aan bod.  De jongeren stuurden via digital twins een cupcakefabriek duurzaam aan, zorgden met AI voor de juiste taartjes en maakten gebruik van geëlektrificeerd vervoer om veilig ter plaatse te raken.

feesteditie

De medewerkers van Siemens noemen deze twaalfde uitgave ook wel de 12,5e editie, een knipoog naar het 125-jarige bestaan van Siemens in ons land en naar de uitbreiding van het initiatief. Dit jaar waren namelijk niet enkel kinderen van medewerkers uitgenodigd, maar ook het 5e leerjaar van de Gemeentelijke Basisschool Huizingen kwam in contact met de boeiende wereld van STEM-onderwijs. Het event vond opnieuw plaats in samenwerking met de Techniek- en WetenschapsAcademie van Hogeschool UCLL.

“We weten als geen ander welke rol ​ technische talenten in de maatschappij spelen”, vertelt Katrien Valkiers, hoofd communicatie en sustainability bij Siemens en initiatiefneemster van ‘Little Innovators’. “De nood aan een degelijke en continue instroom en doorstroom van getalenteerde ingenieurs voor de arbeidsmarkt is hoog. We hopen met initiatieven als Little Innovators kinderen in een vroeg stadium warm te maken voor technologie.”

Ingenieurs van morgen

“Er zijn overal tekorten op de arbeidsmarkt, ook bij de vele technische profielen die Siemens nodig heeft. We maken daarom de technische en beroepsopleidingen aantrekkelijker, bijvoorbeeld met extra investeringen in VR, door het organiseren van doe-beurzen of met het excellentiefonds”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Weyts. “Niets werkt zo goed als een dagje ervaring opdoen en meedraaien op de werkvloer. Daarom is dit een topinitiatief.”

lees ook

Steeds minder leerlingen kiezen voor STEM-richting 

Siemens zet in op duurzame educatieve samenwerkingen en duale leertrajecten om opkomend talent te stimuleren. Onder andere via de ‘Siemens Industry Academy’ die ingenieursstudenten van de KU Leuven, UGent en UAntwerpen laat kennismaken met hoogtechnologische oplossingen in het werkveld. “Door nauw samen te werken met onderwijspartners, slaan we een brug tussen talent, technologie en toekomst”, zegt Serge Molinari, CEO van Siemens België-Luxemburg.

Webinar Games in Schools geeft tips voor succesvolle leeruitkomsten

European Schoolnet en Video Games Europe organiseren op donderdag 21 september een Back-to-school webinar rond games in het onderwijs. De webinar is meteen de lancering van een handboek dat leerkrachten en begeleiders tools aanreikt om via games tot effectieve leerwinst te komen.

Steeds meer leerkrachten zetten games in als onderdeel van hun lesactiviteiten. In mei vond het eerste, zeer gesmaakte, OMG (Onderwijs Met Games) festival plaats in ons land. Platformen zoals Minecraft zijn een interessante mijn voor leerkrachten om samen met leerlingen in te graven. Alleen, niet elke leerkracht heeft de gepaste kennis of achtergrond om via games tot efficiënte leerwinst te komen. Het handboek Using video games in school – guidelines for successful learning outcomes wil daar een antwoord op bieden.

Videospelletjes in de klas

Tijdens de webinar geven drie experten ter zake hun mening over verschillende thema’s rond videogames. Niet toevallig is één van hen, Ollie Bray, de hoofdauteur van het handboek. Samen met Felix Gyllenstig Serrao en Games in Schools MOOC-leerkracht Sonia Abrantes bespreekt de Schot topics zoals ‘waarom games gebruiken voor educatieve doeleinden’ of ‘waarom is het belangrijk om te praten over videospelletjes’.

lees ook

‘Van gamen kan je leren’ – Liesbeth Last

De webinar belicht eveneens pedagogische scenario’s waarin games kunnen worden gebruikt en hoe ze een inclusief karakter hebben. Eén van de belangrijkste topics is zonder twijfel wat een leerkracht kan doen om bepaalde stereotypen te counteren die heersen rond onderwijs met games. De gratis online webinar vindt plaats op donderdag 21 september, van 17u00 tot 18u00.

Inschrijven kan via dit formulier.

Google verlengt automatische Chromebook-updates naar 10 jaar

Google heeft aangekondigd dat het de automatische updates van Chromebooks vanaf 2024 zal verlengen. Tot nu kregen de Chromebooks acht jaar ondersteuning. Daar komen nu twee jaar bij. Daarnaast zorgt Google ervoor dat toestellen gemakkelijker kunnen worden hersteld en gerecycleerd.

Het Amerikaanse techbedrijf komt met de verlenging naar eigen zeggen tegemoet aan de vraag vanuit scholen, bedrijven en andere gebruikers om de levensduur van hun toestellen te vergroten. “We werken naast een verlenging van de updates aan Chromebooks met meer post-consumer recycled materials (PCR), energie-efficiënte toepassingen en snellere herstelprocedures”, schrijven Prajakta Gudadhe en Ashwini Varma van Google in een blog.

Tien jaar automatische updates

Chromebooks krijgen elke vier weken een automatische update. Die zorgt er uiteraard voor dat het toestel veilig is en langer in conditie blijft. Vanaf volgend jaar breidt Google de updates uit, van acht naar tien jaar. “Vanaf 2024 krijgt een gebruiker automatisch tien jaar updates bij een toestel uit 2021 of jonger. Chromebooks die eerder zijn uitgebracht, zullen een melding krijgen (na de laatste automatische update) zodat IT-beheerders de updates kunnen verlengen.”

Om de compatibiliteit te garanderen, werkt Google samen met alle fabrikanten binnen hetzelfde platform. Ook wanneer een Chromebook geen automatische updates meer ontvangt, blijft het volgens Google een veilig toestel. “Met Verified Boot voert de Chromebook bij elke opstart een zelfcontrole uit”, klinkt het. “Bij de minste detectie van geknoei of beschadiging van het systeem, dan zal de toepassing zichzelf repareren en terugkeren naar de oorspronkelijke staat.”

Kritiek op vervaldata

De voorbije jaren kreeg Google flink wat kritiek te slikken over hun updatebeleid. Vooral het feit dat Google de fabricagedatum als startpunt neemt om de termijn van updates te bepalen, stootte op flink wat onbegrip, weet ArsTechnica. “Door niet de verkoopdatum te gebruiken, kan dit leiden tot de aankoop van producten met een beperkte of geen beveiligingsondersteuning”, aldus Elizabeth Chamberlain van iFixit.

De uitbreiding naar tien jaar komt drie jaar nadat Google de automatische updates al verlengde van vijf naar acht jaar. Het is tegelijk een reactie op een rapport van de Amerikaanse Public Interest Research Group (PIRG) waarin werd gewezen op de beperkte levensduur van Chromebooks. “Google en andere techbedrijven moeten blijven innoveren en zich inzetten voor een circulaire economie. Ze moeten stoppen met het onder druk zetten van consumenten om hun toestellen te vervangen”, aldus Lukas Rockett Gutterman van PIRG.

Eenvoudige(re) reparaties en duurzaamheid

Als reactie op het PIRG-rapport kondigde Google enkele maatregelen aan om de levensduur, en het onderhoud, van Chromebooks te vergemakkelijken. Via het Chromebook Repair Program, ontstaan na een bevraging bij Amerikaanse middelbare scholen, kunnen IT-beheerders van scholen maar ook bedrijven eenvoudig toestellen herstellen. “We rollen continu updates uit. Zo kunnen techniekers Chromebooks herstellen zonder fysieke USB-sleutel waardoor de downtime van het toestel vermindert.”

lees ook

Google Chrome kan artikels voor je samenvatten

Op ecologisch vlak claimt Google dat de toestellen steeds duurzamer worden, zowel wat hardware als software betreft. “In de komende maanden zullen we nieuwe, energiezuinige toepassingen uitrollen zoals ‘adaptive charging’ om de gezondheid van de batterij te bewaren. De batterijbesparing zal dan weer energie-intensieve processen verminderen of uitschakelen. Sinds vorig jaar werken we met onze partners aan meer duurzame Chromebooks, die gemaakt zijn van onder meer oceaan plastic.”

AI-presentaties maken in Gamma

Artificiële intelligentie heeft (steeds meer) een impact op de samenleving, en in het bijzonder het onderwijs. Sommige toepassingen bevinden zich in een controversieel hoekje, andere kunnen dan weer een aangename hulp zijn voor leerkrachten en leerlingen. Wij gingen met AI aan de slag via de Gamma-app en ontdekten hoe eenvoudig presentaties maken kan zijn.

Elke leerkracht heeft al gevloekt of gegromd tijdens het maken van een presentatie, of niet? Eerst en vooral steek je vaak veel tijd in het schrijven van de inhoud. Nadien volgt het structureren en het maken van de presentatie, uiteraard voorzien van de nodige animaties en vlotte overgangen. Presentaties maken is uiteraard niet altijd een vervelende opgave maar er kruipt toch best wat voorbereiding en tijd in. Toepassingen zoals Gamma (nee, niet van de hobbyketen) beloven een nieuwe manier om ideeën naar voor te brengen. Schoolit nam de proef op de som.

Eigenschappen van een goede journalist

In feite wilden we zelf even lui zijn en kijken hoe eenvoudig het is om een presentatie in elkaar te flansen. Voor we effectief aan de slag konden, maakten we een account op de website van Gamma. Dat kan via een Google-account of eender welk e-mailadres.

De toepassing wil ons graag beter leren kennen en vraagt in twee stapjes waarvoor we erberoep op zullen doen. We krijgen de keuze tussen een persoonlijke of bedrijfsaccount. Nadat we de workspace een naam hebben gegeven, wil Gamma nog een paar dingen weten, zoals het werk dat we uitvoeren (journalist staat er trouwens niet tussen). Nadat we verteld hebben hoe we de app leerden kennen (in ons geval via AI wijs in onderwijs) kunnen we eindelijk aan de slag.

Gamma valt meteen met de deur in huis. Kiezen we voor een presentatie, een document of toch maar een webpagina? We gaan voor het document, en krijgen meteen een tweede vraag voorgeschoteld. Waarover moet het document gaan? Wel, over de eigenschappen van een goede journalist dus. Hier komt het AI-model achter Gamma in actie. De app schotelt ons enkele bulletpoints voor. Omdat we nog altijd wat lui zijn, gaan we meteen akkoord.

Een volgende vraag van Gamma: hoe moet de pagina er uitzien wat indelen en kleuren betreft. De ontwikkelaars geven ook hier de kans om voor de snelle optie te kiezen, dus klikken we op de ‘surprise me’-knop. Een kleurencombinatie ergens tussen paars en roze komt uit de bus.

Intussen heeft de AI-motor de bulletpoints omgezet in volledig uitgeschreven paragrafen. Elke paragraaf kan je nu naar hartenlust bewerken door extra tekst toe te voegen, illustraties te kiezen, enzovoort. En uiteraard hoort ook hier een stukje AI bij. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding van een journalist toevoegen, dan kan je nadat je een prompt hebt ingegeven kiezen voor bestaande of nieuwe AI-gegenereerde beelden. Dat doet ons keihard denken aan DALL-E 2 van OpenAI.

Net zoals gewone presentaties kan je via Gamma naar eigen goesting de teksten illustreren met beelden, GIF-jes, tot zelfs video’s. De AI-functie doet prima zijn werk, al spreekt het voor zich dat een kritische blik wenselijk blijft. Voor dit document hebben we geen eigen tekst toegevoegd, wat bij sommige themapunten misschien wel had gemogen. Maar het geeft wel weer hoe een eenvoudige presentatie in geen tijd kan worden opgemaakt.

De app heeft heel wat gratis functies, maar net zoals bij andere AI-programma’s zijn er ook betaalopties mogelijk. En uiteraard kunnen gebruikers van de betaalde versies meer halen uit Gamma. Voor acht euro per maand verdwijnt onder andere het Gamma-logo van de exportbestanden. Wie zestien euro per maand over heeft voor het programma, krijgt onder andere uitvoerige analytics en gepersonaliseerde fonts in de bus.

Benieuwd naar de eigenschappen van een goede journalist? Klik hier!

Zweden draait digitale klok in onderwijs terug

Alle boeken worden per beveiligd transport naar het Europese Digitaliseringscentrum van Google gebracht, waar ze worden ingescand (Foto: via persbericht)

De Zweedse minister van onderwijs wil de digitalisering in scholen terugschroeven. Scholen ruilen steeds vaker laptops en digitale middelen in voor pen en papier. Volgens de scholen en de minister is de reden te zoeken bij het dalende leesniveau. “Technologie volledig bannen is geen goed idee”, meent onderwijsexpert Pedro De Bruyckere.

Het Zweedse onderwijs stond ver op vlak van digitalisering, waar zelfs kleuters al tablets voor de neus geschoven kregen. Die digitalisering is per direct een halt toegeroepen. Vanaf dit schooljaar streeft Zweden weer naar één leerboek per leerling (en per vak), weet VRT NWS. Onderwijsminister Lotta Edholm maakt voor de ommezwaai 60 miljoen euro vrij. De reden voor de beslissing is het dalend leesniveau, ook al presteren de Zweedse kinderen nog altijd boven het gemiddelde.

Digitale klok

In nog andere Europese landen klinkt de roep om de digitale klok terug te draaien. In Nederland weerklinkt de vraag om weer over te schakelen op pen en papier. Bij Unesco pleiten ze dan weer voor gebruik van AI-middelen in de klas vanaf 13 jaar. Voorzitter Azoulay riep overheden en bevoegde instanties op om richtlijnen uit te schrijven. Daarbij moet technologie menselijke interacties in lesgeven ondersteunen, en in geen geval verdringen.”

Het leesniveau gaat er niet alleen in Zweden op achteruit. Dat geldt ook voor de Vlaamse leerlingen. Uit PIRLS-onderzoek, waaraan 5.000 Vlaamse leerlingen deelnamen, blijkt dat ze een ongeveer een schooljaar achterlopen op hun leeftijdsgenoten uit 2006. Toch blijft Vlaanderen volop de weg van de digitalisering kiezen, onder andere via initiatieven als Digisprong. Ook in de lagere school kiezen leerkrachten en scholen steeds vaker voor digitale leermiddelen.

Hand in hand

Pedagoog Pedro De Bruyckere vindt dat beide, klassiek lesgeven en digitalisering, hand in hand kunnen gaan. In het Radio 1 programma De Ochtend zie hij dat “notities maken helpt bij het onthouden van de leerstof. En moeilijke teksten lezen vlotter op papier dan op een scherm. Bovendien kan de technologie de leerling ook afleiden.” Anderzijds kunnen digitale middelen vaak meer specialisatie, op maat van de leerling, brengen.

lees ook

Unesco pleit in AI-richtlijn voor minimumleeftijd van 13 jaar

Voor De Bruyckere is de ideale leervorm daarom ‘blended learning’. Daarbij wisselen boeken en tablets elkaar af en ondersteunen ze de leerling in het onderwijs. Toch blijkt dat in de praktijk niet altijd even simpel. “Je moet weten wanneer je welke vorm moet gebruiken. Bovendien maakt het de schoolrekening voor de leerlingen duurder en de rugzak zwaarder”, aldus De Bruyckere.

OpenAI geeft toe dat AI-detectoren niet betrouwbaar zijn

Een week nadat OpenAI enkele tips voor leerkrachten over werken met ChatGPT losliet, heeft het bedrijf aangegeven dat detectoren om AI-gegenereerde teksten te ontmaskeren… niet betrouwbaar zijn. Echt verrassend is die conclusie niet.

Net voor de start van het schooljaar publiceerde OpenAI een blog met tips voor leerkrachten. Daarin gaf het bedrijf van topman Sam Altman leerkrachten voorbeelden van het gebruik van ChatGPT. Onder andere het kritisch denkvermogen van de leerling kreeg een voorname rol. “Het doel is om hen het belang van hun eigen, origineel kritisch denkvermogen te laten inzien”, klonk het bij OpenAI.

Geen betrouwbaarheid

In het FAQ-gedeelte geeft OpenAI toe dat AI-detectoren originele van AI-gegenereerde teksten niet of nauwelijks kunnen onderscheiden. ArsTechnica onderzocht enkele maanden geleden al zogenaamde AI-detectoren zoals GPTZero. Dergelijke detectoren geven vaak vals-positieve resultaten door niet-onderbouwde detectie methodes. Het blijkt gemakkelijk om de tools te omzeilen door delen van de tekst te herschrijven.

Eind juli haalde OpenAI de eigen ‘classifier’ offline. Die tool zou in staat zijn om originele van AI-geschreven teksten te onderscheiden. Maar met een accuraatheidspercentage van amper 26 procent voldeed de toepassing totaal niet aan de verwachtingen. Nochtans waren die verwachtingen in februari, toen de app werd gelanceerd, wel groot. Volgens Altman is de classifier nog niet dood en begraven, maar moet het accuraatheidspercentage flink omhoog voor de toepassing een tweede leven krijgt.

ChatGPT weet het ook niet

In de FAQ helpt OpenAI een andere misvatting uit de wereld. ChatGPT is niet in staat om zelf het verschil tussen originele en AI-gegenereerde teksten te ontdekken. “ChatGPT heeft geen ‘kennis’ van welke inhoud door AI kan worden gegenereerd”, aldus OpenAI. Wanneer iemand een prompt uitvoert om te weten of een tekst origineel is of niet, dan heeft het antwoord van ChatGPT geen feitelijke basis. Met andere woorden, de taalrobot klets uit zijn nek.

lees ook

Sam Altman (OpenAI): “AI zal onderwijs revolutioneren maar leren niet vervangen”

Met die reactie zinspeelt OpenAI ook op het feit dat AI-modellen valse informatie kunnen verzinnen. “Soms kan ChatGPT overtuigend klinken, maar kan het onjuiste of misleidende informatie bevatten. Die ‘hallucinaties’ kunnen ervoor zorgen dat bijvoorbeeld citaten onjuist zijn.” OpenAI hamert er dan ook op om teksten van ChatGPT en andere taalmodellen niet als enige bron voor onderzoek te gebruiken.

[adv] Supersnelle glasvezel voor elke school: Telenet Business mikt hoog met Schoolnet+ Fiber

[Advertorial] Telenet Business sloot in mei een raamovereenkomst af met de Vlaamse overheid om scholen voordeliger toegang te geven tot internet via de glasvezelkabel. De overeenkomst voorziet in veel meer dan enkel een supersnelle, stabiele internet connectie. Schoolit sprak met Presales Architect Jan De Groote over de raamoverkomst en waarom het voor Vlaamse scholen een meerwaarde kan zijn.

Sinds de Digisprong weerklinkt de roep naar een stabiele internet connectie steeds luider in scholen. Niet verwonderlijk, leerkrachten, ICT-coördinatoren en leerlingen nemen steeds grotere happen uit de beschikbare bandbreedte waardoor congestie (vertraging op de lijn) voor frustraties kan zorgen. Met Schoolnet+ heeft Telenet Business een oplossing (en tarief) op maat van elke school. De raamovereenkomst met de Vlaamse overheid moet twijfelaars overtuigen om de switch van coax naar glasvezel te maken.

Schoolnet+ Fiber

Het project ‘Fiber to the schools’ voorziet in eerste instantie in een snelle internetverbinding. “Die verbinding is via glasvezelkabel, wat voor een stabiele up- en download van dataverkeer zorgt”, legt Jan De Groote uit. “De scholen kunnen kiezen uit drie formules: 200, 500 en 1000 Mbps gegarandeerde up- en downloadsnelheid. We bekijken per school welke formule het best aansluit bij hun noden. Via een eenvoudige rekenhulp van de Vlaamse overheid kunnen scholen zelf al een eerste berekening maken.”

In de overeenkomst zijn twee bijkomende toepassingen voorzien. Enerzijds bevat elk raamcontract een ‘managed router’, die Telenet continu monitort om zo een maximale beschikbaarheid te garanderen van de dienst. Anderzijds is in het contract een DDoS-beveiliging voorzien. “We merken dat, voornamelijk technische, scholen gevoelig zijn aan dit type aanvallen. Op het darkweb kan eender wie voor enkele dollars een DDoS-aanval bestellen en daar zijn sommige leerlingen blijkbaar handig in.”

Dedicated van school naar kast

Telenet haalde het contract met het kabinet van Vlaams minister Ben Weyts om verschillende redenen binnen. Eén ervan is dat de connectielijn tussen de operator en de school ‘dedicated’ is. Die term vraagt om een woordje uitleg. “Dedicated betekent dat we een aparte verbinding leggen van de school naar de headend. Daardoor maken er geen andere klanten gebruik van de lijn en is de verbinding uitsluitend voor de klant, in dit geval de school. Op die manier kunnen we een stabiele lijn garanderen op elk moment”, zegt De Groote.

Hiermee maakte Telenet onder andere het verschil om het raamcontract in de wacht te slepen. “We hebben net zoals andere operatoren verschillende opties om internet tot bij scholen te brengen. Naast fiber is dat bijvoorbeeld een coaxaanbod, dezelfde technologie als bij mensen thuis. Het zijn hoge download- en lagere uploadprofielen, maar de bandbreedte is niet gegarandeerd omdat het een gedeeld medium is. Die dedicated-glasvezel maakt ons wel uniek, ja. Plus het feit dat we garanderen dat we elke Vlaamse school van glasvezel kunnen voorzien.”

Ongelimiteerde mogelijkheden

Tot één gigabyte upload- én downloadsnelheid: daarmee opent Schoolnet+ ongelimiteerde mogelijkheden voor Vlaamse scholen. Zeker in het technisch onderwijs, waar toepassingen met AR, VR of virtualisatie steeds meer bandbreedte vereisen, is een stabiele netwerkomgeving noodzakelijk. “Bij coaxverbindingen zijn er vaak vrij hoge downloadprofielen, maar komen scholen de nodige upload tekort. Dat kan voor flink wat vertraging, en dus frustratie zorgen merken we.”

Elke ICT-coördinator weet vanzelfsprekend dat een snelle internetverbinding alleen maar werkt binnen een aangepaste netwerkomgeving. Een goede wifi-verbinding zorgt ervoor dat het aanbod optimaal kan worden gebruikt. “Het zou zonde zijn om Schoolnet+ binnen te halen in een school, maar onmiddellijk op bottlenecks te lopen door een verouderd LAN-netwerk. Daarom bieden we de scholen aan om ineens het hele netwerkaspect in het verhaal op te nemen”, aldus De Groote.

Uniek aanbod voor scholen

Schoolnet+ is niet het goedkoopste aanbod voor scholen, niet bij Telenet Business en ook niet bij de concurrenten. Toch plaatst Jan De Groote een kanttekening bij dat financiële aspect. “Telenet gaat helemaal niet rijk worden van dit raamcontract”, lacht de Presales architect. “In vergelijking met een tijd geleden is de prijs zelfs enorm gedaald. De scholen krijgen heel veel waar voor hun geld, meer dan wie ook in het fiberverhaal. Ik durf zeggen dat het een uniek aanbod is, waarbij vooral de lage installatiekost en graafwerken zeer voordelig zijn.”

Telenet investeert in infrastructuur en ‘dedicated’-verbindingen om scholen van supersnel internet via glasvezel te voorzien. Sinds de lancering van het raamcontract groeide de interesse, voornamelijk bij de secundaire scholen. “We begrijpen uiteraard dat de prijs van fiberverbinding nog altijd hoger is dan coaxverbindingen, die wij vandaag ook nog aanbieden. Scholen moeten zorgzaam omspringen met budgetten. Wij geven hen graag advies om tot de beste oplossing te komen.”

Tot half jaar oplevertijd

Scholen die interesse hebben om de glasvezelkabel via het raamcontract binnen te trekken, houden best rekening met een aanzienlijke oplevertijd. Afhankelijk van de ligging van de school kan die wachttijd oplopen tot zes maanden, in sommige gevallen zelfs langer. “Op het moment dat we een bestelling binnen krijgen, wijzen we het toe aan een projectmanager. Die maakt op zijn beurt een afspraak met de school om een plaatsbezoek te plannen waarbij alle praktische zaken worden besproken.”

De snelheid waarmee een school effectief op het glasvezelnetwerk wordt aangesloten, hangt van verschillende (externe) factoren af. “Wanneer er al fiber in de straat ligt, en er alleen een puntaansluiting moet gebeuren, dan kan de aansluiting in enkele maanden gebeuren. Als er graafwerken moeten worden uitgevoerd, dan moeten we rekening houden met vergunningen in de betrokken gemeenten. In het Brusselse bijvoorbeeld gaat het al snel om een half jaar.”

“We raden scholen die overwegen om glasvezel binnen te halen aan om nog dit najaar contact met ons op te nemen. Samen bespreken we een precieze planning zodat de school zeker vanaf het schooljaar 2024-2025 kan rekenen op stabiel en supersnel internet via een glasvezelverbinding”, besluit Jan De Groote.


Dit is een commerciële samenwerking met Telenet Business. Meer informatie over Schoolnet+ Fiber is terug te vinden op de website van Telenet.

Whizzkids mikt in jubileumjaar ook op eerste graad secundair

Dit schooljaar viert Whizzkids, het platform voor online ICT-wedstrijden, het 25-jarig bestaan. Om dat jubileumjaar extra op te luisteren, richten de medewerkers zich voor het eerst op de eerste graad secundair onderwijs. Schoolit schoof met Bert Vanhaesebroeck, Ine Vanheirreweghe en Kristof Mommaert aan tafel voor een fijne babbel.

Whizzkids is de voorbije jaren uitgegroeid tot een vaste waarde in veel klassen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar. Ondertussen zijn ook lerarenopleidingen, scholen in het Franstalige landsgedeelte en Nederlandse scholen mee op de kar gesprongen. Bij de start van het jubileumjaar kondigde Whizzkids trots een nieuwe doelgroep aan. “Vanaf dit jaar kunnen ook klassen uit de eerste graad van het secundair onderwijs deelnemen”, glundert Bert Vanhaesebroeck van Whizzkids.

Jubileum

Die wieg van Whizzkids stond een kwarteeuw geleden in het bureau van de vzw CST (Computers op School en Thuis). “Zij voelden dat er nood was aan ICT binnen onderwijs. Op dat moment was ICT nog lang niet ingeburgerd. Het team is gestart met een wedstrijd die zich richtte op het vijfde en zesde leerjaar”, gaat Bert verder. Hij is, net als zijn vier collega’s een gedetacheerde leerkracht, en kwam via zijn collega Guido Vermaerke in contact met Whizzkids.

In de beginjaren was de wedstrijd een puur vrijwillige aangelegenheid, bovenop de dagtaak als leerkracht. “Er namen pakweg dertig klassen deel aan de quiz, maar dat aantal steeg en blijft maar stijgen. Vorig jaar schreven liefst 2.600 klassen zich in, en ook dit jaar verwachten we een massale deelname. In 2019 kregen we van één van onze partners, de Cronos Groep, de vraag hoe ze ons konden helpen. Toen hebben we gezegd dat meer tijd het belangrijkste was. Dankzij die steun kunnen we nu met vijf voltijds of deeltijds aan Whizzkids werken en blijven doorgroeien.”

Klaswerk

Een belangrijk punt voor leerkrachten om hun klas in te schrijven, is dat de wedstrijd een teamwerk is. “We voorzien drie vragenreeksen via Google Classroom of Microsoft Teams”, vult Kristof Mommaert aan. Per vragenreeks hebben de teams, de klassen dus, vier tot vijf weken tijd om de antwoorden door te sturen. Rond februari, wanneer de derde ronde is afgewerkt, krijgen de deelnemers de resultaten. De teams die een bepaalde score halen, maken kans om deel te nemen aan de halve finale.”

De halve finales zullen per loting worden bepaald. “Elk team heeft evenveel kans om geselecteerd te worden. De beste tien klassen uit elk studiejaar stoten door naar de grote finale in Walibi op 13 mei. Nog een nieuwtje: de teams die eindigden op de elfde tot twintigste plaats, krijgen een uitnodiging voor de kleine finale die plaatsvindt in de Zoo van Antwerpen.”

Finale Whizzkids lager onderwijs in Walibi

Voor de organisatie staan de resultaten niet bovenaan de prioriteitenlijst. “Het is altijd leuk om goed te scoren, dat weten we wel. Maar het opzet van Whizzkids is veel meer dan dat. Het gaat om samenwerken. Daarom zijn de vragenreeksen opgedeeld in drie vragentypes, van gemakkelijk tot moeilijk. Er komt altijd opzoekwerk bij kijken en we merken dat de kinderen heel veel van elkaar leren. Dat is het belangrijkste aspect voor ons”, benadrukt Bert.

De nood om door te groeien naar andere doelgroepen is er altijd geweest. Door de extra financiële middelen kon Whizzkids een lijn leggen naar de lerarenopleiding in de hogescholen. “Iedereen weet dat er een nood is om ICT binnen de klas te brengen”, legt Ine Vanheirreweghe uit. “Dat gebeurt in eerste instantie via de leerkrachten zelf. Alleen merken we dat sommige leerlingen ICT-vaardiger zijn dan hun leerkrachten. Vandaar dat we de stap hebben gezet naar de toekomstige leerkrachten om hen mee te nemen in het verhaal.”

Vorig jaar mocht Whizzkids acht hogescholen verwelkomen, goed voor 350 studenten. “Voor dit academiejaar hebben we al twaalf deelnemende hogescholen die samen ruim 600 studenten zullen afvaardigen. De deelnemers krijgen één vragenreeks met dertig vragen die we filteren uit het zesde leerjaar. We stoppen er ook een praktische proef in. Via digitale tools moeten de studenten een toepassing maken voor het lager onderwijs. Vorig jaar was dat een padlet voor leerkrachten rond een thema van één van onze partners MOS (Milieu Op School).”

Finale Whizzkids hogescholen in gebouwen van Google in Brussel

Eindtermen

Ook dit jaar zullen de studenten een praktische opdracht, opnieuw rond MOS, opgelegd krijgen. “We verwachten een interactieve praatplaat over biodiversiteit, energie of mobiliteit. We voorzien zelf 360° foto’s waarop de studenten vijf Whizzkids-vragen en drie BookWidgets integreren. De toepassingen zijn nadien trouwens verkrijgbaar via KlasCement zodat alle leerkrachten ze kunnen gebruiken.”

De hogeschoolstudenten werken in groepjes aan de proef. “We kozen voor studenten uit het tweede jaar. Alles wordt gekoppeld aan de eindtermen, zodat leerkrachten de uiteindelijke resultaten perfect kunnen integreren om hun doelen te behalen. Voor de studenten hangen er, naast eventuele prijzen zoals weekendjes of speldozen, ook studiepunten vast aan de opdrachten. Ze zien ook op welke manier ze later, in hun klas, digitale tools kunnen gebruiken.” De finale vindt plaats op 27 februari.

Finalisten Whizzkids hogescholen

Nieuw: Whizzkids voor secundair

Tijdens het gesprek pakten Bert, Ine en Kristof uit met een heuse primeur: Whizzkids trekt naar het secundair onderwijs. “Het idee leefde al een tijdje”, aldus Bert Vanhaesebroeck. “Er zal een wedstrijd voor de A-stroom en B-stroom apart zijn. De leerlingen van de A-stroom zullen in kleine teams één vragenreeks krijgen voorgeschoteld. Voor de B-stroom voorzien we twee vragenreeksen en nemen ze met heel de klas deel aan de wedstrijd.”

lees ook

[adv] Flanders Education Summit (28 september) vertelt verhaal na Digisprong

Voor de medewerkers van Whizzkids zal het even zoeken zijn naar geschikte vragen en opdrachten. “We komen allemaal uit het lager onderwijs, maar gelukkig krijgen we ondersteuning van iemand met ervaring in het secundair onderwijs. Geïnteresseerde scholen kunnen zich melden. We verwachten dat de wedstrijd zelf eind januari of begin februari zal starten.

Meer info via de website van Whizzkids.

Unesco pleit in AI-richtlijn voor minimumleeftijd van 13 jaar

De Unesco heeft overheden opgeroepen om het gebruik van generatieve artificiële intelligentie binnen scholen te reguleren. De VN-organisatie publiceert daarom richtlijnen waarbij onder andere wordt gepleit voor een minimumleeftijd (13 jaar) voor het gebruik van AI.

Nu de zomervakantie in een groot deel van wereld voorbij is, roept Unesco regeringen op om passende regelgeving en lerarenopleidingen in te voeren. Die maatregelen moeten zorgen voor een mensgerichte benadering van het gebruik van generatieve AI in het onderwijs. Unesco heeft daarom de eerste mondiale ‘Guidance on Generative AI in Education and Research’ gepubliceerd. Met die richtlijnen hoopt de VN-organisatie de verstoringen aan te pakken die zijn veroorzaakt door AI.

Controversiële technologie

De richtlijn spendeert eerst de nodige bladzijden aan de term generatieve AI en de werking ervan. Nadien gaat de tekst dieper in op de controverses die sinds de opkomst van chatrobots zoals ChatGPT als paddenstoelen zijn opgedoken, in het bijzonder hoe deze de kloof tussen digitale gegevens verergert. Vooral het feit dat de huidige taalmodellen grotendeels zijn getraind op gegevens van online gebruikers uit het mondiale Noorden versterkt de discrepantie.

Generatieve AI kan een enorme kans bieden voor de menselijke ontwikkeling, maar kan ook schade en vooroordelen veroorzaken”, zegt Audrey Azoulay, Directeur-Generaal van Unesco. “Het kan niet in onderwijs worden geïntegreerd zonder publieke betrokkenheid en de noodzakelijke waarborgen en regelgeving van overheden. Deze richtlijn zal beleidsmakers en docenten helpen het potentieel van AI optimaal te benutten voor het primaire belang van leerlingen.”

Pas vanaf 13 jaar

De richtlijn zet zeven belangrijke stappen op een zij die overheden moeten nemen om generatieve AI te reguleren en beleidskaders vast te stellen voor het ethisch verantwoord gebruik in onderwijs en onderzoek. De leidraad schuift een leeftijdsgrens van 13 jaar naar voor om met AI-hulpmiddelen aan de slag te gaan in de klas. Leerkrachten moeten ook de juiste opleidingen krijgen over dit onderwerp.

lees ook

Vives opent ‘House of AI’ in Kortrijk

Unesco heeft de leidraad op donderdag 7 september voorgesteld in het hoofdkwartier van de organisatie. Tijdens de presentatie kwam naar voor dat de onderwijswereld onvoldoende was voorbereid op de ethische en pedagogische integratie van de technologie. Uit een recente studie blijkt dat minder dan tien procent van de scholen en universiteiten formele richtlijnen heeft met betrekking tot het gebruik van generatieve AI-toepassingen.

De volledige Unesco-richtlijn kan je hier downloaden.

EU legt Amerikaanse techreuzen en TikTok-eigenaar veel strengere regels op

De Europese Commissie heeft zes poortwachters aangeduid, in het kader van de Digital Markets Act. Het gaat om vijf Amerikaanse techgiganten (Amazon, Alphabet, Apple, Meta, Microsoft) en het Chinese ByteDance.

De Europese Commissie heeft in het kader van de Digital Markts Act (DMA) zes poortwachters aangeduid. Dat zijn bedrijven die volgens de EU verantwoordelijk zijn voor zogenaamde kernplatformdiensten. Via die diensten hebben poortwachters een erg grote impact op de Europese digitale wereld. Om eerlijkheid en transparantie te garanderen, en misbruik van die machtspositie te voorkomen, krijgen de zes bedrijven een half jaar de tijd om te voldoen aan de (bijzonder strenge) verplichtingen van de DMA voor al hun kernplatformdiensten.

De Digital Markets Act is sinds begin mei van kracht en bepaalt de spelregels waar technologiebedrijven zich moeten aan houden. Zo moet de wet zorgen voor eerlijke concurrentie op het Europese speelveld. De poortwachters (gatekeepers) zijn de grootste spelers op dat veld. Zo moeten ze een jaaromzet hebben van minstens 7,5 miljard euro en maandelijks 45 miljoen gebruikers verwerken.

Gatekeepers

De Europese Commissie heeft woensdag dus zes gatekeepers aangeduid. Die poortwachters hebben op hun beurt samen tweeëntwintig kernplatformdiensten in beheer. Dergelijke diensten zijn volgens de DMA cruciale toegangspunten tussen bedrijven en consumenten. Microsoft en Alphabet zijn bijvoorbeeld poortwachters, Windows en Android zijn kernplatformdiensten.

De aanduiding vandaag volgt op een herzieningsprocedure van 45 dagen nadat de techspelers zichzelf als potentiële gatekeeper konden melden. Ook de Samsung kwam in aanmerking met zijn Internet Browser, maar viel uiteindelijk af, net als Gmail en Outlook.

De techgiganten moeten zich dus houden aan strengere regels om de concurrentie op de digitale markt te garanderen en verbeteren. Zo moeten berichtendiensten zoals Messenger of WhatsApp ervoor zorgen dat ze interoperationeel zijn met kleinere diensten. Gebruikersgegevens mogen enkel voor doelgerichte advertenties worden gebruikt, wanneer de betrokkene daarvoor uitdrukkelijk de toestemming geeft. Die regels gelden onder andere voor zoekmachines, sociale media, besturingssystemen en internetmarktplaatsen.

Marktonderzoeken

De Europese Commissie is meteen vier marktonderzoeken gestart na opmerkingen van Microsoft en Apple. Zij beweren dat een aantal van hun diensten (oa. Bing, Edge, iMessage) geen kernplatformdiensten zijn, ook al catalogeerde de EU die wel zo. Het onderzoek zou binnen vijf maanden klaar moeten zijn. Een ander onderzoek moet uitwijzen of iPadOS van Apple een gatekeeper is, hoewel het in principe niet aan de voorwaarden voldoet.

De zes gatekeepers krijgen dus zes maanden de tijd om aan de waslijst van voorwaarden te voldoen. Wanneer dat niet het geval is, kan de commissie boetes opleggen tot tien procent van de wereldwijde omzet. In geval van herhaalde inbreuken kan dat zelfs oplopen tot twintig procent. De lijst met gatekeepers is trouwens niet definitief. De kans bestaat dat Europa in de komende maanden of jaren nog meer bedrijven als gatekeeper ziet.

lees ook

Privacyrisico’s opgelost : Nederlandse scholen mogen Google Workspace blijven gebruiken

De reacties op het nieuws lieten niet op zich wachten. Persbureau Belga weet dat Apple ‘zeer bezorgd’ reageerde. Volgens het Amerikaanse bedrijf zal de nieuwe Europese regelgeving voor meer problemen zorgen op vlak van privacybescherming. Ook ByteDance (TikTok) reageerde afwijzend en is het zelfs fundamenteel oneens met de keuze om de filmpjesapp als gatekeeper te beschouwen. Toch ‘ondersteunt ByteDance de Europese doelstelling van de DMA om een competitievere omgeving te creëren’.