Unesco roept op tot gepast technologiegebruik in onderwijs

- David Van Waeyenberghe

De Unesco heeft haar Global Education Monitoring (GEM) rapport deze middag voorgesteld in Montevideo (Uruguay). In het rapport wijst de organisatie op het wereldwijde gebrek aan een passend beleid en regelgevend kader. Unesco spoort landen en overheden aan om hun eigen voorwaarden op te stellen voor de ontwikkeling en gebruik van technologie in het onderwijs.

De voorstelling vond niet toevallig plaats in het Zuid-Amerikaanse land. Uruguay is wereldwijd bekend voor de pioniersrol rond EdTech. Voor de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation, Unesco dus, moet technologie zodanig worden gebruikt dat het nooit persoonlijk, door een leraar geleid onderwijs in de weg staat. De technologie moet volgens de instelling van de Verenigde Naties de gedeelde doelstellingen ondersteunen van kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen, waar ook ter wereld.

Potentieel goed gebruiken

“De digitale revolutie heeft onmetelijk potentieel, maar er moet aandacht worden besteed aan de manier waarop de technologie wordt ingezet in onderwijs”, zegt Audrey Azoulay, directeur-generaal van Unesco. “Technologie moet zorgen voor verbeterde leerervaringen en voor de gezondheid van zowel studenten als docenten. Het mag niet in hun nadeel werken en moet de behoeften van de leerlingen vooropstellen, net als de leerkracht ondersteunen. Online verbindingen zijn geen vervanging voor menselijke interactie.”

“We moeten leren van onze fouten uit het verleden bij het gebruik van technologie in het onderwijs”, vult GEM2023-directeur Manos Antoninis aan. “We moeten kinderen leren om zowel met als zonder technologie te leven. Ze moeten leren te nemen wat ze nodig hebben uit de overvloed aan informatie. De technologie moet hen ondersteunen maar het mag nooit menselijke interacties verdringen in lesgeven en leren.”

Vier reflectievragen

Het GEM2023-rapport kreeg de titel ‘Technologie in het onderwijs: een hulpmiddel op wiens voorwaarden’ mee. In het document lichten de onderzoekers vier vragen uit die ze ter reflectie willen voorleggen aan beleidsmakers en belanghebbenden. Zij moeten (meer en beter) nadenken wanneer technologie in te zetten in het onderwijs.

  • Is het gepast? Technologie kan sommige leervormen in bepaalde contexten verbeteren. Toch bewijst het rapport dat die leerwinst verdwijnt wanneer de technologie de bovenhand neemt of wanneer de leerkracht niet is gekwalificeerd. Smartphones zijn een bewezen afleiding en toch is het gebruik ervan in minder dan een kwart van de landen verboden.
  • Is het gerechtvaardigd? De coronapandemie versnelde de digitalisering fel, waardoor minstens een half miljard studenten wereldwijd buitenspel werden gezet, voornamelijk de armsten en mensen op het platteland. Het rapport onderstreept dat recht op onderwijs synoniem moet zijn met recht op zinvolle connectiviteit. Niet eenvoudig wanneer nog altijd één op vier basisscholen geen elektriciteit heeft. GEM2023 roept alle landen op om benchmarks te stellen voor het aansluiten van scholen op het internet, met oog voor de meest gemarginaliseerden.
  • Is het schaalbaar? Sterk bewijs van de toegevoegde waarde van een digitaal leermiddel is volgens het rapport onontbeerlijk, maar ontbreekt vaak. Volgens een Amerikaanse studie zou minder dan twee procent van beoordeelde onderwijsinterventies een sterk of matig bewijs van effectiviteit hebben. Wanneer dat bewijs dan nog eens wordt aangeleverd door technologiebedrijven, is volgens het rapport de kans op een vertekend beeld groot.
  • Is het duurzaam? De snelle technologische veranderingen zetten het onderwijsstelsel onder druk om zich aan te passen. Digitale geletterdheid en kritisch denken worden steeds belangrijker, vooral met de groei van generatieve AI. Die aanpassing is volgens het rapport ingezet. 54 procent van de ondervraagde landen heeft de vaardigheden gedefinieerd die ze willen ontwikkelen. Slechts 11 van de 51 onderzochte regeringen hebben curricula voor AI.

Basiskennis

Naast de vaardigheden is basiskennis van primordiaal belang. Studenten met een betere leesvaardigheid zullen bijvoorbeeld minder snel worden misleid door pakweg phishing e-mails. Ook leerkrachten hebben passende opleiding nodig, maar slechts de helft van de landen heeft normen ontwikkeld voor ICT-vaardigheden. Weinig lerarenopleidingen behandelen cyberveiligheid, ook al is vijf procent van de ransomware gericht op scholen.

lees ook

Europese EdTech-landschap groeit snel ondanks uitdagingen

Duurzaamheid vraagt ook om een betere waarborging van de rechten van technologiegebruikers. Vandaag garandeert slechts 16 procent van de landen de privacy van gegevens in het onderwijs bij wet. Uit een analyse bleek dat liefst 89 procent van de 163 EdTech-producten kinderen kon monitoren. Veel landen negeren ook de lange termijnkosten van tech-aankopen. De EdTech-markt groeit, maar vaak is nog niet voldaan aan basisbehoeften. GEM2023 berekende dat een volledige digitale transformatie van het onderwijs, met internetconnectie op school en thuis, dagelijks een miljard dollar zou kosten.