OMG-festival (22 mei) zet in op brede functies van gaming in onderwijs
Op maandag 22 mei vindt het eerste Onderwijs Met Games (OMG)-festival plaats in The Penta in Kortrijk. Het festival zet de educatieve, maatschappelijke, culturele en sportieve waarde van games in de kijker.
OMG, Onderwijs Met Games dus: het nieuwe event gaat al een tijdje over de tongen. Sinds vandaag kunnen deelnemers zich inschrijven voor een unieke belevenis. “We willen de festivalstijl en –vibe creëren door met stages te werken”, zegt organisator Lander Van der Biest (Impact Connecting). De gewezen leerkracht is al jaren bezig met games in het onderwijs en ziet met OMG een droom werkelijkheid worden. “Het thema leeft meer en meer. Daarom verwacht ik veel van het festival.”
Meer dan onderwijs alleen
De naam doet misschien anders vermoeden, maar het festival is meer dan alleen games in het onderwijs. “We zien de toepassing van games heel breed. Daarom doet het plezier dat organisaties zoals J.E.F of Sportwerk Vlaanderen deelnemen. We hebben op dit moment 21 standhouders die tijdens een interactieve expo hands-on met de deelnemers aan de slag gaan. Bezoekers kunnen nieuwe games beleven en de nieuwste technologieën ontdekken.”
OMG wil meer zijn dan een presenteerblaadje voor nieuwe games. Want er zijn uiteraard ook risico’s verbonden aan overmatig gamen. “Die valkuilen aangeven en bespreken is één van de belangrijkste aspecten. Toch zijn de positieve effecten van gaming binnen het onderwijs nog veel groter en daar willen we vooral de aandacht op vestigen. Via ‘spotlight demo’s’ geven bedrijven en organisaties sessies van één uur waarbij deelnemers vrij kunnen in- en uitlopen.”
Steven Reid en co
Naast demo’s en workshops biedt het festival (veel) plaats aan keynote speakers. OMG verzamelde het neusje van de zalm van de Vlaamse experten in het veld. Carl Boel, Liesbeth Last, Matthias Dewilde, Kim Dekeyser, Jelle Demanet, David Verbruggen en Dirk Bosmans geven uiteenlopende spreekbeurten over games in het onderwijs. Zij krijgen een absolute blikvanger naast zich op de affiche. Niemand minder dan Stephen Reid wordt door Microsoft naar OMG overgevlogen.
“We zijn ontzettend vereerd met het bezoek van Stephen Reid”, glundert Lander Van der Biest. “We zochten een evenwicht tussen expertise en leerkrachten. Het hele festival willen we breed én laagdrempelig houden. Elke bezoeker moet geïnspireerd kunnen worden. Daarom is het zo mooi om zien dat de sprekers en de mensen die de workshops geven, allemaal ervaring hebben in het (onderwijs)veld.”
lees ook
Onderzoekers schrijven paper over acceptatie van mobiele immersieve VR in het secundair onderwijs
Open voor iedereen
Het OMG-festival heeft niet als doel om, zoals Sett of de ICT-praktijkdag, hoofdzakelijk ICT-coördinatoren te verzamelen. Net omdat de toepassing van games door de organisatie breed wordt gehouden, moet OMG ook een brede waaier aan geïnteresseerden aantrekken. “We denken aan mensen uit de sport- of cultuursector, maar ook jongerenwerkers, mensen die met het artistieke bezig zijn, enzovoort. Iedereen is welkom zolang ze maar interesse hebben in games. En dat hoeven lang niet alleen ‘serious’ games te zijn.”
Omdat het de eerste keer is dat OMG plaats vindt, is het voor Lander en het team van Impact Connecting moeilijk in te schatten hoeveel bezoekers naar The Penta in Kortrijk zullen afzakken. “Games in onderwijs is zeker nog een niche, maar we merken tijdens beurzen en andere ontmoetingen dat het thema meer en meer leeft. Veel mensen zien het potentieel van games en dat willen we op een fijne manier ondersteunen”, besluit Lander Van der Biest.

Deelnemen aan het festival lukt al vanaf 75 euro (inclusief catering en receptie). Inschrijven voor OMG-festival op 22 mei kan via deze link. Het volledige programma is terug te vinden op de site van OMG.
Online hulpplatform MoodSpace breidt uit naar secundair onderwijs
MoodSpace, het online platform voor studenten, heeft succes. Daarom zal het platform dat de Vlaamse regering eind 2021 lanceerde, worden uitgebreid naar leerlingen uit het secundair onderwijs. De uitbreiding staat op de agenda van een symposium vandaag dat de resultaten van de Welzijnsmonitor bespreekt.
Sinds de coronacrisis staat mentaal welzijn bij jongeren hoog op de agenda. Een Vlaanderenbreed beleid voor het mentaal welzijn van studenten kreeg de voorbije jaren stap voor stap vorm. Eén onderdeel van de bredere beleid was de lancering van MoodSpace eind 2021. Op dat platform krijgt elke student betrouwbare informatie over mentale gezondheid en een ruim hulpverleningsaanbod. Voor het eerst kwamen expertises van verschillende academische disciplines samen op één plaats. Sindsdien kijkt een Welzijnsmonitor jaarlijks naar het mentaal welzijn, veerkracht en motivatie.

Uitbreiden wegens succes
De eerste evaluaties van MoodSpace blijven heel positief te zijn. 9 studenten op 10 (91 procent) geven aan dat de kwaliteit van MoodSpace goed tot uitstekend is. 92 procent zou het platform aanraden bij een vriend(in) die op zoek is naar hulp. Op basis van alle reacties zal de werking van het platform nog verbeteren. “Mentaal welzijn bij studenten was vroeger onderbelicht, maar in het licht van de coronacrisis zetten we het in heel Vlaanderen centraal. We kunnen dit jaar uitbreiden wegen succes”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.
Het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO), academische experten en de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) werken samen om MoodSpace dit jaar uit te breiden naar scholieren in het secundair onderwijs. Die uitbreiding staat op de agenda van een symposium in Brussel. Meer dan 300 belangrijke spelers nemen deel aan het overleg. Het zijn voornamelijk beleidsmakers, professoren, onderzoekers, medewerkers van hogescholen en universiteiten, leerkrachten, CLB-medewerkers, psychologen en de scholieren en studenten zelf.
Welzijnsmonitor
Het symposium buigt zich ook over de resultaten van de Welzijnsmonitor academiejaar 2022-2023. Dat is een grootschalige studie die volgt op een eerdere nulmeting uitgevoerd door professor Ronny Bruffaerts (KU Leuven), professor dr Maarten Vansteenkiste (UGent) en het SIHO. De monitor geeft voor het eerst een uniek, fijnmazig en representatief beeld over de psychische gezondheid, de studiemotivatie bij Vlaamse studenten en de factoren die met de resultaten samenhangen.
De Welzijnsmonitor is een barometer om de komende jaren de vinger aan de pols te houden. Uit de studie blijkt dat er nog grote uitdagingen zijn. Zo denkt 83 procent nog altijd dat ze hun problemen zelf moeten oplossen. 56 procent meent dan weer dat een behandeling niet werkt. MoodSpace zal moeten blijven inspelen op die drempels, als een warm bad voor studenten waardoor ze toegang krijgen tot een breed aanbod aan online modules.
lees ook
Vlaamse Scholierenkoepel organiseert ‘grootste bevraging ooit’
Geen blinde vlek meer
De modules zijn een belangrijke hefboom want uit de Welzijnsmonitor blijkt toch dat studenten heel wat cognitieve drempels ervaren om hulp te zoeken. MoodSpace blijkt voor studenten een handige toegangspoort tot hulp die hen ook effectief helpt om emotionele problemen het hoofd te bieden. “Mentale gezondheid zal nooit meer een blinde vlek zijn, niet voor studenten en ook niet voor scholieren. We werken samen over de muurtjes heen, zodat er een coherent Vlaanderenbreed beleid gestalte krijgt. Dit thema laten we niet meer los”, besluit minister Weyts.
Uitgeverij Acco koppelt leertool Sofia met leerplatformen van onderwijsinstellingen
Acco, Vlaamse uitgeverij, drukkerij en boekhandel voor en door studenten, koppelt haar leertool Sofia met de online leerplatformen van AP Hogeschool, Universiteit Antwerpen en de Associatie KU Leuven. Binnenkort zullen de studenten van de drie onderwijsinstellingen voor het digitale studiemateriaal van Acco terecht kunnen in het LMS van de hogeschool of universiteit.
Interoperabiliteit en gebruiksgemak zijn twee van de grote drijfveren voor Acco om de koppeling met de leerplatformen van onderwijsinstellingen te maken. Tot nu moesten studenten zich op verschillende platformen inloggen om aan (digitaal) studiemateriaal te geraken. Door de integratie van leertool Sofia vinden studenten eenvoudiger al hun online studiemateriaal op één plek terug en docenten kunnen beter op maat van hun studenten werken en hun resultaten opvolgen.
Pionier in Vlaanderen
Acco is de enige Vlaamse uitgeverij voor hoger onderwijs die een learning technology interoperability-integratie (LTI), een koppeling tussen haar platform en dat van een onderwijsinstelling, mogelijk maakt. Universiteit Antwerpen, AP Hogeschool maakten de koppeling ondertussen al. De Associatie KU Leuven komt hier dus binnenkort ook bij. Hieronder vallen de KUL, Luca School of Arts, Odisee, Thomas More, UCLL Hogeschool en Vives Hogeschool. Schoolit sprak tijdens de Sett-beurs met Bart De Prins van Acco.
“Elk jaar organiseren wij een bevraging bij studenten en docenten”, aldus de Business Technology Manager. “Uit die onderzoeken blijkt steeds duidelijker dat studenten kiezen voor een blended manier van leren. De combinatie van on- en offline leren/lesmateriaal, wordt vandaag zowat aan alle instellingen voor hoger onderwijs toegepast. Deze methode brengt ook wat uitdagingen met zich mee. Studenten vinden het dikwijls moeilijk om het overzicht te behouden aangezien hun studiemateriaal zich op verschillende plaatsen bevindt.”
Koppeling met Sofia
Acco heeft een oplossing voor die uitdagingen, de leertool Sofia en het platform van de hogeschool of universiteit koppelen zodat het één digitale leeromgeving wordt. Deze koppeling zorgt ervoor dat studenten en docenten een logisch overzicht hebben van al het beschikbare digitaal lesmateriaal van Acco, los van waar het zich concreet bevindt. Het gaat dan bijvoorbeeld over interactieve online oefeningen en extra video’s die Acco maakt in opdracht van de docent of onderwijsinstelling.
“De koppeling heeft twee grote voordelen. Zo hoeven de studenten geen meerderen inloggegevens te onthouden. Alles gebeurt via een single sing-on”, gaat Bart De Prins verder. “Daarnaast halen ook docenten er meer uit. Ze kunnen gericht vanuit hun leerpaden linken naar Sofia en het platform van de school. De student ziet in het platform alleen de taken die de docent heeft klaargezet waardoor het overzicht bewaard blijft.”
lees ook
Docenten én studenten verkiezen blended les met papieren studiemateriaal
Project met Universiteit Antwerpen
Acco kon beroep doen op de Universiteit Antwerpen voor het pilootproject. De universiteit koppelde het eigen leerplatform Blackboard met Sofia. Volgens Raoul Deuss, domeincoördinator en diensthoofd van de E-campus, biedt een LTI-integratie voordelen voor zowel studenten als docenten. “Het concrete voordeel van de LTI-integratie voor studenten is dat het leerinhouden en informatie die op verschillende platformen staat, naadloos bij elkaar brengt zodat de studenten het gevoel hebben dat alles op één plek beschikbaar is.”
“De docenten daarentegen kunnen veel efficiënter te werk gaan wat hen ook veel tijd bespaart. Als een docent bijvoorbeeld twee cursussen geeft en het digitaal materiaal in die twee verschillende contexten wil publiceren en beschikbaar stellen voor studenten, dan hoeft hij dit dankzij de LTI-integratie slechts op één plaats aan te passen en dan is dat automatisch beschikbaar in de twee verschillende contexten. Dit vereenvoudigt dus het proces voor de docenten.” AP Hogeschool en de Associatie KUL zijn eveneens bezig met de implementatie van deze koppeling. Acco is momenteel in gesprek met nog andere hogescholen en universiteiten dus er zullen binnenkort nog andere koppelingen volgen.
Learning analytics
Bart De Prins ziet nog extra voordelen aan de koppeling, vooral voor de docent. “Door de data aan elkaar te koppelen, krijgen we veel meer informatie. Die learning analytics laten ons toe om nog doeltreffender te werken. Voor de docent kunnen die gegevens ook een meerwaarde zijn in het lesgeven en de manier waarop hij de les aanpakt. In 2015 waren wij bij Acco nog pioniers wat learning analytics betreft. Nu gaan veel meer instellingen er mee aan de slag.”

De Prins showde het geïntegreerde platform en bewees meteen hoe gemakkelijk het is voor een docent om er mee aan de slag te gaan. Volgens hem is blended learning ook in de toekomst de norm. “Het brengt zoveel voordelen met zich mee en uit onze bevragingen blijkt dat slechts een minderheid ofwel volledig digitaal of volledig met papier wil werken. De overgrote meerderheid gaat voor een gezonde mix, al hangt veel af van de docent en diens manier van werken.”
Waarom is er zoveel te doen rond TikTok?
Het social mediaplatform TikTok zit in het oog van een storm. In verschillende (Europese) landen is er flink wat te doen rond onder andere de privacy-instellingen van TikTok. In Frankrijk en Nederland liep het platform van het Chinese ByteDance al tegen een GDPR boete aan. Deze heisa zal ongetwijfeld ook een weerslag op de manier hoe onderwijsinstellingen met het platform aan de slag gaan.
Wat is er in feite aan de hand met TikTok en waarom slaan landen en instellingen het platform in de ban? Techblogger, GDPR-expert en docent Herman Maes zette één en ander op een rijtje in een blogpost. Zo blijkt dat TikTok in Nederland en Frankrijk al tegen een GDPR boete aan liep en dat dat Franse senaat zelfs een onderzoek is gestart tegen het platform. In Nederland zijn drie burgerclaims gestart, goed voor zes miljard euro. Werknemers van de Europese commissie moesten de app van het smartphone verwijderen.
Vijf kanttekeningen
Herman Maes schetst een grauwe situatie voor TikTok. Want ook in Nederland en in de Verenigde Staten gaan stemmen op om de app te laten verbieden op werkgsm’s. Grote universiteiten, zoals TAMU in Texas, posten al een tijdje niets meer op het platform. “Het debat is in veel landen al langer bezig maar in België vallen we bij het horen van die zaken snel van onze stoel”, aldus Herman Maes. De GDPR-expert geeft vijf redenen voor wat hij het “drama over TikTok” noemt.
Nieuwe privacy politiek
Begin december 2022 paste ByteDance, de Chinese eigenaar van TikTok, de privacyregels aan. En die zorgden meteen voor ‘drama’. “Er is geen end-to-end encryptie van direct messages”, aldus Maes. “TikTok verzamelt en screent de content dus waardoor alle berichten leesbaar zijn door hen. Een ander opmerkelijk feit is dat Chinese werknemers toegang hebben tot data van EU/US gebruikers. China heeft de voorbije jaren laten zien hoe ze in eigen land data en gezichtsherkenning inzetten voor het sturen van de bevolking. De vrees is nu dat TikTok een toegangspoort is hiervoor naar de Westerse wereld.”
lees ook
Publieke scholen in Seattle dagen social mediabedrijven voor rechter
Douying vs TikTok
Ooit gehoord van Douying? Dat is het platform dat China zijn landgenoten laat gebruiken. Want TikTok … is er niet beschikbaar. De binnenlandse variant legt de (jonge) gebruikers heel wat beperkingen op. Zo mogen kinderen onder veertien jaar slechts veertig minuten op hun account per dag. De app is ook afgesloten tussen 22 en 6 uur en de jongerenmodus toont hoofdzakelijk verrijkende educatieve inhoud. Die modus laat ook geen interactie toe met video’s of andere gebruikers.
TikTok algoritme
In zijn blog heeft Herman Maes het over het TikTok-algoritme. “Het fundamentele verschil met andere social media platformen is dat TikTok volledig algoritmisch gebaseerd is. Het merendeel gebruikt de ‘For you’ pagina en laat het algoritme video’s voorstellen. Doordat het algoritme zo goed is, krijg je het verslavende fenomeen doomscrollen. Tegelijk is het mogelijk om de content te sturen, censuur toe te passen, enzovoort. Ideale tool dus om een samenleving te sturen”, weet Maes.
Journalisten profilen
Vorig jaar kwam Forbes voor de pinnen met een verhaal dat medewerkers van ByteDance data van de app gingen gebruiken om journalisten te profilen die over TikTok schreven. Een soortgelijk verhaal is ook opgedoken in de begindagen van Uber en ook daar kwam de nodige heisa van voort.
lees ook
TikTok in het klaslokaal
Jonge kinderen
TikTok is ontzettend populair bij jonge gebruikers. Toch is het gebruik voor -13 jarigen niet toegestaan. En TikTok doet volgens Maes best moeite om die accounts automatisch af te sluiten. “Maar spijtig genoeg laten veel ouders net toe dat jongere kinderen een account aanmaken, met foutieve geboortedatum. Er zitten dus veel jonge kinderen op het platform en daar maakt bijvoorbeeld Karrewiet gebruik van. Het Ketnet jeugdjournaal is zelfs van Instagram verhuisd naar TikTok.”
Genuanceerde visie
Herman Maes plaatst enige nuance rond de polemiek en anti-TikTok stemming. “De slechte relaties tussen VS en China en de anti-China stemming in de VS spelen uiteraard een belangrijke rol. Voor het eerst krijgt de VS te maken met een social media platform waarover hun wetgeving minder te zeggen heeft. Daarnaast zijn de advertenties op TikTok zo scherp dat ze een grote concurrent zijn voor Amerikaanse platformen zoals Meta, Google en Snapchat.
Leersnack zet resultaten van #Guidance-project in de kijker
#Guidance, een project van Erasmus+, onderzocht de invloed van loopbaanbegeleiding op het vlak van onder andere sociale inclusie. Vanuit Belgische hoek nam socialprofit-organisatie Stebo vzw deel aan het project. Op donderdag 2 maart organiseert Stebo een info- en inspiratiemoment.
Loopbaanbegeleiding heeft een sterke invloed op sociale inclusie, omdat het een betere toegang verzekert tot werk, welzijn en meer competenties mogelijk maakt. De begeleiding, al dan niet digitaal, speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van jongeren en jongvolwassenen om goed geïnformeerde beslissingen te nemen. Dat geldt in de eerste plaats voor jongeren, studenten en werkzoekenden, met speciale behoeften en/of uit sociaaleconomische achtergestelde milieus.
Tweejarig project
Het #Guidance-project startte in april 2021 en eindigt op 31 maart 2023. In die twee jaar hebben verschillende organisaties gewerkt rond loopbaanbegeleiding en studiekeuzebegeleiding. Voor vzw Stebo lag de focus op careerguidance voor jongeren en jongvolwassenen. Stebo werkte samen met partners uit Zweden, Finland, Letland en Portugal. Die organisaties legden voornamelijk de klemtoon op studiebegeleiding. Samen zijn de partners tot enkele interessante bevindingen gekomen.
“Allereerst hebben we een bevraging gedaan bij verschillende spelers uit de betrokken sectoren”, zegt Ann Engelen van Stebo vzw. “In totaal zijn 64 interviews afgenomen bij careercoaches, leerkrachten, enzovoort. De bevraging peilde naar de tools die ze gebruikten voor begeleiding en naar de voor- en nadelen van (digitale) tools en begeleiding. Uit die bevraging bleek duidelijk dat de coronapandemie een grote invloed heeft (gehad) op het inzetten van digitale tools.”
Toolkit
Dat corona de kaarten flink heeft door elkaar geschud, blijkt uit de studie. “Plots moest alles digitaal gaan, dus ook de loopbaan- en studiebegeleiding. De professionals hebben veel ‘learning by doing’ moeten toepassen”, gaat Ann Engelen verder. “Alle gegevens hebben we verzameld in een Guidance Toolkit. In dat pakket vinden de gebruikers hulpmiddelen, links, uitleg, enzovoort. We hebben ook gezocht naar een geschikte manier om (e-)inclusie in de sessies te stoppen. Onze focus lag voornamelijk op het leerrendement van de begeleiding.”

Een derde aspect van het #Guidance-project omvat een trainingspakket, als aanvulling op de toolkit. “Dat pakket hebben we opgemaakt voor loopbaancoaches, leerlingenbegeleiders, en andere mensen uit de sector. We willen hen meer bewust maken van de mogelijkheden. Voor opleiders hebben we een e-book samengesteld, als handleiding waarmee ze aan de slag kunnen gaan.”
lees ook
Stap gezet om jong technisch talent klaar te stomen voor digitaliserende arbeidsmarkt
Leersnack: donderdag 2 maart
Het #Guidance-project loopt eind maart af en dus heeft Stebo een moment voorzien om de resultaten aan het ruime publiek kenbaar te maken. De organisatie doet dat via een ‘leersnack’. Ann Engelen zal namen Stebo het project toelichten en ook de insteek van haar vzw benadrukken. Stebo is een socialprofit-organisatie, waarvan het team Werken onder andere vluchtelingen en langdurig zieken terug richting werk begeleidt in respectievelijk het ‘Future2work’ en ‘Boost2work’-project.
“Voor mij is de impact van de coronapandemie bijgebleven. We hebben geleerd dat we niet alles alleen ‘live’ moeten doen, maar dat digitale middelen ook een echte hulp kunnen zijn. Op voorwaarde dat die middelen op de juiste manier worden ingezet en daar is opleiding voor nodig. Als mensen zoeken we steeds, zeker bij loopbaanbegeleiding, naar diepgang en interactie. Ook dat blijven factoren om rekening mee te houden. Er moet meer awareness komen over de (digitale) mogelijkheden.”

Gastsprekers
Tijdens de leersnack, die plaats vindt op donderdag 2 maart in de thuisbasis van Stebo (Windekestraat 1 in Genk) zullen twee gastsprekers een plaats krijgen op de agenda. Sociaal ondernemer Bert Smits zal een beeld schetsen waarin we op basis van ‘nieuwe’ ontwerpprincipes het ondersteuningsaanbod van leren en ontwikkelen kunnen en moeten herdenken. Hij gaat ook dieper in op welke kansen én valkuilen er zitten in het leren en helpen groeien van mensen in een alsmaar versnellende samenleving.
Onderwijstechnoloog en expert op vlak van hybride leren Bart Boelen (UCLL) geeft manieren en tools mee die helpen met ‘infobesitas’, de dagelijkse overvloed aan informatie. Hij toont aan hoe je er relevante info uit haalt voor persoonlijke ontwikkeling. Boelen staat ook stil bij de impact van die overload en hoe digitale technologie ons leven bepaalt.
Inschrijven voor de leersnack is gratis en kan via deze weg. Meer informatie over het project is dan weer hier te vinden.
Google geeft Workspace een opfrisbeurt (zoals bij Gmail)
De komende weken zal Google de, eerder kleine, aanpassingen uitrollen in Drive, Docs, Slides en Sheets. Het gaat voornamelijk over vormelijke aanpassingen al is er ook extra ondersteuning bij voor third-party smart chips.
Google kondigde de aankomende nieuwigheden aan in een blogspot. “Deze innovaties in smart canvas (Workspace, red) en de vernieuwde interface zullen de grenzen tussen apps doen vervagen en de workflow stroomlijnen”, belooft Vishnu Sivaji, Director Product Management bij Google Workspace. De apps krijgen eenzelfde design zoals de vorig jaar aangepaste Gmail. De toevoeging van third-party smart chip-functies moet voor meer interactie en een grotere datatoegang zorgen.
Grafische aanpassingen
Google voegt wat meer donkere tinten toe aan functies zoals de werkbalk en de opmerkingen, zodat ze beter opvallen op een witte pagina. De ‘Delen’-knop krijgt een rondere vorm maar onderging verder geen wijzigingen.

Om veelvoorkomende taken sneller uit te voeren, heeft Google enkele verbeteringen aangebracht in Drive. Zo zal het gemakkelijker zijn om meerdere bestanden tegelijk te delen, downloaden en verwijderen. Daarnaast zullen die belangrijke acties in-line worden weergegevens waar je de cursor op een bestand plaatst. Google lanceert tot slot zoekopties waarmee je kan filteren op criteria zoals bestandstype, eigenaar en wijzigingsdatum.
lees ook
Google Sheets krijgt elf nieuwe functies voor geavanceerde analyses
Smart canvas mogelijkheden
Inhoudelijk moeten enkele nieuwe toepassingen voor een eenvoudigere workflow zorgen. Het gaat bijvoorbeeld om het plannen van evenementen, coördineren van teamuitnodigingen, starten van projecten en ontwerpen van checklijsten voor productlanceringen. We zetten de nieuwe mogelijkheden even op een rijtje:
- Custom building blocks: bouw je eigen, herbruikbare componenten voor veelvoorkomende taken en krijg er toegang toe via het ‘@-menu’. Met de componenten kan je sjablonen maken, checklijsten hanteren tot code-of tekstblokken maken

- Sjabloon uitnodigingen Agenda: via deze functie werk je samen (met een collega bv) aan uitnodigingen voor ze worden verzonden

- Variabelen vereenvoudigen workflows voor zaken zoals facturen, contracten en bredere communicatie waardoor de gebruiker vooraf klantnamen, adressen en dergelijke kan definiëren en invoegen

- Via emoji-stemchips kan een gebruiker, of een team, snel gevoelens uit over een thema om zo op één lijn te komen voor een document waar ze samenwerken

Alle functies zullen in de komende weken beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor de nieuwe third-party smart chipmogelijkheden. Die bieden toegang tot nog rijkere gegevens in Workspace, waarbij interactieve informatie en previews worden opgehaald uit partnerapplicaties. Die apps zijn onder andere Atlassian, Asana, Figma, Miro, Tableau en ZenDesk.
Belnet vernieuwt samenwerking met Vlaamse overheid
Het nationale onderwijs- en onderzoeksnetwerk Belnet heeft de samenwerkingsakkoorden vernieuwd met de Vlaamse overheid en het Waas Gewest. Daardoor kunnen alle erkende Vlaamse en Waalse universiteiten, hogescholen en onderzoekscentra de komende 15 jaar blijven genieten van performante toegang tot het Belnet-netwerk.
De samenwerking tussen beide overheidsbesturen en Belnet gaat terug tot respectievelijk 2001 (Vlaanderen) en 2003 (Waals Gewest). Het akkoord verzekert kennisinstellingen van performante en betaalbare aansluitingen op het nationale onderzoeks- en onderwijsnetwerk Belnet. Door de ondertekening van het nieuwe contract zullen de erkende universiteiten, hogescholen en onderzoekscentra de komende vijftien jaar blijven genieten van een aanzienlijke korting op hun jaarfactuur.
Investeringen van 14 miljoen euro
De Vlaamse overheid stelt een deel van zijn glasvezelnetwerk ter beschikking van Belnet. Het gaat om twaalf tracés, goed voor meer dan 400 km glasvezel. Daarnaast hernieuwt de Vlaamse overheid haar investering in connectiviteit voor Vlaamse hogescholen en zorgt ze voor een bijkomende jaarlijkse financiële bijdrage. Langs Waalse kant krijgt Belnet exclusief gebruiksrecht op 906 km ‘dark fiber’ glasvezelverbindingen en bijhorende infrastructuur.
Beide overheden investeren samen meer dan veertien miljoen euro. Verdeeld over de komende vijftien jaar wordt dit bedrag door Belnet toegekend als een aanzienlijke korting op de jaarfacturen van de begunstigde instellingen. Daardoor hebben tegen een beperkte kost toegang tot het Belnet-netwerk en andere onderzoeks- en onderwijsnetwerken wereldwijd. “De samenwerking tussen Belnet en de twee gewesten is een win-win voor alle betrokkenen. Die wil ik uitbreiden naar nieuwe doelgroepen in de wereld van innovatie en onderzoek”, zegt staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Thomas Dermine.
lees ook
Belnet krijgt 400.000 euro steun van Centrum voor Cyberveiligheid
30 jaar expertise
Belnet levert sinds 1993 vernieuwde netwerkinfrastructuren van hoge kwaliteit en bijhorende diensten aan universiteiten, hogescholen, onderzoekscentra en overheidsdiensten. Het biedt ook innovatieve diensten op vlak van connectiviteit, security, cloud en mobiliteit. Dankzij de dertig jaar expertise en unieke marktpositie komt Belnet tegemoet aan de specifieke noden van 270 aangesloten organisaties die samen 815.000 eindgebruikers vertegenwoordigen.
“Belnet kan gebruik maken van ons glasvezelnetwerk en in ruil daarvoor kunnen onze onderzoeksinstellingen gebruik maken van de broodnodige infrastructuur”, zegt Vlaams minister van innovatie Jo Brouns. “Goed bestuur dat is bruggen bouwen. Met deze bruggen kunnen we onze studenten en onderzoekers ondersteunen en hen alles voorzien om verder te bouwen aan de toekomst van onze maatschappij.”
Meer informatie over Belnet vind je via deze link.
Learning Bytes Festival zet onderzoeksresultaten in de kijker
De tweede editie van het Learning Bytes Festival zet op dinsdag 7 maart enkele resultaten in de kijker van Smart Education, het onderzoeks– en innovatieprogramma van imec.
‘Learning Spaces’: dat is het thema van het tweede Learning Bytes Festival. Het evenement vindt plaats op dinsdag 7 maart in Départ in Kortrijk. Het festival is als het ware een showcase van onderzoeksresultaten uit het Smart Education-programma. In dat onderzoeks- en innovatieprogramma van imec bouwen onderzoekers samen met verschillende partners aan toekomstgerichte technologische oplossingen om slimmer te leren en trainen.
Learning Bytes Festival
Het Learning Bytes Festival vond vorig jaar voor het eerst plaats. Het thema was toen ‘5 jaar Smart Education’. Nu ligt de focus specifiek op leerplaatsen. “We hebben verschillende doelenstellingen voor het festival”, zegt Ine Windey. Zij werkt vanuit imec, Kulak en EdTech Station mee aan het event. “In de eerste plaats willen we met bepaalde onderzoeksresultaten naar buiten komen en onder andere via demo’s tonen welke toepassingen er mogelijk zijn rond EdTech.”

Een tweede aspect van het festival is ontmoetingen en inspiratie. “Klopt, we willen een evenement zijn waar onderzoekers in contact komen met de gebruikers, zijnde leerkrachten, trainers, enzovoort. Het festival is een plaats waar mensen nieuwe zaken zullen leren en kunnen proberen. Via het thema Learning Spaces duiken we in immersieve technologieën zoals XR en hybrid classrooms die het mogelijk maken om flexibeler te leren. Dat kan bijvoorbeeld via simulaties in realtime leren op afstand.”
lees ook
Twee projecten uit Smart Education @ Schools vallen in de prijzen
Roblox topman Buckley
Het Learning Bytes Festival is een mix van panelgesprekken, keynotes en workshops. Aan het einde van de dag brengt Jack Buckley een bezoek aan het event. De ondervoorzitter van het gamingplatform Roblox heeft 27 jaar ervaring in educatie en technologie en geeft zelfs de afsluitende keynote. “We zijn heel blij met zijn komst. Jack Buckley zal het niet zo zeer over Roblox hebben maar wel de focus leggen op formatieve evaluatie via leerervaringen door het platform”, gaat Ine Windey verder.

Het festival is een uitgelezen moment voor gebruikers zoals leerkrachten om de mensen achter het onderzoek te ontmoeten. Het festival wordt gehost door <edtech/station>, de Belgische hub voor Edtech-bedrijven, die net dat verbinden als 1 van zijn doelstellingen heeft: “We zijn een netwerkorganisatie voor Belgische EdTech-bedrijven met contacten langs zowel de gebruikerskant als de kant van het onderzoek. Onze rol is om innovaties en nieuwe technologieën in EdTech tot bij de gebruiker of afnemer te krijgen, maar ook om die technologieën tot bij nieuwe onderzoeken te loodsen,” besluitThomas Van Cauwenberghe, Station Chief van <edtech/station>.
Het Learning Bytes Festival vindt plaats op dinsdag 7 maart vanaf 13 uur in Départ in Kortrijk. Het volledige programma is via deze website terug te vinden. Tickets kosten 40 euro, inschrijven kan via dezelfde pagina.
Universiteit Antwerpen onderzoekt of student ChatGPT gebruikte voor paper
Heeft een student aan de Universiteit van Antwerpen een paper geschreven met behulp van ChatGPT? Op die vraag wil de UAntwerpen snel een antwoord. De universiteit herbekijkt tegelijk de huidige evaluatievormen.
ChatGPT slaagde onlangs met brio voor een examen aan een Amerikaanse universiteit. Heeft dat nieuws een student aan de Universiteit van Antwerpen op een ‘briljant’ idee gezet? Het kan, want de universiteit start een onderzoek naar de student en diens paper. Er bestaat een groot vermoeden dat de student de populaire chatrobot ChatGPT onder de arm nam om de paper te schrijven. Dat zegt Peter De Meyer van de Universiteit Antwerpen aan VRT.
Maatregelen nemen
ChatGPT is een fenomeen. Elke dag verschijnen nieuwe berichten over het gebruik, en misbruik van de chatrobot. OpenAI lanceerde deze week nog een tool, de classifier, die mee teksten tegen de AI-lamp kan houden. Het hoeft niet te verbazen dat ook Vlaamse studenten zich een weg naar de chatrobot hebben gebaand. Al is het gebruik van externe hulpmiddelen wel verboden. Daarom zal de universiteit een onderzoek starten. “We zijn lang niet zeker, daarom voeren we het onderzoek”, aldus Peter De Meyer.
Zo zou de paper verdacht weinig bronnen hebben vermeld. Dat is niet verwonderlijk wanneer ChatGPT de tekst uit de virtuele duim zou hebben gezogen. De universiteit zal de nodige lessen trekken uit het voorval. “We zullen bestraffen, maar tegelijk beseffen we dat zulke tools er zijn om te blijven en alleen maar beter worden. We willen bekijken hoe we dergelijke systemen kunnen omarmen en implementeren in ons onderwijs op een gecontroleerde manier.”
lees ook
ChatGPT verboden in New Yorkse scholen
AI-middelen verboden
Het is nog te vroeg om vast te stellen dat er effectief fraude met artificiële intelligentie in het spel is. “Wat er tijdens de examens gebeurt aan onregelmatigheden, wordt pas na afsluiten van de examenperiode verzameld, om er verder uit te leren”, gaat De Meyer verder. “Het gebruik van ChatGPT en andere AI-middelen is niet toelaatbaar wanneer studenten daarmee proberen om het beoordelen van hun eigen kennis, inzicht of vaardigheden te verhinderen. Ons examenreglement laat nu al toe om tegen dergelijke onregelmatigheden op te treden.”
OpenAI kondigde vandaag aan dat er een betalende versie komt van de toepassing. Zo zal ChatGPT Plus 20 dollar per maand kosten. Dat het platform razend populair is, blijkt ook uit cijfers van analysefirma UBS gepubliceerd door Reuters. De chatrobot sloeg in amper twee maanden tijd een praatje met meer dan 100 miljoen mensen wereldwijd. In januari gingen gemiddeld 13 miljoen mensen per dag actief aan de slag met ChatGPT. Nooit eerder rondde een applicatie zo snel deze kaap.
OpenAI lanceert tool om AI-gegenereerde tekst te ontmaskeren
De classifier staat volgens de makers van ChatGPT nog niet helemaal op punt maar kan wel helpen bepalen of een tekst geschreven is door een mens of een machine. OpenAI zegt bovendien dat het samenwerkt met docenten over het gebruik van ChatGPT in de klas.
Sinds de release van ChatGPT eind vorig jaar is het geen dag stil geweest rond de intussen beruchte taalrobot. De hoge vlucht van ChatGPT zorgde voor een stroom aan enthousiasme en een even grote tegenstroom aan verontwaardiging. Want ‘hoe zal ooit nog kunnen worden bepaald welke tekst is ontsproten aan een menselijk brein en welke tekst uitgekraamd is door een computer?’. OpenAI komt nu zelf ook met een tool op de proppen die AI-tekst kan ontmaskeren. Al is de toepassing lang niet foutenvrij.
Classifier als bijkomende hulp
OpenAI zegt in een blog over de release dat de classifier is ontwikkeld om een onderscheid te maken tussen door mensen geschreven tekst en documenten die ontsproten zijn aan de artificiële intelligentie van verschillende providers. “Het is onmogelijk om op betrouwbare wijze alle door AI geschreven tekst te detecteren. Toch zijn we ervan overtuigd dat goede classifiers hun nut hebben bij het ontmaskeren van teksten”, aldus OpenAI
Het bedrijf van CEO Sam Altman geeft als voorbeeld dat classifiers zoals die van OpenAI kunnen helpen bij het detecteren van onder andere geautomatiseerde desinformatiecampagnes en het gebruik van AI-tools voor academische fraude. “Uit testen met Engelse tekst blijkt dat de classifier 26 procent door AI geschreven tekst correct analyseert. Langs de andere kant omschrijft het negen procent van menselijke tekst ten onrechte als AI. De betrouwbaarheid groeit wanneer grotere teksten worden ingevoerd.”
lees ook
AI-taalmodellen: bedreiging of verrijking voor het onderwijs?
Beperkingen
De toepassing is gratis beschikbaar via deze link. Toch zijn er enkele voorwaarden aan verbonden. Zo moet de gebruiker een (gratis) OpenAI-account hebben of aanmaken. De tekst zelf moet minstens 1.000 tekens bevatten. De tool is niet altijd correct, het kan dus zowel AI-teksten als menselijke tekst door elkaar halen. OpenAI geeft ook aan dat AI-gegenereerde tekst gemakkelijk kan worden aangepast zodat het aan de filter ontsnapt. Ook teksten uit andere talen dan het Engels zullen, voorlopig, minder accuraat zijn.

We namen de proef op de som en plukten een lukrake tekst van de website van Klasse. De tekst, in het Nederlands uiteraard, handelde over hoe ouders mee te krijgen in studieadvies. Volgens de classifier is de tekst ‘unlikely’ AI-gegenereerd. Goed werk dus van de journalist die het artikel schreef. Volgens OpenAI zal de accuraatheid van de tool alleen maar toenemen naarmate meer mensen die gebruiken. “Daarom maken we de tool openbaar zodat we feedback krijgen en in de toekomst verbeterde methoden kunnen voorstellen.”
ChatGPT in de klas
OpenAI is niet de eerste om met een tool op de proppen te komen voor het detecteren van AI-teksten. Vrijwel onmiddellijk na de release van ChatGPT pakten sites als GPTZero en Turnitin uit met hun toepassing om plagiaat op te sporen. Dat ook OpenAI hard inzet, hoeft niemand te verbazen. Van bij de start sloegen verschillende onderwijsinstellingen alarm. Sommigen verboden het gebruik van de chatrobot zelfs volledig in hun scholen.
OpenAI schrijft in het persbericht dat het identificeren van door AI geschreven tekst een belangrijk discussiepunt is geweest met docenten. “We werken daarom samen met docenten in de VS om erachter te komen hoe zij ChatGPT zien in hun klasomgeving. Daarnaast vragen we feedback van iedereen die bij het onderwijs is betrokken. Dit zijn belangrijke gesprekken die deel uitmaken van onze missie om grote taalmodellen veilig in te zetten.”
Turnitin bouwt tool om AI-geschreven teksten te ontmaskeren
Het bedrijf, vooral gekend om zijn antiplagiaatsoftware, werkt aan een toepassing om teksten gemaakt door taalrobots zoals ChatGPT te ontmaskeren.
Grote taalmodellen hebben sinds de release van GPT-3 in 2020 aan populariteit gewonnen. Al nam het succes pas begin december een ware vlucht nadat OpenAI de taalrobot ChatGPT op de wereld los liet. De polarisatie sindsdien kan haast niet groter zijn. Enerzijds slaan sommige scholen en universiteiten de toepassing in de ban. Anderzijds omarmen onderwijsinstellingen en leerkrachten de toepassing. Turnitin werkt naar eigen zeggen aan een oplossing om AI-gegenereerde teksten te ontdekken.
Academisch beleid
De discussies zijn volop aan de gang over hoe taalmodellen en chatrobots kunnen worden ingezet. Of hoe ze helemaal verboden moeten worden. De onderwijswereld weet, net als de zakelijke, niet goed welk beleid moet worden gevoerd. En dat is helemaal niet vreemd want er is geen wettelijk kader. En er zijn ook geen afdoende manieren om machinaal geschreven teksten te onderscheiden van zuiver schrijfwerk van een vlijtige student.
Turnitin gaat er prat op om aan de oplossing te werken, zo schrijft The Register. Het Amerikaanse bedrijf ontwikkelt en verkoopt software die berekent hoe vergelijkbaar een bepaalde tekst of essay is ten opzichte van de inhoud van een databank vol papers, webpagina’s en boeken. De software speurt met andere woorden naar elke vorm van plagiaat en wordt gebruikt door 15.000 instellingen in 140 landen.
lees ook
AI-taalmodellen: bedreiging of verrijking voor het onderwijs?
Geheime ontwikkeling
Turnitin heeft meer dan 20 jaar ervaring en beschikt dus over een enorme databank aan schrijfmateriaal. Dat maakt van het bedrijf een ideale speler om een academische AI-tekstdetector te ontwikkelen. Sinds de release van GPT-3 werkt Turnitin in alle stilte aan het product. De haast om met een tool op de proppen te komen, is de jongste maanden uiteraard groter geworden. Voor de krachtigere opvolger ChatGPT vraagt om gepaste maatregelen.
“Snelheid is belangrijk. De detectie in het begin zal vrij simpel zijn. Maar de toepassing wordt slimmer en dus zullen releases volgen om nog betere workflows voor docenten te maken”, zegt Annie Chechitelli, Chief Product Officer van Turnitin. “Het plan is om het prototype gratis te maken voor onze bestaande klanten. Tegelijk zullen we gegevens en gebruikersfeedback verzamelen. We willen de onderwijswereld helpen. In een latere fase zullen we bekijken hoe we het product zullen commercialiseren.”
Patronen herkennen
Teksten geschreven voor ChatGPT en andere taalmodellen kunnen best overtuigend zijn. Zo behaalde de chatrobot een onderscheiding aan een Amerikaanse universiteit. Toch zijn er veel tekenen die het werk van een algoritme verklappen. Meestal zijn de schrijfsels flauw en niet origineel. De taalmodellen herhalen bestaande ideeën en standpunten, maar hebben geen duidelijke stem. Mensen kunnen soms AI-gegenereerde tekst herkennen, maar dat kan een machine ook en voor veel accurater en sneller.
“Er zijn duidelijke patronen in AI-geschreven teksten. Voor ons mensen voelen die soms menselijk aan, toch schrijven machines fundamenteel anders. Het is het kiezen van het meest waarschijnlijke woord op de meest waarschijnlijke plaats. En dat is een heel andere manier om taal te construeren”, aldus Eric Wang, VP van Turnitin AI. “De detector is gebaseerd op dezelfde architectuur als GTP-3. We bestrijden in veel opzichten vuur met vuur. We hebben er een detectorcomponent in plaats van genererende component aan toegevoegd. Dit zal een wezenlijk verschil maken in hoe we werken en creëren.”
Lenovo lanceert nieuwe hard- en software voor onderwijs
Lenovo heeft tijdens de Future of Education Technology Conference nieuwe hardware, software en diensten aangekondigd. Het gaat onder andere om nieuwe Windows 11 en ChromeOS laptops.
Lenovo breidt het Education-portfolio uit met nieuwe Windows 11 en ChromeOS laptops, die zijn gebouwd om studenten en docenten te ondersteunen bij het hybride leren. Naast hardware vernieuwt Lenovo ook de digitale leeromgeving met een verbeterde VR Classroom en LanSchool Air-oplossing voor klasbeheer. Tot slot voorziet Lenovo in meer uitgebreide diensten zoals Device-as-a-Service opties en Accidental Damage Protection.
Toestellen voor hybride studeren
De nieuwste laptops en convertibles van Lenovo leveren robuuste apparaten en een uitgebreide line-up van besturingssystemen, computerplatforms en vormfactoren. Volgens Lenovo zijn de toestellen duurzaam en betrouwbaar. Dat kondigde het bedrijf aan tijdens de conferentie Future of Education Technology. “Lenovo DuraSpec biedt een reeks hardwarefuncties en testmethoden die zijn ontwikkeld om ervoor te zorgen dat onze apparaten geschikt zijn voor dagelijks gebruik binnen en buiten de klas”, aldus het persbericht.
“Onderwijs is de basis voor een betere toekomst”, zegt Stuart King, Global Head of Education bij Lenovo. “De kern van onze onderwijsoplossingen worden gevormd door apparaten die zijn ontworpen voor studenten, docenten, personeel en beheerders. Onderwijsinstellingen moeten klaar zijn voor de digitale transformatie. Daarom blijven wij samenwerken met scholen om oplossingen te creëren en te implementeren die eerlijke toegang bevorderen en de digitale kloof helpen overbruggen.”
Onderwijsgerichte diensten
Naast nieuwe hardware voorziet Lenovo ook in een vernieuwd dienstenpakket. Dat portfolio moet onderwijsinstellingen end-to-end oplossingen bieden. TruScale Device-as-a-Service for Education beheert het portfolio en maakt betaalbare oplossingen, software en een flexibele ondersteuning mogelijk. Via Windows Autopilot kan Lenovo helpen om toestellen snel aan studenten en docenten te leveren. ChromeOS-toestellen kunnen dan weer profiteren van Zero-Touch Enrollment waarbij de nieuwste cloudbased tools worden geïnstalleerd en eindpunten worden beveiligd.
lees ook
Lerarenbarometer peilt naar digitale transformatie van het onderwijs
De Accidental Damage Protection-dienst beidt dekking voor schade, opgelopen onder normale omstandigheden, die niet onder garantie valt. Lenovo kan bedrijven en onderwijsinstellingen helpen de CO2-uitstoot te compenseren via een compensatieservice en zogenaamde koolstofcompensatiekredieten. Die dragen volgens Lenovo bij aan door de Verenigde Naties goedgekeurde klimaatacties.
VR Classroom
Tijdens Future of Education Technology Conference haalde Lenovo ook de vernieuwde VR Classroom aan. De cloudgebaseerde immersive Learning Hub is ontworpen voor docenten die een bepaalde VR-inhoud zoeken, lessen willen maken en de klas eenvoudig beheren. VR Classroom krijgt verbeterde diensten waaronder een aangepaste installatie en training. De classroom heeft ook nieuwe, krachtigere headsets met een verdubbelde opslagruimte.
LanSchool en (cloudgebaseerd) LanSchool Air krijgen eveneens een opfrisbeurt. Zo zijn beide platformen voorzien van enkele functies die een betere samenwerking tussen de docent en leerling mogelijk moeten maken. LanSchool is beschikbaar als onderdeel van Lenovo’s EDU-softwarebundels. Die bundels omvatten onder andere NetFilter voor een AI-gestuurde beveiligingsoplossing.
Een overzicht van alle nieuwe en vernieuwde laptops en diensten voor het onderwijs is terug te vinden via deze link.