Zesde online ICT-onderwijsmarkt op 3 en 5 oktober

Op dinsdag 3 en donderdag 5 oktober vindt de zesde online ICT-onderwijsmarkt plaats. De korte, laagdrempelige webinars laten deelnemers kennismaken met nieuwe toepassingen of updates van bestaande tools. Al meer dan 300 deelnemers zullen minstens één sessie bijwonen.

De ICT-onderwijsmarkt richt zich naar directies, ICT-coördinatoren, leerkrachten uit het basis-, secundair en volwassenenonderwijs en de lerarenopleiding. “We proberen een zo divers mogelijk aanbod af te leveren zodat iedereen die met ICT in een school te maken heeft, er wat van kan opsteken”, aldus organisator Hans De Four van Impact Connecting. “Zo is er een mooi aanbod voor technische ICT-coördinatoren met onder andere TP-Link, Comcon, Google Admin en Azure.”

Laagdrempelig

De ICT-onderwijsmarkt vindt online plaats. Deelnemers hoeven niet het volledige programma te volgen, maar kunnen bepaalde webinars aanstippen. “Het geheel is super laagdrempelig en dat is speciaal voor leerkrachten die zich nog wat onzeker zouden voelen. Dankzij de markt leren zij vanuit hun vertrouwde locatie verschillende (nieuwe) toepassingen kennen. We willen hiermee de edtech-sector dichter bij de leerkracht brengen. Niet alleen de Vlaamse sector, want ook de Nederlandse zal aanwezig zijn.”

lees ook

M Leuven introduceert onderwijsproject rond AI en kunst

Alle grote spelers zijn vertegenwoordigd tijdens de twee sessiedagen. “Het gaat om technische zaken, omkadering (Digisprong) als inhoudelijke aspecten zoals leermiddelen en leerzorg. Een thema dat steeds meer aandacht krijgt is cyberdreiging. Het spreekt voor zich dat we, vanuit onze ervaring met Onderwijs Met Games, de kaart trekken van gamebased learning. We zijn blij met onze rol als ‘verbinder met impact’ tussen het edtech-veld en de onderwijswereld”, besluit Hans De Four.

Het volledige programma vind je hier.

Wooclap rondt kaap van 50 miljoen gebruikers

Wooclap, het platform voor interactieve pedagogiek, heeft de grens van 50 miljoen gebruikers bereikt. De toepassing, ondersteund door artificiële intelligentie, vloeide voort uit een samenwerking tussen ingenieurs en neurowetenschappers. Het platform biedt 21 soorten interactieve vragen, variërend van woordwolken tot meerkeuzevragen en brainstorming.

Het platform ontstond in 2015 en heeft nu dus de kaap van 50 miljoen gebruikers wereldwijd gerond. Studenten beantwoorden binnen enkele seconden de vragen en de resultaten worden in realtime weergegeven. Heel wat instellingen uit het hoger onderwijs maken gebruik van de interactieve pedagogiek. In België geven VUB, Universiteit Gent, Howest, UCLL en Arteveldehogeschool hun studenten en docenten toegang tot Wooclap.

Actief pedagogisch model

“Wetenschappelijke studies tonen aan dat passieve onderwijs- en leermethoden zeer ineffectief zijn”, aldus Sébastien Lebbe, medeoprichter van Wooclap. “We willen overgaan naar een actief pedagogisch model, van A tot Z. Om dit te bereiken, baseren we ons op neurowetenschap en zullen we ook steunen op artificiële intelligentie.” Wooclap stelt de presentator in staat om alle deelnemers tegelijk te betrekken, zowel op afstand als persoonlijk.

In het bedrijfsleven is digitaal een bron van inclusie. PwC, Cegos en Vinci hebben Wooclap geïntegreerd in hun dagelijkse bijeenkomsten met een focus op inclusie en efficiëntie. Wooclap vergemakkelijkt het besluitvormingsproces, bijvoorbeeld door brainstormsessies of teambijeenkomsten te vereenvoudigen.

lees ook

Vives opent ‘House of AI’ in Kortrijk

Docenten en trainers geven vaak aan dat het creëren van educatieve inhoud het meest tijdrovende deel van hun schema is. Daarom integreert Wooclap nu AI in haar platform. Deze functie maakt het mogelijk om in enkele seconden vragen te genereren over elk onderwerp. Andere AI-mogelijkheden worden momenteel in Wooclap geïmplementeerd, zoals automatische analyse van antwoorden op open vragen.

OpenAI toont nieuwe versie van Dall-E die ingebakken zit in ChatGPT

Beeld: OpenAI

Dall-E 3 zal beter details en tekst in beelden kunnen verwerken dan zijn voorganger. Vanaf oktober wordt de nieuwe versie aangeboden aan betalende ChatGPT-gebruikers.

OpenAI heeft Dall-E 3 officieel aangekondigd, de derde generatie van de populaire beeldgenerator. Voor wie Dall-E niet kent: het is een kunstmatige tool die voldoende heeft aan een beschrijving in woorden om een beeld te produceren. De huidige versie Dall-E 2 stond mee aan de wieg van de huidige generatieve AI-boom.

Het zit hem in de details

Dall-E 3 is nog niet beschikbaar voor het grote publiek, maar OpenAI licht toch al een tipje van de sluier. De nieuwe beeldgenerator zal veel beter zijn in het weergeven van details in een beeld. Wie al eens met Dall-E 2 geëxperimenteerd heeft, weet dat de tool vaak moeite had met het weergeven van lichaamsdelen zoals handen en gelaatsuitdrukkingen. De eerste reeks voorbeelden die OpenAI loslaat, bevatten mensen die er ook effectief als mensen uitzien.

Daarnaast is Dall-E 3 veel beter in het verwerken van tekst. Daarmee doelt OpenAI op twee zaken. Dall-E 3 zal je prompts beter begrijpen zodat je geen cursus prompt engineering meer hoeft te volgen om tot het beeld te komen dat je voor ogen had. Maar de beeldgenerator kan ook tekstfragmenten in een beeld verwerken. Wanneer je in de prompt zet dat een bepaald object iets moet zeggen, dan verschijnt die tekst in een tekstballon, zoals in een strip of cartoon.

Auteursrecht

Tools zoals Dall-E 3 blijven niet gespaard van controverse. Kunstenaars, fotografen en grafische designers hoeven maar weinig te hebben van kunstmatige ontwerpers die in enkele seconden een beeld kunnen maken. Met name auteursrecht is een heikele kwestie binnen AI-gegeneerde visuele content.

Het is recent tot rechtszaken gekomen waarbij mensen AI aanklagen omdat het onrechtmatig gebruik zou maken van hun intellectueel eigendom om content te produceren. Daar kan OpenAI zelf ook over meespreken: de New York Times overweegt een aanklacht en ook Game of Thrones-auteur George R.R. Martin wil het bedrijf voor de rechtbank dagen voor het stelen van fragmenten uit zijn bekende boekenreeks.

lees ook

EU stimuleert AI in innovatie en onderzoek maar verbiedt automatische gezichtsherkenning

Een Amerikaanse rechtsbank besliste onlangs ook dat geen auteursrecht kan geëist worden op AI-kunst. OpenAI zegt de nodige voorzorgmaatregelen te hebben ingebouwd om vervelende copyrightrechtszaken te vermijden. Je kan Dall-E 3 niet vragen om een beeld in de stijl van een (levende) kunstenaar te maken.

Het bedrijf zegt in de gebruiksvoorwaarden nu ook expliciet dat alle beelden die met de beeldgenerator gemaakt worden voor ‘publiek gebruik’ zijn; je mag er in dus mee doen wat je wilt. Er zijn ook beperkingen op het maken van ‘schadelijke content’ of het verwerken van bekende publieke figuren in je beelden om deepfakes en misinformatie tegen te gaan.

Integratie met ChatGPT

Waar vorige Dall-E-versies nog als aparte tool werden aangeboden, zal OpenAI de derde generatie helemaal integreren binnen ChatGPT. Dat voegt ook nieuwe mogelijkheden toe aan de chatbot om beelden te genereren. Vanaf oktober zal Dall-E 3 beschikbaar zijn voor betalende Plus- en Enterprise-klanten en later zal de beeldgenerator ook via een betalende api worden aangeboden aan ontwikkelaars. Of er een gratis versie van Dall-E 3 komt, is op dit moment niet duidelijk.

Google verlengt automatische Chromebook-updates naar 10 jaar

Google heeft aangekondigd dat het de automatische updates van Chromebooks vanaf 2024 zal verlengen. Tot nu kregen de Chromebooks acht jaar ondersteuning. Daar komen nu twee jaar bij. Daarnaast zorgt Google ervoor dat toestellen gemakkelijker kunnen worden hersteld en gerecycleerd.

Het Amerikaanse techbedrijf komt met de verlenging naar eigen zeggen tegemoet aan de vraag vanuit scholen, bedrijven en andere gebruikers om de levensduur van hun toestellen te vergroten. “We werken naast een verlenging van de updates aan Chromebooks met meer post-consumer recycled materials (PCR), energie-efficiënte toepassingen en snellere herstelprocedures”, schrijven Prajakta Gudadhe en Ashwini Varma van Google in een blog.

Tien jaar automatische updates

Chromebooks krijgen elke vier weken een automatische update. Die zorgt er uiteraard voor dat het toestel veilig is en langer in conditie blijft. Vanaf volgend jaar breidt Google de updates uit, van acht naar tien jaar. “Vanaf 2024 krijgt een gebruiker automatisch tien jaar updates bij een toestel uit 2021 of jonger. Chromebooks die eerder zijn uitgebracht, zullen een melding krijgen (na de laatste automatische update) zodat IT-beheerders de updates kunnen verlengen.”

Om de compatibiliteit te garanderen, werkt Google samen met alle fabrikanten binnen hetzelfde platform. Ook wanneer een Chromebook geen automatische updates meer ontvangt, blijft het volgens Google een veilig toestel. “Met Verified Boot voert de Chromebook bij elke opstart een zelfcontrole uit”, klinkt het. “Bij de minste detectie van geknoei of beschadiging van het systeem, dan zal de toepassing zichzelf repareren en terugkeren naar de oorspronkelijke staat.”

Kritiek op vervaldata

De voorbije jaren kreeg Google flink wat kritiek te slikken over hun updatebeleid. Vooral het feit dat Google de fabricagedatum als startpunt neemt om de termijn van updates te bepalen, stootte op flink wat onbegrip, weet ArsTechnica. “Door niet de verkoopdatum te gebruiken, kan dit leiden tot de aankoop van producten met een beperkte of geen beveiligingsondersteuning”, aldus Elizabeth Chamberlain van iFixit.

De uitbreiding naar tien jaar komt drie jaar nadat Google de automatische updates al verlengde van vijf naar acht jaar. Het is tegelijk een reactie op een rapport van de Amerikaanse Public Interest Research Group (PIRG) waarin werd gewezen op de beperkte levensduur van Chromebooks. “Google en andere techbedrijven moeten blijven innoveren en zich inzetten voor een circulaire economie. Ze moeten stoppen met het onder druk zetten van consumenten om hun toestellen te vervangen”, aldus Lukas Rockett Gutterman van PIRG.

Eenvoudige(re) reparaties en duurzaamheid

Als reactie op het PIRG-rapport kondigde Google enkele maatregelen aan om de levensduur, en het onderhoud, van Chromebooks te vergemakkelijken. Via het Chromebook Repair Program, ontstaan na een bevraging bij Amerikaanse middelbare scholen, kunnen IT-beheerders van scholen maar ook bedrijven eenvoudig toestellen herstellen. “We rollen continu updates uit. Zo kunnen techniekers Chromebooks herstellen zonder fysieke USB-sleutel waardoor de downtime van het toestel vermindert.”

lees ook

Google Chrome kan artikels voor je samenvatten

Op ecologisch vlak claimt Google dat de toestellen steeds duurzamer worden, zowel wat hardware als software betreft. “In de komende maanden zullen we nieuwe, energiezuinige toepassingen uitrollen zoals ‘adaptive charging’ om de gezondheid van de batterij te bewaren. De batterijbesparing zal dan weer energie-intensieve processen verminderen of uitschakelen. Sinds vorig jaar werken we met onze partners aan meer duurzame Chromebooks, die gemaakt zijn van onder meer oceaan plastic.”

9 op 10 studenten houdt vast aan papieren studiemateriaal

9 op de 10 studenten leert nog steeds het liefst uit papieren studiemateriaal. Dat blijkt uit de onderwijsmonitor van Acco, na een onderzoek bij 173 docenten en 1.612 studenten aan Vlaamse universiteiten en hogescholen. De vaststelling is opvallend gezien de meeste docenten zich voortbewegen in een mix van digitaal en fysiek studiemateriaal (blended learning). 7 op 10 studenten drukt daarom lesmateriaal op eigen initiatief af als dit enkel digitaal beschikbaar is. Acco wijst erop dat digitaal materiaal op die manier een onvoorziene kost met zich meebrengt.

De start van het academiejaar betekent traditiegetrouw ook de start van de lessen met bijhorend cursusmateriaal, schrijft de aanbieder van (blended) studiemateriaal voor hoger onderwijs. De digitalisering van lesmateriaal is de afgelopen jaren aan een opmars bezig. Met een coronaperiode waar virtueel lesgeven de norm werd en een studentengeneratie die geboren is met een smartphone in de hand lijkt dat een evidentie te zijn. Toch blijkt uit de Onderwijsmonitor dat wie met het studiemateriaal aan de slag wil gaan, trouw blijft aan een papieren exemplaar.

Papier hier!

60 procent van de studenten geeft de voorkeur aan een volledig papieren cursus terwijl 29 procent zich kan vinden in een digitaal e-book als ze die in combinatie met een papieren handboek kunnen gebruiken. Dat maakt een totaal van 9 op 10 studenten die blijven vasthouden aan papieren studiemateriaal. Dat staat in schril contrast tegenover de 9 procent die genoegen neemt met een uitsluitend digitale cursus.

“Het is geen verrassing dat studenten blijven kiezen voor een papieren cursus”, meent Martin Valcke, hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Gent. “Papieren lesmateriaal laat studenten toe om de leerstof op een diepgaandere manier te verwerken via markeringen, kanttekeningen en schema’s. Het blijkt moeilijker voor studenten om zich te concentreren wanneer ze via een laptop studeren door de toegang tot en afleiding door andere programma’s. Digitaal en fysiek hebben allebei hun didactische sterktes en kunnen best complementair ingezet worden.”

Hoge kostprijs

De vraag naar papieren studiemateriaal is opvallend, gezien slechts 4,5 procent van de docenten nog uitsluitend studiemateriaal op papier aanbiedt. Het merendeel (81 procent) kiest voor een combinatie van digitaal en papieren studiemateriaal. Dertien procent voorziet zelfs uitsluitend digitaal studiemateriaal. En dus drukken de studenten massaal (69 procent) zelf hun studiemateriaal af om de lessen te volgen wanneer ze starten met studeren. Ook ander lesmateriaal, zoals samenvattingen, powerpoints en papers worden nog veel afgedrukt. Met een hoge printkost als gevolg.

“Digitaal studiemateriaal heeft een vaste plaats binnen het hoger onderwijs”, zegt Inge Vander Velpen, CEO bij Acco. “Het bevordert de toegankelijkheid van onderwijs, maar kan tegelijk onvoorziene kosten met zich meebrengen. Bijna 1 op de 5 studenten geeft meer dan 100 euro per semester uit aan het afdrukken van lesmateriaal. Dat komt bovenop de prijs die ze al betalen voor hun boeken en eventueel ander studiemateriaal. Dat zet de betaalbaarheid en toegankelijkheid van lesmateriaal onder druk voor studenten die het vaak met een beperkt budget moeten redden.”

lees ook

Docenten én studenten verkiezen blended les met papieren studiemateriaal

“De juiste blended mix is doorslaggevend in de financiële toegankelijkheid van het hoger onderwijs. We zien het als onze verantwoordelijkheid om daarvoor te waarschuwen. Omdat we geen winstoogmerk hebben, kunnen we ons ook veroorloven om actief aan de toegankelijkheid bij te dragen. Zo werken we zelf honderd procent blended en kunnen studenten bij ons goedkoper printen dan in eender welke copyshop of zelfs thuis”, besluit Vander Velpen.

AI-presentaties maken in Gamma

Artificiële intelligentie heeft (steeds meer) een impact op de samenleving, en in het bijzonder het onderwijs. Sommige toepassingen bevinden zich in een controversieel hoekje, andere kunnen dan weer een aangename hulp zijn voor leerkrachten en leerlingen. Wij gingen met AI aan de slag via de Gamma-app en ontdekten hoe eenvoudig presentaties maken kan zijn.

Elke leerkracht heeft al gevloekt of gegromd tijdens het maken van een presentatie, of niet? Eerst en vooral steek je vaak veel tijd in het schrijven van de inhoud. Nadien volgt het structureren en het maken van de presentatie, uiteraard voorzien van de nodige animaties en vlotte overgangen. Presentaties maken is uiteraard niet altijd een vervelende opgave maar er kruipt toch best wat voorbereiding en tijd in. Toepassingen zoals Gamma (nee, niet van de hobbyketen) beloven een nieuwe manier om ideeën naar voor te brengen. Schoolit nam de proef op de som.

Eigenschappen van een goede journalist

In feite wilden we zelf even lui zijn en kijken hoe eenvoudig het is om een presentatie in elkaar te flansen. Voor we effectief aan de slag konden, maakten we een account op de website van Gamma. Dat kan via een Google-account of eender welk e-mailadres.

De toepassing wil ons graag beter leren kennen en vraagt in twee stapjes waarvoor we erberoep op zullen doen. We krijgen de keuze tussen een persoonlijke of bedrijfsaccount. Nadat we de workspace een naam hebben gegeven, wil Gamma nog een paar dingen weten, zoals het werk dat we uitvoeren (journalist staat er trouwens niet tussen). Nadat we verteld hebben hoe we de app leerden kennen (in ons geval via AI wijs in onderwijs) kunnen we eindelijk aan de slag.

Gamma valt meteen met de deur in huis. Kiezen we voor een presentatie, een document of toch maar een webpagina? We gaan voor het document, en krijgen meteen een tweede vraag voorgeschoteld. Waarover moet het document gaan? Wel, over de eigenschappen van een goede journalist dus. Hier komt het AI-model achter Gamma in actie. De app schotelt ons enkele bulletpoints voor. Omdat we nog altijd wat lui zijn, gaan we meteen akkoord.

Een volgende vraag van Gamma: hoe moet de pagina er uitzien wat indelen en kleuren betreft. De ontwikkelaars geven ook hier de kans om voor de snelle optie te kiezen, dus klikken we op de ‘surprise me’-knop. Een kleurencombinatie ergens tussen paars en roze komt uit de bus.

Intussen heeft de AI-motor de bulletpoints omgezet in volledig uitgeschreven paragrafen. Elke paragraaf kan je nu naar hartenlust bewerken door extra tekst toe te voegen, illustraties te kiezen, enzovoort. En uiteraard hoort ook hier een stukje AI bij. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding van een journalist toevoegen, dan kan je nadat je een prompt hebt ingegeven kiezen voor bestaande of nieuwe AI-gegenereerde beelden. Dat doet ons keihard denken aan DALL-E 2 van OpenAI.

Net zoals gewone presentaties kan je via Gamma naar eigen goesting de teksten illustreren met beelden, GIF-jes, tot zelfs video’s. De AI-functie doet prima zijn werk, al spreekt het voor zich dat een kritische blik wenselijk blijft. Voor dit document hebben we geen eigen tekst toegevoegd, wat bij sommige themapunten misschien wel had gemogen. Maar het geeft wel weer hoe een eenvoudige presentatie in geen tijd kan worden opgemaakt.

De app heeft heel wat gratis functies, maar net zoals bij andere AI-programma’s zijn er ook betaalopties mogelijk. En uiteraard kunnen gebruikers van de betaalde versies meer halen uit Gamma. Voor acht euro per maand verdwijnt onder andere het Gamma-logo van de exportbestanden. Wie zestien euro per maand over heeft voor het programma, krijgt onder andere uitvoerige analytics en gepersonaliseerde fonts in de bus.

Benieuwd naar de eigenschappen van een goede journalist? Klik hier!

Whizzkids mikt in jubileumjaar ook op eerste graad secundair

Dit schooljaar viert Whizzkids, het platform voor online ICT-wedstrijden, het 25-jarig bestaan. Om dat jubileumjaar extra op te luisteren, richten de medewerkers zich voor het eerst op de eerste graad secundair onderwijs. Schoolit schoof met Bert Vanhaesebroeck, Ine Vanheirreweghe en Kristof Mommaert aan tafel voor een fijne babbel.

Whizzkids is de voorbije jaren uitgegroeid tot een vaste waarde in veel klassen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar. Ondertussen zijn ook lerarenopleidingen, scholen in het Franstalige landsgedeelte en Nederlandse scholen mee op de kar gesprongen. Bij de start van het jubileumjaar kondigde Whizzkids trots een nieuwe doelgroep aan. “Vanaf dit jaar kunnen ook klassen uit de eerste graad van het secundair onderwijs deelnemen”, glundert Bert Vanhaesebroeck van Whizzkids.

Jubileum

Die wieg van Whizzkids stond een kwarteeuw geleden in het bureau van de vzw CST (Computers op School en Thuis). “Zij voelden dat er nood was aan ICT binnen onderwijs. Op dat moment was ICT nog lang niet ingeburgerd. Het team is gestart met een wedstrijd die zich richtte op het vijfde en zesde leerjaar”, gaat Bert verder. Hij is, net als zijn vier collega’s een gedetacheerde leerkracht, en kwam via zijn collega Guido Vermaerke in contact met Whizzkids.

In de beginjaren was de wedstrijd een puur vrijwillige aangelegenheid, bovenop de dagtaak als leerkracht. “Er namen pakweg dertig klassen deel aan de quiz, maar dat aantal steeg en blijft maar stijgen. Vorig jaar schreven liefst 2.600 klassen zich in, en ook dit jaar verwachten we een massale deelname. In 2019 kregen we van één van onze partners, de Cronos Groep, de vraag hoe ze ons konden helpen. Toen hebben we gezegd dat meer tijd het belangrijkste was. Dankzij die steun kunnen we nu met vijf voltijds of deeltijds aan Whizzkids werken en blijven doorgroeien.”

Klaswerk

Een belangrijk punt voor leerkrachten om hun klas in te schrijven, is dat de wedstrijd een teamwerk is. “We voorzien drie vragenreeksen via Google Classroom of Microsoft Teams”, vult Kristof Mommaert aan. Per vragenreeks hebben de teams, de klassen dus, vier tot vijf weken tijd om de antwoorden door te sturen. Rond februari, wanneer de derde ronde is afgewerkt, krijgen de deelnemers de resultaten. De teams die een bepaalde score halen, maken kans om deel te nemen aan de halve finale.”

De halve finales zullen per loting worden bepaald. “Elk team heeft evenveel kans om geselecteerd te worden. De beste tien klassen uit elk studiejaar stoten door naar de grote finale in Walibi op 13 mei. Nog een nieuwtje: de teams die eindigden op de elfde tot twintigste plaats, krijgen een uitnodiging voor de kleine finale die plaatsvindt in de Zoo van Antwerpen.”

Finale Whizzkids lager onderwijs in Walibi

Voor de organisatie staan de resultaten niet bovenaan de prioriteitenlijst. “Het is altijd leuk om goed te scoren, dat weten we wel. Maar het opzet van Whizzkids is veel meer dan dat. Het gaat om samenwerken. Daarom zijn de vragenreeksen opgedeeld in drie vragentypes, van gemakkelijk tot moeilijk. Er komt altijd opzoekwerk bij kijken en we merken dat de kinderen heel veel van elkaar leren. Dat is het belangrijkste aspect voor ons”, benadrukt Bert.

De nood om door te groeien naar andere doelgroepen is er altijd geweest. Door de extra financiële middelen kon Whizzkids een lijn leggen naar de lerarenopleiding in de hogescholen. “Iedereen weet dat er een nood is om ICT binnen de klas te brengen”, legt Ine Vanheirreweghe uit. “Dat gebeurt in eerste instantie via de leerkrachten zelf. Alleen merken we dat sommige leerlingen ICT-vaardiger zijn dan hun leerkrachten. Vandaar dat we de stap hebben gezet naar de toekomstige leerkrachten om hen mee te nemen in het verhaal.”

Vorig jaar mocht Whizzkids acht hogescholen verwelkomen, goed voor 350 studenten. “Voor dit academiejaar hebben we al twaalf deelnemende hogescholen die samen ruim 600 studenten zullen afvaardigen. De deelnemers krijgen één vragenreeks met dertig vragen die we filteren uit het zesde leerjaar. We stoppen er ook een praktische proef in. Via digitale tools moeten de studenten een toepassing maken voor het lager onderwijs. Vorig jaar was dat een padlet voor leerkrachten rond een thema van één van onze partners MOS (Milieu Op School).”

Finale Whizzkids hogescholen in gebouwen van Google in Brussel

Eindtermen

Ook dit jaar zullen de studenten een praktische opdracht, opnieuw rond MOS, opgelegd krijgen. “We verwachten een interactieve praatplaat over biodiversiteit, energie of mobiliteit. We voorzien zelf 360° foto’s waarop de studenten vijf Whizzkids-vragen en drie BookWidgets integreren. De toepassingen zijn nadien trouwens verkrijgbaar via KlasCement zodat alle leerkrachten ze kunnen gebruiken.”

De hogeschoolstudenten werken in groepjes aan de proef. “We kozen voor studenten uit het tweede jaar. Alles wordt gekoppeld aan de eindtermen, zodat leerkrachten de uiteindelijke resultaten perfect kunnen integreren om hun doelen te behalen. Voor de studenten hangen er, naast eventuele prijzen zoals weekendjes of speldozen, ook studiepunten vast aan de opdrachten. Ze zien ook op welke manier ze later, in hun klas, digitale tools kunnen gebruiken.” De finale vindt plaats op 27 februari.

Finalisten Whizzkids hogescholen

Nieuw: Whizzkids voor secundair

Tijdens het gesprek pakten Bert, Ine en Kristof uit met een heuse primeur: Whizzkids trekt naar het secundair onderwijs. “Het idee leefde al een tijdje”, aldus Bert Vanhaesebroeck. “Er zal een wedstrijd voor de A-stroom en B-stroom apart zijn. De leerlingen van de A-stroom zullen in kleine teams één vragenreeks krijgen voorgeschoteld. Voor de B-stroom voorzien we twee vragenreeksen en nemen ze met heel de klas deel aan de wedstrijd.”

lees ook

[adv] Flanders Education Summit (28 september) vertelt verhaal na Digisprong

Voor de medewerkers van Whizzkids zal het even zoeken zijn naar geschikte vragen en opdrachten. “We komen allemaal uit het lager onderwijs, maar gelukkig krijgen we ondersteuning van iemand met ervaring in het secundair onderwijs. Geïnteresseerde scholen kunnen zich melden. We verwachten dat de wedstrijd zelf eind januari of begin februari zal starten.

Meer info via de website van Whizzkids.

Unesco pleit in AI-richtlijn voor minimumleeftijd van 13 jaar

De Unesco heeft overheden opgeroepen om het gebruik van generatieve artificiële intelligentie binnen scholen te reguleren. De VN-organisatie publiceert daarom richtlijnen waarbij onder andere wordt gepleit voor een minimumleeftijd (13 jaar) voor het gebruik van AI.

Nu de zomervakantie in een groot deel van wereld voorbij is, roept Unesco regeringen op om passende regelgeving en lerarenopleidingen in te voeren. Die maatregelen moeten zorgen voor een mensgerichte benadering van het gebruik van generatieve AI in het onderwijs. Unesco heeft daarom de eerste mondiale ‘Guidance on Generative AI in Education and Research’ gepubliceerd. Met die richtlijnen hoopt de VN-organisatie de verstoringen aan te pakken die zijn veroorzaakt door AI.

Controversiële technologie

De richtlijn spendeert eerst de nodige bladzijden aan de term generatieve AI en de werking ervan. Nadien gaat de tekst dieper in op de controverses die sinds de opkomst van chatrobots zoals ChatGPT als paddenstoelen zijn opgedoken, in het bijzonder hoe deze de kloof tussen digitale gegevens verergert. Vooral het feit dat de huidige taalmodellen grotendeels zijn getraind op gegevens van online gebruikers uit het mondiale Noorden versterkt de discrepantie.

Generatieve AI kan een enorme kans bieden voor de menselijke ontwikkeling, maar kan ook schade en vooroordelen veroorzaken”, zegt Audrey Azoulay, Directeur-Generaal van Unesco. “Het kan niet in onderwijs worden geïntegreerd zonder publieke betrokkenheid en de noodzakelijke waarborgen en regelgeving van overheden. Deze richtlijn zal beleidsmakers en docenten helpen het potentieel van AI optimaal te benutten voor het primaire belang van leerlingen.”

Pas vanaf 13 jaar

De richtlijn zet zeven belangrijke stappen op een zij die overheden moeten nemen om generatieve AI te reguleren en beleidskaders vast te stellen voor het ethisch verantwoord gebruik in onderwijs en onderzoek. De leidraad schuift een leeftijdsgrens van 13 jaar naar voor om met AI-hulpmiddelen aan de slag te gaan in de klas. Leerkrachten moeten ook de juiste opleidingen krijgen over dit onderwerp.

lees ook

Vives opent ‘House of AI’ in Kortrijk

Unesco heeft de leidraad op donderdag 7 september voorgesteld in het hoofdkwartier van de organisatie. Tijdens de presentatie kwam naar voor dat de onderwijswereld onvoldoende was voorbereid op de ethische en pedagogische integratie van de technologie. Uit een recente studie blijkt dat minder dan tien procent van de scholen en universiteiten formele richtlijnen heeft met betrekking tot het gebruik van generatieve AI-toepassingen.

De volledige Unesco-richtlijn kan je hier downloaden.

TikTok opent eerste Europese datacenter

Het eerste datacenter van de populaire Chinese app TikTok is geopend in Dublin. ByteDance, het bedrijf achter de controversiële app is begonnen met het overzetten van Europese gebruikersgegevens. Op die manier wil TikTok een antwoord bieden op heel wat bezorgdheden op vlak van privacy en datagebruik.

Het datacenter in het Ierse Dublin is het eerste van in totaal drie Europese centers. Later komt er nog een tweede in Ierland en een derde in Noorwegen. In de datacenters zullen gegevens worden bewaard van TikTok-gebruikers uit de Europese Economische Ruimte, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Tegelijk beloofde TikTok dat een Europees veiligheidsbedrijf de datacenters zal mogen doorlichten. Die eer valt het Britse NCC Group te beurt.

Westerse bezorgdheid

De drie datacenters maken deel uit van TikTok’s ‘Project Clover’-initiatief om de opslag van Europese gegevens te centraliseren en lokaliseren. Volgens The Verge is dit het Europese alternatief voor het Amerikaanse ‘Project Texas’. Ook daar wil TikTok de zorgen over gegevensbescherming en -privacy wegnemen door de gebruikersgegevens via servers van het Amerikaanse Oracle te routeren. Toch blijft de (Westerse) bezorgdheid om TikTok groot.

lees ook

Waarom is er zoveel te doen rond TikTok?

Zowel in de Verenigde Staten als in Europa klinken stemmen steeds luider om de app volledig te verbieden. In de VS wil de staat Montana een dergelijk verbod laten gelden vanaf 2024. Eerder verbood de Europese Commissie haar personeel al om de app te gebruiken. Door de datacenters lokaal te plaatsen en een doorlichting toe te staan, hoopt ByteDance politici en gebruikers te overtuigen dat hun data niet bij de Chinese autoriteiten zullen belanden, weet Belga.

Hoger onderwijs succesvoller maken door digitale transformatie

Het hoger onderwijs bevindt zich op een cruciaal moment. Scholen en universiteiten, zowel regionaal als wereldwijd, bevinden zich midden in een belangrijke verschuiving, waarbij ze zowel unieke leermodellen als campuservaringen voor studenten bieden door middel van digitale transformatie. In de huidige digitale wereld willen studenten een opleiding die hen voorbereidt op een snelle, naadloze overgang naar een carrière. Als gevolg daarvan is ook de IT-infrastructuur drastisch veranderd. Het gaat niet langer alleen om het beheren van hardware of software: IT-systemen moeten de technologie en diensten leveren die wendbaarheid, efficiëntie en leerinnovatie mogelijk maken.

Maar hoewel er al veel vooruitgang is geboekt, is het voor veel instellingen voor hoger onderwijs moeilijk om een effectieve digitale transformatie tot stand te brengen, omdat ze te maken hebben met een steeds groter wordende lijst barrières. Deze omvatten factoren zoals beperkte IT-budgetten, gedecentraliseerd computergebruik en zwakke netwerkbeveiliging.

De drang om het hoger onderwijs te transformeren

Scholen en universiteiten vertrouwen steeds meer op innovatieve programma’s en ideeën om zichzelf opnieuw uit te vinden. Als gevolg daarvan is de noodzaak om 24/7 ononderbroken, inclusieve en zeer boeiende leerervaringen te bieden (zowel binnen als buiten het klaslokaal) nog nooit zo belangrijk geweest. Ervoor zorgen dat leerlingen en leerkrachten verbonden zijn en kansen krijgen via meeslepende hardware en software is essentieel om een betere toekomst op te bouwen voor vandaag en morgen.

IT-leiders in het hoger onderwijs willen vandaag de dag het succes van studenten en instellingen verbeteren door middel van IT-initiatieven die digitale transformatie in hun campuservaring inhouden. Hoe kunnen ze dat bereiken?

  • Kapitaal besparen en slimmer innoveren: De afgelopen jaren hebben scholen en universiteiten hun budgetten snel en drastisch moeten bijstellen, waarbij veel scholen en universiteiten hun totale uitgaven moesten verlagen. Wanneer een bedrijf IT kan consumeren op basis van een ‘pay-per-use’, als een servicemodel, is het eenvoudiger om bij te houden welke projecten wel of niet volgens plan verlopen. Hierdoor weten bedrijven waar ze wel en waar ze geen extra geld aan moeten besteden. Met dit model kunnen instellingen al hun primaire functies aanbieden via een zelfbedieningscatalogus. Dit maakt wendbaarheid, efficiëntie, beveiliging en effectief beheer van digitale bronnen mogelijk.
  • Transformatie van cybersecurity: Dreigingen voor cybersecurity en netwerkbeveiliging zijn steeds topprioriteiten voor CIO’s in het onderwijs. Het hoger onderwijs staat in de top vijf van sectoren met cyberbeveiligingsrisico’s en heeft ook het hoogste percentage ransomware. Volgens een recent onderzoek van Gartner wordt ransomware zelfs genoemd als een van de gevaarlijkste bedreigingen voor organisaties en zal in 2025 ten minste 75% van de IT-organisaties te maken krijgen met een of meer aanvallen. Het is daarom cruciaal voor instellingen om een holistische strategie op te bouwen, door middel van campusbeveiligingsoplossingen die mensen, informatie en fysieke componenten beschermen.

lees ook

Onderwijssector lijdt het zwaarst onder ransomware-aanvallen

  • Opslag en beheer van gegevens: Gegevens worden steeds meer gedecentraliseerd. Volgens Gartner zal in 2025 75% van de door bedrijven gegenereerde gegevens worden gecreëerd en bewaard buiten een traditioneel datacenter of cloud. De toestroom van studentenapparaten en een explosie van gegevens stellen enorme eisen aan IT-resources. Intelligente automatisering en geïntegreerde rekenclusters kunnen academische instellingen in staat stellen het gegevensbeheer te stroomlijnen en de operationele kosten te verlagen. Deze gemakkelijke toegang tot gegevens biedt een enorm scala aan digitale hulpmiddelen en bronnen voor zowel studenten als docenten.
  • Krachtige cloudtechnologieën: Door leren op afstand is de cloud tegenwoordig een noodzaak geworden om het soort oplossingen en diensten te leveren die naadloze virtuele interactiviteit tussen docenten en studenten mogelijk maken. Clouddiensten helpen bij het creëren van aanzienlijke kosten- en operationele voordelen, zoals het helpen van academische instellingen bij het verminderen van kapitaal, het mogelijk maken van snelle schaal-up en schaal-down capaciteit om de IT-souplesse te verbeteren en het datacenter draaiende te houden om meer strategische doelen na te streven.
  • ‘Connected campus’: Om leerlingen beter bij het klaslokaal te betrekken, kan het gebruik van interactieve, samenwerkende technologieën in combinatie met innovatieve onderwijspraktijken leeromgevingen transformeren. Deze producten omvatten grootformaat beeldschermen, projectoren en interactieve schermen. Daarnaast bieden oplossingen voor virtuele desktopinfrastructuur (VDI) en videoconferenties toegang tot IT-bronnen en afstandsonderwijs, ongeacht het apparaat dat wordt gebruikt. VDI biedt een duidelijk, eenvoudig pad voorwaarts: inclusief veilige toegang tot up-to-date applicaties en cursusbronnen met behoud van een vertrouwde en productieve gebruikerservaring. Het helpt ook om te voorzien in de directe behoefte aan dynamische toewijzing van IT-resources, holistische beveiliging en toegang tot technologie voor een in toenemende mate afgelegen studentenpopulatie. Vanwege het inherente ontwerp dient het ook als een fundamentele technologie die veel scholen gebruiken als onderdeel van hun digitale transformatiestrategie op lange termijn.

De ‘sweet spot’ ontstaat wanneer de technologie geschikt is voor het beoogde doel en studenten en docenten goed vertrouwd zijn met het gebruik van de technologie om er het maximale uit te halen.

Arnaud Bacros, General Manager Belgium & Luxembourg bij Dell Technologies
  • Technologie die creativiteit mogelijk maakt: Om ervoor te zorgen dat technologie het leren positief beïnvloedt, hebben leerkrachten apparaten en systemen nodig die de leeromgeving opnieuw uitvinden en creativiteit bevorderen. Neem bijvoorbeeld Esports. Nu de game-industrie volgens Accenture meer dan 300 miljard dollar waard zal zijn, zijn studenten steeds meer op zoek naar een carrière in deze sector. Nu hogescholen beurzen voor Esports, competitieve teams en nieuwe studieprogramma’s aanbieden, biedt Esports spannende mogelijkheden voor betrokkenheid en groei van studenten.

Het digitale klaslokaal goed aanpakken

Door gebruik te maken van nieuwe innovatieve technologieën kunnen leiders in het onderwijs meer doen dan alleen het onderwijs in stand houden – ze kunnen de manier waarop leerlingen leren en leerkrachten worden ondersteund transformeren. De ‘sweet spot’ voor EdTech ontstaat wanneer de technologie geschikt is voor het beoogde doel en studenten en docenten goed vertrouwd zijn met het gebruik van de technologie om er het maximale uit te halen. Om dit te bereiken moet eerst de digitale basis aanwezig zijn voordat we de volgende generatie kansen kunnen grijpen en ons stevig kunnen voorbereiden op de toekomst van werk. Maar het moet met zorg worden aangepakt, want de succesvolle toepassing van een digitale strategie voor het onderwijs vereist nuance, visie en samenwerking met als doel het succes van de leerlingen altijd op de eerste plaats te zetten.


Dit is een ingezonden bijdrage van Arnaud Bacros, General Manager Belgium & Luxembourg bij Dell Technologies. Voor meer informatie rond hun oplossingen kan je hier terecht.

Google Zoeken maakt expliciete beelden voortaan altijd wazig

SafeSearch wordt voortaan altijd standaard ingeschakeld voor elke gebruiker. Expliciete beelden worden hierin standaard wazig gemaakt.

De nieuwe functie verandert helemaal niets aan hoe Google Zoeken werkt. Het heeft geen invloed op de zoekresultaten, wel hoe ze worden weergegeven. Door SafeSearch standaard voor iedereen in te schakelen, wordt content die expliciet is automatisch wazig gemaakt. Of je nu bent ingelogd of incognito surft, SafeSearch is standaard altijd ingeschakeld.

Wie dat wenst, kan de functie altijd wel uitschakelen als hij/zij daar de rechten voor heeft binnen de organisatie. Ingeschakeld kan je ook werken met bepaalde filters om zelf te kiezen hoe ver je wil gaan.

Google focust in zijn aankondiging voornamelijk op kinderen, maar het spreekt voor zich dat ook volwassenen liever niet gevaarlijke of expliciete content direct in hun gezicht wordt gegooid bij een foute zoekopdracht.

De nieuwe functie wordt op dit ogenblik uitgerold wereldwijd naar elke gebruiker.

Onderwijssector lijdt het zwaarst onder ransomware-aanvallen

Uit een onderzoek van Sophos blijkt dat de onderwijssector het zwaar te verduren krijgt van ransomware. Acht op tien onderwijsinstellingen kreeg al met cyberaanvallen te maken.

Sophos legde zijn oor te luister bij drieduizend cybersecurityprofessionals, waarvan vierhonderd uit de onderwijssector. Die rondvraag toont aan onderwijsinstellingen een steeds populairder doelwit worden voor cyberaanvallen. Criminelen maken ook geen onderscheid tussen lager onderwijs en hoger onderwijs: uit de eerste groep kreeg tachtig procent al te maken met ransomware, uit de tweede groep 79 procent.

Die percentages bedroegen vorig jaar nog respectievelijk 64 en 56 procent. De oorzaken van ransomware-aanvallen zijn in het onderwijs niet anders dan in andere sectoren. Exploits en aangetaste referenties zijn verantwoordelijk voor meer dan driekwart van de ransomware-aanvallen op organisaties in het hoger onderwijs en twee derde van de aanvallen op organisaties in het lager onderwijs.

Vertrouwde gegevens komen wel veel vaker in gevaar door ransomware dan in andere sectoren. In 74 tot 81 procent van de ransomware-aanvallen worden gegevens versleuteld. Organisaties uit het hogere onderwijs rapporteren dat in 35 procent van de gevallen de data ook nog eens gestolen wordt, hoger dan het sectorgemiddelde van om en bij dertig procent. Slechts een kwart van de aanvallen kan tijdig vermeden, in het lager onderwijs is dit zelfs minder dan een op vijf.

Wie geen back-up maakt, moet voelen

Uiteindelijk slaagt 99 procent van de onderwijsinstellingen erin om hun gegevens terug te krijgen. Eind goed al goed? Toch niet helemaal, want in het onderwijs is het maken van back-ups nog niet helemaal de norm. Slechts 63 procent van de instellingen uit het hoger onderwijs maakt back-ups van data, waarmee het een van de slechtste sectoren is. Het lager onderwijs doet hier iets beter met 74 procent.

Door het ontbreken van goede back-ups is de bereidheid tot betalen ook hoog in de onderwijssector. In het hoger onderwijs betaalt 56 procent na een succesvolle ransomware-aanval die data versleutelt/buitmaakt tegenover 47 procent in het lagere onderwijs. Het betalen van het losgeld verhoogt de herstelkosten van een aanval aanzienlijk.

Slachtoffers uit het hoger onderwijs die wél back-ups hadden kwamen er vanaf met een kostenplaatje van 900.000 euro, voor zij die moesten betalen was de gemiddelde kost meer dan een miljoen euro. Het lager onderwijs heeft doorgaans hogere herstelkosten, tot twee miljoen euro voor organisaties die losgeld betalen.