‘Brussel heeft te weinig STEM-opleidingen’

- David Van Waeyenberghe

Foto: Shutterstock

Het aanbod aan technologie-opleidingen in Brussel is te beperkt. Daarover zijn onderzoekers van hogeschool Odisee, Erasmushogeschool Brussel en LUCA School of Arts het eens. Het technologisch onderwijs kampt er bovendien met een imagoprobleem: ‘Alles wat geen ASO-richting is, staat nog te vaak gelijk aan niet goed genoeg’, klinkt het in een persbericht.

STEM-opleidingen zijn al enkele jaren aan hun opmars bezig binnen het onderwijslandschap. “En dat is maar goed ook, want technologie belooft steeds belangrijker te worden in onze maatschappij. Denk maar aan de opkomst van artificiële intelligentie”, zegt Machteld Van de Bogaerd, directeur (bio)technologie-opleidingen van de Odisee-Hogeschool. Van den Bogaerd stuurde de onderzoeksgroep aan die het Nederlandstalige STEM-onderwijs in Brussel en de Vlaamse rand onder de loep nam.

Technologische race

Binnen het kader van het Vlaamse Voorsprongfonds (VSF) heeft de onderzoeksgroep vastgesteld dat Brussel momenteel onvoldoende technologische profielen opleidt om bij te blijven in die technologische race. Zo blijkt dat het STEM-aanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in vergelijking met Vlaanderen, eerder beperkt is. Bovendien wordt het gekenmerkt door een ASO-dominantie.

“Een mogelijke oorzaak hiervan is dat technische en beroepsopleidingen dure infrastructuur vereisen”, licht Joachim Quartier toe. De onderzoeker bij Erasmushogeschool Brussel merkt op dat structurele samenwerkingsverbanden op het vlak van infrastructuur en duaal leren onvoldoende verankerd zijn, waardoor STEM-opleidingen vooral georganiseerd worden in de rijkere delen van Brussel. “Een betere spreiding is cruciaal om jongeren meer kansen te bieden tijdens hun schooltijd, maar ook later op de arbeidsmarkt.”

Hogere opleidingen

Het onderzoek belicht ook het STEM-aanbod in het hoger onderwijs. “In Vlaanderen kan je na het middelbaar kiezen uit een dertigtal technologische opleidingen”, weet Machteld Van de Bogaerd. “In Brussel zijn dat er acht. Een te beperkt scholingsaanbod vertaalt zich in te weinig kansen voor Brusselse jongeren om zich te positioneren op de arbeidsmarkt.”

Het aanbod uitbreiden is één ding, maar er is ook nog heel wat werk aan het imago van het technologisch onderwijs in het Brusselse. Waar in Vlaanderen de verdeling over de STEM-opleidingen binnen ASO, TSO en BSO relatief gelijkmatig is, kiest zo’n driekwart van de Brusselse leerlingen voor een STEM-opleiding in ASO. Brusselse jongeren zijn eerder geneigd te kiezen voor een studierichting met een economisch profiel dan voor studierichtingen met een technisch profiel, zo blijkt.

Imagoprobleem

“Technische opleidingen worden nog te vaak geassocieerd met handenarbeid, terwijl ze veel meer omvatten dan dat”, vult Joachim Quartier aan. “Om die drempel te verlagen, kan ingezet worden op gecentraliseerde studieloopbaanbegeleiding en informatiecampagnes, over de diverse CLB’s, onderwijsnetten en -niveaus heen. De SID-ins binnen het hoger onderwijs kunnen daarbij als voorbeeld dienen.” 

lees ook

Festivalgame moet jongeren overtuigen voor STEM te kiezen

Ook geen verrassing: technologie-onderwijs trekt vooral jongens aan, zowel in het secundair als in het hoger onderwijs. In het schooljaar 2021-2022 was amper zes procent van de middelbare scholieren in een technische STEM-richting een meisje. Een trend die overal in het land zichtbaar is. “Er zijn nog te weinig vrouwelijke STEM-rolmodellen die meisjes kunnen inspireren tot een carrière in de technologische sector. Ook dat is een werkpunt”, besluit Van de Bogaerd.