Leerlingenaantal in technisch en beroepssecundair stijgt opnieuw

- David Van Waeyenberghe

Voor het eerst in jaren neemt het aandeel leerlingen dat kiest voor technisch en beroepssecundair onderwijs weer voorzichtig toe, ten nadele van het algemeen secundair onderwijs. Die trendbreuk blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen.

Het algemeen secundair onderwijs (aso) is in Vlaanderen nog steeds de onderwijsvorm met het meest aantal leerlingen, leidt persbureau Belga af uit de cijfers. In het voorbije schooljaar (2022-2023) telde het aso 121.000 leerlingen, goed voor 39,7 procent van het totaal. Het technisch secundair (tso) kwam op de tweede plaats met 97.000 leerlingen (31,7 procent), gevolgd door het beroepssecundair (78.000 leerlingen of 25,7 procent). Kleine broertje is het kunstsecundair onderwijs: 9.000 leerlingen of 2,9 procent.

Stijgen en dalen

Het leerlingenaandeel aso zit al jaren in de lift. Het steeg tussen het schooljaar 2016-2017 en 2020-2021 van 41,0 procent naar 42,8 procent. Maar sindsdien is sprake van een daling, tot 39,7 procent het voorbije schooljaar. Dat is het laagste aandeel sinds 2014-2015. Een omgekeerde beweging is bezig in het tso en bso. Na een dieptepunt in 2020-2021 is het aandeel in beide onderwijsvormen de laatste schooljaren toegenomen.

Het tso-aandeel steeg van 30,3 procent in 2020-2021 tot 31,7 procent in 2022-2023, het bso-aandeel van 24,5 procent tot 25,7 procent. Voor tso gaat het om het hoogste percentage in jaren, voor het beroepssecundaironderwijs om het hoogste sinds 2017-2018. In de cijfers is geen rekening gehouden met de eerste graad secundair, dat niet wordt ingedeeld volgens aso, tso en bso. Er wordt ook geen rekening gehouden met het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers.

lees ook

Ben Weyts wil jong technisch talent richting BSO en TSO stimuleren

Het Vlaamse basis- en secundair onderwijs telde het voorbije schooljaar iets meer dan 1,2 miljoen leerlingen. Het kleuteronderwijs telde afgerond 259.000 leerlingen en het lager onderwijs 465.000 leerlingen. In het secundair onderwijs waren er 495.000 leerlingen.