Klas 9 van De Leerexpert is Meest mediawijze klas van Vlaanderen 

Klas 9 van De Leerexpert Biekorfstraat uit Antwerpen is verkozen als winnaar van De Schaal van M, een mediawijze wedstrijd van Mediawijs en Ketnet voor 10-12 jarigen. De klas mag zich een jaar lang de ‘Meest mediawijze klas van Vlaanderen’ noemen. Ketnet-wrapper Héritier en het team van Mediawijs brachten de klas het goede nieuws. 

De klas uit Antwerpen wist de jury te overtuigen met hun inzending voor de JEF-Challenge. De leerlingen van de klas maakten een pakkend stop-motion filmpje ‘Sofie is verliefd’ over online risico’s met tips over hoe je veilig surft online en wint een bezoek aan de set van de Ketnet-reeks ‘Meisjes’. “De verhaallijn van de stop-motion video die de klas maakte, ligt helemaal in lijn met de leefwereld van de leerlingen. Ze hebben heel hard gewerkt aan hun stop-motion video en zijn terecht fier op het eindresultaat”, straalt Juf Annelies.  

Toegang digitale wereld 

De leeftijd waarop kinderen een eerste smartphone krijgen – en dus ook meer toegang tot de digitale wereld – blijft dalen, aldus Mediawijs. De gemiddelde leeftijd ligt momenteel op 8 jaar en 4 maanden. 82 procent van de van de kinderen en jongeren uit de tweede en derde graad lager onderwijs heeft al een eigen smartphone, blijk tuit Apestaartjaren 2022. Kinderen zijn razendsnel mee met de nieuwste trends en vinden vlot hun weg in nieuwe apps en sociale media, maar ontbreken vaak nog de kritische vaardigheden om er ‘mediawijs’ mee om te gaan.  

Zo weten ze niet altijd goed wat een veilig wachtwoord is, hoe groot hun ‘digitale voetafdruk’ is of wat hun rechten zijn in een digitale wereld. Leerkrachten en ouders spelen hierbij een belangrijke rol maar vaak weten ze niet goed waar te beginnen. De Schaal van M helpt hen hierbij. 

lees ook

Cyberheldin Ella maakt kinderen digitaal weerbaarder 

Laagdrempelig 

De Schaal van M is een leuke en laagdrempelige manier voor leerkrachten lager onderwijs om met mediawijze thema’s aan de slag te gaan. Meer dan 2.000 klassen en 40.000 leerlingen namen de voorbije weken deel aan deze zesde editie van de wedstrijd en dongen mee naar de titel van ‘Meest mediawijze klas van Vlaanderen’. Dit jaar namen ook 136 klassen uit het bijzonder onderwijs deel, waaronder de winnende klas. 

“Kinderen hebben op steeds jongere leeftijd een gsm en zijn al vroeg actief op sociale media”, zegt minister van Media Benjamin Dalle (CD&V). “Het is belangrijk hen van meet af aan mee te trekken in het verhaal van mediawijsheid: online privacy, haatspraak, cyberpesten, fake news, noem maar op. Met ‘De Schaal van M’ leren ze op een creatieve en speelse manier verstandig daarmee omgaan.”  

“Ons ICT-team bestaat enkel uit vrouwen. Misschien ligt daar wel onze sterkte” – Liesbeth Maes

Als afsluiter van de ICT-Praktijkweek mocht Liesbeth Maes (Sint-Angela Tildonk) enkele weken geleden het podium betreden. Ze ontving er haar prijs als technisch ICT-coördinator van het jaar. Na veel felicitaties en schouderklopjes vond Liesbeth de tijd voor een gesprek met Schoolit. Een atypisch gesprek want “ook al interesseert ICT me, ik ben helemaal geen nerd.”

We spreken Liesbeth Maes net voor de krokusvakantie. De verkiezing heeft best veel losgeweekt. “De felicitaties blijven komen. Ik ben fier op de titel, al is die lang niet alleen mijn verdienste”, benadrukt Liesbeth Maes.

Licentiaat Informatica

Negentien jaar staat de Haachtse in het onderwijs. De licentiaat Informatica gaf aanvankelijk informatica, wiskunde en secretariaat. Al die tijd is Sint-Angela in Tildonk haar uitvalsbasis geweest. “Het eerste jaar gaf ik enkel les maar als de school een pc-klas aankocht, dan hielp ik met de installatie. Meer en meer werd ik ingeschakeld om de toenmalige ICT-coördinator te helpen en zijn mijn taken in die richting gegroeid.”

Ongeveer een decennium geleden maakte Liesbeth Maes de switch naar voltijds ICT-coördinator. Het vreemde gevoel om alles alleen te moeten runnen, heeft ze echter nooit gekend. “Klopt, ik had het geluk dat ik samen met een collega kon werken die ook technisch onderlegd was. Samen hebben we veel uitgewerkt. In de loop der jaren verdeelden we het werk. Ik hield me bezig met computers en servers, terwijl het netwerk voor haar rekening was. De afgelopen jaren veranderde de inhoud nog meer en hield ik me met alles technisch bezig en ging zij meer leerkrachten ondersteunen.”

Foto: Elke Van Rulo voor Sint-Angela

900 gebruikers

Ondertussen is het duo een kwartet geworden. Een kwartet vrouwen zelfs, iets wat in de IT-wereld eerder uitzonderlijk is. De secundaire school telt ongeveer 750 leerlingen. Wanneer de vier ICT-dames hun uren bij elkaar leggen, dan komen ze aan een fulltime om bezig te zijn met ICT. “Dat is op zich te weinig. We hebben 900 gebruikers en toestellen en daarenboven mogen we de ouders ook meerekenen als gebruikers. Het vraagt veel tijd om dat allemaal te bolwerken. Daar zijn we de voorbije jaren tegenaan gebotst waardoor we volop de kaart van automatisering trokken. We schreven tools zodat mensen op secretariaat, ouders die hun wachtwoord vergaten, konden verder helpen.”

Het principe van een laptop per leerling zat al lang in onze lange termijn visie.

Liesbeth Maes – ICT-coördinator Sint-Angela

Het hele Intune-verhaal is fantastisch voor ons. Ik herinner me nog goed de momenten dat ik computers letterlijk open vees en de ene schijf aan de andere koppelde. Die automatisering moet je gewoon doortrekken. Door het manuele werk te automatiseren, krijgen we heel wat ICT-tijd vrij om andere dingen te doen. Computers installeren bijvoorbeeld, dat is absoluut niet moeilijk meer. In de zomermaanden worden we hier door bijgestaan door een groep leerkrachten. Mits een korte uitleg kan iedereen hier bij meehelpen.

Lid van het directieteam

Twee jaar geleden kreeg Liesbeth de kans om mee in het directieteam te stappen. Zoals alle ICT-coördinatoren zullen beamen, is dat een goede bron om dicht bij te blijven. “Goh, in mijn ideale dag ben ik vooral met IT-zaken bezig. De realiteit is echter dat er verschillende overlegmomenten zijn ingepland en er meer van mij verwacht wordt. Vroeger moest ik paraat staan wanneer er een probleem was met een beamer of computer. Nu word ik voor alles aangesproken.”

“We hebben altijd een goede directie gehad die zeer IT minded was. Er was een lange termijnvisie en ik wist waar de school naartoe wilde gaan. Het was aan ons om voorstellen voor aankopen of projecten binnen die visie te kaderen. Als school zijn we al jaren enorm vooruit op wat het gebruik van IT betreft. Daar spelen de richtingen kantoor en handel vanzelfsprekend een rol in.”

Foto: Elke Van Rulo voor Sint-Angela

Computerklassen nodig

Door die kantoorgerichte opleidingen, was de nood aan voldoende computerklassen groot in de school. “Het lerarenkorps is altijd op IT gesprongen. Zo gaven onze leerkrachten Frans en Engels vroeger al het liefste les in een computerlokaal om de leerlingen gemotiveerd te krijgen en online dingen te doen. Het zat in de cultuur van de collega’s hier op school. Dat enthousiasme is echt een droom voor het ICT-team.”

Enkele jaren geleden dook de Digisprong op en ook Sint-Angela kon die steun goed gebruiken. “Het principe van een laptop per leerling, zat al lang in onze lange termijn visie. Een jaar voor de Digisprong beslisten we om die richting uit te gaan. Ons netwerk en de beheersbaarheid van het volledige systeem was er klaar voor. Net toen we de bestelbonnen ondertekenden voor de eerste leveringen, kwam de Digisprong om de hoek en dat heeft het proces danig versneld.”

De toestellen blijven een leermiddel en zijn dus een investering van de school.

Liesbeth Maes – ICT-coördinator Sint-Angela

Succesvolle versnelde uitrol

“Ons eerste plan was om in drie jaar tijd elke leerling van een eigen toestel te voorzien. Dat plan hebben we bijgesteld naar 2 jaren. Omdat de uitrol zo vlot ging, hebben we uiteindelijk alle leerlingen in één schooljaar van een toestel kunnen voorzien. In september hebben we de eerste helft gedaan en in maart de tweede helft.”

Een groot deel van het werk was het informeren van de ouders, net omdat we in een hogere versnelling waren geschoten. We hebben alle toestellen aangekocht en verhuren die aan een zeer minimale kost, 30 euro per jaar. Ik ben heel blij dat we het zo democratisch kunnen doen. De toestellen blijven een leermiddel, we zien het als een investering van de school. Vroeger beschikten we over acht compleet uitgeruste computerklassen. Nu zit de investering in de mobiele toestellen.”

Beleid ‘in snelheid gepakt’

Liesbeth Maes beseft net als haar schoolteam dat er binnen afzienbare tijd wellicht opnieuw investeringen zullen moeten komen. Want de nu nog nieuwe toestellen zullen geen tien jaar meedraaien. “We kunnen geen 750 laptops op één jaar tijd terug aankopen. We denken er nu al over na hoe we die toestellen geleidelijk aan zullen vervangen. ”

Die aanpak zit in de visie van de secundaire school, al is die nog niet helemaal op papier gezet. “Uiteraard hadden we een visie op papier staan. Alleen wat betreft het ICT-beleid waar iedereen dit jaar aan moet werken zijn we door de Digisprong in snelheid gepakt. We zijn er mee bezig en we moesten, gelukkig maar, niet van scratch beginnen. Dit beleid is opnieuw teamwork. Net zoals de brochure die we bij de start van de Digisprong maakten. Daar hebben we ook met een gedreven groep aan gewerkt.”

lees ook

ICT-bootcamps: inschrijvingen eerste golf afgesloten 

Baas in eigen klas

De inzet van (niet-) digitale middelen hangt voor een groot stuk af van de leerkracht bij Sint-Angela. Dat is een weldoordachte keuze van de school. “Elke leerkracht is nog altijd baas in de eigen klas. Ze kiezen, voor een stuk, zelf hoe ze digitale middelen inzetten. Ik merk dat het veel wordt gebruikt, al hangt het ook van de studierichting af.”

Foto: Elke Van Rulo voor Sint-Angela

Het is logisch dat voor bepaalde vakken digitale middelen sneller ter hand worden genomen dan voor andere. “We hebben een richting verzorging en daar komt heel wat praktijk bij kijken. De leerlingen moeten, om maar iets te noemen, leren bedden verversen. We onderzoeken of we voor dergelijke vakken in het VR-project Lerend Netwerk van Thomas More kunnen instappen. Bewust, want net die leerlingen zijn vaak minder gemotiveerd om met de computer aan de slag te gaan. Op deze manier willen we hen extra hulpmiddelen aanreiken.”

ICT interesseert me, maar ik ben nooit een computernerd geweest.

Liesbeth Maes – ICT-coördinator Sint-Angela

Geen nerd-gehalte

ICT-coördinatoren zijn vakmensen, die met volle overgave elke dag in de weer zijn. Dat kan ook worden gezegd van Liesbeth Maes. Al is zij misschien een buitenbeentje. Zodra ze het werk neerlegt, is het tijd voor iets anders. “ICT’ers werken altijd te lang en te veel, dat heb ik intussen geleerd. Maar daarbuiten ben ik niet met ICT bezig.”

“Ik ben geen computernerd, nooit geweest. Het kan me weinig schelen wat het verschil is tussen een Ryzen 5 en Intel 7. Pas op, wanneer ik iets moet weten dan zal ik alles onderzoeken en begrijpen. Maar ik las vroeger al geen computerblaadjes en nu ook niet. Door mijn opleiding kan ik me wel in iets vastbijten. Als er iets moet worden aangekocht, dan zal ik alle specs vergelijken. Ik ben geen specialist, maar eerder een generalist. Ik weet van alles (net) genoeg.”

ICT-coördinator van het jaar

We haalden het al eerder aan, Liesbeth Maes is in februari verkozen tot (technisch) ICT-coördinator van het jaar. Ze mag dan wel geen ‘nerd’ of ‘geen echte’ zijn, die titel is helemaal op zijn plaats. En het doet wat met een mens. “Ja, toch wel. Voor mij is het een erkenning voor al het werk dat we samen in team al hebben geleverd. Vaak komen collega’s enkel bij IT langs om te melden dat er een probleem is. Dat gebeurt minder om te zeggen dat alles goed werkt.”

Liesbeth Maes en Patrick Keysabyl – ICT-coördinatoren van het jaar

“In veel scholen krijgt de ICT-coördinator niet de erkenning die hij of zij verdient. Dat is bij ons wel het geval. Op een personeelsvergadering wordt het team wel eens in de picture gezet, maar vaak is het wel een heel eenzame job waarbij brandjes blussen tot het dagelijks werk hoort. ”

lees ook

Minister Ben Weyts: ‘ICT-coördinatoren zijn de Messi en Neymar van de school’

Informeren is key

De job van een ICT-coördinator, zowel technisch als pedagogisch, is vaak heel complex. Voor Liesbeth is één aspect van de job ontzettend belangrijk. “Jezelf goed informeren, door je in te lezen of nascholingen te volgen, is noodzakelijk om op de hoogte te blijven. Vijftien jaar geleden was er van de cloud of Intune geen sprake, bijvoorbeeld. Zelf heb ik een aantal partners en raadgevers waar ik naar luister en in gesprek mee ga.”

“We moeten geen warm water uitvinden hé. Gewoon luisteren hoe anderen dingen aanpakken, kan al voldoende zijn. Er is een overstroom aan informatie beschikbaar. Om efficiënt te blijven werken, is het voor mij belangrijk om goed te beseffen wat ik nu en op langere termijn nodig heb. Door de juiste focus te leggen, kan ik gerichter zoeken naar informatie.”

De ICT-wereld is nog altijd een mannenbastion, al is er een positieve evolutie.

Liesbeth Maes – ICT-coördinator Sint-Angela

Sterk (vrouwen)team

Nog iets wat al is aangehaald: het ICT-team van Sint-Angela bestaat alleen uit vrouwen. Vier sterke dames die vol overgave hun schouders zetten onder het ICT-gebeuren van de school. “Het is misschien wel onze sterkte, vier vrouwen samen. De ICT-wereld is nog altijd een mannenbastion, al is er de jongste jaren een positieve evolutie. Het gebeurt nog, dat wanneer ik een technische melding doe, men mij niet serieus neemt en me vraagt om de IT-dienst door te geven. Gelukkig zijn zulke voorvallen steeds schaarser.”

Foto: Elke Van Rulo voor Sint-Angela

De trend is zichtbaar tijdens bijeenkomsten. Daar is het evenwicht tussen mannen en vrouwen hersteld en helt het zelf wat over richting de vrouwen. “Veel vrouwen werken als pedagogisch ICT-coördinator. Maar ze kunnen het technisch werk minstens even goed. Het is goed dat we ons mannetje staan, om het zo uit te drukken en de erkenning die we krijgen nemen we er heel graag bij”, besluit de technisch ICT-coördinator van het jaar in stijl.

Bedankt Liesbeth voor deze mooie inkijk in jouw leefwereld en die van de school. Jullie sterke, gemotiveerde vrouwenteam is absoluut een voorbeeld. Succes in wat je doet, onder andere de duobaan als directeur.


Dit is een interview binnen de ‘ICT-coördinator aan het woord’-reeks. Met deze rubriek willen wij ICT-coördinatoren hun verhaal laten doen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en eens gluren bij de buren. Wil jij graag zelf deelnemen of ken je iemand in je omgeving? Contacteer ons via info@schoolit.be voor een eerste kennismaking.

OMG-festival (22 mei) zet in op brede functies van gaming in onderwijs 

Op maandag 22 mei vindt het eerste Onderwijs Met Games (OMG)-festival plaats in The Penta in Kortrijk. Het festival zet de educatieve, maatschappelijke, culturele en sportieve waarde van games in de kijker.  

OMG, Onderwijs Met Games dus: het nieuwe event gaat al een tijdje over de tongen. Sinds vandaag kunnen deelnemers zich inschrijven voor een unieke belevenis. “We willen de festivalstijl en –vibe creëren door met stages te werken”, zegt organisator Lander Van der Biest (Impact Connecting). De gewezen leerkracht is al jaren bezig met games in het onderwijs en ziet met OMG een droom werkelijkheid worden. “Het thema leeft meer en meer. Daarom verwacht ik veel van het festival.” 

Meer dan onderwijs alleen 

De naam doet misschien anders vermoeden, maar het festival is meer dan alleen games in het onderwijs. “We zien de toepassing van games heel breed. Daarom doet het plezier dat organisaties zoals J.E.F of Sportwerk Vlaanderen deelnemen. We hebben op dit moment 21 standhouders die tijdens een interactieve expo hands-on met de deelnemers aan de slag gaan. Bezoekers kunnen nieuwe games beleven en de nieuwste technologieën ontdekken.” 

OMG wil meer zijn dan een presenteerblaadje voor nieuwe games. Want er zijn uiteraard ook risico’s verbonden aan overmatig gamen. “Die valkuilen aangeven en bespreken is één van de belangrijkste aspecten. Toch zijn de positieve effecten van gaming binnen het onderwijs nog veel groter en daar willen we vooral de aandacht op vestigen. Via ‘spotlight demo’s’ geven bedrijven en organisaties sessies van één uur waarbij deelnemers vrij kunnen in- en uitlopen.” 

Steven Reid en co 

Naast demo’s en workshops biedt het festival (veel) plaats aan keynote speakers. OMG verzamelde het neusje van de zalm van de Vlaamse experten in het veld. Carl Boel, Liesbeth Last, Matthias Dewilde, Kim Dekeyser, Jelle Demanet, David Verbruggen en Dirk Bosmans geven uiteenlopende spreekbeurten over games in het onderwijs. Zij krijgen een absolute blikvanger naast zich op de affiche. Niemand minder dan Stephen Reid wordt door Microsoft naar OMG overgevlogen. 

“We zijn ontzettend vereerd met het bezoek van Stephen Reid”, glundert Lander Van der Biest. “We zochten een evenwicht tussen expertise en leerkrachten. Het hele festival willen we breed én laagdrempelig houden. Elke bezoeker moet geïnspireerd kunnen worden. Daarom is het zo mooi om zien dat de sprekers en de mensen die de workshops geven, allemaal ervaring hebben in het (onderwijs)veld.” 

lees ook

Onderzoekers schrijven paper over acceptatie van mobiele immersieve VR in het secundair onderwijs

Open voor iedereen 

Het OMG-festival heeft niet als doel om, zoals Sett of de ICT-praktijkdag, hoofdzakelijk ICT-coördinatoren te verzamelen. Net omdat de toepassing van games door de organisatie breed wordt gehouden, moet OMG ook een brede waaier aan geïnteresseerden aantrekken. “We denken aan mensen uit de sport- of cultuursector, maar ook jongerenwerkers, mensen die met het artistieke bezig zijn, enzovoort. Iedereen is welkom zolang ze maar interesse hebben in games. En dat hoeven lang niet alleen ‘serious’ games te zijn.” 

Omdat het de eerste keer is dat OMG plaats vindt, is het voor Lander en het team van Impact Connecting moeilijk in te schatten hoeveel bezoekers naar The Penta in Kortrijk zullen afzakken. “Games in onderwijs is zeker nog een niche, maar we merken tijdens beurzen en andere ontmoetingen dat het thema meer en meer leeft. Veel mensen zien het potentieel van games en dat willen we op een fijne manier ondersteunen”, besluit Lander Van der Biest.  

Deelnemen aan het festival lukt al vanaf 75 euro (inclusief catering en receptie). Inschrijven voor OMG-festival op 22 mei kan via deze link. Het volledige programma is terug te vinden op de site van OMG. 

ICT-bootcamps: inschrijvingen eerste golf afgesloten 

Het Kenniscentrum Digisprong wil met de bootcamps de ICT-competenties van ICT-coördinatoren, directeurs en ICT-teams vergroten. Fourcast for Education haalde de aanbesteding binnen en mag de komende twee schooljaren 179 scholen begeleiden via de bootcamps. 

De ICT-bootcamps zijn onderverdeeld in twee percelen: digitaal groeien en digitale beleidscyclus. Voor perceel één kunnen in totaal 104 scholen intekenen. Voor perceel twee is er plaats voor 75 scholen. Enkele maanden geleden vonden infomomenten plaats waarbij kandidaat-scholen meer uitleg kregen bij de verschillende trajecten. Fourcast for Education zal over de komende twee schooljaren de bootcamps organiseren in drie ‘waves’.  

Voldoen aan selectiecriteria 

De eerste golf bootcamps zal vanaf september worden georganiseerd. Om een weloverwogen selectie te maken van de kandidaat-scholen, is de inschrijving voor die eerste ‘wave’ afgesloten. “Dat wil niet zeggen dat scholen die interesse hebben om deel te nemen aan de bootcamps, zich niet meer kunnen inschrijven”, verduidelijkt Olav Adami van Fourcast. “In tegendeel, we raden scholen aan om zich kandidaat te stellen. Hoe meer scholen interesse hebben, hoe beter.” 

Samen met het Kenniscentrum Digisprong gaat Fourcast nu een eerste selectie maken van scholen die kunnen deelnemen aan de eerste golf van bootcamps. “Een school die zich kandidaat stelt, is niet automatisch zeker van een plaats. Er moeten aan best veel voorwaarden worden voldaan. Het gaat dan ook om een intensief traject waarbij veel van de school en de deelnemers wordt verwacht. In theorie kunnen we op één september starten met de bootcamps, maar om praktische redenen voor de scholen zal die datum wellicht eerder eind september zijn.” 

Tweede en derde golf 

De tweede golf ICT-bootcamps vindt plaats van januari tot juni 2024. Enkele maanden later, in september, start de derde reeks van opleidingen. In december moeten alle 179 scholen het traject hebben afgewerkt. Er is heel wat interesse bij scholen, al mag het volgens Olav Adami nog wat meer zijn. “Op dit moment hebben we, zeker voor het tweede perceel, al wat kandidaturen. Maar als je bedenkt dat er een paar duizend scholen in Vlaanderen zijn, dan is het aantal nog relatief beperkt.” 

Een verklaring kan zijn dat een deel van de scholen nog niet helemaal rond is met de Digisprong. “Ik verwacht inderdaad dat tegen september nog een groot aantal scholen interesse zal tonen. We moedigen hen aan om zich kandidaat te stellen. Het zou mooi zijn dat een keuze kunnen of moeten maken uit pakweg 500 kandidaat-scholen. Dat zou wat druk op de overheid kunnen leggen om verder te blijven inzetten op ICT-bootcamps.” 

lees ook

Minister Ben Weyts: ‘ICT-coördinatoren zijn de Messi en Neymar van de school’

Scholen die de selectie voor de eerste golf niet hebben gehaald, hoeven niet te wanhopen. In oktober 2023 en in het voorjaar 2024 zullen Fourcast en het Kenniscentrum opnieuw een selectie maken voor de tweede en derde golf aan bootcamps. “Ik denk dat iedereen binnen het onderwijs overtuigd is van een goed en weldoordacht ICT-beleid in de school. De bootcamps zijn een uitgelezen middel om die competenties op te bouwen”, besluit Olav Adami.  

Spectrumcollege Beringen winnaar eerste Belux kampioenschap First Lego League 

Afgelopen zaterdag vond in de T2-campus in Genk het eerste Belux kampioenschap plaats van First Lego League. In de finale trok het Spectrumcollege uit Beringen aan het langste eind. Naast de eer krijgen de deelnemers een ticket voor de wereldfinale in Houston. De middenschool zoekt sponsors om de grote droom van de leerlingen en begeleiders waar te maken. 

De T2-campus in Genk ontving zaterdag alle regionale winnaars van de First Lego League. Duizenden jongeren uit België en Luxemburg namen het in verschillende voorrondes tegen elkaar op in de regiofinales. In de grote finale stonden liefst 220 jongeren tegenover elkaar in een techniekwedstrijd die duurzaamheid en duurzame oplossingen hoog in het vaandel droeg. Het Spectrumcollege uit Beringen sleepte de hoofdprijs in de wacht.  

Beringen boven 

De jongeren van het Spectrumcollege slaagden er het beste in om robot-oplossingen te vinden voor enkele duurzame problemen. Ok, de techniek via Lego is op kleine schaal maar het principe voor grote industriële toepassingen blijft hetzelfde. Het team van het Spectrumcollege liet de robot enkele taken uitvoeren die moeten helpen om een milieuprobleem aan te pakken. Het leverde het team de eerste plaats op én een deelname aan de grote wereldfinale in Houston (VS) . 

De tweede plaats in de eindstand was weggelegd voor de Sint-Martinusscholen van Herk-de-Stad. De organisatie van de wedstrijd deelde prijzen uit in verschillende categorieën. Het Luxemburgse Ecole fondamentale de Gilsdorf sleepte twee awards in de wacht: 

  • Core Values Award – Schildkrötenlegende: Ecole fondamentale de Gilsdorf (Lux) 
  • Innovation Project Award: Energy Rangers – Basisschool Kadee Bree 
  • Robot design Award: LEmGO! (Lux) 
  • Voka Promotion of STEM Award: Creative Music Team Ciney 
  • Motivate Award – Legends of Lego: Ecole fondamentale de Gilsdorf (Lux) 

Sterk STEM-team 

Voor de Beringse middenschool was het bij de eerste deelname meteen prijs. “Bij de start van het schooljaar zijn in de vier STEM-klassen in het eerste jaar op zoek gegaan naar geïnteresseerde leerlingen”, zegt Thomas Vanderaerden. Hij is samen met Elly Beerten en Tim Van Laer coach van het team. “Het was een opgave, want alles moest buiten de schooluren gebeuren. Acht leerlingen, die elkaar niet kenden, zijn op woensdagnamiddagen en tijdens vakanties hard aan de slag gegaan. Ze vormden op de duur een hecht team.” 

Tijdens de regiofinale in december pakte het team de derde plaats en een ticket voor de nationale finale. “Ze bedachten een innovatief concept waarbij de be-MINE in Beringen een hoofdrol speelde”, vult een fiere directeur Peter Bogaerts aan. “Door het idee om deze terril te voorzien van zonnepanelen, windturbines en een heuse waterkrachtcentrale, gekoppeld aan deskundigheid en enthousiasme, kon het team de jury overtuigen.” 

VRT NWS maakte een sfeerverslag van het BeLux-kampioenschap

Spannende finale 

Van een derde plaats in de regiofinale naar de hoofdprijs in het Belux kampioenschap, je moet het maar doen. “Na de regiofinale hebben we rekening gehouden met de opmerkingen van de jury”, gaat coach Thomas verder. “Daarnaast hebben we de programma’s voor het programmeren van de robot en de bouw van de robot geoptimaliseerd. Tegelijk verbeterden we het innovatief project. Toch schoot de twijfel bij de start in de benen, want de concurrentie was bijzonder groot.” 

Die stress was nergens voor nodig, zo blijkt. Ook al liep niet alles volgens plan, het team sleepte de hoofdprijs in de wacht. “De leerlingen hebben elkaar constant aangemoedigd. Er vielen punten te verdienen in vier categorieën: missie, design, project en core values. We waren niet de uitschieter in één van die onderdelen apart, maar de optelsom bracht ons wel bovenaan. Dat we de lego-beker aan het eind in de lucht mochten steken, was ronduit fantastisch.” 

lees ook

Focus op STEM en talen in nieuwe eindtermen

Op naar Houston? 

Het Spectrumcollege mag zich opmaken voor een trip naar Houston. Al staan er nog flink wat vraagtekens achter hun deelname aan de grote wereldfinale. “Het is heel kort dag en we hadden totaal niet gerekend op de overwinning” geeft directeur Peter Bogaerts toe. “Natuurlijk willen we het team belonen voor hun knappe prestatie. Maar zowel het tijdstip (19 en 22 april) van het World Festival als het prijskaartje is iets waar we rekening mee moeten houden.” 

Het winnend team van het Spectrumcollege, druk in de weer om de hoofdprijs te vangen

Het winnende team bestond uit: Greg Claes, Jules Grieten, Jack Hu, Amelie Shagabutdinov, Lore Peeters, Yoran Willems en Joshua Ariën. De school plant heel snel een overleg met de ouders en gaat meteen ook op zoek naar sponsors. “Dit avontuur heeft deze leerlingen nu al zoveel bijgebracht. Wie weet kent het avontuur met de juiste partners nog een mooi vervolg”, besluit de directeur.  

220 jongeren nemen deel aan eerste BeLux-kampioenschap FIRST LEGO League 

Op zaterdag 18 maart vindt het eerste BeLux Championship FIRST LEGO League plaats. Aan de grote techniekwedstrijd nemen 220 jongeren deel uit België en Luxemburg. Het kampioenschap vindt plaats in de T2-campus in Genk. Vlaams minister Jo Brouns komt de jongeren aanmoedigen.  

Tijdens de nationale competitie van de techniekwedstrijd nemen de jongeren met hun vertrouwde LEGO-robots het tegen elkaar op, met als inzet een Golden Ticket naar de FIRST LEGO League Championships in Houston in de VS. “Het is voor de eerste keer dat wij vanuit Voka – KvK Limburg de organisatie van dit nationale programma op ons nemen. Het is een bewuste keuze om jongeren over heel België en Luxemburg te inspireren en het belang van wetenschap & techniek bij te brengen. Wij hopen dat we zo andere organisaties inspireren om samen met ons op deze kar te springen”, zegt Karin Van De Velde, voorzitter van Voka – KvK Limburg. 

Finale als apotheose 

Nadat duizenden jongeren uit honderden scholen in België en Luxemburg het beste van zichzelf gaven tijdens de afgelopen regiofinales tekenen de tien beste teams op zaterdag 18 maart present op de T2-campus in Genk voor het nationale slotakkoord: het BeLux Championship van de FIRST LEGO League. 220 deelnemers programmeren net als tijdens de regiofinales hun LEGO-robots op een van de verschillende wedstrijdtafels. Op basis van het robotontwerp en core values deelt een deskundige jury scores uit. 

Sfeerbeeld van de voorronde in Limburg

Daarnaast hebben de jongeren tijdens de lessen op school kunnen nadenken over een technische oplossing voor een dagdagelijks probleem. Binnen het thema SUPERPOWERED beten de deelnemers zich dit jaar vast in de energiecrisis, en stellen ze een verbeterd duurzaam energieproject voor aan de jury tijdens het event. Er zijn in totaal acht awards te winnen. Het best scorende team – zowel op het vlak van robotontwerp, innovatieproject als de core values – maakt kans op een Golden Ticket naar de FIRST LEGO League Championships in Houston.  

Bouwen aan de toekomst 

Ook deelnames aan internationale wedstrijden in Marokko en de VS zitten in de prijzenpot. “Als Voka – KvK Limburg zijn we verdeler van het FIRST LEGO League-programma in heel België. Het is dus ook voor de eerste keer dat we deze nationale slotwedstrijd organiseren. We geloven in onze jongeren en in het belang van techniek, wetenschap en STEM”, aldus Karin Van De Velde.   

lees ook

Focus op STEM en talen in nieuwe eindtermen

“Als we willen bouwen aan de toekomst zijn dit de domeinen waarop we moeten inzetten. Want het zijn deze domeinen die de brug vormen tussen het onderwijs en het bedrijfsleven”, aldus Jonas De Raeve, directeur belangenbehartiging van Voka – KvK Limburg. “Het is daarom dat we samen met onze bedrijven en onze partners zoals T2-campus en Rockwell Automation onze schouders onder dit event zetten, en geloven dat techniekpromotie bij jongeren het verschil maakt in de maatschappij.” 

enkele winnaars van de voorronde in Limburg

De finale vindt plaats op zaterdag 18 maart (10u-15u) in T2-campus (Thor Park 8040 in 3600 Genk). Rond 13u15 maakt Vlaams minister van Werk & Innovatie Jo Brouns zijn opwachting.  

Minecraft: Bedrock Edition beschikbaar op Chromebooks 

Microsoft heeft een ‘early access’-versie van Minecraft: Bedrock Edition gelanceerd voor ChromeOS. Om de game te kunnen installeren, moet de Chromebook wel aan een aantal minimumvereisten voldoen.  

Minecraft for Education is al enkele jaren beschikbaar voor Chromebooks, maar gebruikers hadden een schoollicentie of Office 365 Education-licentie nodig. Nu heeft ontwikkelaar Mojang, dat eigendom is van Microsoft, een early access-versie van Minecraft: Bedrock Edition beschikbaar gemaakt voor ChromeOS. De game draait op het besturingssysteem dankzij de Androidondersteuning. De gamers kunnen cross-device met andere spelen, hebben toegang tot de marketplace en krijgen ondersteuning voor gamen op Realms.  

Testfase 

In een blogpost gaf Mojang meer uitleg bij de vroege release. Het gaat volgens de ontwikkelaar om een testfase. “Nog niet elke Google Chromebookgebruiker zal nu al de toepassing kunnen gebruiken. Early access betekent dat we op dit moment alleen geselecteerde Chromebooks met minimumvereisten de kans geven om Minecraft te kopen. Via de Google Play Store kunnen gebruikers nagaan of hun toestel geschikt om nu al Minecraft te installeren.” 

Volgens Mojang is er een logische verklaring waarom er voor een early access is gekozen. “We willen de prestaties van het spel kunnen testen voor we het beschikbaar maken voor meer spelers.  Het is uiteraard niet zo dat we bepaalde gebruikers willen voor trekken. Dit is een logische stap om de implementatie zo vlot mogelijk te laten verlopen”, klinkt het bij Mojang. 

Compatibele Chromebook voldoende 

Los van de Education-uitgave was het nu al mogelijk voor Chromebookgebruikers om Minecraft te spelen. Alleen moest de gebruiker voor de Java-versie Linus-apps installeren en een reeks stappen uitvoeren voor hij aan de slag kon. En zelfs dan was een uiterst performante Chromebook nodig om aan alle vereisten te voldoen. Bij Minecraft: Bedrock Edition vallen de meeste van die voorwaarden weg en zal de game draaien op elke compatibele Chromebook.  

lees ook

Icha lanceert lessenreeks Spaans via Minecraft

Wanneer die volledige release er komt, heeft Mojang nog niet gecommuniceerd. Het ontwikkelaarsteam zal de komende weken gebruiken om bugs uit het programma te halen zodat er geen Ender draken dansend in de lucht te zien zijn, om maar één voorbeeld te geven. De uitbreiding van Minecraft komt trouwens op een moment dat Microsoft probeert om regelgevers aan hun kant te krijgen naar aanleiding van de geplande overname van Activision Blizzard.  

Nieuw leerplatform iDiddit geeft leerkracht alle vrijheid 

Educatieve uitgeverij Van In heeft het leerplatform Diddit vernieuwd. Vanaf volgend schooljaar biedt iDiddit de leerkrachten alle keuzemogelijkheden over de manier van lesgeven. Alle leermethodes, te beginnen met het vijfde middelbaar, zullen zowel digitaal als klassiek beschikbaar zijn. Van In geeft tegelijk de opvolging van klassen en leerlingen een upgrade.  

Eind januari sijpelde het nieuws door dat uitgeverij Van In het leerplatform Diddit in een nieuw jasje zou steken. De uitgeverij geeft vanaf vandaag, woensdag 15 maart, zeven infosessies over heel Vlaanderen. Liefst 3.000 leerkrachten en directeurs schreven zich in voor zo een sessie. Het toont aan dat het nieuwe platform op zijn minst interesse opwekt. Schoolit sprak aan de vooravond van de eerste sessie met Managing director Vicky Adriaensen en Product manager Ellen Laumans.  

Inspelen op vraag 

Van In biedt al meer dan een decennium het leerplatform Bingel aan voor het lager onderwijs. Acht jaar geleden startte de uitgeverij met het Diddit-platform. “Het vertrekpunt is altijd de papieren versie geweest, aangevuld met digitale leermiddelen”, legt Vicky Adriaensen uit. “Sinds de coronapandemie zijn drempels verpulverd en is de nood aan en intensiteit van digitale middelen veranderd. Ook de ontwikkeling ervan kwam in een stroomversnelling. Dat alles zorgde ervoor dat we een fundamentele doorstart nodig hadden.” 

Het vernieuwde platform is er ook gekomen op vraag van de leerkrachten zelf. “We staan constant in contact met de leerkrachten én leerlingen. Van alle middelbare scholen gebruikt driekwart (75 procent of ongeveer 750 scholen) nu het Diddit-platform. We spreken dus over ruim 54.000 leerlingen waarvoor we een optimaal leerplatform willen creëren. Sinds 2015 is het platform geëvolueerd naar een hybride platform met veel technische mogelijkheden. Met iDiddit trekken we die lijn helemaal door.” 

Leraar kiest uitgangspunt 

Voor het nieuwe platform wisselt Van In het geweer van schouder. Het vertrekpunt is niet automatisch het papieren handboek. “Het is de leerkracht die zelf bepaalt wat het vertrekpunt is. Alle leermethodes zijn volledig digitaal als klassiek verkrijgbaar. De leraar kan zelf bepalen hoe en wanneer hij gaat voor digitaal, klassiek of hybride”, vult Ellen Laumans aan. “Naargelang de materie kan de leerkracht eenvoudig switchen via de modulaire insteek.” 

De uitgeverij is al een tijdje bezig met de implementatie van iDiddit, zo blijkt. “Voorbereiding is key”, weet Laumans. “We zijn al twee jaar bezig met de veranderingen en daarbij stonden we altijd in nauw contact met de leerkrachten. Het leerplatform is een traject voor hen want ze kunnen zelf hun leermethodes opschalen door bijvoorbeeld hoofdstukken toe te voegen, volgordes te veranderen of vakoverschrijdend werken door uit andere methodes zaken toe te voegen. Als ontwikkelaar gaan we samen met de leraar op pad om voor hun de beste methode te vinden.” 

Dashboarding 

Om de progressie en leergroei van de leerlingen beter te kunnen monitoren, heeft Van In het dashboard mee vernieuwd. De leerkracht kan in een oogopslag de resultaten van oefeningen, opdrachten en toetsen opvolgen. Dat kan zelfs in realtime, nog voor de leerling de opdracht heeft ingediend. “Vergelijk het met een dashboard van een auto”, legt Vicky Adriaensen uit. “Vroeger kon je de benzinestand, snelheid en toerental zien. Intussen zijn heel wat andere parameters beschikbaar voor de chauffeur.” 

Op eenzelfde manier heeft Van In het dashboarding binnen iDiddit aangepakt. “Leerkrachten zien meteen hoe een klas of leerling het doet. Die personalisatie heeft veel voordelen. Eén ervan is dat de leraar automatisch remediëring kan voorzien. Bovendien zijn de inhouden gekoppeld aan de leerplandoelen, waardoor de leerkracht snel kan zien waar een bepaalde leerling nog aan moet werken om bepaalde doelen te halen.” 

screenshot iDiddit

Trapsgewijze invoering 

Het vernieuwde platform is vanaf het nieuwe schooljaar beschikbaar voor het vijfde middelbaar. In een latere fase zal iDiddit worden uitgerold naar de andere jaren. Het leerplatform is full responsive op alle toestellen. “Dat zorgt voor een groter gebruiksgemak bij leerkrachten en leerlingen. Iedereen kan van eender waar op eender welk toestel aan de slag. We hebben elk systeem afgetoetst zodat het een handig platform is voor elke gebruiker”, aldus Ellen Laumans.  

Het platform is een vervolg op Diddit, waar de leerkracht sowieso al eigen accenten kon leggen. In iDiddit gaat Van In een stap verder met onder andere de integratie van BookWidgets. “Leerkrachten bepalen zelf of ze tekstblokken toevoegen, maar ook multimedia of andere content. Het grote voordeel is ook dat het platform, omdat het ook 100 procent digitaal is, constant kan worden aangepast. Wanneer een bepaalde leerlijn veranderd, dan kunnen we heel snel op de bal spelen en dat is uiteraard in het voordeel van de leerkracht.” 

lees ook

In ‘Klas van de Toekomst’ slaan nieuwe technieken en klassiek leren handen in elkaar

Infosessies en opvolgmomenten 

De eerste infosessie vindt vandaag plaats in de Gentse Ghelamco Arena. Nadien volgen tot 30 maart zes bijkomende sessies. “We willen de leerkrachten zo goed mogelijk begeleiden. De zeven infosessies zijn naast informatief ook heel belangrijk als netwerkmoment. Naast de infosessies blijven we ook de leerkrachten en directeurs ondersteunen met onze ‘start to (i)Diddit’-summer academy. En tijdens het schooljaar staan we altijd klaar voor opvolging.” 

Belangrijk om weten: iDiddit vervangt niet per direct Diddit. “Zoals aangegeven starten we met het vijfde middelbaar. Beide platformen zullen nog een tijd samen beschikbaar zijn en dus blijven we ook inzetten op de ontwikkeling van Diddit. Leerkrachten en leerlingen die de overstap naar iDiddit maken, kunnen trouwens inloggen met hun gebruikelijke gegevens. We voorzien naast de infomomenten ook nog een uitgebreide handleiding, instructievideo’s en een interactieve rondleiding”, besluit Vicky Adriaensen.  

WAI-NOT organiseert bevraging om vernieuwing website vorm te geven 

WAI-NOT, de toegankelijke website voor jongeren met een verstandelijke beperking, krijgt een grondige make-over. Om de veranderingen zo goed mogelijk af te stemmen op de noden van de (jonge) gebruikers, is WAI-NOT gestart met een onderzoek.  

Eerlijk, de redactie kon zich geen goed beeld vormen van wat WAI-NOT inhoudt. We behoren niet tot de doelgroep, maar toch verdient een initiatief als dit meer aandacht. Naar aanleiding van de bevraging sprak Schoolit met Tony Pijls, gedetacheerd leerkracht en verantwoordelijke van WAI-NOT. Het onderzoek loopt nog tot eind april. Nadien maakt WAI-NOT werk van een grondige make-over die zo snel mogelijk wordt uitgerold. 

Gefrustreerde broer 

Het idee om een veilige website te maken voor jongeren met een verstandelijke beperking ontstond letterlijk aan de keukentafel goed 23 jaar geleden. Een jongen met het syndroom van Down vond het niet kunnen dat zijn broer en zus op de computer doorheen allerlei websites konden surfen. “De jongen voelde zich uitgesloten en schreef op een papier ‘WAI NOT’ op”, legt Tony Pijls uit. De vraag van de jongen kwam binnen bij zijn vader en die ging op zoek naar alternatieven. Al waren die er niet.” 

De vader kwam in contact met KH Kempen en de school begon het idee vorm te geven. De studenten maakten een webomgeving waar jongeren met een verstandelijke beperking op een veilige manier in terecht kunnen. De toegankelijke website kreeg gaandeweg vorm. “Toen ik in 2008 bij WAI-NOT kwam, was de website als het ware een grote blokkendoos. Er was nood aan een duidelijke structuur. Ergens logisch want in het begin was de website in handen van een kleine vzw.” 

Kleine maar belangrijke doelgroep 

WAI-NOT richt zich naar een heel specifieke groep jongeren, met een verstandelijke beperking. “Het is geen grote maar wel een belangrijke doelgroep. Dat zag het departement onderwijs ook in. WAI-NOT kreeg medewerking van verschillende collega’s bij KlasCement. Via KlasCement konden we verschillende leermiddelen toevoegen aan de site. Bovendien vergrootte zo ons bereik meteen. Die samenwerking loopt goed, al merken we nu dat er nood is aan vernieuwing. Zo verloopt het aanmelden en registreren iets te stroef, ook al hebben we al een systeem met pictogrammen.” 

In opdracht van WAI-NOT is Thomas More in Geel gestart met een gebruikersonderzoek. “We willen zoveel mogelijk meningen horen van mensen die tot de doelgroep behoren. Alleen zo kunnen we een efficiënte upgrade doorvoeren. De bevraging richt zich in de eerste plaats naar scholen, leerlingen en leerkrachten van het buitengewoon basis en secundair onderwijs. Het is een enquête voor mensen die WAI-NOT kennen, maar zeker ook voor hen die er niet mee zijn vertrouwd.” 

lees ook

“e-Inclusie moet tools geven die leerlingen dagelijks kunnen gebruiken” Kristof Van Dyck – SBSO Zonnebos

Groot potentieel 

WAI-NOT kreeg de voorbije twintig veel registraties. De site telt 1.000 actieve leerlingen en 800 actieve leerkrachten. “Dat is mooi maar het potentieel ligt veel hoger. Alleen al bij de jongeren van het type 2 zijn er groeimogelijkheden. Daarnaast kan de website interessant zijn voor andere doelgroepen ook. Ik denk dat we kunnen groeien tot 7.500 actieve jongeren op de site. Zij zullen in de vernieuwde omgeving materiaal op maat aantreffen. Het doel is om de site toegankelijk te maken voor verschillende niveaus.  

Interactie staat nu al centraal en zal nog een prominentere plaats krijgen. “Jongeren kunnen met elkaar communiceren via het platform. Enkel geregistreerde leerlingen kunnen deelnemen aan de chats, via spraakberichten of tekst. Er kunnen geen externe links in de site worden ingevoerd of geopend. We bekijken nu hoe we die veilige omgeving nog beter kunnen afstemmen op de leefwereld van de jongeren zodat ze zelfstandig kunnen rondsurfen.” 

Opstapje naar meer zelfstandigheid 

WAI-NOT is een website waar jongeren zonder externe prikkels of gevaren aan de slag kunnen. Toch is het niet de bedoeling van de site om de jongeren halsstarrig aan zich te binden. “WAI-NOT kan perfect een opstapje zijn om gebruik te leren maken van mailplatformen zoals Gmail. Voor veel gebruikers zal het ‘grote internet’ te verwarrend blijven en die jongeren moeten zonder problemen verder kunnen bij ons.” 

“We proberen zoveel mogelijk nieuwe dingen te integreren. Zo werken we aan VR-toepassingen of 360°-afbeeldingen. Of aan een VR-filmpje waar jongeren leren om naar de winkel te gaan. Het zijn dergelijke zaken die we nog willen uitbreiden. Een integratie in LEER-ID zou ook tot de mogelijkheden kunnen behoren. Het is belangrijk dat we alles goed onderzoeken en dat we via de bevraging tot een platform komen waar de jongeren zich goed en comfortabel voelen”, besluit Pijls. 

Zelf deelnemen aan de bevraging kan via dit formulier van Thomas More. 

Eerste Open Scholendag op vrijdag 12 mei

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts vraag scholen om op vrijdag 12 mei de deuren te openen voor de allereerste Open Scholendag. Met het initiatief wil de minister geïnteresseerden kandidaat-leerkrachten een blik gunnen achter de schermen van een school.

Open Monumentendag, Open Bedrijvendag en nu dus ook een Open Scholendag. Met die kijkdag wil minister van Onderwijs Ben Weyts kandidaat-leerkrachten een beter beeld geven van het lerarenberoep. Het initiatief richt zich niet alleen tot studenten. Ook kandidaat zij-instromers kunnen die dag een vakvergadering bijwonen, lessen volgen, mee toezicht houden en vooral: vragen stellen aan ervaren leerkrachten.

Twijfels wegnemen

“Iedereen kent de open dagen. Waarom dan geen Open Scholendag?”, stelt minister Weyts? “Heel wat mensen denken wel aan het lerarenberoep, maar wagen de sprong niet. De Open Scholendag kan helpen om twijfels weg te nemen, vragen te beantwoorden en dat laatste zetje te geven. Op termijn moet de Open Scholendag naast de Monumentendag en Bedrijvendag kunnen staan. Met deze eerste editie willen we vooral een basis leggen voor wat hopelijk uitgroeit tot een nieuwe gewoonte binnen ons onderwijs: fier zijn op onze scholen, op het beroep.”

De job van leraar werd in de voorbije jaren stap voor stap aantrekkelijker gemaakt door onder andere betere arbeidsvoorwaarden en ondersteuning in de klas. Beginnende leerkrachten krijgen sneller uitzicht op een vaste benoeming, er is meer aanvangsbegeleiding en zij-instromers kunnen voor veel vakken tot tien jaar anciënniteit meenemen. De persdienst van de minister somt nog heel wat aanpassingen op en stelt dat het beleid vruchten afwerpt. Zo stapten vorig jaar 4.400 zij-instromers in het onderwijs.

lees ook

“Geef vertrouwen, autonomie, tijd en ruimte aan (startende) leerkrachten”

Proeven van het beroep

En toch, ondanks de inspanningen, kampen veel scholen nog met een lerarentekort. Veel Vlamingen denken wel eens aan het lerarenberoep, maar wagen de sprong (nog) niet. Daarom vraagt minister Weyts aan alle Vlaamse en Brusselse scholen om op vrijdag 12 mei hun deuren te openen voor de eerste editie van de Open Scholendag. Potentiële leraren krijgen zo de kans om een dag te proeven van het lerarenberoep. Studenten kunnen de sfeer opsnuiven bij hun mogelijke toekomstige werkgever.

Het initiatief kadert in de ruimere campagne ‘Lesgeven is alles geven’, die mee gedragen wordt door de onderwijspartners. Scholen kunnen zich tot en met 30 maart kandidaat stellen. Deelnemende scholen krijgen ondersteuning op vlak van inschrijvingen, communicatie en materiaal voor hun bezoekers. Het programma op geeft geven ze zelf vorm. Vanaf 6 april kunnen geïnteresseerden zich inschrijven voor een bezoek aan één of meerdere scholen.

Een groot doelpubliek zijn de mogelijke zij-instromers en dat is niet vreemd. Door het lerarentekort worden zij bijzonder aantrekkelijk voor scholen. In de stad Brussel zijn liefst 60 procent van de startende leraren zij-instromers. Er wordt extra ingezet op ondersteuning en begeleiding van de starters. De GO!-scholengroep Impact in Brugge organiseert jaarlijks een jobbeurs en focust daarbij speciaal op zij-instromers. Kobos (Kapelle-op-den-Bos) vraagt dan weer aan ouders om workshops te geven over hun specialiteit. Elk puzzelstukje helpt voor hen in de strijd tegen het lerarentekort.

STEM Olympiade bekroont 5 gouden winnaars

De finales van de Vlaamse STEM Olympiades vonden afgelopen zaterdag plaats in het ministerie van onderwijs in Brussel. Vijf leerlingen (drie uit 3e graad lager, twee uit eerste graad secundair) zagen hun knappe resultaat bekroond met een prijs. De organisatie reikte tegelijk twee prijzen uit voor STEM-leerkracht 2022.

De STEM Olympiades zijn uitgegroeid tot een traditie in het Vlaamse onderwijslandschap. Elk jaar kunnen leerlingen uit de derde graad lager (Junior OIympiade) en eerste graad secundair onderwijs tonen hoe ze uitblinken in STEM-vakken (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Liefst 59.111 leerlingen uit 664 Vlaamse scholen namen dit schooljaar deel aan de voorrondes van de Olympiade. De grote finale, voor een keer niet in Technopolis, leverde uiteindelijk vijf winnaars op.

Passie voor STEM

“De Vlaamse (junior) STEM Olympiade is een vaste waarde geworden. Jaar na jaar vinden we steeds meer meisjes, jongens en leerkrachten die staan te popelen om hun passie voor STEM te laten zien”, zegt Rik Hosty, coördinator Vlaamse (junior) STEM Olympiade. “Dat soort enthousiasme hebben we nodig om oplossingen te vinden voor belangrijke uitdagingen van de 21ste eeuw. Geen wonder dus dat jaar na jaar heel wat bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen maar al te bereid zijn om de Olympiades te ondersteunen.”

Tijdens de finales afgelopen zaterdag namen 66 jongens en meisjes uit de derde graad en 68 uit de eerste graad secundair het tegen elkaar op. Ook tien leerkrachten uit het basisonderwijs en tien uit het secundair kregen de kans om zich met elkaar te meten. De deelnemers moesten een reeks theoretische en praktische proeven tot een goed einde brengen om hun STEM-kennis aan te tonen. Ann Lambrechts, meter van de Olympiade en winnares van de Europese uitvindersprijs, maakte nadien de winnaars bekend.

lees ook

Solvay en CERN ontwikkelen samen STEM-leerprogramma

Gouden winnaars

Bij de junior editie bleken drie deelnemers de beste. Gijs De Munck (Go! Next Methodeschool De Loep in Diepenbeek), Tsui Shu-Ming (VBS Sint-Jansschool in Leuven) en Mathias Van Den Bremt (VBS Sint-Jansschool in Leuven) en Mathias Van Den Bemt (Basisschool ‘t Meivisje in Aalst) kwamen als gouden winnaars uit de bus. In de tweede categorie trokken twee deelnemers aan het langste eind. Yarne Meuris (Sint Ursula Instituut in Sint-Katelijne-Waver) en Zjef De Cooman (H.Hartencollege in Ninove) mogen zich een jaar lang gouden winnaar noemen.

Tim Goossens (VBS in Kontich) kreeg de prijs van STEM-leerkracht 2022 voor het lager onderwijs .De prijs voor STEM-leerkracht 2022 in het secundair ging naar Karel Pollier (Richtpunt Campus Eeklo).

De finalisten mochten een prijzenpakket van 30.000 euro verdelen. Goed voor flink wat STEM-plezier ongetwijfeld.

Evaluatie tool Sgoal ontworpen voor én door leerkrachten

Software-ontwikkelaar Raf Withofs maakte samen met leerkrachten uit het secundair onderwijs een applicatie die de vorderingen van leerlingen transparant maakt en automatisch verantwoordt op basis van de nieuwe eindtermen en leerplandoelen.

Twee jaar geleden kreeg Raf Withofs een pertinente vraag van een leerkracht uit het secundair onderwijs. “Of hij een applicatie kon ontwikkelen die de opvolging van leerlingen beter in kaart kon brengen”, klonk het. Bij de start van het schooljaar 2021-2022 draaide de applicatie Sgoal (lees school) al proef en loste het gebruikelijke kinderziektes op. Intussen zijn vijf scholen aan de slag met de nieuwe applicatie en is Sgoal klaar om een groter publiek te bereiken.

Buiten de comfortzone

Raf Withofs, zaakvoerder van ontwikkelbedrijf Assistu bv, zag wel iets in de vraag van de bewuste leerkracht. “Het weergeven van de vorderingen, werkpunten en behaalde doelstellingen is vaak onoverzichtelijk. Zeker wanneer je alleen met punten en gemiddeldes zou werken”, aldus Withofs. De IT’er en leerkracht moesten voor de opdracht niet alleen snel schakelen, ze traden ook uit hun vertrouwde comfortzone op vlak van inhoud en uitdagingen die de ontwikkeling met zich mee brengt.

“We hebben meestal diensten uitgevoerd voor overheden en software geschreven voor kmo’s. Toen de leerkracht in april aanklopte, liep ze eigenlijk voor op de feiten. Ze wilde een rapporteringsmethode die afgesteld zou zijn op de, toen nog niet officiële, nieuwe eindtermen. De leerkracht had in Access iets uitgewerkt, maar dat was niet schaalbaar. Met haar visie op de rapportering, remediëring en evaluatie gingen we aan de slag. Het moest snel gaan. In amper vier maanden doorlooptijd moest de eerste graad van een school met het systeem aan de slag.”

‘Gekleurde’ focus op leerling en leerkracht

Sgoal is een evaluatietoepassing die niet (alleen) vertrekt vanuit de behaalde punten van een leerling. Via kleurcodes kan de progressie van een student, globaal of binnen een vak voor een bepaalde competentie, worden gevolgd. “Het was belangrijk dat de leerplandoelen in het eerste ontwerp werden opgenomen. Van daaruit hebben we continu aanpassingen gedaan zodat het voor de leerkrachten, leerlingen én ouders een gemakkelijk hanteerbare tool zou worden volgens het 2V-model.”

Door heel specifiek te rapporteren met kleuren (van blauw tot rood) kan een leerkracht heel gericht opdrachten en feedback geven voor een leerling. “Scholen die liever met een puntensysteem werken in de rapportering, kunnen dat uiteraard ook. Het systeem is aanpasbaar aan elke school zodat de leerkrachten een tool krijgen die helemaal aansluit bij de stijl en visie van de school. We hebben de voorbije twee jaar heel hard ingezet om alle aspecten van de tool te stroomlijnen. En ik mag trots zeggen dat het kindje intussen flink is gegroeid tot een jongvolwassen toepassing”, gaat Withofs verder.

Overzichtelijk instrument

“Sgoal heeft ons rapporteren en evalueren een stuk overzichtelijker en bruikbaarder gemaakt”, zegt Tim Ketelbuters, pedagogisch beleidsmedewerker van Campusflx in Leopoldsburg. “De kleurcirkels geven een goed beeld van waar de leerling op dat moment staat. We zijn voor het tweede jaar bezig met de applicatie en die heeft ons echt wel flink vooruit geholpen. Nu kunnen we nog gerichter per leerling werken. Los daarvan is het administratieve werk een pak lichter geworden.”

“Ook voor de ouders is het een handig instrument om de progressie van de leerling te volgen. Via de tool is meteen duidelijk waar de leerling nog moet aan werken om een A-attest te behalen. Onze leerkrachten kunnen gemakkelijk zien hoe één leerling individueel het doet, maar ook hoe het met de klas in het algemeen zit. Ze zijn enthousiast en iedereen weet dat leerkrachten een kritisch publiek is. Toch is dit een heel beheersbare toepassing, waar iedereen de meerwaarde van in ziet.”

Hulp bij groeigesprekken

“Wij zijn lang op zoek geweest naar een toepassing zoals Sgoal”, getuigt Tilly Vannitsen. De directeur van het GO! Middenschool Nikola Tesla in Maasmechelen zet de tool in voor de eerste graad, goed voor ruim 90 leerlingen. “Geen enkele evaluatietool voldeed aan onze eisen of paste in onze visie. Dat was bij Sgoal wel het geval. Onze visie is gebaseerd op de ‘groei mindset’. Elke leerling kan groeien, de ene al wat sneller dan de andere.”

“Om het overzicht te behouden, is een sterk gepersonaliseerde rapportering nodig zodat alle leerlingen en ouders kunnen zien waar moet aan worden gewerkt. De schelpjes, zoals we ze noemen, zijn ook heel handig bij onze groeigesprekken. Om de zes weken hebben we individuele gesprekken en via deze tool kan de leerling zijn werkpunten zien én die ook wegwerken. Er zijn geen examens in onze school. De evaluatie gebeurt via op dagelijks werk. En dan is een toepassing als Sgoal van grote waarde.”

lees ook

Lerarenbarometer peilt naar digitale transformatie van het onderwijs

Gepersonaliseerd traject

Sgoal is in vijf scholen geïntegreerd. Dat is een bewuste keuze van Raf Withofs en zijn team. “We kiezen voor een gepersonaliseerd traject in elke school. Want elke school heeft, zoals de school van Tilly aantoont, een eigen visie. Tijdens de eerste jaren hebben we constant zaken aangepast en bijgestuurd. En ook nu willen we nog dingen veranderen. Zo moeten scholen nog meer zelfredzaam worden en zullen binnenkort ook fysieke objecten, zoals houtbewerking, kunnen worden beoordeeld.”

“De applicatie is Microsoft-based en geschreven in .net. We hebben veel inspanningen geleverd om in orde te zijn met de GDPR. Sinds januari 2023 hebben we het gevoel dat we klaar zijn om nog meer scholen mee te nemen in ons verhaal. Het is een heel avontuur waar we zijn ingestapt maar wel een boeiende beleving. We merken dat veel scholen op maat willen evalueren. Dat kan via Sgoal, in de eigen schoolcultuur.”