“e-Inclusie moet tools geven die leerlingen dagelijks kunnen gebruiken” Kristof Van Dyck – SBSO Zonnebos

- David Van Waeyenberghe

Hoe gaat een secundaire school in het buitengewoon onderwijs om met de digitalisering? Het is de insteek van ons gesprek met één van de ICT-coördinatoren van SBSO Zonnebos. Kristof Van Dyck (30) neemt ons mee naar zijn leef- en werkwereld tijdens een aangenaam gesprek. “Ja, ik ben fier op het werk dat we elke dag doen met en voor de leerlingen.”

SBSO Zonnebos telt drie vestigingsplaatsen:’s-Gravenwezel, Brasschaat en Schoten. Kristof Van Dyck pendelt dagelijks van zijn woonplaats Oud-Turnhout naar ’s-Gravenwezel, goed voor 80 kilometer heen en terug. “Het is een eind, maar met de speedpedelec valt het op zich wel mee”, aldus Kristof Van Dyck. De voormalige leerkracht PAV (Project Algemene Vakken) en informatica startte in september zijn achtste schooljaar in Zonnebos.

De uitdaging was groot maar ik zou me geen andere werkomgeving meer kunnen inbeelden.

Kristof Van Dyck – ICT-coördinator SBSO Zonnebos

“Ik begon als leerkracht ICT in opleidingsvorm 3, dat is de beroepsvorming waarbij de leerlingen na afloop in een gewoon leef- en werkmilieu terechtkomen. Die leerlingen hebben een leerproblematiek en vaak ook een specifieke diagnose. Voor mij was het een hele uitdaging, al zou ik me op dit moment geen andere werkomgeving meer kunnen inbeelden. Het is bijzonder fijn om hier te werken.”

“De leefwereld an sich was me niet helemaal onbekend, omdat mijn afstudeerproject daar ook voor een deel op was gefocust. Dat project handelde rond mediawijsheid en de gevaren op het internet. Het is nu nog altijd een hot topic. Ik ben dat beginnen combineren met buitengewoon onderwijs. Het leek me toen een hele uitdaging. Tijdens de opleiding werd het wel vermeld, maar we kregen er heel weinig inzicht in. Dat vond ik toen een opportuniteit.”

Vraaggestuurde boterhammensessies

Acht jaar geleden was er minder sprake van het lerarentekort en dus moest ook Kristof zoeken naar een geschikte onderwijsplaats. Die vond hij vanuit de Kempen in Brasschaat, 40 kilometer verder. Wat volgde was een parcours vol uitdagingen en weken die altijd weer verrassingen in petto hebben. “In de school ben ik deels pedagogisch en deels technisch ICT-coördinator waar ik voornamelijk bezig ben in de vestigingen in ’s-Gravenwezel en Brasschaat. Mijn collega Maarten Verswyver is verantwoordelijk voor de afdeling Schoten, waar hij ook nog leerkracht is.”

ICT-coördinatoren Kristof (links) en Maarten (rechts) bij enkele leerlingen van SBSO Zonnebos

“Het pedagogische doe ik eigenlijk het liefste. Daar heeft mijn opleiding als leerkracht uiteraard veel mee te maken. Ik sta niet meer voor de klas maar de coaching en ondersteuning van leerkrachten is nog altijd in functie van de leerlingen. Die coaching is heel vraaggestuurd vanuit onze teams. Als zij vinden dat ze nood hebben aan een opleiding, dan speel ik daar samen met mijn collega op in. Daarnaast gaan we zelf op zoek naar interessante topics en tools die aansluiten bij wie we zijn als school.”

Kristof en Maarten hebben zo hun eigen manier om de collega’s bij te scholen. “We noemen het zelf, en ik vind het een leuke term, onze boterhammensessies. Meestal tijdens de middagpauze, maar af en toe ook op een ander moment buiten de schooluren, bieden we de leerkrachten opleidingen aan. Wanneer het gaat om een vorming rond digitale borden bijvoorbeeld, dan eten de collega’s hun middagmaal op en doen wij ons verhaal. We maken er een vraag- en antwoordsessie van waarbij we rechtstreekse vragen en feedback krijgen van de leerkrachten.”

De boterhammensessies zijn vraag- en antwoordmomenten waar we veel feedback krijgen van de leerkrachten.

Kristof Van Dyck – ICT-coördinator SBSO Zonnebos

e-Inclusie

Een ander aspect van zijn pedagogische taak is onderzoek. “Ik doe vrij veel research naar wat interessant is om in te zetten in een school Buitengewoon onderwijs. Daarom verdiep ik me met veel plezier in het onderwerp inclusie. ‘E-inclusie’ is een hype term tegenwoordig. Het is mijn taak om de collega’s tips en tricks mee te geven van interessante ontwikkelingen. Zo kunnen zij dan weer sessies inplannen om met ons aan de slag te gaan.”

De digitale inclusie is een absolute noodzaak voor een school als Zonnebos. “We hebben leerlingen die niet kunnen lezen of schrijven. We vinden het wel belangrijk dat zij tools krijgen aangereikt om zich in hun latere leven, wanneer ze bij ons vertrekken, te kunnen behelpen. Samen met onze technische adviseurs of coördinatoren proberen we de noden in kaart te brengen. Mijn collega en ik zoeken op onze beurt bruikbare en levensechte toepassingen die de leerlingen op een functionele manier kunnen gebruiken.”

Manusje-van-alles

Kristof Van Dyck staat naast het coachen van leerkrachten ook in voor het ondersteunen van het administratieve gedeelte. “Ik zit regelmatig samen met onze coördinatoren en technische adviseurs. Met hen zit ik in het bureau en zie ik het meeste. Eigenlijk kunnen ze mij zien als een soort helpdesklijn. Waar nodig kan ik helpen bij de problemen waar ze op botsen en samen zoeken we een gepaste oplossing.”

Naast het grote pedagogische luik, heeft Kristof Van Dyck ook een portie als technisch ICT-coördinator op het bord. “Dit is een heel plezant onderdeel van het werk, al geniet het pedagogische toch mijn voorkeur”, bekent Kristof. “Op technisch vlak mag je mij gerust een manusje-van-alles noemen. Dat gaat van een collega wiens computer niet meer werkt tot het beheer van toestellen, zowel Windows als Chromebooks.”

Samen met Maarten (halftijds) vormt Kristof het dynamische ICT-team van Zonnebos. Eigenlijk volstaat zijn voltijdse job niet. “Het is wat krap maar anderzijds kan ik goed de vinger aan de pols houden. “Samen met de directie hebben we op geregelde momenten overleg. Dat gaat onder andere over de visie en het aankoopbeleid. Er is een fijne wisselwerking waarbij de directie inspeelt op ideetjes die wij op tafel leggen. Zo houden we elkaar prima in evenwicht.”

Paradepaardje

Aha, het grote woord is gevallen: Chromebooks. Op de website staat te lezen dat Zonnebos een Google Reference School is. Voor Kristof is dat geen hol begrip, wel integendeel. “Het is zowat ons paradepaardje geworden. We zijn de Google for Education-weg ingeslagen, nog voor heel de coronaperiode. In een snelle vaart hebben we stappen gezet en heel het team meegenomen in het verhaal. De mensen van Google for Education hebben onze evolutie opgemerkt en sinds dit schooljaar zijn we de verbintenis aangegaan met de bijhorende titel Google Reference School.”

De ICT-coördinator kijkt naar heel de school voor deze erkenning. “Het is absoluut een pluim op de hoed van veel verschillende mensen. Het is een erkenning die niet uit de lucht kwam vallen. Nog voor ik ICT-coördinator werd, was ons mailplatform al opgesteld via de Google Admin-console. Dat luik was er al. Voor ons hebben de Digisprong en de coronaperiode een aantal zaken in een stroomversnelling gebracht.”

Voor het Digisprong-verhaal was de weg naar meer digitalisering al ingezet in Zonnebos. “Concreet vroegen wij ons onder andere af welke toestellen het best aansloten bij de leerlingen. De Digisprong zorgde voor meer middelen en maakte het mogelijk dat elke leerkracht over een eigen Chromebook beschikt. Daarnaast zorgde het voor een één-op-één project in onze campus in Schoten, voor leerlingen uit opleidingsvorm 4. Daarvoor geef ik alle credits aan mijn collega Maarten. De Digimiddelen lieten ons toe om sneller dan gepland te schakelen.”

Gericht inzetten van middelen en toestellen

Leerlingen uit opleidingsvormen 1, 2 en 3 krijgen geen toestel mee naar huis. Daar zit een weldoordachte redenering achter. “In vergelijking met leeftijdsgenoten uit het gewone onderwijs, krijgen die leerlingen amper tot zelfs geen huiswerk mee. De nood om een toestel mee te nemen naar huis, is er bij die doelgroepen niet.”

“Door het gekende lerarentekort schakelen we af en toe over naar hybride onderwijs. Voor die leerlingen voorzien we uiteraard wel een toestel dat ze kunnen meenemen naar huis. We spelen daarmee in op de noden van het moment, zonder een standaardtoestel te voorzien. In zowat elke noodzakelijke klas hebben we oplaadunits hangen. De leerkrachten kunnen simpelweg de toestellen uit de units nemen en meegeven aan de leerlingen. Alles hangt af van wat de leerlingen nodig hebben. En wat ze later in het leven ook nog nodig zullen hebben.”

Afstemmen op latere leven

“Die e-inclusie is niet nieuw. Toen ik als leerkracht begon, dacht ik er onbewust ook al over na. Vanuit mijn functie van ICT-coördinator kon ik nadien bepaalde toepassingen uitwerken. Zelf toepassingen ontwikkelen hoeft voor mij niet: we moeten het warm water niet heruitvinden. Als er mooie projecten zijn, dan is het onnodig om zelf iets te ontwikkelen. Langs de andere kant geven we een eigen insteek aan bestaande toepassingen of tools. Zo gaan we nu meer aan de slag met toegankelijkheidsopties in Chromebooks zoals een voorleesfunctie, teksten traag of snel voorlezen, enzovoort.”

“Het zijn misschien geen spectaculaire dingen, maar ze helpen ons leerlingen wel vooruit in hun leren. Een ander voorbeeld is de website Wai Not van KlasCement. Vaak kennen leerkrachten dergelijke sites niet en die kunnen wij dan aanreiken. Nog zo een voorbeeld is het platform COOL van Cloudwise. Dat de leerlingen kunnen inloggen zonder te schrijven, is bijzonder waardevol voor Buitengewoon onderwijs. De leerlingen scannen een QR-code waarmee ze hun identiteit bevestigen en komen zo in hun eigen account terecht. Handige tools, maar je moet ze kennen.”

lees ook

Lesmateriaal nodig rond e-inclusie? Deze databank helpt je verder

Smartphone geen taboe

In veel scholen is een smartphone op school taboe. Kristof Van Dyck ziet het enigszins anders. Voor hem kan de telefoon een meerwaarde zijn voor de leerlingen. “Ons paramedisch team en onze logopedisten leveren mooi werk. Ze gebruiken voorleessoftware zoals SprintPlus en Alinea. Maar de logo’s geven ook aan dat de leerlingen, eens ze de school verlaten, die software niet meer hebben. Daarom liet ik hen kennis maken met Google Lens en motiveer ik hen om het uit te proberen, ook bijvoorbeeld in de winkel en niet alleen in de klas.”

“De tool ‘Mote’ is nog een voorbeeld van hoe leerlingen de Chromebook op een praktische manier kunnen gebruiken. De tool is in combinatie met Google Workspace en laat de leerkrachten en leerlingen toe om feedback te geven door iets in te spreken. Op die manier kan er een spontane wisselwerking gebeuren tussen de leerling en de leerkracht.”

Bepaalde tools van een smartphone kunnen het alledaagse leven van een leerling vergemakkelijken.

Kristof Van Dyck – ICT-coördinator SBSO Zonnebos

Beleid op maat van leerlingen

SBSO Zonnebos telt drie locaties en vier opleidingsvormen. Het lijkt ons niet evident om zomaar een gepast (ICT-)beleid op te stellen. “Er zijn grote verschillen, ja. De regel is dat alles in functie van de leerlingen en hun toekomst moet zijn. Bij opleidingsvorm vier bijvoorbeeld gaat het om doelen die bereikt moeten worden, onder andere via het vak toegepaste informatica. Deze vorm staat dicht bij het gewone onderwijs waar ICT een vak en een hulpmiddel is.”

“Bij opleidingsvorm drie kan ICT een hulpmiddel zijn, zoals ik eerder aangaf. Ik ben hier begonnen als ICT-leerkracht om samen met de leerkrachten algemene sociale vorming en beroepsgerichte vorming op zoek te gaan naar welke functionele vaardigheden we hen moeten aanleren en waarbij ICT in ruime zin een hulpmiddel kan zijn. Dit is een zoektocht in functie van de leerlingen. Daarom zijn we voor opleidingsvormen twee en drie de ontwikkelingsdoelen en leerlijnen aan het updaten.”

Actie en reactie

“In opleidingsvorm twee zitten jongeren die later in een beschermd leef- en arbeidsmilieu zullen terecht komen. Net zoals voor opleidingsvorm drie gaan mijn collega en ik voor dit team op zoek naar bruikbare en functionele ICT-toepassingen om het leren te ondersteunen. Daarnaast krijgen de leerlingen van opleidingsvorm twee en drie ook veel praktijklessen aangeboden. Met mijn collega zoek ik voor hen die toepassingen die hun lesaanbod verrijken. Dat mag niet de bovenhand nemen. De collega’s die met bepaalde toepassingen aan de slag willen, neen ik graag mee.”

lees ook

Digisprong ook voor buitengewoon en deeltijds onderwijs

De laatste groep is opleidingsvorm één. Ook aan hen heeft Kristof zijn hart verloren. “Het zijn jongeren die meestal een meervoudige beperking hebben. Het gaat ook om leerlingen  die niet altijd kunnen lezen of schrijven. Daar krijgt ICT vooral de taak om het de leerlingen te vergemakkelijken en om bepaalde toepassingen aan te reiken. Voor hen hebben we bijvoorbeeld de belevenistafel gekocht. Die sluit dicht aan bij het ervaringsgerichte, bij het actie en reactie-principe. We zetten in op tools die een extra kunnen zijn voor de beleving van bepaalde dingen.”

Fulltime hobby genaamd kinderen

Omdat we intussen al verschillende collega’s van Kristof hebben gesproken, mocht deze vraag niet ontbreken: ‘neem jij het werk mee naar huis?’. Het lachje van Kristof verklapte al heel veel. “Dat gebeurt wel eens, ja. Soms doe ik wat opzoekwerk thuis. Ik zie vaak een interessant artikel op internet, op www.schoolit.be bijvoorbeeld, waar ik iets mee wil doen. Dan zet ik dat topic op mijn lijstje. Ik ben er niet actief naar op zoek, want ik kan het werk best gemakkelijk scheiden van privé. Toch komen soms ideetjes naar voor die ik wil uitwerken.”

“We hebben thuis twee jonge kinderen, eentje van zes jaar en eentje van zeven maanden. Die zorgen onder hun tweetjes voor een fulltime hobby, gelukkig een heel fijne hobby. Mijn zoontje zit in het eerste leerjaar en automatisch ben ik extra benieuwd naar hun digitale platformen, welke keuze de school maakt en de ICT-ontwikkelingen in het algemeen. Voor mij zijn dat logische ontwikkelingen, die hun plaats in het lager onderwijs hebben. Al zullen sommigen het hier niet met mij eens zijn.”

Google Educator Group leader

Naast een voltijdse job als ICT-coördinator en het werk thuis blijft er niet zo gek veel tijd meer over. Alhoewel, Kristof interesseert zich al jaren in EdTech. Hij is sinds een aantal maanden vrijwillig Google Educator Group leader. Die community heeft al een tijdje voet aan de grond in Nederland, maar in Vlaanderen was het blijkbaar moeilijker. “Vanuit mijn ervaringen in de school kwam ik in contact met een aantal mensen. Ik vind het fijn om ook buiten mijn werkomgeving mensen te motiveren bij het gebruik van Google Workspace.”

Voor mij is de groep een win-win want ik neem vaak ervaringen mee naar mijn job in de school.

Kristof Van Dyck – ICT-coördinator SBSO Zonnebos
Kristof’s avatar in de Google Educator Group

“Het richt zich vooral op de educatieve markt, maar één van onze teamleaders werkt bijvoorbeeld voor VDAB. De community is er voor iedereen binnen het brede spectrum van ‘lerenden’. We zijn met vier teamleaders vanaf scratch begonnen, met de ervaringen uit Nederland uiteraard. We zullen met YouTube livestreams werken om mensen kennis te laten maken met Google en EdTech. Daarnaast hebben we ook een website en zullen we binnenkort Googles Spaces gebruiken als interactiekanaal.”

De groep organiseert daarnaast events, vaak in samenwerking met Google for Education. “Belangrijk hierbij is dat we onafhankelijk werken, los van Google. Het is een samenwerking en niet Google die bijvoorbeeld de events organiseert. Het is niet onze bedoeling om winst te maken, integendeel zelfs. We willen gewoon mensen laten zien wat Google Workspace kan. Voor mezelf is dat een winwin-situatie omdat ik de ervaringen kan meenemen naar mijn job in de school.

Bedankt Kristof voor jouw tijd, visie en enthousiasme. Fijn om te zien dat de digitalisering een plaats heeft in het leven van elke leerling. Alles succes met wat je binnen en buiten de schoolpoort doet!


Dit is een interview binnen de ‘ICT-coördinator aan het woord’-reeks. Met deze rubriek willen wij ICT-coördinatoren hun verhaal laten doen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en eens gluren bij de buren. Wil jij graag zelf deelnemen of ken je iemand in je omgeving? Contacteer ons via info@schoolit.be voor een eerste kennismaking.