Wat is (het nut van) monitoringssoftware voor digitale toestellen?

- David Van Waeyenberghe

Veel scholen zoeken naar hulpmiddelen die leerlingen helpen om de aandacht te bewaren tijdens de les en om hen efficiënt vanop afstand te ondersteunen. De software die het eerst opduikt, is monitoringssoftware.

Het Kenniscentrum Digisprong ging met het thema aan de slag om directies en ICT-coördinatoren door het bos de bomen te laten zien. De eerste logische vraag is wat monitoringssoftware exact inhoudt. Wel, het is een manier voor leerkrachten om tijdens de les het toezicht te bewaren op de digitale toestellen. De software kijkt niet alleen mee over de schouder van de leerling, het geeft ook feedback, kan websites of apps delen en zelfs schermen vergrendelen. Scholen kunnen de software in de klas gebruiken, maar evengoed via afstandsonderwijs.

Raken aan privacy

Monitoringssoftware is bijzonder handig voor leerkrachten om te gebruiken wanneer leerlingen hun volledige aandacht bij de les moeten houden en niet bij het digitale toestel. De software lijkt op online proctoring, maar gaat verder. Bij online proctoring kan de leerkracht online toetsen controleren. Monitoringssoftware kan heel wat handige voordelen bieden aan leerkrachten. Toch zijn er ook een paar issues waarmee rekening moet worden gehouden. Zo moet de school beseffen dat de software rechtstreeks aan de privacy van leerlingen raakt.

Het Kenniscentrum plaatst dan ook een kanttekening bij het gebruik van de software. “Een school moet zich de vraag stellen of het raken aan privacy in verhouding staat tot het beoogde doel. Wanneer een school toch kiest voor de software, dan kan die het best opnemen in de schooleigen visie, het ICT-beleidsplan en het schoolreglement. Want als school moet je er over waken dat de leerlingen niet gewend raken aan online controle”, aldus het Kenniscentrum.

lees ook

Lerarenbarometer peilt naar digitale transformatie van het onderwijs

Privacy boven alles

Het Kenniscentrum haalt, helemaal terecht overigens, de GDPR aan. Die strenge Europese privacywetgeving stelt dat het gebruik van dergelijke software altijd objectief te verantwoorden moet zijn. Dus moet er een gegronde reden zijn waarom een leerkracht een bepaalde groep leerlingen monitort. “Wanneer een leerkracht er enkele leerlingen van verdenkt niet bezig te zijn met hun digitaal toestel, dan kan je hen monitoren. De schermen van alle leerlingen kunnen bekijken en blokkeren staat dan weer niet in verhouding met wat de leerkracht wil bereiken.”

De keuze voor de software moet dus goed onderbouwd en meegedeeld zijn. Het gebruik is alleen toegestaan tijdens de lesmomenten. Leerkrachten mogen niet meekijken tijdens pauzes of wanneer de leerlingen thuis huiswerk maken. “Tenminste: dat mag niet zonder de uitdrukkelijke en vrije toestemming van de leerlingen.” De privacy van de leerlingen staat dus boven alles én de leerling moet op de hoogte zijn van het meekijken. Dat kan via een melding of een andere schermkleur.

Stappenplan

Ben je er als school nog altijd van overtuigd dat monitoringssoftware een goed idee is? Ook nadat je beseft dat die software naast de nodige gegevens ook andere informatie van de leerling kan verzamelen en je die best opneemt in de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB of DPIA)? Goed nieuws, het Kenniscentrum heeft een stappenplan opgesteld dat je helpt om op gestructureerde manier met de software aan de slag te gaan. De acht stappen zijn:

  • Zijn er alternatieven
  • Wat en wanneer wil je monitoren
  • Wat zegt het schoolreglement
  • Voer een GEB/DPIA uit
  • Kies de juiste software
  • Sluit een verwerkersovereenkomst af
  • Bepaal gedragsregels
  • Informeer leerlingen én ouders.

Meer informatie over het stappenplan en monitoringssoftware is terug te vinden op de pagina van het Kenniscentrum.