Ben jij blij met de digitale vooruitgang? 82% van de leerkrachten alvast wel

- Ilene Langen

VAN IN organiseerde een bevraging bij leerkrachten basisonderwijs over de digitale vooruitgang dankzij de coronapandemie. 82 procent van de leerkrachten geeft aan hier blij mee te zijn.

Dankzij de coronapandemie zijn we allemaal wat meer digitaal gaan werken, maar vinden we dat ook wel leuk? VAN IN besloot in juni 2021 een enquête af te nemen bij 1286 leerkrachten, directies, ICT- en zorgcoördinatoren om de impact van de digitalisering te bevragen.

Positieve en negatieve impact

Hoewel 73 procent van de leerkrachten graag terug wil naar de tijd voor de coronapandemie, zijn ze toch blij met de digitale vooruitgang die het heeft veroorzaakt. Enkele leerkrachten (9%) willen zelfs niets meer terug naar begin 2020. Samen is dat dus goed voor 82 procent onderwijspersoneel dat blij is met de meer verankerde digitalisering. Jammer genoeg geeft 94,2 procent van de leerkrachten aan dat er leerachterstand is, wat 8,6 procent meer is dan vorig jaar.

De versterkte digitale geletterdheid van leerkrachten en leerlingen wordt door de meerderheid als een positief gevolg ervaren, net zoals de groei in het gebruik van digitale tools, digitale uitrusting op school, overheidsaandacht, beter klasmanagement en de digitale communicatie met ouders. Negatieve gevolgen van de coronaperiode zijn dan weer de werkdruk, de afstand tegenover de leerlingen, het leerrendement en het welbevinden van zowel leerling als leerkracht.

Bevraging VAN IN
Bron: VAN IN

Manier van lesgeven

Leerkrachten geven ook aan dat de manier waarop ze lesgeven veranderd is sinds begin 2020. Meer dan de helft (58%) biedt meer digitale opdrachten aan en 44 procent heeft meer vertrouwen in digitale tools. Een kleine 16 procent maakt zelfs instructievideo’s voor lessen en 9 procent past het principe van ‘flipping the classroom’ toe. Dat betekent dat leerlingen de instructie als huiswerk krijgen, maar de oefeningen in de klas maken zodat moeilijkheden klassikaal overlopen kunnen worden. Daarnaast heeft de coronapandemie ook een impact gehad op gedifferentieerd werken, wat 30 procent van de leerkrachten nu meer doet. Bingel blijft tot slot het meest gebruikte digitale platform.

De ICT-infrastructuur in scholen

Wanneer scholen meer digitaal gaan werken, hebben ze natuurlijk ook een goede ICT-infrastructuur nodig. Op dit moment kan 92 procent van de leerkrachten al tablets en Chromebooks in de klas gebruiken. 78,1 procent van de respondenten heeft een beperkt aantal toestellen op school, die men voor de klas kan reserveren. In slechts 2,3% van de gevallen, heeft elke leerling een toestel ter beschikking.

Dankzij de Digisprong komt daar vast en zeker nog verandering in, maar voorlopig blijft de tevredenheid over ICT op school verdeeld. De helft van het onderwijspersoneel (49%) is namelijk ontevreden over de leerlijn rond ICT-vaardigheden. 27 procent is niet tevreden over de toestellen, 33 procent over het ICT-beleid en 34 procent over de ondersteuning. Maar liefst 61 procent van de leerkrachten geeft aan dat er geen ICT-beleidsplan voorzien is op school.

Lees ook: Hoe moet je een ICT-beleidsplan opstellen? – Schoolit

Interessant om te weten: meer dan de helft van het onderwijspersoneel geeft aan extra toestellen te willen kopen (58,5%) met de Digisprong-middelen van de overheid. 21,4 procent wil de middelen dan weer investeren in professionalisering. 43,2 procent van de bevraagden weet het nog niet.