Leerlingen over digitaal onderwijs: ‘Wij willen meer contact met leerkracht’
Amerikaans onderzoek naar de effecten van covid op leerlingen levert een duidelijke conclusie op: leerlingen willen meer contact met hun leerkracht.
Jarenlang was digitaal onderwijs de toekomstdroom en –visie van tech-guru’s. Sinds vorig jaar is het werkelijkheid. En wat blijkt; digitaal onderwijs werkt, maar is absoluut niet zaligmakend.
De Amerikaanse onderwijsvakbond National Education Association gaf samen met de National PTA opdracht voor een onderzoek onder scholieren in de leeftijd van 13-18 jaar. De onderzoekers stelden vragen over de effecten van covid-19 op de leerling en hun familie. Hierbij keken de onderzoekers naar academische voortgang, emotionele ontwikkeling en economische effecten. Het onderzoek was deels kwantitatief (een enquete onder 800 leerlingen) en deels kwalitatief (met focus groups).
Terugval over de gehele linie
Hoewel de resultaten misschien niet heel verrassend zijn, zijn ze toch een bron van zorg. Zo blijken leerlingen over de gehele linie het gevoel te hebben er wat betreft hun schoolprestaties niet goed voor te staan (Zie tabel 1).
Wat beschrijft het beste… | …hoe het met je schoolwerk ging voordat corona toesloeg? | ..hoe het nu met je schoolwerk gaat |
Het gaat goed | 58% | 32% |
Het gaat wel | 36% | 48% |
Ik heb er moeite mee | 6% | 20% |
De grootste verslechtering doet zich voor onder leerlingen in de leeftijd van 13-15 jaar, waarvan de ouders geen studie hebben afgerond.
Echt contact met leerkracht is belangrijk
De onderzoekers vroegen de leerlingen ook wat de oplossing voor het probleem zou kunnen zijn. “Contact” blijkt een steeds terugkerend thema. 38% van de leerlingen kan niet wachten tot ze weer fulltime onderwijs in de klas krijgen, terwijl 27% verlangt naar een hybride variant waarbij op zijn minst een deel van de lessen in de klas krijgen. Tegelijkertijd vindt 35% online onderwijs ideaal.
Het valt op dat de oplossingen die leerlingen aandragen precies die dingen zijn die bij digitaal leren maar moeilijk uit de verf komen:
- Meer interactie tussen leraar en leerlingen
- Aanvullende bijlessen om de achterstand in te halen
- Snellere toetsuitslagen en feedback
- Meer één-op-één tijd met de leerkracht
Meer interactie
Hoewel software-ontwikkelaars veel moeite doen om hun onderwijssoftware, zoals Teams, geschikt te maken voor educatieve interactie blijft het moeilijk om de normale interactie in de klas digitaal te reproduceren.
De leerlingen die onderling overleggen, de docent die de klas overziet en inspeelt op wat er gebeurt, de groepsdynamiek. Het zijn allemaal factoren die het verschil maken tussen effectief onderwijs en matig onderwijs. Deze klassikale dynamiek is een spel van geven en nemen. Online wordt dit spel verstoord, doordat de leerkracht meer controle heeft. Daardoor blijkt hets onmogelijk de energie van een klas online te “vangen”.
Aanvullende bijlessen om achterstanden in te halen
Bijlesinstituten adverteren massaal om nieuwe klanten binnen te halen. Voor hen zijn het gouden tijden, want het aantal leerlingen dat bijlessen nodig heeft is explosief gestegen. De vraag is in hoeverre het de verantwoordelijkheid van de leerling (en de ouders) is om de achterstand in te halen, wanneer de hele klas worstelt.
Een oplossing op korte termijn kan van scholen echter niet verwacht worden. Onderwijspersoneel kampte al jaren voor covid-19 met een te hoge werkdruk. Deze is door de grote onzekerheid en enorme veranderingen alleen maar toegenomen. Een leerkracht kan dus alleen meer tijd voor contact inplannen ten koste van zijn of haar vrije tijd. Dat is niet houdbaar.
Snellere toetsuitslagen en feedback
De wens om sneller te weten welk cijfer op een toets behaald is, is van alle tijden. En ook de vraag om feedback, vooral wanneer een onvoldoende is gescoord, is niet nieuw. De reden waarom het vaak lang duurt voordat cijfers en feedback beschikbaar zijn is genoegzaam bekend: piekbelasting.
Er wordt al een tijdje geëxperimenteerd met het gebruik van AI en Machine Learning voor het nakijken van toetsen. Helaas heeft het gebruik nog een aantal grote nadelen, waaronder een raciale bias. Het geautomatiseerd nakijken van ingeleverd werk is daarom op korte termijn geen afdoende oplossing.
Meer één-op-één tijd
Ook de behoefte aan persoonlijke begeleiding is niet nieuw. De gepassioneerde leerkracht ziet dit als zijn kerntaak. In een klassikale context zet je de klas aan het werk en beantwoord je vragen. Daardoor besteedt je min of meer automatisch meer tijd aan leerlingen die met de stof worstelen.
Dit is mogelijk, omdat elke klas in grote lijnen hetzelfde is. Het grootste gedeelte werkt zich zelfstandig door de stof. Daarbij overleggen ze met elkaar. Bovendien heeft elke klas één of twee snelle leerlingen, die hun klasgenoten verder helpen met de materie. Naar deze groepen heb je als leerkracht relatief weinig omkijken, waardoor je je kunt richten op de vier á vijf leerlingen die hulp nodig hebben.
Door het digitale onderwijs is de groep die worstelt echter verdrievoudigd. De leerkracht krijgt meer hulpvragen te verwerken. Wanneer je in dezelfde tijd meer leerlingen te woord moet staan is onvermijdelijk dat de leerling voelt dat ze minder tijd echt contact met hun leerkracht hebben.
Onderwijs moet anders
Digitaal onderwijs heeft voordelen en nadelen. Een paar dagen geleden schreven we al dat de toekomst van het leren waarschijnlijk hybride is, deels klassikaal en deels digitaal. Hoe de verhouding ook uitvalt, duidelijk is wel dat het onderwijs op de schop moet.
Door oude werkwijzen te digitaliseren kom je er niet. Wanneer we in de toekomst de vruchten van digitalisering willen (blijven) plukken zullen we het onderwijs opnieuw moeten uitvinden. De werkwijze van de toekomst biedt leerlingen de gewenste mate van contact met hun leerkracht, zonder dat het leerkrachten massaal richting een burn-out drijft.