Hybride leren in het toekomstige onderwijs

- Jeroen Langendam

Digitaal leren was vorig jaar de redding van het onderwijs. Maar op lange termijn levert alleen hybride leren verbetering op. Hoe pak je dat aan?

Het is bijzonder hoe snel het denken over een bepaald onderwerp kan omslaan. Soms worden paradigma’s die al lange tijd als onwrikbaar worden gezien ineens vervangen door nieuwe denkbeelden.

De vanzelfsprekendheid waarmee we er altijd van uit zijn gegaan dat onderwijs in een klaslokaal plaatsvindt is zo een paradigma. Vanwege een overbekende reden bleek die gedachte toch niet zo onwrikbaar als altijd werd verondersteld. Ineens bleek tóch mogelijk wat sommige toekomstdenkers altijd al als de toekomst zagen: leren op afstand, via internet.

Natuurlijk vereist hybride leren wél dat elke leerling toegang heeft tot de benodigde hulpmiddelen, zoals een laptop met internetaansluiting.

De eerste maanden lag de focus van het onderwijsveld op één ding: continuïteit van het onderwijs borgen. Met veel hangen en wurgen is dat (grotendeels) geslaagd. Inmiddels zijn we zover dat we ook vooruit kunnen kijken. De toekomst van het leren zou wel eens hybride leren kunnen heten

Digitaal leren niet zaligmakend

Terugkijkend zien we dat het digitale leren zijn tekortkomingen heeft. Leerlingen geven aan dat het afstandsonderwijs niet kan motiveren. Niet alleen leerlingen in het secundair en hoger onderwijs zijn kritisch, zelfs basisschoolleerlingen in de leeftijd van 8-12 jaar oud geven aan dat afstandsleren niet motiveert!

Het moet dus anders. Dat roept vragen op. Hoe kunnen we het digitaal onderwijs niet als lapmiddel gebruiken, maar zodanig verbeteren dat het een volwassen onderwijsmethode wordt? Hoe kunnen we digitaal leren een vaste plek in het onderwijs geven? En: is dat wenselijk?

Sturing en begeleiding blijft nodig

Duidelijk is dat digitaal leren zijn plek in het onderwijs heeft veroverd. Tegelijkertijd zien we dat de behoefte aan contacturen blijft.

Dit zal geen enkele leerkracht die bekend is met de didactische en pedagogische theorie verbazen. Uit de neurowetenschappen is immers bekend dat het brein pas op ongeveer 21-23-jarige leeftijd volgroeid is. Pas rond die leeftijd is de student goed in staat tot zelfregulering en zelfsturing.

Oudere leerlingen kunnen weliswaar meer zelfstudie aan dan jongere leerlingen. Maar zelfs studenten blijven de ondersteuning van een docent nodig hebben.

Digitaal onderwijs zal dan ook nooit voldoende zijn om het basis-, secundaire en hoger onderwijs geheel te dragen. Volledig afscheid nemen van klassikaal onderwijs gooit het kind met het badwater weg. We moeten toe naar een vorm van onderwijs die de voordelen van klassikaal onderwijs combineert met die van digitaal leren. We hebben hybride leren nodig.

Bij hybride leren worden de succesfactoren van klassikaal onderwijs gemengd met de voordelen van digitaal onderwijs (Afb: Shutterstock)

Hybride leren: covid-19- én toekomst-proof

Hybride leren is de perfecte oplossing voor de onzekerheid waarin de wereld zich bevindt. De ontwikkeling van het aantal besmettingen heeft directe invloed op de vraag of kinderen naar school kunnen en mogen. Elke koerswijziging heeft een grote impact op het dagritme van de leerling. Dit roept onzekerheid op, waardoor de leerling minder goed kan leren. Een goede hybride leren-strategie haalt die onzekerheid voor een groot gedeelte weg. Er hoeft niet geïmproviseerd te worden, de leerling volgt het onderwijs enkel op een andere plek.

Maatwerk is de sleutel.

Hybride leren (soms ook “Blended Learning” genoemd) is één van de drie strategieën die in een White Paper van de denktank New America werden genoemd voor het onderwijs in covid-tijd. Van de drie strategieën is het de optie met de meeste duidelijkheid en transparantie. Hybride leren is daarom de perfecte keuze in onzekere tijden.

In tegenstelling tot veel recente ontwikkelingen is hybride leren niet enkel een antwoord op covid-19. Het lijkt ook de beste route naar een moderne vorm van onderwijs waarin technologie stevig is ingebed. In de woorden van technologie-gigant Microsoft: “We geloven dat de plotselinge wereldwijde verschuiving naar afstandsleren, hoewel ongelofelijk moeilijk, schoolleiders en onderwijzers ertoe gebracht heeft om diep te reflecteren op de vraag wat hun studenten het beste verder helpt en welke innovaties opgepakt moeten worden”

Natuurlijk vereist hybride leren wél dat elke leerling toegang heeft tot de benodigde hulpmiddelen, zoals een laptop met internetaansluiting.

Hybride leren is maatwerk

Bij het ontwikkelen van een toekomststrategie voor hybride leren moeten we de pedagogiek als uitgangspunt nemen. De rol van de techniek moet ondersteunend zijn, niet leidend. Een technologische oplossing die perfect past binnen de ene school kan immers volstrekt mislukken op een andere school.

Een one-size-fits-all aanpak werkt niet, maatwerk is de sleutel.

Waarom naar school gaan?

Een interessante invalshoek bij het ontwikkelen van hybride leren is om niet als uitgangspunt te nemen dat leerlingen naar school moeten kunnen komen, maar de vraag of dit iets toevoegt. Onder de huidige omstandigheden is de druk groot om leerlingen weer naar school te laten komen. Zowel leerkrachten als leerlingen en studenten hebben hier behoefte aan.

De taxonomie van Bloom kan helpen bij het inrichten van het hybride leren

Een toekomstbestendige strategie zoekt naar een vorm van hybride leren die langdurig werkt, ook nadat de eerste opluchting elkaar weer in het echt te kunnen zien is weggeëbt. De centrale vraag moet dan ook zijn: wat levert het hoogste leerrendement op in een bepaalde context: digitaal, of klassikaal? De makkelijkste manier om dit te bepalen is door middel van de behaalde toetsscores.

Wanneer leren ze het meest?

Toetsscores kunnen echter pas in de praktijk worden bepaald. Vergelijking van de toetsresultaten is bovendien pas mogelijk wanneer er voldoende leerlingen ofwel digitaal, ofwel klassikaal les hebben gehad.

Tot die tijd moeten we onze keuzes baseren op minder harde criteria. Gelukkig kunnen we ons ook hier baseren op de didactisch-pedagogische theorie. De taxonomie van Benjamin Bloom is wijd bekend. Dit theoretisch model werd in 1956 gepubliceerd maar was daarvoor al een aantal jaar in ontwikkeling.

De taxonomie van Bloom gebruiken we momenteel vooral bij het ontwikkelen van cursusmodules en het bepalen van toetsingscriteria. Bij elke nieuwe cursus stellen we de leerdoelen en bepalen we of we vooral gaan toetsen op basiskennis (veelal multiple choice), kennisbegrip, toepassing, analyseren, evalueren of creeëren.

Al jaren is het gebruikelijk dat leerkrachten op de lagere niveaus van Bloom sterk aanwezig zijn, terwijl op de hogere niveaus leerlingen steeds meer zelfstandig werken. Het ligt voor de hand eenzelfde aanpak te hanteren bij het ontwikkelen van hybride leren. Hoe verder de leerling is gevorderd op de taxonomie van Bloom, hoe meer digitaal kan.

Kennis,begrip én ontwikkeling

Wanneer we leerlingen nieuwe concepten willen aanleren, heeft het klassikale onderwijs de voorkeur. Staand voor de groep kun je het denken van leerlingen sterk sturen, waardoor je voorkomt dat ze zijpaden inslaan of vastlopen in de theorie. Je kunt ze coachen en directe feedback geven.

De voordelen van klassikaal onderwijs houden niet op bij de  academische vorming. Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van (jonge) individuen is klassikaal onderwijs belangrijk. Leerkrachten zien hoe het met het kind (of puber) is gesteld en kunnen indien nodig toegang bieden tot ondersteuning.

Het nadeel van klassikaal onderwijs wordt vooral ervaren door leerlingen die goed kunnen leren. In een groep van 30 leerlingen zijn er altijd een paar die veel sneller klaar zijn dan de rest. Voor hen is klassikaal leren vaak zonde van de tijd. Digitaal leren heeft voor hen de voorkeur, simpelweg omdat ze dan veel efficiënter met hun tijd kunnen omgaan.

In een school die hybride leren heeft omarmd zou een rooster kunnen bestaan uit  instructie-uren, waarin de docent de theorie uitlegt. Daarnaast zouden “voortgangsuren” kunnen worden ingepland.

Aangezien de theorie ook online beschikbaar is, zou de leerkracht bepaalde leerlingen “vrijstelling” kunnen geven van de instructie-uren. Puur facultatieve instructie-uren zijn ongewenst omdat, zoals al eerder aangegeven, het zelfregulerend vermogen van leerlingen pas rond de 23e verjaardag volledig ontwikkeld is. Een ervaren leerkracht kan over het algemeen goed inschatten of een leerling de zelfstandigheid aankan. Bovendien bieden de voortgangsuren (met frequente tussentijdse toetsen, die deels online en deels klassikaal worden afgenomen) voldoende informatie om tussentijds bij te sturen.

Persoonlijke begeleiding kan óók deels online

Individuele begeleiding is erg tijdsintensief. Als leerkracht heb je echter nog het voordeel dat je heel veel (groepjes van) leerlingen achter elkaar ontvangen. Voor de leerling is het een andere kwestie. Er zijn voorbeelden van leerlingen en studenten die speciaal voor een begeleidingsgesprek naar school moeten komen. Voor een gesprekje van 20 minuten zijn ze dan meerdere uren onderweg. Dat kan efficiënter, bijvoorbeeld door begeleidingsgesprekken “op locatie” te voeren.

Deels kan dit online, maar fysieke ontmoetingen kunnen ook buiten het schoolplein plaatsvinden, bijvoorbeeld in een bibliotheek of buurthuis. Vooral in het hoger onderwijs kan dit veel tijdswinst opleveren voor studenten.Ook buitenschoolse activiteiten, zoals de toneelclub of sport, kunnen buiten school worden georganiseerd. Hierdoor komt ruimte op de schoollocatie vrij voor andere onderwijsactiviteiten, of kan worden bespaard op huisvestingskosten.

Gebruik het potentieel van hybride leren

Hybride leren is een combinatie van klassikaal onderwijs en van online leren. In werkelijkheid is hybride leren nog veel meer, het is de perfecte voorbereiding op de arbeidsmarkt, waarin tijds-en locatieonafhankelijk werken steeds prominenter wordt. Met hybride leren is het niet het schoolgebouw dat centraal staat, maar het leerproces van de leerling.

Soms leert de leerling het beste thuis, soms op school en soms op een andere locatie. Zolang betrouwbare en betaalbare technologie beschikbaar is, kunnen we het leren altijd en overal laten plaatsvinden. Door hybride leren kunnen we extra hulpbronnen aanboren, zoals begeleiding door een oudere broer of zus . Ook inhoudelijk biedt hybride leren een schat aan potentieel, denk aan opdrachten die het kind in de eigen omgeving kan uitvoeren, waardoor het kan leren van de eigen ouders en buren.

Organiseer hybride leren om de juiste redenen

Blijf bij het hybride leren uitgaan van het belangrijkste uitgangspunt. Hybride leren ontwikkel je niet vanwege covid-19. Hybride leren ontwikkel je niet omdat je als school toevallig goedkope chromebooks kunt kopen. En hybride leren ontwikkel je al helemaal niet om het huisvestingsbudget te verlagen.

Hybride leren ontwikkel je met maar één doel voor ogen: zorgen dat de leerling of student er beter van wordt.

Door gebruik te maken van onderwijskundige kennis die in de loop van decennia is ontwikkeld en deze te combineren met de succesverhalen van nu kun je een nieuwe strategie voor het onderwijs ontwikkelen. In die strategie speelt hybride leren onvermijdelijk een grote rol. Maar hybride leren werkt alleen wanneer je het organiseert om de juiste reden. Strategievorming is  niet voorbehouden aan bestuursadviseurs,  maar vergt een actieve inbreng vanuit de praktijk.

Want alleen samen maken we van hybride leren een succes.