“We missen in Nederland een schakel tussen ICT’ers op school en het overkoepelende ICT-team” – Marc Mulders

- Cédric Van Loon

Voor het eerst hebben we een Nederlandse ICT-coördinator aan het woord: Marc Mulders. Hij is vandaag leerkracht binnen het lager onderwijs en overkoepelend ICT-coördinator van L.W. Beekmansschool.

Marc Mulders is vijftien jaar geleden als leerkracht begonnen in het basisonderwijs op een school voor ontwikkelingsgericht onderwijs. Dat betekent dat niets gebeurt aan de hand van boeken, maar dat je alles zelf moet ontwikkelen.

“Daar heb ik veel geleerd maar zat ik niet echt op m’n plek. Wel is mij meteen de positie als coördinator van een werkgroep ICT toegewezen. Toen waren dat nog twee computers in een klas om me mee bezig te houden.”

Van iPads naar Chromebooks

Marc is tien jaar geleden overgestapt naar L.W. Beekmanschool, een basisschool in ’s-Hertogenbosch, Nederland. Daar begon hij wat meer met ICT te doen en kwamen er meer digitale middelen. “We hadden digiborden in klassen en startten een pilot met iPads in de klas om meer gepersonaliseerd met kinderen te werken. In principe was dat heel mooi: elke leerling had een eigen device. Maar wanneer die spullen vernieuwd moesten worden, stootten we erop dat het erg duur was om voor iedereen een eigen iPad te voorzien.” Zijn school was daarin een voorloper, maar andere scholen kwamen tot dezelfde conclusie.

Wij wilden digitalisering toch een plek geven en zo stapten we over naar Chromebooks”, zegt Marc. Eerst experimenteerden hij met één klas waar per twee leerlingen een Chromebook werd voorzien. Vandaag zitten ze op 400 toestellen, alle leerlingen vanaf het eerste leerjaar tot het zesde leerjaar hebben een eigen device.

“Dan krijg je het ook steeds drukker als ICT-coördinator”, zucht Marc. “Er zijn allerlei kleine probleempjes en leerkrachten moesten geschoold worden. Dat hebben we veelal zelf gedaan.”

De leerlingen werken vooral binnen de Google-omgeving. De leerkrachten gebruiken zowel Windows als Google. “Zij hebben een Chromebook en een Windows-laptop. De Chromebooks dienen om online les te geven, alleen bij het delen van beeld in online lessen zijn die gewoon te traag”, aldus Marc.

Extra opleidingen

Een groter probleem volgens hem is dat leerkrachten niet altijd de urgentie inzien van het gebruik van digitale middelen. “Inmiddels zie ik mezelf meer als onderwijskundig expert, maar in de praktijk ben ik nog steeds de klusjesman voor alles waar een stekker aan zit. Ook als de koffiemachine het niet doet, moet ik het oplossen. Ik vind het moeilijk om aan mensen te trekken. Dat is ook de reden waarom ik vorig jaar een master ben gestart in onderwijsontwikkeling.”

Inmiddels zie ik mezelf meer als onderwijskundig expert, maar in de praktijk ben ik nog steeds de klusjesman voor alles waar een stekker aan zit.

Marc Mulders, ICT-coördinator in Nederland

Deze master heet ‘Leren en innoveren’ in Eindhoven en die zorgt ervoor dat je meer evidence-based te werk kan gaan om teams te overtuigen. Waarom is die digitale geletterdheid belangrijk? Wat voor literatuur is er beschikbaar? Zulke vragen worden daar beantwoordt. Het is eigenlijk een manier om mijn collega’s mee te nemen in het verhaal. “Er zitten ook veel Belgische collega’s in de opleiding”, verrast Marc ons.

Hoe zit het in Nederland?

In elke lagere school in Nederland is wel een leerkracht of onderwijskundige die een ICT-taak heeft. De inhoud is eerder beperkt: klusjes oplossen, beleidsplannen maken en visies schrijven. “Zo’n ICT-taak is een extra die erbij komt, daar heb je niet altijd tijd voor”, zegt Marc. “Veel leerkrachten zijn er ook geen expert in en dan is een visie schrijven erg moeilijk.”

Daarnaast heb je overkoepelend een stichting (vergelijkbaar met een scholengroep in België) en daarboven is dan een bedrijf aangesteld met technische ICT’ers die problemen op afstand kunnen oplossen. De ICT’ers buiten de school doen vooral de technische kant en niet de onderwijskundige kant. De ICT’ers op school zijn dan de onderwijskundige of pedagogische ICT-coördinatoren.

Evolutie van het takenpakket als ICT-er

“Mijn taak is enorm uitgebreid de laatste jaren”, zegt Marc. “Ik kon het niet meer alleen. We zijn nu met vier, allemaal leerkrachten die enigszins raakvlakken hebben met ICT. Onderling verdelen we taken zoals social media, de app van de school waarmee om met ouders te communiceren, leerkrachten opleiden die binnenkomen (administratie), de website, e-mailadressen aanmaken en ga zo maar door.” Marc is de overkoepelende verantwoordelijke, hij stuurt alles aan.

“Het is een werkgroep, maar ik zou er liever een leerteam van maken.” Dat is volgens hem een enorm verschil in opvatting. Een werkgroep is praktisch, maar een leerteam kan beter inzetten op visie en beleid.

Elke school moet een vierjarenplan hebben qua beleid. “Meestal staat er iets kleins of vaags in over digitalisering, iets waar de directie rechtstreeks in beslist. Heel vaak zijn dat één of twee regeltjes die niet concreet zijn. Het is voor ons meer een praktisch werkdocument, want de digitalisering verandert erg snel en dan moet je snel kunnen schakelen.”

Veel directies zijn heel kundig op allerlei vlakken, maar vaak niet op ICT-gebied.

Marc Mulders, ICT-coördinator in Nederland

De ICT-groep van Marc maakt wel het ICT-beleid, maar soms loopt dat moeilijk doordat hij één van de weinigen is in zijn werkgroep die zich bezighoudt met trends en ontwikkelingen in het land. “Veel directies zijn heel kundig op allerlei vlakken, maar vaak niet op ICT-gebied”, benadrukt Marc.

“We werken wel samen op het vlak van beleid. Ik schrijf veel beleid, koppel dat terug, maar als je inhoudelijk te weinig kennis hebt, kan je er niet goed op reageren. Wel op onderwijskundig vlak, maar niet op ICT-vlak.”

Marc mist vooral een schakel tussen ICT’ers op school en de technische ICT’ers die overkoepelend zitten. Er is geen onderwijskundige die overkoepelende teams helpt om visie en beleid te maken. Op sommige plaatsen in Nederland is dat wel volgens Marc. “Onze stichting kiest daar niet voor en dat is lastig. Je bent veel op je eigen schooltje aan het proberen”

Interactie met de leerkrachten

Leerkrachten komen de hele week met allerlei vragen over zowat alles bij Marc. “Ik probeer niet altijd met een klant-en-klaar antwoord te komen. Zo’n kant-en-klaar antwoord zorgt voor een snelle oplossing, maar ze mogen er ook zelf eens over nadenken en die omslag begint nu te komen.” Volgens hem beginnen leerkrachten zelf meer dingen op te zoeken.

Dat komt volgens hem ook omdat ze mee moeten met hun tijd. Veel leerlingen hebben in het vierde leerjaar al een eigen telefoon, zitten op social media en komen zelf met heel veel ideeën in de klas. Leerkrachten moeten op die manier meer kennis krijgen van het digitale.

Leerkrachten willen vaak een vaste lijst met wat ze precies moeten doen voor het ICT-beleid, maar dat kan niet volgens Marc. “Ik probeer wel te kijken op welke dingen we ons moeten richten rond digitale geletterdheid, vooral via de website van Kennisnet.”

Leerkrachten moeten in theorie ook wel problemen kunnen oplossen met toestellen volgens hem, maar leerlingen komen toch vaak nog bij hem binnen. Ruim 400 kinderen op school, die komen gelukkig niet elke dag binnen. Ook kleuters werken nog niet met een device. Vanaf het eerste leerjaar wel. De ene leerkracht stuurt leerlingen ook sneller dan een andere volgens Marc. Sommigen vinden het moeilijk om te laten zien dat ze zelf in gebreke blijven.

Extra budget vanuit de Nederlandse overheid

De Nederlandse overheid voorziet nu na de coronapandemie extra budget om de verschillen in niveau weg te werken. Elke school mag zelf kiezen wat ze met dat budget doen. Sommige scholen kiezen voor een extra leerkracht, andere kiezen voor het sociale aspect. De L. W. Beekmanschool kiest ervoor om deels een extra leerkracht aan te stellen, maar ook om te investeren in technologie.

“Denk daarbij aan extra Chromebooks, andere methoden, professionalisering anders invullen, … We kijken vandaag ook naar een bedrijf dat online trainingen geeft. Zo kunnen leerkrachten meer op basis van eigen interesse kiezen.”

We kijken vandaag ook naar een bedrijf dat online trainingen geeft. Zo kunnen leerkrachten meer op basis van eigen interesse kiezen.

Marc Mulders, ICT-coördinator in Nederland

De methoden op de L. W. Beekmanschool konden we ook digitaliseren. “Onze nieuwe rekenmethode is volledig digitaal. Ik laat het zien, kinderen maken adaptief een oefening, ik kan erop inspelen. Dat zijn hele andere vaardigheden die gevraagd worden van leerkrachten want je bent meer aan het monitoren. Leerkrachten moeten daar ook wel aan wennen”, zegt Marc duidelijk.

Te veel werk, te weinig tijd

Ik werk iets minder dan fulltime. Mijn opleiding is op maandag. Ik werk drie dagen per week want ik heb ook nog wat ouderschapsverlof opgenomen. Ik kom drie dagen te kort eigenlijk om al mijn taken te doen. Toen ik vijf dagen werkte, was het ook niet genoeg”, lacht Marc.

“Omdat wij die technische ICT’ers op afstand hebben zitten met een heel klein clubje voor heel veel scholen, is het eigenlijk niet voldoende. Ik kan wel wat, maar technisch gezien niet alles en ik heb ook niet overal de rechten toe.”

Daarbij kan de leerkracht het probleem niet altijd zo goed analyseren volgens Marc. Hij moet vaak het probleem gaan analyseren en dan de analyse doorgeven aan de ICT’ers op afstand, maar dat kost heel veel tijd. Zo kan een probleem al snel een week duren. “Dan heb ik het enkel over probleemoplossing, niet over visie en beleid en literatuur lezen.”

Missende schakel tussen school en technische groep

“In het onderwijs ben je leerkracht, maar heb je daarnaast nog een passie of expertise dan kan je dat vandaag nog te weinig kwijt”, zegt Marc. Volgens hem hebben sommige collega’s er niet altijd zin in, maar hijzelf kan het wel kwijt in de klas. Marc is ook digicoach waardoor hij in principe leerkrachten buiten de school kan helpen. “Helaas is daar geen tijd voor of geen functie, want ik heb ook nog een eigen klas (zesde leerjaar).”

Ik ben ook digicoach, maar helaas is daar geen tijd voor of geen functie en ik heb ook nog mijn eigen klas.

Marc Mulders, ICT-coördinator in Nederland

Hij benadrukt dat het op dat vlak helemaal anders is dan in België. “In het middelbaar of hoger onderwijs in België is er veel meer ruimte om jezelf te ontwikkelen. Daar kan je ook ICT-coördinator worden zonder extra taken. In het lager onderwijs is dat niet. Professionaliseren is leuk in je eigen tijd. Of je moet het onderwijs uit.”

Continu bijleren

Hoe blijft Marc van alles op de hoogte en waar kan hij terecht met al zijn vragen? Volgens hem geven de overkoepelende technische ICT’ers (Digidact) antwoord op al zijn vragen als het technisch is. “Onderwijskundig is dat iets moeilijker, ook al zijn het wel allemaal leerkrachten die daar zitten. Is het echt onderwijskundig, dan is het meer zoeken in het land om daar gelijken te vinden.”

Twee keer per jaar bezoekt hij de ICT-bijeenkomst van Digidact. Alle ICT’ers en directeurs zijn hiervoor uitgenodigd. “Agendapunten hebben soms wel raakvlakken met wat wij doen, maar dat is eerder een algemeen iets. Onze school is echt wel voorloper met 400 Chromebooks”, zegt hij trots. “We zitten vaak op een ander punt dan andere scholen, we willen verder en meer onderwijskundige diepte.” Dat laatste vindt hij heel moeilijk.

Marc blijft ook graag van alles op de hoogte via Kennisnet voor nieuwe informatie, trends. “Wat ik ook wel leuk vind, is de IPON, een Nederlandse onderwijsbeurs gericht op ICT. Verder probeer ik ook via LinkedIn informatie te vergaren.”


Dit is een interview binnen de ‘ICT-coördinator aan het woord’-reeks. Met deze rubriek willen wij ICT-coördinatoren hun verhaal laten doen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en eens gluren bij de buren. Wil jij graag zelf deelnemen of ken je iemand in je omgeving? Contacteer ons via info@schoolit.be voor een eerste kennismaking.