EU-programmeerweek (8 tot 23 oktober): al 10 jaar codeerfeest

- David Van Waeyenberghe

De tiende EU-programmeerweek vindt dit jaar plaats van 8 tot 23 oktober. Ook dit jaar is het idee van CodeWeek om  programmeren zichtbaarder en toegankelijker te maken.

De EU-programmeerweek is een burgerinitiatief waarin creativiteit, probleemoplossing en samenwerking wordt gestimuleerd door programmeren en andere technische activiteiten. CodeWeek wil via laagdrempelige activiteiten het programmeren zichtbaarder maken bij jongeren, volwassenen en ouderen. Op die manier wil CodeWeek tonen hoe je ideeën tot leven kan brengen via programmeercode.

Tien kaarsjes op de taart

De programmeerweek ontstond in 2013 toen de Young Advisors het idee lanceerde voor de digitale agenda van Europa. De Europese Commissie ondersteunt sindsdien de EU-programmeerweek als onderdeel van de strategie voor een digitale eengemaakte markt. Het doel is om jongeren de basis van coderen en computationeel denken onder de knie te krijgen. Dat doen ze via duizenden activiteiten gedurende de CodeWeek.

Vorig jaar vonden in Europa 78.000 activiteiten plaats in 80 verschillende landen over heel de wereld. Vier miljoen jongeren namen deel aan minstens één evenement. Minstens, want de CodeWeek duurt langer dan een week, vijftien dagen om precies te zijn. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 11 jaar en met 49 procent waren de meisjes goed vertegenwoordigd. Het leeuwendeel van de activiteiten (88 procent) vond plaats in scholen, mede door de inspanningen om leerkrachten te betrekken.

Ambassadeurs

In elk deelnemend land zijn de ambassadeurs het belangrijkste contactpunt voor de programmeerweek. In België zijn dat Martin Mbaga (IT projectmanager Europese Commissie) en Cindy Smits (Digitale Wolven en CoderDojo). Beide ambassadeurs zijn al jaar en dag bezig met IT op kindermaat. Een project als de CodeWeek is hun dan ook op het lijf geschreven.

“De slogan is ‘Every week is CodeWeek’ maar met deze programmeerweek willen we een momentum creëren”, zegt Cindy Smits. De laatste jaren is er een grote focus bijgekomen op coderen in de klas en daar ben ik ontzettend blij mee. Mijn voeling voor het klasgebeuren is groot omdat we met Digitale Wolven in scholen werken. Voor mij persoonlijk is de CodeWeek een ideaal moment om met gelijkgestemden uit heel Europa te praten over de verschillen in de landen. Met Digitale Wolven hebben we een samenwerking met Eurid waardoor we een school een gratis traject kunnen aanbieden. De kick-off hiervan is altijd gelinkt aan de CodeWeek.”

creeer en dans

Smits is vurig over haar passie voor coderen en neemt ons mee in dat enthousiasme om programmeren nog aantrekkelijker te maken. Zij werkt heel hard aan de integratie van meisjes, want daar wringt soms nog het schoentje. “Elk jaar organiseren we met CoderDojo een evenement speciaal voor meisjes. CoderDojo4Girlz vindt dit jaar plaats op zaterdag 22 oktober in Diegem. Het event is gratis en moet inderdaad meisjes aanmoedigen om naar de reguliere werking van CoderDojo te komen.”

Codefestival

In Vlaanderen zet ook het Kenniscentrum Digisprong de schouders onder de EU-programmeerweek met de organisatie van een Codefestival. Dat codeerfeest vindt plaats op maandag 10 oktober in het Hendrik Consciencegebouw in Brussel. Op het menu staan naast een plenaire vergadering ook verschillende workshop en demosessies. Leerkrachten kunnen voor dit Codefestival gratis inschrijven. Het programma en de inschrijvingsmodaliteiten zijn terug te vinden op deze pagina.

Het volledige programma van de EU-programmeerweek is terug te vinden op de site van CodeWeek. Hier kan je ook terecht voor alle praktische informatie in verband met de activiteiten. Sinds de coronapandemie zijn verschillende activiteiten online te volgen. Indien de taal geen barrière is dan kunnen de deelnemers dus eenvoudig, en meestal gratis, internationaal aan het coderen slaan. “Als er dan toch een positief aspect was aan Covid, dan is het dit wel. Het is fijn voor de deelnemers, maar ook voor begeleiders, dat er daardoor veel meer evenementen toegankelijk zijn geworden”, besluit Cindy Smits.