De grote Digisprong-analyse: ICT-competente leerkrachten en digitale leermiddelen

- Ilene Langen

Naast de infrastructuur en het ICT-beleid, zijn digitaal competente onderwijsprofessionals een belangrijk speerpunt van de Digisprong. In het derde deel van onze poll-analyse zoomen we in op de huidige professionaliseringsmogelijkheden voor onderwijspersoneel en het gebruik van digitale leermiddelen.  

Het Digisprongplan werd opgesteld om scholen te ondersteunen bij de digitalisering van het onderwijs. Het derde speerpunt zet vooral in op de ICT-competenties van zowel onderwijspersoneel als lerarenopleiders. Daarnaast focust het op digitale leermiddelen en leeromgevingen. Wij werpen een blik op de huidige situatie in scholen en geven jullie maar al te graag de antwoorden op de pollvragen mee.  

Digitaal competent 

Wanneer we leerkrachten vragen om over hun huidige digitale competenties te reflecteren, geeft meer dan de helft (56%) aan dat ze zeker over voldoende kennis en vaardigheden beschikken. Maar 16 procent van de respondenten geeft toe minder competent te zijn. De overige deelnemers hadden geen mening (14%) of beschouwden de vraag als niet van toepassing op zichzelf (14%).  

De Vlaamse Overheid ondersteunt op dit moment al allerhande trajecten om de ICT-competenties bij leraren en lerarenopleiders te verhogen. Het Digisprongplan zet hier sterk op in zodat alle onderwijsprofessionals gewapend zijn voor de digitale uitdagingen in het werkveld.  

Professionaliseringsmogelijkheden 

Daarnaast voorzien scholen in 64 procent van de gevallen ICT-opleidingen voor al het onderwijspersoneel. Professionals die zich dus nog niet zeker voelen in de digitale wereld, krijgen de mogelijkheid om zich bij te scholen. In slechts zes procent van de gevallen zijn die opleidingen enkel weggelegd voor het ICT-team. Een kleine 20 procent van de deelnemers geeft aan dat er helemaal geen bijscholing wordt aangeboden.

Algemeen gezien zijn de ondervraagden iets minder positief: 37 procent vindt dat er op school voldoende professionalisering wordt voorzien. 34 procent geeft aan dat dit te weinig gebeurt, naast de 9 procent respondenten die erg veel mogelijkheden aangeboden krijgen. Enkele deelnemers hadden geen mening (16%) of vonden de vraag niet van toepassing (4%).  

Hoewel scholen dus op de goede weg zijn naar meer digitale professionalisering, blijft er nog ruimte voor verbetering.  

Digitale leermiddelen 

Bovendien heeft de Digisprong aandacht voor de beschikbaarheid van meer en betere digitale leermiddelen en leeromgevingen. Software is naast infrastructuur een belangrijke pijler in de digitalisering van het onderwijs. Om de toegang tot die middelen voor onderwijsprofessionals te vereenvoudigen, focust het plan op een single sign-on-infrastructuur voor meerdere websites of toepassingen.  

We vroegen het onderwijspersoneel daarom naar de huidige kennis en het gebruik van enkele platformen. 

KlasCement 

Zoals verwacht wordt er op dit moment reeds veel gebruik gemaakt van KlasCement. 60 procent van de respondenten zoekt al naar digitaal lesmateriaal op de website. Toch blijkt 24 procent dat nog niet te doen. Voor 15 procent van de deelnemers is de vraag niet van toepassing en een luttele 1 procent kent KlasCement niet.  

Het Archief voor Onderwijs 

De resultaten over Het Archief voor Onderwijs zijn meer verdeeld. Op dit moment gebruikt reeds 37 procent van het onderwijspersoneel het platform voor video- en audiomateriaal in de klas. Een tikkeltje meer respondenten (38%) geven aan dat nog niet te doen. Een kleine 9 procent van de deelnemers kent Het Archief voor Onderwijs niet, 16 procent geeft ‘Niet van toepassing’ aan.   

i-Learn 

Dat het i-Learn platform nog niet erg gekend is (57%), is niet verwonderlijk. Het online portaal, MyWay genaamd, werd pas op 1 september van dit schooljaar gelanceerd. Toch heeft al een kleine 3 procent van de bevraagden het platform gebruikt. Reeds 30 procent van de deelnemers laat weten het te kennen, maar heeft nog niets met het platform gedaan in de praktijk.

Raamovereenkomsten 

Wanneer we scholen tot slot nog vragen naar specifieke raamovereenkomsten voor software, krijgen we uiteenlopende antwoorden. 30 procent van de bevraagden geeft aan hier wel op aangesloten te zijn, waarbij vooral Microsoft (MS-KIS) en Office 365 genoemd worden. 35 procent laat weten dat zij niet met een overeenkomst werken, terwijl nog een derde (32%) van de onderwijsprofessionals er niet van op de hoogte is. Voor drie procent van de bevraagden is de vraag niet van toepassing.