[adv] Methodisch leren blind typen in het basisonderwijs?

- Gastauteur

[Advertorial] Als kinderen in de hogere klassen van het lager onderwijs tekst digitaal moeten verwerken, is het belangrijk dat ze blind kunnen typen. Daarom pleiten steeds meer ouders en leerkrachten ervoor dat het blind leren typen integraal onderdeel van het lessenplan moet uitmaken. Deze vaardigheid zou, net als het goed methodisch leren schrijven, didactisch aangeleerd moeten worden in de klas. Dit op een gestructureerde, onderbouwde en inclusieve manier om te garanderen dat alle leerlingen gelijke kansen krijgen in het digitaal onderwijs.

Er zijn verschillende programma’s op de markt om het blind typen aan te leren en als school is het soms moeilijk om hierin een keuze te maken. In dit artikel geven we enkele leidraden en belangrijke inzichten mee, die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek.

Waarom het blind typen aanbieden in de klas?

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw werken leerlingen in het lager onderwijs op de computer. Terwijl het maken van werkstukken en toetsen steeds meer op de computer gebeurt, leren leerlingen wél methodisch het handschrift aan, maar nog niet vaak het digitale schrift. Dit is echter noodzakelijk om goed en vlot te kunnen werken met een computer tijdens lesmomenten. De vaardigheid blind typen vergroot de kwaliteit van teksten die leerlingen schrijven omdat er meer aandacht kan uitgaan naar de inhoud van de tekst in plaats van het produceren ervan.

Onderzoek stelt vast dat het verschil maakt of je goed of minder goed kunt typen. Zo blijkt dat leerlingen in het basisonderwijs, die blind kunnen typen, betere resultaten halen bij het spellen en stellen op de computer dan leerlingen die dit niet kunnen. Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte (dyslexie, DCD, autisme, schrijfproblemen,…) zouden hun leerkwaliteiten beter kunnen laten zien wanneer ze vaker konden typen.

Wat is een goed moment om te leren typen?

Het is daarom belangrijk dat scholen nadenken over een geïntegreerde aanpak van het leren typen onder schooltijd. Schrijven en typen zijn verschillende vaardigheden die elkaar aanvullen en in te zetten zijn voor verschillende doeleinden op school. Bij het schrijven van letters is de activiteit in het brein actiever en intensiever dan bij het typen. Daarom gaat het onthouden beter dan bij het aanslaan van de letters op het toetsenbord. Dit is een reden waarom het aanleren en automatiseren van het methodisch schrijven in de eerste leerjaren belangrijk blijft voordat ze leren blind typen.

Er wordt aangeraden om te wachten met het blind leren typen tot ongeveer 10 jaar. Het gaat gemakkelijker als de noodzakelijke cognitief-motorische vaardigheden voldoende zijn ontwikkeld. Als je al kunt lezen, schrijven met de hand en spellen dan is het gemakkelijker om blind te leren typen. Leerlingen tussen de 10 en 12 jaar hebben daarom minder tijd nodig om blind te leren typen dan jongere kinderen. Ze kunnen gemakkelijker de aandacht volhouden en zelfstandig oefenen.

Een typcursus in het 4e leerjaar is een goed moment omdat je zo mogelijk het automatiseren van een ‘eigen manier van typen’ vóór kan zijn. Daarnaast kan er in het 5e en 6e  leerjaar vervolgens, net als bij het schrijven, aandacht zijn voor een integratie van de vaardigheid bij het verwerken van informatie in de klas en schrijven van (langere) teksten. Pas wanneer de typesnelheid vergelijkbaar is met de schrijfsnelheid, kan het typen ingezet worden voor het schrijven van teksten. Onderzoek laat zien dat het oefenen van spelling met behulp van papier en pen of een toetsenbord vergelijkbare positieve resultaten oplevert.

Begeleid leren typen

Er zijn verschillende manieren om binnen het onderwijs de kinderen het blind typen aan te leren. Dat kan via een online cursus waarbij de leerling zelfstandig de methodiek doorloopt. Toch wijst onderzoek uit dat begeleid blind leren typen met goede instructie van een lesgever, de beste resultaten geeft. Zo is er bijvoorbeeld meer controle op het blijven inzetten van alle vingers en het kijken naar het scherm zonder te ‘spieken’.

Mensen die alle vingers gebruiken typen sneller en maken minder fouten. De typvaardigheid is ook gerelateerd aan de nauwkeurigheid van het typen. Hoe minder fouten je maakt, hoe sneller je werkt. Met tien vingers is het eenvoudiger ergonomisch te typen, wat leidt tot minder vermoeidheid en klachten aan de polsen. Je zit op die manier ook rechter voor de computer zodat je niet constant naar het toetsenbord en dan weer het scherm hoeft te kijken.

Differentiëren

Niet elk kind leert op dezelfde manier. Daarom is er meer aandacht voor neurodivers leren. Binnen de gekozen methodiek is voldoende ruimte nodig om te differentiëren naargelang de behoeftes van de leerling. Leerlingen met leerproblemen hebben meer problemen met schrijven dan leerlingen zonder leerproblemen. Een niet vlot en vloeiend handschrift kan leiden tot mindere schoolresultaten maar ook tot verminderd zelfvertrouwen en motivatie.

Deze groep leerlingen krijgt bij een schrijftaak vaak het werk niet af, of het is onleesbaar, waardoor ze hun capaciteiten niet voldoende kunnen laten zien. Voor hen kan een compensatie door middel van het typen een uitkomst zijn, en kunnen ze er al vroeger dan het vierde leerjaar mee starten. Zo kan spellingssoftware helpen bij een leerling met dyslexie. Ook in deze  blijft het belangrijk dat het typen dan reeds is aangeleerd en geautomatiseerd,  vóórdat het wordt ingezet op school.

Duidelijke structuur

Een duidelijke structuur in opbouw van de cursus en lessen is van belang. Zo blijft het overzichtelijk voor leerlingen die hieraan behoefte. De opbouw ziet er vaak zo uit:

  • Cognitieve fase: weten waar de letters zich bevinden op het toetsenbord
  • Associatieve fase: het oefenen van het vinden van de letters
  • Automatische fase: ontstaan als om het moment dat na veel herhaling de letters zijn geautomatiseerd

Het kunnen aanpassen (liefst weglaten) van de tijdsdruk kan de leerlingen de mogelijkheid geven om op eigen tempo de letters te vinden op het toetsenbord. Daarna gaat het tempo omhoog, volgens hun eigen mogelijkheden. Het weglaten van de tijdsdruk leidt tot minder frustratie en meer motivatie om door te gaan. De nadruk tijdens het aanleren van het blind typen zou dus vooral op de nauwkeurigheid en niet op de snelheid moeten liggen.

Multimodale leerstrategieën

Het aanbieden van de leerstof via auditieve en visuele leerstrategieën is voor veel leerlingen een belangrijke interventie die goed werkt om nieuwe vaardigheden, waaronder het typen, te leren. De Typ10-methode kan heel geschikt zijn bij het aanbieden van het didactisch leren blind typen op school onder begeleiding van een leerkracht of lesgever die geschoold is. Deze aanpak richt zich op:

  • Bewegend leren: laat de leerlingen niet enkel achter de pc leren. We starten altijd met een bewegingsspel. Dit zorgt voor een betere focus en beter geïntegreerde leerstof
  • Geheugensteuntjes: leerlingen leren de letterposities aan, aan de hand van woorden, afbeeldingen en versjes
  • Verbeelding: gebruik van verhaaltjes om het voorstellingsvermogen van de leerlingen te activeren en zo het verbeeldend leren te ondersteunen
  • Kleuren: elke letter krijgt een kleur die hoort bij een bepaalde vinger. Dit bevordert het visueel denken
  • Geen tijdsdruk: tijdens het leerproces wordt er geen gebruik gemaakt van snelheidsspelletjes maar ligt de focus ligt op juistheid
  • Herkenbare lesstructuur: elke les is opgebouwd uit 4 stappen die steeds terugkeren. Hiermee wordt de leerstof en het leergedrag gestructureerd
  • Verschillende leerkanalen: variatie in visuelemotorische en auditieve aanbieding
  • Differentiatie: de mogelijkheid om het individueel niveau in het werkboek en de online module aan te passen

Slotsom

We beschreven belangrijke factoren die zouden moeten meewegen bij het maken van een keuze en de implementatie van een didactische typcursus op school. Daarnaast zijn er ook nog andere factoren waarover nagedacht moet worden. Zo is het belangrijk dat het hele schoolteam begrijpt waarom bepaalde keuzes gemaakt worden omtrent het leren typen. Daarnaast moeten leerkrachten zich competent voelen in het aanbieden van het typonderwijs en zijn mogelijks bijscholingen nodig.

Het recent verschenen boek ‘Typ jij blind? Aan de slag in het basisonderwijs’ van Henny van der Meijden, gaat nog dieper in op het thema. Naast wetenschappelijk onderbouwde informatie over het leren blind typen in het basisonderwijs beschrijft de auteur ook hoe je het methodisch blind leren typen kunt implementeren op school in de onder-, midden- en bovenbouw.


Dit is een commerciële samenwerking met C&Explore. Download hier de gratis gids met tips om leerlingen blind te leren typen. Meer informatie over de Typ10-methode vind je hier.