Waarom STEM-opleidingen terrein verliezen: scholen missen digitale en pedagogische vernieuwing
STEM-onderwijs waarin wetenschap, technologie, engineering en wiskunde centraal staan, verliest aan populariteit bij jongeren. Volgens een analyse van VRT NWS ligt de oorzaak niet enkel bij de leerlingen, maar ook bij een gebrek aan innovatie binnen scholen. Leerkrachten en directeurs wijzen op verouderde structuren, hoge kosten en een gebrek aan digitale durf.
STEM minder populair, ondanks digitale toekomst
Ondanks de toenemende digitalisering van de samenleving, kiezen minder jongeren voor STEM-richtingen in het secundair onderwijs.
Volgens Maggy Vankeerberghen, coördinerend directeur van scholengroep UN!K, spelen twee factoren een rol: een aanhoudend negatief imago van STEM en het afschaffen van technische richtingen om financiële redenen.
“Veel leerlingen zien STEM nog altijd als een plan B,” zegt Vankeerberghen. “En scholen schrappen richtingen als de klassen te klein worden, want het opstarten van een STEM-traject met moderne infrastructuur en IT-apparatuur is duur.”
Dat tekort aan STEM-leerlingen is paradoxaal: bedrijven smeken om technisch geschoolde profielen, terwijl scholen moeite hebben om jongeren warm te maken voor opleidingen die perfect aansluiten bij digitale beroepen van de toekomst.
Ouders en perceptie spelen grote rol
Ook Stijn Slegers, leraar aan het VITO in Hoogstraten, ziet hoe perceptie het STEM-onderwijs parten speelt. “Ouders denken vaak dat alleen aso-richtingen leiden naar hogere studies, terwijl onze STEM-leerlingen net heel goed scoren in opleidingen tot burgerlijk of industrieel ingenieur.”
De lesinhoud is bovendien niet minderwaardig: in richtingen zoals technologische wetenschappen krijgen leerlingen evenveel wiskunde als in wetenschappen-wiskunde, maar dan met praktische toepassingen en ICT-integratie.
Jongeren overtuigen begint in de basisschool
De 17-jarige Joni, enige meisje in haar klas mechatronica, ontdekte haar passie voor technologie al op de lagere school dankzij gastlessen rond STEM en programmeren. “Daar werd het concreet: we mochten robots aansturen en kleine circuits bouwen. Zo besefte ik dat ik dat wilde blijven doen,” vertelt ze.
Volgens haar kunnen scholen jongeren beter bereiken als ze vroeg inzetten op digitale beleving met workshops, makerspaces of samenwerkingen met lokale bedrijven.
“Meer reclame maken is niet genoeg”
De Vlaamse overheid probeert al sinds 2012 het STEM-onderwijs te versterken via actieplannen en campagnes, maar volgens Vankeerberghen mist het beleid structurele vernieuwing.
“Meer marketing helpt niet als de vakstructuur niet verandert,” zegt ze. “We moeten STEM koppelen aan actuele maatschappelijke uitdagingen zoals klimaat, energie en artificiële intelligentie. Zo maken we leren relevant.”
Ze pleit voor projectmatig en vakoverschrijdend werken, waarbij leerlingen concrete vraagstukken oplossen met behulp van digitale tools. Thema’s als sensortechnologie, data-analyse of duurzame energie kunnen dan de rode draad vormen.
Duaal leren als toekomstmodel
Een inspirerend voorbeeld komt van SyntraPXL in Limburg, waar het aantal STEM-leerlingen dankzij duaal leren met meer dan 10 procent is gestegen.
“De combinatie van leren op school en op de werkvloer werkt,” zegt Pieter Sybers, coördinator Duaal. “Bedrijven leveren apparatuur, stages en expertise. Leerlingen zien meteen de link tussen theorie, digitale tools en praktijk.”
SyntraPXL haalt vandaag al de Vlaamse doelstelling voor 2030: 40% van de leerlingen in STEM-richtingen. Dat bewijst volgens Sybers dat nauwere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven essentieel is.
Meer durf bij directies
“Directies moeten meer buiten de bestaande kaders durven denken,” benadrukt Vankeerberghen. “Durf experimenteren met interdisciplinair leren, met digitale labs en met AI in de klas. Alleen zo maken we STEM aantrekkelijk voor de generatie van morgen.”
Volgens Schoolit past die boodschap perfect in het huidige onderwijslandschap: investeren in digitale leermiddelen, samenwerking met EdTech-bedrijven en IT-ondersteuning is niet langer optioneel. Het is de sleutel om STEM-onderwijs weer toekomstgericht te maken.
lees ook