Online onderwijs schadelijk, zegt MIT-hoofddocent

- Jeroen Langendam

Vanwege corona zet het Vlaams onderwijsveld sterk in op onderwijs op afstand. Maar online onderwijs zal meer kwaad dan goed doen, betoogt een universitair hoofddocent. Volgens hem kunnen we de scholen beter helemaal sluiten.

Vanwege de coronapandemie zijn alle scholen gesloten. Gelukkig is het mogelijk om onderwijs op afstand aan te bieden. De Vlaamse overheid heeft scholen gevraagd hier maximaal op in te zetten. Justin Reich is universitair hoofddocent en onderwijsdeskundige aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), een vooraanstaande universiteit met een goede reputatie voor technisch onderzoek. Hij vindt de focus op afstandsonderwijs een slecht idee.

Uitzonderingen zoals VIVES Hogeschool daargelaten, zijn de meeste scholen hard aan het nadenken hoe ze het onderwijs online kunnen geven. Het zou een illusie zijn te veronderstellen dat scholen van de ene op de andere dag kunnen overstappen naar een heel andere manier van werken en tegelijkertijd dezelfde kwaliteit van onderwijs te bieden. Reich denkt dat dit voor de meeste scholen een onmogelijke opgave is.

Volgens hem kiezen scholen veelal een verkeerde invalshoek. Hij stelt dat er groeiend wetenschappelijk bewijs is dat online onderwijs voor de meest kwetsbare leerlingen het slechtste resultaat oplevert. Zijn stelling is dan ook dat de hoofdvraag niet is welke technologie je gaat inzetten, maar dat je jezelf vooral af moet vragen hoe je de leerlingen ondersteunt die dit het hardste nodig hebben.

Achterhaald onderzoek geeft misleidend beeld

Maar hoe zit het dan met al dat onderzoek dat zou aantonen dat er geen significant verschil bestaat tussen de onderwijsresultaten van leerlingen die klassikaal onderwijs of afstandsonderwijs kregen? In de database staan in totaal 355 onderzoeken die allemaal concluderen dat het er niet om gaat via welk medium je onderwijs geeft (klassikaal, via de radio, tv of computer), maar dat het vooral draait om de kwaliteit van de uitleg en begeleiding.

Dit onderzoek ondersteunt de stelling dat afstandsleren, helemaal met de technologie die ons nu ter beschikking staat, een volwaardig alternatief voor klassikaal leren kan zijn. Tenminste, zodra leerkrachten een beetje gewend zijn aan de nieuwe manier van werken. Reich is kritisch.

Volgens hem zijn de onderzoeken allemaal gebaseerd op kleinschalige onderzoeken, die ook nog eens voornamelijk werden gehouden op medische opleidingen. Niet bepaald representatief voor het hele onderwijsveld. Bovendien, zo stelt hij, is het onderzoek achterhaald door de technologie, want online leren bestond in die tijd helemaal niet.

Reich heeft een punt. Hoewel je intuïtief misschien zou denken dat de mogelijkheden van online beter zijn dan onderwijs via de radio, kun je ook betogen dat online veel meer verleidelijke afleidingen biedt die het onderwijsresultaat nadelig beïnvloeden.

Online versus klassikaal in modern onderzoek

Modern onderzoek laat echter zien dat studenten die online onderwijs volgen lagere cijfers halen dan studenten die hun lessen in de klas volgen. En misschien nog belangrijker: vooral kwetsbare studenten hebben moeite met online lessen.

Reich haalt een onderzoek aan dat is uitgevoerd door Washington State. De ondubbelzinnige conclusie: gemiddeld scoren online studenten significant lager dan klassikale studenten. Het verschil is het grootst bij jongere studenten, minderheden en leerlingen met een lagere leervaardigheid.

“Ik kan alleen maar verwachten dat wanneer scholen proberen om snel een ongeplande overstap te maken, de dingen voor de meest kwetsbare studenten veel erger zullen uitpakken”.

Justin Reich, Universitair Hoofddocent, MIT

In Ohio is bijgehouden hoe goed leerlingen op “charter schools” het doen. Ook hier komt men tot een duidelijk verschil tussen virtuele scholen en traditionele scholen. Ongeacht het schoolvak scoren kinderen op de virtuele scholen slechter dan bij klassikaal onderwijs. Ook hier is het effect het grootst voor leerlingen die er toch al niet zo goed voorstonden.

Ook van MOOC’s (Massive Open Online Courses) heeft Reich geen al te hoge pet op. Volgens de onderwijskundige zijn het vooral leerlingen met hoogopgeleide ouders (Een Bachelor-graad of hoger) die hier slagen. Ook hier bleken vooral de jonge leerlingen een grotere kans op uitval te hebben.

Dus, stelt Reich, er is sterk bewijs dat online onderwijs juist de studenten en leerlingen die de meeste hulp nodig hebben benadeelt.

Houtje-touwtje

Als de onderzoeken die hierboven zijn aangehaald al niet overtuigen heeft Reich nog een ander argument: de onderzoeken zijn allemaal gehouden op basis van online onderwijs dat in alle rust is ontwikkeld. De lessen zijn goed uitgewerkt, het curriculum is uitgebalanceerd en de studentenpopulatie heeft er bewust voor gekozen. Dat is wel een andere situatie dan de huidige, waar elke leerling stante pede verplicht wordt om een online programma te volgen dat snel in elkaar getimmerd is, zonder fatsoenlijke overgangsperiode. Veel programma’s zullen door improvisatie en houtje-touwtje-oplossingen tot stand komen. Reich: “Ik kan alleen maar verwachten dat wanneer scholen proberen om snel een ongeplande overstap te maken, de dingen voor de meest kwetsbare studenten veel erger zullen uitpakken”.

Mediadruk

Natuurlijk zijn er een aantal topscholen die snel online gaan en hiermee positieve aandacht in de media krijgen. Maar, zo zegt Reich, je moet deze scholen niet als vergelijkingsmateriaal nemen. “Het Bureau toelating van Harvard en Princeton is zo ontworpen dat alleen de kinderen die zichzelf dingen kunnen aanleren toegelaten worden. Jouw school moet waarschijnlijk ieder soort leerling onderwijzen”.

Wanneer we dit naar Vlaanderen vertalen, betekent dit dat VIVES weliswaar jarenlange ervaring heeft met online onderwijs, maar dat dit ook een bepaald type student trekt. De meeste scholen hebben echter die ervaring met online niet en een andere studentenpopulatie.

Het zou voor Vlaamse scholen, als we de gedachtenlijn van Reich volgen, dan ook onverstandig zijn om Vives als benchmark te gebruiken. Natuurlijk kun je van deze instelling leren, maar het evenaren van wat deze school nu doet is onmogelijk.

Hoe ga je je zwakke leerling er doorheen slepen?

Dus, concludeert Reich, zet niet massaal in op technologie. Stel jezelf de vragen die ertoe doen: “Hoe ondersteunen we onze zwakkere leerling/student”? Hoe zorg je dat het onderwijs aansluit bij elk van de leerstijlen van Kolb?  Hoe zorg je dat ook de leerling met speciale leerbehoeftes of –beperkingen mee kan komen? En wat doe je met de leerlingen die thuis géén breedbandinternetverbinding hebben?

De Leerstijlen van Kolb (Afbeelding: WikiCommons)

De grote uitdaging van online onderwijs, volgens Reich, is het maken van een echte, blijvende, menselijke connectie met de studenten die je het meest nodig hebben. “De beste online leerkrachten die ik heb ontmoet vertellen me dat het grootste deel van hun tijd op gaat aan het ontdekken welke leerling meer hulp nodig heeft – vooral als studenten zelf geen hulp vragen.”

Volgend schooljaar beter

Volgens Reich gaan scholen deze vragen niet op korte termijn kunnen beantwoorden. Het valt hem ook op dat er her en der artikelen verschijnen met “best practices in afstandsonderwijs”, maar dat geen enkel artikel (ook het onze niet) begint met de vraag “denk na over hoe je een persoonlijke band kunt opbouwen met de leerlingen die worstelen met de lesstof”.

Door deze verkeerde focus zal afstandsonderwijs volgens hem vooral schade berokkenen. De sterke leerling komt er misschien wel, zij het met een wat lager cijfer, maar voor de zwakkere leerling zou afstandsonderwijs wel eens de nekslag kunnen zijn voor hun schoolcarrière.

Daarom is het beter om het schooljaar 2019/2020 als “verloren” te beschouwen en na de zomer een frisse start te maken. In de tussentijd kan dan in alle rust worden nagedacht over de vragen die er écht toe doen.