Meer inclusieve school dankzij technologie

- Fleur Arkesteijn

Het Europees parlement kondigde eerder nieuwe richtlijnen aan voor de standaard waaraan materiaal op de online leeromgeving moet voldoen. Het parlement hoopt hiermee onderwijs beter toegankelijk te maken voor alle studenten, met nadruk op studenten met speciale behoeften.

Alistair McNaught, een consulente gespecialiseerd in digitale onderwijscontent, observeert dat universiteiten tegenwoordig steeds vaker technologie inzetten. Universiteiten houden bij hoe studenten studeren, en maken hulpmiddelen gemakkelijker toegankelijk.

Ze is erg blij met de nieuwe Europese wetgeving, zowel voor de reguliere studenten, als zij met speciale behoeftes.

McNaught: “Veel onderwijsinstituten hebben ontoegankelijke websites, of digitale inhoud die grotendeels afgeschermd is. Als de inhoud geblokkeerd is, dan zijn feitelijk alle investeringen in de online leeromgeving in een klap teniet gedaan.”  

Technologie maakt het verschil

Technologie verbetert de kwaliteit van het onderwijs voor leerlingen met mentale problemen, ziektes of een veeleisende thuissituatie. Minder studenten met een handicap gaan naar de universiteit, zelfs als hun schooladvies gelijk is aan niet-gehandicapte studenten.  We schreven al over Bednet, dat zieke leerlingen in staat stelt klassen te volgen met hun eigen klasgenootjes. Maar ook kleinere aanpassingen kunnen een wereld van verschil maken. Zo kan het voor leerlingen met dyslexie erg prettig zijn om gebruik te maken van een dictafoon, die aantekeningen voor hen maakt. Ook voor studenten met autisme, adhd of een leerstoornis is dat soms een uitkomst.

Technologie die dusdanig geïntegreerd is in ons leven, dat we het nauwelijks meer opmerken, maakt ook een positief verschil: Zo biedt de gemiddelde smartphone bijvoorbeeld mogelijk de leeslijst te lezen als ebook, te luisteren als audioboek of om te zetten in braille. Andere apps, zoals Brain In Hand, zijn specifiek ontworpen met mensen met bepaalde mentale uitdagingen. Het stelt persoonlijke copingsmechanismen voor, herinnert de student aan openstaande taken, laat hen angst- of stressgevoelens meten en stelt hen in contact met hulpverleners.

Betere sfeer en minder angst

De Montfort Universiteit heeft een app waarmee 200 leerlingen met kleuren aan kunnen geven hoe ze zich voelen. Groen staat voor goed, oranje voor onprettig, en bij rood hebben ze direct hulp nodig. Specialisten houden deze beoordelingen bij, en observeren welke activiteiten geassocieerd worden met onprettige gevoelens. Zo bleek dat een aantal leerlingen zich erg gespannen voelden op de vrije woensdagmiddag. De school besloot een vrij te bezoeken les aan te bieden, om een betere structuur te bieden.

Ook het reduceren van angst, voor alle leerlingen, wordt ondersteund met behulp van techniek. Zo kunnen studenten tegenwoordig vaak anoniem schoolwerk bespreken of maken ze opdrachten die nagekeken worden door AI, bijvoorbeeld met Kahoot en Squla. Deze kleine ingrijpen dragen bij aan een prettigere schoolomgeving voor iedereen. Ook voor het studenten welzijn bestaan er Nederlandstalige apps. Zo is er bijvoorbeeld de app Hoe Was Jouw Week, waarmee studenten hun motivatie kunnen monitoren en verbeteren.