Tips bij het invoeren van digitale apparaten in de klas

- Fleur Arkesteijn

Het gebruik van tablets, laptops en iPads in de klas stijgt al jaren. Leerlingen en leraren zijn enthousiast, mits de apparaten goed ingezet worden. Veel scholen kennen bijvoorbeeld restricties voor het gebruik van mobiele telefoons in de klas. Maar hoe zet je de apparaten in om leerlingen beter, meer individueel onderwijs te bieden?  

Om de voordelen van digitale apparaten te benutten, is een goed beleid dus belangrijk. Hoe voer je de iPad in in de klas? Om die vraag te beantwoorden, volgen hier enkele tips. 

Kosten

De kosten van het invoeren van digitale apparaten kunnen behoorlijk hoog zijn, zowel door de initiële aanschaf van de apparaten, als het beheer, en de relatief korte levensduur. 

Apple heeft bijvoorbeeld een speciaal iPad programma voor scholen, en rekent ongeveer 300 euro voor de nieuwste versie, plus 89 euro voor de Apple Pencil. Chromebooks, laptops met ChromeOS, gemaakt door o.a. Samsung en Acer, kosten bij aanschaf 150 tot 450 euro. Om de apparaten te beheren, komt er nog eens 30 euro per apparaat bij, voor de aanschaf van het Education Management Console, waarmee de leraar controle over alle apparaten in de klas kan hebben.  

De kosten verschillen, net als wat er mogelijk is met de apparaten: Niet elke app of elk programma is beschikbaar op ChromeOs, hoewel er een ruim aanbod aan educatieve programma’s bestaat dat geschikt is voor Chromebooks. 

Er bestaan allerlei leaseconstructies voor scholen, wat een uitkomst kan zijn voor scholen met sterk variërende leerlingaantallen, of om financiële- en veiligheidsrisico’s te voorkomen. Een ander alternatief, is het verplaatsen van de verantwoording voor de aanschaf van een laptop of apparaat van de school naar de ouders. Hierbij moet wel gelet worden op de inclusiviteit van de school voor leerlingen wiens ouders niet de middelen hebben hiervoor te betalen. 

Software 

De kosten zijn niet de enige overweging die een school mee moet maken in de keuze voor een bepaald apparaat. Er is een zeer ruim aanbod educatieve software, die op verschillende manieren ingezet kan worden. Sommige software of webapplicaties richten zich puur op digitale opgaven voor leerlingen, terwijl andere software ook de voortgang van de leerling bijhoudt en zelfs pedagogische problemen kan signaleren.

De kosten van systemen verschillen sterk, maar ook de mogelijkheden die het systeem biedt. Smartschool België biedt bijvoorbeeld een volledig platform aan, dat niet alleen functionaliteit heeft voor leerlingen en leerkrachten, maar ook voor het bestuur. De gegevens van leerlingen worden anoniem omgezet om strategische vragen te kunnen beantwoorden. De inzichten kunnen zeer waardevol zijn, en de software is ontwikkeld in lijn met alle Europese en Belgische wetten en richtlijnen. Om de software te gebruiken, dienen leerlingen een Ipad, mac of Android Tablet te gebruiken. Squla, een Nederlands bedrijf dat educatieve software ontwikkeld, is platform-onafhankelijk. Alle applicaties worden als installeerbare apps, maar ook op de website aangeboden. De software is gratis voor gebruik in de klas, en als ouders of leerlingen daar behoefte aan hebben, kunnen ze een abonnement voor thuis aanschaffen voor ongeveer 100 euro per jaar. 

Er bestaan ook gratis websites en programma’s. KhanAcademy bijvoorbeeld, bevat lessen, opdrachten, en een door AI-gedreven bekijk systeem, waarbij leerlingen extra uitleg krijgen over opdrachten waar ze veel fouten mee maken. Tevens is het voor leerkrachten mogelijk te bekijken welke concepten niet duidelijk zijn, en kunnen leerlingresultaten worden vergeleken. 

Er is een ruim aanbod van apps en websites met gratis lesmateriaal en educatieve games, die een aanvulling kunnen zijn op de reguliere les. Zo zijn er bijvoorbeeld Socratis en Kahoot, waarbij leerlingen anoniem mee kunnen doen aan een quiz. Photomath is een app waarbij de leerling een reken- of wiskundeopgave scant, een een stapsgewijze, logische en heldere uitleg krijgt over het probleem en de achterliggende concepten. Popplet en LucidChart helpen leerlingen door concepten te visualiseren. 

Digitaal burgerschap

Bereid leerlingen voor op het digitaal burgerschap. Het is aan te raden transparant te zijn tegenover de kinderen over wat het programma inhoudt. Licht hen in over welke informatie wordt opgeslagen, of de data anoniem is, of de leraar (ongemerkt) mee kan kijken op hun scherm. Die laatste functie is onmisbaar. Kai Slaghek, basisschool leraar bij het Lucas Onderwijs Den Haag, die Ipads gebruikt in de klas, kan zich daar in vinden. “Om de orde te bewaren, en zicht te hebben op wat je leerlingen doen, is het handig om een programma te gebruiken waarmee je op elk moment mee kunt kijken op het scherm van de leerling. Klaslokaal is een app om leerlingen in de gaten te houden die ik zelf aan zou raden.”

De leerling voorop

 Openheid zorgt niet alleen voor meer orde in de klas, maar opent meteen de discussie over privacy, identiteit en data. Zorg voor een open cultuur, waarin leerlingen elkaar op weg helpen. Wees niet bang om ook kritisch te zijn over de mate waarin je uitgaat van de statistiek. Vertrouw ook op je persoonlijke ervaring. Kai: “Je kunt door apps en platforms al je leerlingen volgen. Dat is prettig, maar kan ook erg kil zijn. Persoonlijke aandacht voor de leerling moet voorop staan. De statistiek dient ter ondersteuning gebruikt te worden.”

Om de veiligheid en het comfort van de leerling te garanderen, is het noodzakelijk bepaalde apps, functionaliteit en inhoud te blokkeren. Neem maatregelen bij opdrachten waarbij kinderen gebruik maken van het internet. Installeer bijvoorbeeld een speciale browser te , of maak gebruik van een versie die veilig is voor kinderen. 

Wat heeft de leraar nodig?

Bij het invoeren van digitale hulpmiddelen in de klas, zouden de wensen van leerkrachten voorop moeten staan. Zij hebben immers inzicht in de behoeften van hun leerlingen. Ze kunnen de apparaten ter ondersteuning van hun les gebruiken. Kai Slaghek bevestigt dat:

“Het is nooit het doel an sich om een iPad of een ander apparaat te gebruiken. Je kunt het als middel gebruiken om bepaalde doelen te dienen.”

Kai Slaghek

 Het invoeren van digitale apparaten kan helpen om meer tijd vrij te maken voor individuele begeleiding van de leerling en het verfijnen van het curriculum. De voorwaarde daarvan is, dat bij de selectie van software getracht wordt de leraar te ondersteunen. Als de leraar bijvoorbeeld veel tijd kwijt is aan het invoeren van data, kan het de kerntaken juist in de weg komen te zitten. Anderzijds kan de leraar effectiever te werk gaan, door herhaalbare lessen en opdrachten te gebruiken en ontwikkelen. 

Tijd besparen 

De initiële tijdsinvestering van het invoeren van apparaten, betaalt zich meer dan terug, wanneer er aandacht besteed aan informatieverzorging. Het opstellen van een digitaal lesplan kost soms meer tijd dan het opstellen van een regulier lesplan. Echter, het biedtmogelijkheden: de lessen kunnen opgeslagen, herhaald en verbeterd worden aan de hand van feedback. Deze feedback is objectiever, het is een analyse van de uitwerkingen en resultaten van leerlingen. De tijdsinvestering kan bovendien terugverdiend worden door samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere scholen en lessen te delen.