Tweede schijf van Digisprong nu uitbetaald voor secundair onderwijs
De teldatum voor de tweede schijf is 1 oktober 2021. Het bedrag per in aanmerking komende leerling is vastgesteld op 510 euro.
Deze maand wordt een tweede schijf van de Digisprong ICT-infrastructuurmiddelen voor het secundair onderwijs uitbetaald. De leerlingen die in de berekening van de middelen van de eerste schijf nog niet zijn meegenomen, vormen de berekeningsbasis voor de middelen die worden uitbetaald in de tweede schijf.
Concreet worden de middelen voor ICT-toestellen berekend op de leerlingenaantallen in de overige leerjaren (2de, 4de, 6de), HBO5 van het secundair onderwijs, de modulaire structuuronderdelen, de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers en de leerlingen die permanent onderwijs aan huis krijgen.
Let wel: in deze tweede schijf zal rekening worden gehouden met de toestellen die de scholen in 2020 al kregen als noodoplossing om het afstandsonderwijs mogelijk te maken (15.000 toestellen, als eerste fase van de Digisprong). Deze toestellen zullen in mindering gebracht worden (voor 75% van de marktwaarde) in het bedrag dat aan de scholen wordt uitbetaald.
De aanwending van de middelen wordt verantwoord op basis van facturen met ingangsdatum vanaf 1 januari 2021.
Wat met huurprogramma’s?
Voor de tweede schijf van de Digisprong geldt dat de schoolbesturen de middelen moeten aanwenden in het schooljaar 2023-2024. Als de doelstelling is bereikt met de toegekende middelen, kunnen de resterende middelen aangewend worden voor de aanschaf van ICT-infrastructuur in de ruime zin.
Schoolbesturen die in het schooljaar 2020-2021 of schooljaar 2021-2022 al werken met een huur, huurkoop of aankoopprogramma voor ICT-toestellen, mogen de middelen uiterlijk tot en met het schooljaar 2024-2025 aanwenden.
Klik hier voor de volledige gids met nieuwe cijfers rond de tweede schijf.