De Staat van STEM in Vlaanderen: Volwassenenonderwijs

- Jeroen Langendam

Ontwikkelingen over STEM in het Hoger Onderwijs zijn terug te vinden in de STEM Monitor 2020.

Ook in het volwassenenonderwijs streeft de Vlaamse overheid naar een groter aandeel STEM-leerlingen. De STEM Monitor 2020 vertelt ons hoe (on)succesvol het beleid is.

Het is niet alleen het secundair onderwijs en hoger onderwijs waar het Actieplan STEM 2012-2020 zich op richt. Ook het volwassenenonderwijs mag zich in de aandacht van de overheid verheugen. Door de positie van STEM in het volwassenenonderwijs te versterken wint België op twee fronten: volwassenen krijgen nieuwe kansen op de arbeidsmarkt én werkgevers krijgen toegang tot dat broodnodige STEM-gekwalificeerde personeel.

Het volwassenenonderwijs in uit de STEM Monitor 2020 minder positief naar voren dan de andere vormen van onderwijs. In het secundair onderwijs en hoger onderwijs zijn de trends positief, zowel op het gebied van instroom, studierendement én aandeel vrouwen dat een STEM-opleiding volgt.

De trend in het volwassenen onderwijs is negatief. In vergelijking met het referentiejaar (2013-2014) is op alle gemeten indicatoren een neerwaartse trend zichtbaar.

Minder STEM voor vrouwen

De Vlaamse overheid is in haar communicatie vooral enthousiast over de stijging van het aantal meisjes en vrouwen dat een opleiding in een STEM-richting volgt. Wat dat betreft is de ontwikkeling in het volwassenenonderwijs ongetwijfeld een doorn in het oog. Vanaf het referentiejaar neemt het percentage vrouwen dat een STEM-opleiding volgt alleen maar af. Het aandeel vrouwen in het secundair volwassenonderwijs dat een STEM-opleiding volgt daalt van 47,16% in 2013-2014 tot 46,48% in 2017-2018. In vergelijking met het schooljaar eerder is de daling 0,32%-punt.

Bron: STEM Monitor 2020 (p.17)

Dalende interesse in STEM

Over de gehele linie lijkt de interesse voor exacte en technische opleidingen aan het secundair volwassenenonderwijs tanende. Het aantal cursisten dat een STEM-opleiding volgt daalt van 92.263 (2013-2014) naar 76,591 (2017-2018). Het dalende totaal aantal deelnemers aan het volwassenenonderwijs (van 322.942 naar 306.336 verklaart deze daling niet, want ook percentueel neemt het aandeel STEM schrikbarend snel af (van 28,57% naar 25,00%).

Een lichtpuntje is te zien wanneer we kijken naar de zorg-STEM opleidingen. Het betreft hier HBO5-opleidingen die worden verzorgd door de centra voor volwassenenonderwijs. Hier is het aantal cursisten sinds 2010-2011 per saldo licht gestegen van 2.176 naar 2.401 in 2018-2019. Dit aantal is evenwel lager dan in het topjaar 2013-2014,toen het aantal deelnemers 2.7.85 bedroeg. Het aandeel vrouwen dat een zorg-STEM volgt is met 85,34% zeer hoog te noemen, iets lager dan in 2010-211 toen het percentage 86,17% bedroeg.

Kijkend vanuit het doel dat meer vrouwen STEM-opleidingen volgen is dit iets lagere percentage slecht nieuws. Vanuit diversiteitsperspectief gezien is het cijfer gunstig, aangezien het ons vertelt dat iets meer mannen de stap naar de zorg hebben gezet.

Werk aan de winkel

De STEM-ontwikkelingen in het volwassenenonderwijs zullen de feestvreugde op het Departement Onderwijs & Vorming waarschijnlijk enigszins temperen. Voor zowel overheid als onderwijsveld is hier werk aan de winkel.