De Staat van STEM in Vlaanderen: secundair onderwijs

- Jeroen Langendam

Meer meisjes kiezen voor STEM. Maar de STEM Monitor 2020 bevat nog veel meer informatie. Hoe is het gesteld met STEM in het secundair onderwijs?

Een paar dagen geleden schreven we al over het nieuws dat steeds meer meisjes voor STEM-opleidingen kiezen. Dat is een belangrijke ontwikkeling. De STEM Monitor 2020 van het Departement Onderwijs & Vorming van de Vlaamse overheid bevat echter nog veel meer interessante informatie over de Staat van het STEM-onderwijs.

 In dit artikel duiken we wat dieper in de ontwikkelingen in het secundair onderwijs.

Instroom van STEM-leerlingen in het secundair onderwijs

Het aantal leerlingen dat in het secundair onderwijs aan een STEM-opleiding begint is afhankelijk van twee zaken: het aandeel leerlingen dat kiest voor STEM én de totale instroom van nieuwe leerlingen.

Op het eerste gezicht is de ontwikkeling gunstig te noemen. Steeds meer scholieren kiezen voor een schoolcarrière in een technisch of exact vak. Was het percentage in 2010-2011 nog 33,50%, in het vorige schooljaar (2018-2019) liep dit percentage op tot 36,13%. Dit cijfer is min of meer vergelijkbaar met het schooljaar 2017-2018. Een aandachtspunt is het aandeel STEM in het eerste leerjaar van de derde graad, hier was in 2018-2019 een kleine daling te zien ten opzichte van 2017-2018, van 44,97% naar 44,64%.

Bron: STEM monitor 2020

Ondanks de trendmatige groei bleef het aantal nieuwe leerlingen in absolute zin echter dalen.  Het is dankzij de demografische ontwikkelingen dat de daling (ten opzichte van de nulmeting in 2010-2011) in 2018-2019 tot een halt is gekomen. 2018-2019 was het eerste schooljaar waarin de leerlingenaantallen niet meer lager waren dan in het referentiejaar.

Het is vooral in het aso dat leerlingen naar STEM neigen. Het aandeel in het eerste leerjaar van de tweede graad steeg van 29,79% (2010-2011) naar 35,17% in 2018-2019. Vooral de meisjes kiezen massaal voor STEM, ruim 46,22% in het eerste leerjaar van de tweede graad. Ook in het eerste leerjaar van de derde graad is groei te zien, zij het met minder overweldigende cijfers. Hier steeg het aandeel van 51,81% naar 54,90% (meisjes: 50,63%).

Zorgen over STEM in het bso en het tso

Hoewel de persberichten vooral de nadruk leggen op wat er goed gaat, is de STEM Monitor 2020 niet alleen positief. Vooral de ontwikkelingen in het bso en tso zijn niet in lijn met de ambities van de Vlaamse regering.

De cijfers zijn weliswaar gunstiger dan in 2010-2011, maar de groei die in eerdere jaren zichtbaar was, lijkt nu te zijn gestopt. Zoals in de tabel te zien is, was het aantal STEM-leerlingen in het eerste leerjaar van de tweede graad in  2010-2011 6.564, oftewel 40,47% van het totaal. In 2018-2019 is het aantal STEM-leerlingen met 5.833 fors lager. Doordat ook de totale instroom is afgenomen (van 16.221 naar 14.479) is het percentage STEM leerlingen ongeveer gelijk gebleven (40,29). Het aandeel meisjes nam wel toe, van 5,73% naar 5,83%.

Bron: STEM Monitor 2020

Een soortgelijke trend is te zien in het eerste leerjaar van de derde graad, hier daalde het aandeel STEM van 37,90% naar 36,99%. Tegelijkertijd nam ook hier het aantal meisjes toe, van 3,68% naar 4,03%.

In het tso zijn de cijfers over STEM in het secundair onderwijs minder makkelijk te duiden. Terwijl het percentage in het eerste leerjaar van de tweede graad stijgt van 36,13% (2010-2011) naar 37,26% (2018-2019) is in het eerste leerjaar van de derde graad precies het tegengestelde zichtbaar. Hier daalt het cijfer van 40,16% in 2010-2011 naar 39,75% in 2018-2019. Ook in vergelijking met 2017-2018 zijn de scores in 2018-2019 een stukje lager.

Het aantal meisjes dat instroomt in een STEM-Tso neemt wel toe. Nadat het percentage in het eerste leerjaar van de tweede graad groeide van 10,38 (2010-2011) naar 10,98% (2017-2018) ging het in 2018-2019 ineens naar 12,60%. Ook in het eerste leerjaar van de derde graad zien we dit: van 13,18% (2010-2011) naar 15,67% in 2017-2018, om voorlopig uit te komen (in 2018-2019) op 16,51%.

voor belangrijke sectoren (is) de situatie uiterst precair voor wat de instroom vanuit het onderwijs betreft

STEM Monitor 2020

Weinig groei STEM

Per saldo lijkt er weinig groei te zien in het bso en tso. Het aantal meisjes neemt weliswaar (langzaam) toe, maar het aantal leerlingen daalt. In 2018-2019 daalde de totale instroom in STEM-bso met 143 leerlingen (tweede graad) en 250 leerlingen (derde graad). In het tso neemt de instroom in de tweede graad toe met 321 leerlingen, maar het aantal STEM-leerlingen in de derde graad daalt juist (met 97 leerlingen). De dalingen zijn zorgwekkend, omdat het hier juist de praktische technische vakken betreft waaraan een schreeuwend tekort bestaat.

Een (klein) lichtpuntje zijn de industriële wetenschappen, een van de studierichtingen in het tso. In 2018-2019 vingen 201 meer leerlingen met een opleiding in de tweede graad aan dan in 2010-2011. Vergeleken met 2017-2018 waren het er 15 meer. In de derde graad betreft het een toename met 63, respectievelijk 40 leerlingen.

Precair

Voor de Vlaamse arbeidsmarkt zijn mensen met een stevige STEM-opleiding onmisbaar. De STEM Monitor 2020 toont een aantal “globaal genomen niet zo positieve tendensen”. Sterker: volgens de onderzoekers is “voor belangrijke sectoren de situatie uiterst precair voor wat de instroom vanuit het onderwijs betreft”.

Hier ligt dan ook een uitdaging voor alle belanghebbenden. Scholen, bedrijven sectoren en sectorconsulenten worden dan ook expliciet uitgenodigd om samen met de overheid op zoek te gaan naar oorzaken en oplossingen.

Innovatie biedt hoop

De oplossing om STEM in het secundair onderwijs een steuntje in de rug te geven zal waarschijnlijk gezocht moeten worden in innovatie, want het zijn de opleidingen “die de innovatieweg ingeslagen zijn” waar vooral groei te zien is. Ook het Duaal Leren, dat als leermethode relatief nieuw is, biedt volgens de onderzoekers groeiperspectief. Al is het maar omdat hiermee de maatschappelijke positionering van het bso en tso versterkt wordt.

Mogelijk helpt het Duaal Leren om tegenwicht te bieden aan de grote maatschappelijke verwachtingen rondom een academisch diploma.

In wat ambtelijke taal hekelt het rapport het idee dat een academisch diploma het hoogst haalbare is, om vervolgens wat nuance aan te brengen: grote verwachtingen van een universitaire opleiding zijn prima, “zolang iedereen binnen de eigen competenties/motivatie weloverwogen studiekeuzes kan maken en op een geïnformeerde  wijze kennis neemt van het bredere menu, de opportuniteiten en de mogelijkheden voor de toekomst.”

Uitstroom STEM uit het secundair onderwijs

Instroom in STEM-opleidingen zijn één kant van de medaille. Maar nog belangrijker is de uitstroom. Want als elke leerling na het eerste jaar overstapt op een niet-STEM opleiding, worden de doelen van de Vlaamse regering niet gehaald en is een innovatieve kenniseconomie onmogelijk.

Helaas lijkt hier de trend hetzelfde te zijn als bij de instroom. Per saldo neemt het totaal percentage STEM-studiebewijzen toe, van 43,93% naar 46,01%. Deze groei geeft echter een vertekend beeld, want de cijfers verschillen sterk als je inzoomt op aso, bso en tso.

In het aso neemt de uitstroom toe (van 51,12% naar 55,77%), maar in het bso daalt deze (van 38,18% naar 37,83%). In het tso zien de rapporteurs “weinig” evolutie tussen 2010-2011 (40,23%) en 2018-2019 (40,37%).

Hoe nu verder

Het Actieplan STEM 2012-2020 legt veel nadruk op het versterken van de rol van meisjes in STEM-onderwijs. Voor wat betreft het secundair onderwijs lijkt deze aanpak succesvol te zijn. Tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat in een aantal sectoren het aantal STEM-leerlingen juist daalt.

Aangezien het secundair onderwijs zowel opleidt voor een vervolgopleiding als voor het werkveld, ligt het voor de hand dat de overheid sterk aan de bak moet om weer meer jongeren (meisjes én jongeren) te verleiden te kiezen voor een STEM-richting in het secundair onderwijs.

Het is echter niet alleen de overheid die aan de slag moet. Ook het onderwijsveld moet haar bijdrage leveren. Voor innovatieve opleidingen biedt dat kansen…