Activiteit op Bingel groeit door corona

- Jeroen Langendam

De plotselinge nadruk op afstandsleren zorgt voor een stijging van de activiteit op platforms zoals Bingel.

De activiteit op Bingel, het online leerplatform voor het basisonderwijs, is dankzij de coronacrisis sterk gestegen. Door het platform gepubliceerde cijfers geven een -wellicht verrassende- indruk van de groei.

De coronacrisis legt de aanbieders van online leerplatformen geen windeieren. Veel aanbieders stellen hun platform tijdens de crisis gratis beschikbaar, wat leidt tot sterke groeicijfers. Zo schoot de Google Classroom-app vanuit het niets naar een 5e positie in de rankings voor meest gedownloade apps.

Ook het platform Bingel, dat zich richt op het basisonderwijs, krijgt dankzij de pandemie veel aandacht. Uitgever Vanin, het bedrijf achter Bingel, maakte cijfers bekend over de periode maart. Deze cijfers leveren een verrassende conclusie op.

In totaal maakten in de laatste twee weken 2070 basisscholen gebruik van Bingel. Dat levert 405.000 leerlingen op met een account op het platform. Daarvan waren er overigens “slechts” 280.000 ook daadwerkelijk actief. De actieve leerlingen maken met zijn allen gemiddeld 7.500.120 oefeningen per dag en 5.986.000 taken per dag.

Het zijn grote aantallen, maar het verrassende zit hem in de vergelijking met de periode net vóór de corona crisis.

Groei Bingel vooral uit bestaande accounts

In de eerste twee weken van maart gebruikten 2025 scholen Bingel, slechts 45 minder dan in de periode direct na de schoolsluiting. De groei van het aantal deelnemende scholen dankzij corona bedraagt dus slechts 0,7% over maart. Het aantal accounts bedroeg in die periode 400.000, wat slechts 5.000 minder is dan in de tweede helft van de maand.

Wel is het aantal actieve gebruikers sterk toegenomen, want in de eerste helft van maart was dit cijfer slechts 163.000 (117.000 minder). Ook de activiteit op het platform is sterk gegroeid. Want voor de corona crisis werden dagelijks “slechts” 1.150.000 oefeningen en 673.000 taken gemaakt.

De cijfers van Vanin lijken er dus op te duiden dat het gebruik van Bingel vooral is toegenomen onder scholen en leerlingen die het platform reeds kenden. De verklaring hiervoor kan zijn dat het enige tijd kost om het platform te leren kennen, zowel voor ICT-beheerders als voor leerkrachten die ermee moeten werken. Mogelijk volgt hier een inhaalrace, zodra basisscholen Bingel beter in de vingers hebben gekregen.

De toekomst zal uitwijzen of de aanmelding van nieuwe scholen op Bingel zal leiden tot een vergelijkbare mate van activiteit.