Lerarenbarometer geeft trends en groot werkpunt weer

- David Van Waeyenberghe

De Lerarenbarometer 2023 van Fourcast heeft aangetoond dat er een positieve evolutie zit in de het gebruik van en de opleiding rond digitale leermiddelen. Uit de enquête blijkt tegelijk dat het Europees referentiekader DigCompEdu bij slechts een minderheid is gekend.

Fourcast peilt met de Lerarenbarometer jaarlijks naar de inzet en kennis van ICT in de klaspraktijk. De editie 2023 kon rekenen op de medewerking van 281 respondenten, voor het merendeel leerkrachten uit het basisonderwijs. De barometer wijst uit dat steeds meer leerkrachten dagelijks een toestel gebruikt in de klas. Tegelijk blijkt dat het Europees referentiekader voor digitale competenties nog vrij onbekend is bij de respondenten.

Infrastructuur en beleid

De Lerarenbarometer geeft aan dat net geen 94 procent van het onderwijzend personeel een eigen toestel heeft. Het jaar voordien lag  dat aantal op 78 procent. Ruim negen op tien (91 procent) van de deelnemers vindt dat er een performant draadloos netwerk is, een groei met negen procent ten opzicht van het jaar voordien. 88,8 procent van de leerkrachten gebruikt dagelijks hun toestel in de klas. Daar tegenover staat dat (slechts) 43 procent van de leerlingen dagelijks een toestel gebruikt.

Op vlak van ICT-beleid merkt de barometer ook een groei. 63,4 procent meent dat er een duidelijke visie op ICT aanwezig is. Vorig jaar was dat 52 procent. Volgens Fourcast tonen de cijfers aan dat directies inzetten op een weldoordachte aanpak. Driekwart van de bevraagden zegt dat er een ICT-werkgroep actief is waar collega’s bij terecht kunnen voor ondersteuning. Opvallend is wel dat de meeste scholen vormingsmomenten voorzien (66 procent), maar dat bij een minderheid (42 procent) van die opleidingen de implementatie in de klaspraktijk werd opgevolgd.

lees ook

ICT-bootcamps: inschrijvingen eerste golf afgesloten 

Lesgeven met digitale hulpmiddelen

Zoals aangegeven werkt 88,8 procent van de leerkrachten dagelijks met een eigen toestel in de klas. De respondenten gebruiken ICT vooral om opdrachten te maken en minder om toetsen of examens af te nemen, te evalueren en leerlingen van feedback te voorzien. Ruim driekwart vindt dat digitale leermiddelen een positieve impact hebben op leerwinst. Ongeveer hetzelfde aantal (76,8 procent) geeft aan dat die leermiddelen de leerkracht in staat stellen om leerprocessen efficiënt te begeleiden.

62,8 procent van de leerkrachten maakt eigen digitaal lesmateriaal aan. Dat is opvallend, want vorig jaar lag dat aantal nog hoger (69 procent). Een groot deel (65 procent) geeft aan dat digitaal lesmateriaal wordt gedeeld tussen collega’s op school. Voor de leerkrachten is de grootste uitdaging om een balans te vinden tussen klassiek lesgeven en het gebruik van digitale middelen. Tijd en motivatie en mediawijsheid vervolledigen de top drie?

DigCompEdu

Een opvallend cijfer in de barometer is de beperkte kennis over het DigCompEdu kader. Amper 16,5 procent van de deelnemers is vertrouwd met het Europese referentiekader voor digitale competenties van leraren. Dat kader, gebaseerd op het referentiekader voor digitale competenties van burgers, bestaat uit 24 competenties en is verdeeld in zes gebieden. De focus ligt niet op technische vaardigheden, wel op hoe digitale technologieën kunnen worden gebruikt.

De barometer vroeg de respondenten welke veranderingen ze zelf wilden zien. Uit de antwoorden blijkt dat meer ondersteuning in de klas en samenwerking de belangrijkste werkpunten zijn. Naast pedagogische en technische ondersteuning vinden leerkrachten het belangrijk om tijd en budget te voorzien voor nascholingen en opleidingen. Ook het integreren van een gedragen ICT-beleid blijft een belangrijk aandachtspunt.

De volledige Lerarenbarometer 2023 kan je hier raadplegen.