Onderzoekers schrijven paper over acceptatie van mobiele immersieve VR in het secundair onderwijs

- David Van Waeyenberghe

‘Meerwaarde en gedragen visie spelen belangrijke rol voor leerkrachten’

Verschillende Vlaamse onderzoekers hebben een artikel geschreven over de acceptatie van mobiele immersieve VR-toepassingen in het secundair onderwijs. De auteurs geloven dat het artikel kan bijdragen tot het gebruik van VR in het onderwijs en een steun kan zijn voor leerkrachten, directie en beleidsmakers.

Welke factoren spelen een (bepalende) rol om de VR-technologie toegang te laten krijgen in het (secundair) onderwijs? Met die stelling, specifiek gericht op de acceptatie van leerkrachten, gingen onderzoekers Carl Boel, Tijs Rotsaert, Martin Valcke, Yves Rosseel, Dieter Struyf en Tammy Schellens aan de slag. De onderzoekers wilden weten welke factoren voor de leerkrachten van belang zijn om met de nieuwe technologie aan de slag te gaan. Ze lieten 379 leerkrachten uit het secundair onderwijs een video bekijken over VR en polsten nadien naar hun percepties.

Meerwaardezoekers

“We hebben een paar duidelijke conclusies kunnen trekken”, zegt Carl Boel. De onderzoeker aan Thomas More nam de tijd om met Schoolit het artikel te bespreken. “Over het thema zelf hebben we al onderzoek gedaan binnen het XR-actieplan. Dit keer peilden we specifiek naar de acceptie van leerkrachten. En daaruit blijkt dat ze veel belang hechten aan meerwaarde. De leerkrachten willen een duidelijke toegevoegde waarde zien voor hun (eigen) vakgebied. Het valt ook op dat ze de informatie het liefst horen van vakcollega’s.”

Als onderdeel van het XR-actieplan is een Lerend Netwerk opgericht. Carl Boel is de coördinator van het expertenteam. “Binnen het Lerend Netwerk brengen we verschillende mensen samen om gebruikers zoals leerkrachten te stimuleren. Een tweede punt waar de leerkrachten over moeten is de mate van moeite die nodig is om met de toepassing aan de slag te gaan. Wanneer ze overtuigd zijn van de meerwaarde, dan zullen ze net meer moeite willen doen. De technologie is al vrij laagdrempelig, maar toch is het nog geen ‘plug&play’.”

Screenshot uit de video die de leerkrachten te zien kregen voor de bevraging

Social influence en ondersteuning

Twee andere belangrijke factoren voor de adoptie van VR-technologie zijn visie en ondersteuning. Die twee begrippen houden nauw met elkaar verband. De ‘social influence’ speelt een zeer grote rol voor leerkrachten. “Het komt er op neer dat leerkrachten vanuit het beleid een visie willen zien op de toepassing van de technologie. Voor hen moet er zowel een pedagogisch als technische VR-beleid zijn dat past in de school. De adoptie van VR in het beleid van directies hangt dan weer in grote mate af van het beleid dat wordt gevoerd door hogerhand. En die visie zien we, onder andere door het XR-actieplan, vorm krijgen.

Een andere factor die voor leerkrachten belangrijk is, dat is de ondersteuning die ze krijgen. “Het gaat in deze om zowel technische als pedagogische ondersteuning. Leerkrachten willen gerust inspanningen doen, maar ze verwachten wel dat een ICT-coördinator zich in de apps en toepassingen verdiept voor ze er zelf mee aan de slag gaan. Zo zijn ze zeker dat ze met de juiste toepassingen werken en dat ze er ook goed mee kunnen werken.”

lees ook

UPDATE: Regionale Technologische Centra organiseren XR kick-off

Hedonistische motivatie en persoonlijke innovativiteit

In het onderzoek lezen tot slot twee zwaarbeladen begrippen die ook hun rol opeisen in de acceptatie van VR bij leerkrachten: hedonistische motivatie en persoonlijke innovativiteit. Gelukkig kan Carl Boel die begrippen kaderen. “Hedonistische motivatie is in feite de mate van plezier die leerkrachten beleven aan de toepassing. Hoe groter die motivatie is, hoe meer gesterkt ze zullen worden om met de toepassing te werken.”

“Personal innovativeness staat dan weer voor de mate waarop iemand open staat voor innovatie. Het is in dit geval belangrijk om in de scholen als eerste aan de slag te gaan met leerkrachten die het meest gemotiveerd zijn. Hun enthousiasme kan anderen aansteken om ook meer informatie te vragen, zich te verdiepen en uiteindelijk te kiezen voor VR in hun vakgebied. Het olievlekprincipe, waarbij je als school klein begint en geleidelijk uitbreidt, is hier absoluut van tel.”

Interesse bij scholen

Dat VR een meerwaarde kan geven in het lesgeven, zeker voor beroepsgerichte studierichtingen, is al langer duidelijk. De Vlaamse overheid maakte daar via het XR-actieplan een hoofdthema van. Het Lerend Netwerk liet onlangs scholen kennismaken met de mogelijkheden. “We hebben meer dan 180 scholen kunnen bereiken en dat is een succes”, aldus Carl Boel. “De interesse is er zeker. Eigenlijk was die er eerder al maar ontbrak het kader. Via het overkoepelend beleid is dat kader er nu wel en kunnen de scholen via RTC’s materiaal uitlenen en er leren mee werken via pedagogische begeleidingsdiensten.”

De evolutie van de voorbije jaren ziet Carl Boel graag gebeuren. Hij is al sinds 2015 bezig met VR in het onderwijs. “In het begin was het zeer kleinschalig en nu is er op een duurzame manier veel daadkracht. Ons VR-beleid is een inspiratie voor heel de wereld. Ik was recent nog op een VR-dag in Amsterdam en daar mocht ik het Vlaamse XR-actieplan voorstellen. Bij momenten weet ik niet meer waar mijn hoofd staat, maar de evolutie is zo interessant en belangrijk dat ik er niet over klaag”, besluit Carl Boel.

De resultaten van het onderzoek, gegoten in een wetenschappelijk artikel, zijn voor iedereen vrij raadpleegbaar via deze link.