Omgaan met chatrobots: onderwijskoepels geven richtlijnen aan leerkrachten

- David Van Waeyenberghe

Het GO! Onderwijs en Katholiek Onderwijs Vlaanderen hebben hun leerkrachten handvaten meegegeven over hoe ze het fenomeen ChatGPT kunnen aanpakken en integreren.

Een nieuwe dag, een nieuw bericht over AI-taalmodellen zoals ChatGPT. Als we experten ter zake mogen geloven, staan we pas aan het begin van de AI-revolutie. Ook binnen de twee grote onderwijskoepels leeft die gedachte. In plaats van de chatrobots in de ban te slaan, bieden de koepels houvast en richtlijnen aan hun leerkrachten. “Want dit soort tools is er en zal niet meer verdwijden”, klinkt het.

Kansen grijpen

De onderwijskoepels gaan met hun handvaten niet over één nacht ijs. “We zijn de voorbije weken in overleg gegaan met onder andere leraren, organisaties en experts”, aldus woordvoerder Pieter-Jan Crombez. In de nieuwsbrief met de bewuste richtlijnen heeft Crombez het over kansen en uitdagingen. “Door de snelheid en accuraatheid roept de chatrobot veel vragen op over wat zulke programma’s in de toekomst zullen betekenen voor het onderwijs. We kunnen er wellicht van uitgaan dat heel wat leerlingen en leraren er al mee aan het experimenteren zijn.”

Die stelling wordt bevestigd door een onderzoek van de Universiteit van Antwerpen naar vermeend gebruik van ChatGPT door een student. De onderwijskoepels willen in de eerste plaats kansen grijpen. “We willen scholen informeren over hoe we AI kunnen inzetten in plaats van te verbieden. Als AI steeds meer wordt ingezet in de maatschappij, dan is het aan onderwijsmensen om het een doordachte plaats te geven. Toch is het nu aan de scholen en leraren om te bepalen hoe ze ermee om gaan. Zeker omdat de toepassing kan worden ingezet in zowat alle vakken, van taal tot wiskunde.”

Voorbeeld van ChatGPT-toepassing, aangehaald door Katholiek Onderwijs Vlaanderen in de richtlijn rond AI

Tips en tricks

De tekst van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen omvat naast een algemene situering van ChatGPT en taalmodellen vooral heel wat tips en tricks voor leerkrachten. “Het is duidelijk dat er ontzettend veel mogelijk is, maar het programma heeft ook beperkingen. Zo is het getraind op hoofdzakelijk Engelstalige input en op data tot en met 2021. In de handleiding geven we tips aan leraren over hoe ze, samen met de studenten, ChatGPT kunnen inzetten. Zo kunnen ze duidelijke en specifieke vragen stellen. ChatGPT mag zeker een inspiratiebron zijn maar de leerling moet eigenaar blijven van wat hij schrijft.”

Voor Crombez en bij uitbreiding Katholiek Onderwijs Vlaanderen moet ook de beoordeling van teksten veranderen. “Het is belangrijk om het proces te beoordelen en niet het eindproduct. De leerkrachten kunnen vragen om rond actuele onderwerpen, in de klas, te schrijven. Bovendien is het altijd een goed idee om verplicht bronvermeldingen toe te voegen en die te controleren. Ook tussentijdse feedback kan bijdragen aan een correct gebruik van de toepassing. Voor leraren is het belangrijk om de versiegeschiedenis te checken van ingeleverde taken en alert te zijn op Engels termen en zinsconstructies.”

lees ook

OpenAI lanceert tool om AI-gegenereerde tekst te ontmaskeren

Inhoud is de uitdaging

Voor GO! zijn bestaande tips nog altijd werkbaar. Ook voor het chatrobottijdperk kon een leerling zijn taak door ouders, broers of wie dan ook laten schrijven. Tussentijdse feedback is belangrijk, net als een deel van de inhoud in de klas laten schrijven. “De inhoud van de opdracht is de uitdaging”, gaat Nathalie Jennes van GO! verder. Zoek met andere woorden een actueel of heel specifiek thema, of vraag een heel specifieke aanpak van de taak.

Voor het gemeenschapsonderwijs biedt de toepassing ook kansen om te werken rond digitale competenties en mediawijsheid. “Leraren kunnen praten hoe AI tot plagiaat kan leiden, wat fake news is, enzovoort. Ook voor leercompetenties als innovatief denken, creativiteit, onderzoekscompetenties komt de tool van pas. Bij het vak Nederlands kan het een hulpmiddel zijn, net als de Woordenlijst en Schrijfassistent omdat ze er in het ‘echte leven’ ook altijd toegang tot hebben.”