Digitale kaart toont zittenblijvers van alle gemeenten

- Fleur Arkesteijn

Hilde Crevits, de Vlaams minister van Onderwijs, heeft opdracht gegeven cijfers over zittenblijvers te publiceren via twee nieuwe online toepassingen. De statistiek levert een interessant inkijkje in de cijfers over zittenblijvers in de Belgische gemeenten. De cijfers bieden inzicht voor beleidsmakers, gemeentebesturen en de kwaliteitszorg voor scholen.

Om deze groep een handreiking te bieden, werd in 2016 de digitale applicatie Dataloep gelanceerd. Met deze toepassing kunnen onderwijsgegevens op een gebruikersvriendelijke manier gedeeld. Er zijn twee tools, ‘zittenblijven’ en ‘schoolse vorderingen’. De data biedt het nodige inzicht om een onderbouwde strategie te vormen tegen spijbelen, voortijdig schoolverlaten en uitval. Tevens dienen lokale samenwerkingsverbanden te worden opgebouwd.

De combinatie van informatie over ‘zittenblijvers’, ofwel leerlingen die hetzelfde schooljaar herhalen, en ‘schoolse vorderingen’, ofwel de leer voor- of achterstand die een leerling heeft, bieden inzicht over risicofactoren. Gegevens worden bijvoorbeeld gecombineerd met andere kenmerken, zoals het opleidingsniveau van de moeder, thuissituatie, buurtkenmerken en schooltoelage.

Voorbeeld 1: Evolutie zittenblijven/niet-zittenblijven bij leerlingen secundair onderwijs (Gent)
Voorbeeld 2: % zittenblijvers 1ste leerjaar per geboortemaand (provincie Antwerpen, 2017-2018)

Zoals in de grafiek te zien is, is de kans om te blijven zitten in het eerste jaar van het lager onderwijs direct verbonden met de geboortemaand; leerlingen die geboren worden in juni tot december, hebben een grotere kans om te blijven zitten. Het effect neemt af met stijging van het leerjaar. Vanaf het derde leerjaar beginnen de verschillen te effenen.

Voorbeeld 3: Kaart spreiding van de zittenblijvers naar woonplaats van de leerling. (2017-2018)
Voorbeeld 4: Zittenblijven secundair onderwijs naar graad/leerjaar en geslacht (Hasselt, 2017-2018)

Er zijn meer zittenblijvers tijdens overgangsmomenten; van de tweede naar de derde graad, en vanaf de derde graad naar het secundair onderwijs. Het zijn momenten waarop studiekeuzebeslissingen worden genomen. Met het vernieuwde decreet leerlingenbegeleiding wordt er ook sterk ingezet op de ondersteuning en begeleiding van het maken van een bewuste en passende keuze bij de interesses, capaciteiten en talenten van de leerling.

Voorbeeld 5: Schoolse achterstand naar onderwijsvorm (Leuven, 2017-2018)

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Met de nieuwe Dataloep-toepassingen delen we voortaan rechtstreeks een schat aan gegevens. Gemeentebesturen, lokale overlegplatformen, centra voor leerlingenbegeleiding maar ook het brede publiek kunnen op een moderne, gebruiksvriendelijke manier data raadplegen over het zittenblijven en de schoolse vorderingen van leerlingen in elke gemeente. Die rijke statistieken zijn nuttig voor het (boven)lokaal beleid en voor de kwaliteitszorg van scholen. Denk maar aan een beleid op maat van je gemeente om vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan of spijbelen tegen te gaan.”