Sexting veelvoorkomend onder Vlaamse jeugd – is dat een probleem?

- Jeroen Langendam

Sexting komt veel voor onder Vlaamse pubers, zo blijkt uit onderzoek. We moeten het fenomeen dus serieus nemen. Maar pas op, want sexting is niet altijd alleen maar negatief.

Veel ouders worden er bloednerveus van. Ook onderwijsprofessionals krijgen ermee te maken: Sexting. Want niet alleen volwassenen doen aan sexting, ook kinderen experimenten ermee. Dat roept vragen op. Hoe moet je ermee omgaan als kinderen online allerlei expliciete content delen?

Sexting, het versturen van elektronische berichten met een expliciet seksuele lading, kan een risico opleveren. Dat geldt voor volwassenen, maar nog sterker voor kinderen. Natuurlijk kan het sturen en krijgen van seksuele berichten via je devices een prettige en intieme vorm zijn van interactie met gelijkgestemden. Zowel de verzender als de ontvanger kunnen er plezier aan believen. Maar er zijn ook zorgen dat sexting door volwassenen wordt gebruikt om minderjarigen lastig te vallen. Ook kan sexting al snel uitdraaien op seksueel ongewenst gedrag.

Ondanks de vele discussies over het onderwerp, bleek eerder dat 83% van de Belgische scholen niets over sexting heeft opgenomen in hun beleidsplannen.

Gevaren van sexting op jonge leeftijd

Het belangrijkste uitgangspunt bij sexting is dat je ervan moet uitgaan dat alles wat je digitaal online deelt openbaar gemaakt kan worden. Pikante tekstberichten, foto’s en video’s kunnen ook zonder dat een van de betrokkenen dat wil, openbaar gemaakt worden. Bijvoorbeeld door hackers. Kinderen zien dat risico vaak minder goed in dan volwassenen.

Een andere angst van deskundigen is dat het steeds explicietere gedrag van jongeren invloed zal hebben op hun huidige en toekomstige relaties. Vriendschappen, liefdesrelaties, familiebanden en ook professionele relaties kunnen ernstige schade oplopen door uitgelekte sexting-berichten.

Is het kinderporno?

In sommige landen valt sexting onder de definitie van kinderporno. Het maakt daarbij niet uit dat het materiaal door het kind zelf is gemaakt en gedeeld. De wetgever in deze landen heeft overduidelijk geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat jongeren (tieners) zelf, vrijwillig, zouden gaan sexten.

Doordat de wetgeving niet aansluit op de praktijksituatie, wordt handhaving en bescherming van minderjarigen lastig. Wanneer een jong stel besluit elkaar spannende foto’s te sturen, vallen ze strafrechtelijk onder het volwassenenrecht. Een spannende en (mogelijk) positieve ervaring wordt overschaduwd door een donkere juridische wolk.

Is sexting eigenlijk wel een “ding”?

Om bovenstaande redenen is “sexting” onder beleidsmakers al een tijdje een belangrijk onderwerp. Maar in hoeverre is het nu echt iets dat jongeren bezig houdt? Het Britse EU Kids Online-initiatief heeft dit onderzocht onder tieners van 12-16 jaar oud.

De onderzoekers ondervroegen tieners in 19 Europese landen naar positieve en negatieve ervaringen die mogelijk werden door interactieve technologie. Daarmee wijken ze bewust af van de officiële definitie, die alleen kijkt naar het gebruik van mobiele telefoons. In het onderzoek worden dus ook andere devices meegenomen, maar bijvoorbeeld online games.

Wie ontvangt sexting berichten?

Het aandeel jongeren dat seksueel getinte berichten ontvangt blijkt redelijk mee te vallen. In Europa is het gemiddelde aandeel jongeren dat sexting-berichten ontvangt 22%. De spreiding is echter enorm.

In sommige landen, zoals Italië en Slowakije blijven de cijfers onder de 10%. Maar er is ook en groep landen waar ongeveer 25-30% van de kinderen deze berichten ontvangt, zoals Duitsland (30%) en Portugal (25%)

Vlaamse jongeren ontvangen opvallend vaak sexting berichten (Bron: EU Kids Online)

Opvallend is de positie van Vlaanderen. Vlaanderen is echter een uitschieter. In ons land heeft ruim 39% van de kinderen sexting ontvangen.  Jongens (42%) iets meer dan meisjes (36%), wat suggereert dat het vooral de meiden zijn die ondeugende content delen.

Uitgesplitst op leeftijd blijkt de uitzonderingspositie van Vlaanderen zowel te gelden voor de groep van 12-14 jaar oud (36%) als voor de groep van 14-16 jaar oud (41%).

Wie verstuurt sexting?

Sexting vereist een ontvanger en een verzender. Daarom is ook gekeken hoeveel jongeren dergelijke berichten versturen. Deze vraag levert een verrassend inzicht, want het percentage jongeren dat sexting verstuurd is in alle landen significant lager dan de groep die ze ontvangt. Zo stuurt 18% van de Duitse jongeren wel eens berichtjes, en slechts 9% van de Vlaamse jongeren. In landen als Frankrijk (1%) en Italië (2%) is het uitzonderlijk dat jongeren dergelijke content versturen.

…het verschil kan ook betekenen dat er veel pikante berichten uit het buitenland komen, mogelijk in een poging om jongeren te groomen.

Dit verschil kan een aantal redenen hebben. Mogelijk hebben jongeren enige gêne om toe te geven dat ze sexting-berichten hebben verstuurd. Maar het verschil kan ook betekenen dat er veel pikante berichten uit het buitenland komen, mogelijk in een poging om jongeren te groomen.

Het percentage jongeren dat zegt sexting-berichten te versturen is lager dan het aantal ontvangers. (Bron: EU Kids online)

Ongevraagde berichten

De onderzoekers vroegen ook in hoeverre de jongeren ongevraagde berichten met expliciete content ontvingen en of hen wel eens gevraagd werd om seksueel geladen content te delen.

Als dit relatief vaak voorkomt, is dat –samen met het grote verschil tussen ontvangers en verzenders dat we hierboven zagen- een signaal dat er inderdaad sprake kan zijn van grooming.

Het aantal Vlaamse kinderen dat ongevraagd dergelijke verzoeken kreeg is net iets hoger dan het Europees gemiddelde. 5% van de kinderen tot 14 jaar kreeg een dergelijk verzoek (gemiddelde: 4%) en van de 15- en 16-jarigen kreeg  12% een verzoek tot sexting waar ze niet op zaten te wachten (gemiddelde: 10%). De vraag wordt zowel gesteld aan meiden (28%) als aan jongens (20%).

Neem sexting serieus

De cijfers uit het onderzoek laten zien dat sexting wél  een onderwerp is om serieus te nemen.

Niet alle vormen van sexting zijn problematisch. Het is goed om dit in het achterhoofd te houden bij het formuleren van beleid. Enerzijds is het een logische ontwikkeling dat de fase van het seksuele experimenteren (flirten, versieren, verkennen) ook online steeds meer voorkomt. Voor jongeren wordt de online wereld immers op alle domeinen steeds belangrijker, dus het zou vreemd zijn als de seksualiteit zich aan die trend onttrekt.

Als volwassene sta je voor de uitdaging een strategie uit te stippelen die het kind beschermd voor de potentiële gevaren van sexting, maar tegelijkertijd ruimte biedt voor het experimenteergedrag dat nu eenmaal bij de leeftijd hoort.

Aan de andere kant laten de cijfers zien dat het risico van online grooming wel degelijk reëel is. Het is dus belangrijk om een duidelijke scheiding te maken tussen ongevaarlijke en ongewenste sexting. Daarvoor is een genuanceerde aanpak noodzakelijk: wanneer grijp je in, wanneer niet.

Ook wanneer je het gesprek met je leerlingen aangaat is het essentieel dat je sexting niet enkel als problematisch neerzet. Jongeren die positieve ervaringen met sexting hebben zullen zich immers niet gezien worden wanneer “de volwassene” een preek geeft over hoe gevaarlijk sexting is. De puber zal al snel afhaken, waardoor terechte waarschuwingen niet overkomen.

Als volwassene sta je voor de uitdaging een strategie uit te stippelen die het kind beschermd voor de potentiële gevaren van sexting, maar tegelijkertijd ruimte biedt voor het experimenteergedrag dat nu eenmaal bij de leeftijd hoort.