Peperdure grafische rekenmachines niet meer van deze tijd

- Jeroen Langendam

Grafische rekenmachines van Texas Instruments zijn duur, maar voor veel opleidingen verplicht. Er zijn echter alternatieven die de positie van de marktleider aan het wankelen brengen.

Het is de schrik van vele ouders. Het lesgeld is nog niet voldaan, of er komt een lijst met verplichte literatuur. En natuurlijk heeft hun kind een grafische rekenmachine nodig. In de meeste gevallen wordt duidelijk aangegeven welke. Vaak is dat er een van Texas Instruments.

Deze rekenmachines zijn duur, meestal kosten ze meer dan 100 euro. En dat terwijl deze apparaten eigenlijk erg verouderd zijn. Hoewel er met regelmaat nieuwe modellen geïntroduceerd worden, is de grafische rekenmachine sinds 2004 eigenlijk niet met de tijd meegegaan. Het scherm is nog altijd 96×64 pixels groot. Het geheugen is minimaal en je hebt nog steeds dezelfde batterijen nodig.

In dezelfde tijd zijn de specificaties van mobiele telefoons enorm verbeterd. Zelfs de goedkoopste smartphone kan inmiddels veel meer dan de duurste grafische rekenmachine.

Monopolist in grafische rekenmachines

Dat Texas Industries erin is geslaagd om de prijs van hun grafische rekenmachines toch hoog te houden, is te danken aan hun monopoliepositie. Alleen Casio slaagt erin nog een stukje marktaandeel te veroveren, maar de meeste scholen schrijven toch een grafische rekenmachine van Texas Instruments voor. Voor ouders maakt het weinig uit, want ook de goedkoopste grafische rekenmachine van Casio kost nog altijd ruim 95 euro.

Is de prijs van een grafische rekenmachine terecht?

Sinds de introductie van de grafische rekenmachine zijn de prijzen van componenten sterk gedaald. Als monopolist kon Texas Instruments de prijs van haar apparaten echter hoog houden. De TI-84 plus werd in de VS in 2004 verkocht voor 120 dollar. Nu, 15 jaar later, kost ditzelfde apparaat ongeveer 110 euro.

Volgens ingewijden is de kostprijs van een grafische rekenmachine ongeveer 15-20 dollar. Dat betekent dat de winstmarge die Texas Instruments maakt ongeveer 50% is (de prijs die TI ontvangt is lager dan de consumentenprijs, omdat ook tussenschakels winst maken). Deze winstmarge ligt fors boven het gemiddelde (6-7%) in de elektronicasector. Toch vindt het bedrijf de prijs terecht: ‘Een TI grafische rekenmachine is een eenmalige investering in de toekomst van de scholier. Het brengt hen van de wiskundeles in het secundaire onderwijs naar de universiteit en helpt hen door alle examens heen.’

De investering is voor veel gezinnen erg hoog, terwijl dit niet per sé noodzakelijk zou zijn. Ook met een lagere verkoopprijs zou Texas Instruments nog altijd geld verdienen. Wet- en regelgeving biedt Texas Instruments echter een stevige machtsbasis.

‘We hebben dus geen keuze. We moeten studenten een handheld voorschrijven’

‘De staat New York staat het gebruik van computers of telefoons op examens niet toe. Alleen goedgekeurde handhelds zijn toegestaan’, vertelt Dina Kushnir. Zij is voorzitter van de vakgroep Wiskunde van de middelbare scholen in de regio Fayetteville-Manliu: ‘We hebben dus geen keuze. We moeten studenten een handheld voorschrijven om belangrijke wiskundetoetsen goed en efficiënt te laten maken’

Hoe is Texas Instruments zo machtig geworden?

Hoe heeft Texas Instruments weten te bereiken dat de meeste scholen een grafische rekenmachine van dit merk voorschrijven?

Het bedrijf was niet de eerste die met grafische rekenmachines op de markt kwam. Texas Instruments realiseerde zich in de jaren ’90 van de vorige eeuw dat er een grote markt open zou komen te liggen wanneer scholieren met een grafische rekenmachine aan de slag zouden gaan. Bedrijven als Casio en Sharp hadden enkele jaren daarvoor al grafische rekenmachines ontwikkeld die vooral gebruikt werden in de wetenschap. Het onderwijs was echter nog onontgonnen gebied.

Dat het gebruik van grafische rekenmachines niet was toegestaan, was echter een probleem. In die tijd bestond een wiskunde examen vaak nog voor ongeveer de helft uit het analyseren van een tweedegraads vergelijking. Scholieren moesten handmatig de toppen en dalen berekenen en uiteindelijk de grafiek tekenen.

De onderwijsmarkt veroveren volgens het boekje

Texas Industries besloot zelf de vraag naar haar product te creëeren door samenwerking te zoeken met bedrijven die schoolboeken fabriceerden. Ze kregen de onderwijsuitgevers zover om in hun boeken oefeningen op te nemen waarvoor een grafische rekenmachine van Texas Instruments nodig was. Hoewel geen examenstof, wist het bedrijf zo de interesse te wekken. Want wat was er in die tijd spannender dan dat je al dat rekenwerk met een handig apparaatje kon uitvoeren?

Ondertussen lobbyde het bedrijf ook sterk bij de overheid om hun grafische rekenmachines te integreren in de gestandardiseerde examens. Met succes, want sinds het begin van deze eeuw is de grafische rekenmachine niet meer weg te denken uit het onderwijs.

In 2000, slechts 5 jaar nadat Texas Instruments de markt voor grafische rekenmachines had betreden, had het bedrijf al 40% van de Amerikaanse markt in handen.  De opmars bleef niet onopgemerkt, de New York Times omschreef de grafische rekenmachine als ‘de belangrijkste technologische vooruitgang in de wiskundeles van deze generatie’.

Maar waarom kwam de technologische vooruitgang toen tot stilstand? En waarom beheerst Texas Instruments inmiddels ruim 80% van de wereldmarkt?

Grafische rekenmachines zijn de belangrijkste technologische vooruitgang in de wiskundeles van deze generatie.

New York Times

Texas Instruments geeft om je

De lobby om de grafische rekenmachine juridisch te verankeren in het onderwijs bleek effectief. Maar Texas Instruments ging verder. Het bedrijf was enorm actief om de voordelen van hun grafische rekenmachine voor het voetlicht te brengen. Er werd een cursus opgezet voor docenten met een telefonische hulplijn en Texas Instruments werd een vaste bezoeker op congressen en conferenties.

Mede hierdoor, maar ook door jaren ervaring met de grafische rekenmachines van Texas Instruments, weten docenten vaak niet meer beter. De stap om een nieuwe techniek aan te leren, zoals een gratis app op de smartphone, is tot nu toe simpelweg te groot.

Grafische rekenmachine versus de smartphone

De opkomst van steeds krachtiger smartphones leverde een bedreiging op voor Texas Instruments. Want waarom zou iemand een grafische rekenmachine kopen, wanneer je met een goede app hetzelfde kunt doen op een smartphone?

De positie van Texas Instruments lijkt onverwoestbaar. Maar er zijn alternatieven.

In 2011 verdiende een wiskundestudent van Yale wat extra geld door bijlessen te geven. Het viel hem op dat er een ‘verschrikkelijke ongelijkheid’ in het onderwijssysteem bestond: ‘Veel gezinnen kunnen het zich simpelweg niet veroorloven om $100 te besteden aan een rekenmachine. Daardoor ontstond een enorme ongelijkheid in de toegang tot hulpmiddelen voor wiskunde’, zegt deze oud-student genaamd Eli Luberoff.

‘Veel gezinnen kunnen het zich simpelweg niet veroorloven om $100 te besteden aan een rekenmachine.’

Eli Luberoff, oprichter Desmos

Luberoff besloot Desmos te bouwen, dit is een gratis grafische rekenmachine voor op de PC of smartphone. Hij had niet het idee hier een bedrijf van te maken, maar zijn app wordt inmiddels gebruikt door meer dan 40 miljoen leerlingen en docenten. Luberoff heeft weinig op met Texas Instruments:  ‘Ons business model is precies het omgekeerde van Texas Instruments.

Hun strategie was de technologie gratis aan de uitgevers van boeken te even om families te dwingen hun product tegen een te hoge prijs te kopen. Ons model is de technologie gratis aan leerlingen te geven, en uitgevers te laten betalen om onze technologie te mogen gebruiken in hun boeken.

Voorzichtige revolutie

De aanpak van Luberoff lijkt te werken. Grote Amerikaanse uitgevers als McGraw Hill zijn overgestapt op Desmos. Waar oefeningen vroeger naar een grafische rekenmachine van TI verwezen, brengen ze de student nu richting de oefeningen op de app van Desmos. Ook in België experimenteren steeds meer scholen met Desmos of alternatieve apps.

In de klas kost het meer moeite om veranderingen teweeg te brengen. Veel docenten werken al 20 jaar met Texas Instruments en hun lessen zijn daarop afgestemd.

Beperkende factor: bandbreedte

Het echte probleem zit hem echter veelal in de IT-infrastructuur. Scholen krijgen een factuur op basis van de hoeveelheid bandbreedte die ze gebruiken. Als alle leerlingen overstappen van een fysieke grafische rekenmachine op een app, neemt het internetverkeer explosief toe. Dit kost scholen veel geld.

Tot nu toe gebruikt ongeveer 6% van de Amerikaanse wiskundedocenten software of apps als voornaamste hulpmiddel bij de wiskundeles. In Europa zijn er voorlopig nog geen cijfers bekend. Ruim 90% rekent nog volkomen op grafische rekenmachines zoals de TI-84. Toch zijn er (gemengde) signalen dat de verkoop van grafische rekenmachines langzaam aan het afnemen is.

Grafische rekenmachine is aan het eind van zijn Latijn

Na ruim 20 jaar is de natuurlijke levensduur van de grafische rekenmachine ruimschoots overschreden. Luberoff: ‘15 jaar geleden was de TI-84 een geweldig apparaat met enorme voordelen voor leraren en scholieren. Nu is het om afstand te doen van hun wereldrijk.’

Ook Texas Industries zal dit inzien. Wanneer de grafische rekenmachine definitief plaats maakt voor apps en software zal dit het bedrijf een hoop geld kosten. Hoeveel precies is onduidelijk, Texas Industries schaart de omzet uit grafische rekenmachines in haar jaarverslag onder ‘Overigen’. Deze post is al jaren dalend, van $2,2 miljard in 2014 naar $1,43 miljard in 2018.

Die omzet verliezen zal het bedrijf pijn doen, maar de schade is te overzien. Texas Instruments is namelijk slechts voor een klein deel afhankelijk van haar omzet (jaarlijks $ 15,8 miljard) van de grafische rekenmachines.