GO! Scholengroep 20 innoveert met VR

- David Van Waeyenberghe

Is virtual reality een overvliegende hype of de absolute toekomst van het onderwijs? Voor de Oost-Vlaamse scholengroep 20 is die vraag al lang beantwoord.

“Ja, virtuele reality (VR) en augmented reality (AR) zijn zeker en vast de toekomst”, klinkt het overtuigend bij Michaël De Borre. De beleidsmedewerker van de Middenschool Geraardsbergen zette zijn schouders onder VR binnen de GO! Scholengroep 20. Twee jaar geleden lanceerde de school met VR-KUUB een succesvol educatief spel. Nu trekt hij mee de kar bij de ontwikkeling van digitale leerpaden met VR game-editor EVA. Schoolit dook tijdens een virtueel interview in het boeiende bad van VR, training, samenwerking en ontspanning.

Vive als trigger

Michaël De Borre was tot 2018 leerkracht geschiedenis in de GO! Middenschool Geraardsbergen. Nu geeft hij nog enkel zes uur les aan hoogbegaafde Delta-leerlingen. Op persoonlijk vlak was hij al langer bezig met gamification. Het gebruik van de HTC Vive VR-bril katapuldeerde De Borre helemaal richting VR/AR op school, met de volmondige steun van algemeen directeur Isabelle Truyen.

“De Vive was voor mij een gamechanger. Toen ik daar voor het eerst mee aan de slag ging, vond ik het geweldig. Voor mij was het duidelijk dat VR de toekomst zou worden. Gesprekken met het Franse Ubisoft en VR-autoriteit en Geraardsbergenaar Dirk Van Welden overtuigden mij nog meer. De analyse die ze jaren geleden maakten, blijkt nu helemaal te kloppen.”

Met die overtuiging ging De Borre aan de slag, gesterkt door zijn ervaring met educatieve spelletjes zoals de videogame over het Oude Griekenland. “Als VR de toekomst is, dan moeten wij als school onze leerlingen zo goed als mogelijk voorbereiden op die toekomst. Het is onze taak om hen de mogelijkheden te tonen maar ook de voor- en nadelen ervan. Om de discussie op gang te brengen bij de jonge kinderen moesten we iets heel laagdrempelig hebben.

Beeld je in dat we tien jaar geleden de leerlingen hadden kunnen voorbereiden op sociale media. Dat is nooit gebeurd omdat het veel te snel ging. De technologische vooruitgang is ongezien en als onderwijs, waar het inherent is om enkele jaren achter te lopen, konden we simpelweg niet volgen. Dus deze keer mocht dat niet gebeuren en vond ik dat we een oplossing moesten vinden om hen voor te bereiden. Om daarin te slagen moeten we hen de tools laten gebruiken die ze later ook nodig zullen hebben.”

VR is de toekomst en het is onze taak als onderwijsinstelling om de kinderen voor te bereiden op die toekomst.

Michaël De Borre – GO! Scholengroep 20.

Eindtermen als kapstok

Enkele jaren geleden veranderden de leerplannen en kwamen er nieuwe eindtermen bij in het onderwijs. Die verandering gebruikte de middenschool van Geraardsbergen als kapstok voor een nieuw project. “De klassieke eindtermen voor vakken als geschiedenis, wiskunde of Nederlands zijn bekend. Plots kreeg elke school de opdracht om te werken aan nieuwe, meer speciale eindtermen. Die omvatten sociale competenties zoals omgaan met elkaar. Ook digitale vaardigheden en leerattitudes komen daar in voor.”

Met enerzijds de nieuwe technologie en anderzijds de bijkomende eindtermen in gedachten begon de zoektocht naar een gepaste leermethode om beide aandachtspunten samen te brengen. In veel scholen zijn digitale en sociale competenties aparte vakken. Middenschool Geraardsbergen wilde die competenties overkoepelen door één programma, VR-KUUB, te gebruiken om de eindtermen aan te leren.

Michaël De Borre over VR-KUUB

VR-KUUB: alleen maar toch samen

Samen werken, problemen oplossen en leren leren, alles samen in een virtuele omgeving, dat waren de bouwstenen voor VR-KUUB. “Allemaal goed en wel maar het grote probleem bij VR is net dat je, eens de bril op de neus staat, je helemaal weg bent uit de klas. Net dat onsociale nadeel hebben we met VR-KUUB omgedraaid zodat we een speciale dynamiek creëerden. Eén leerling draagt de bril en moet in VR een oefening oplossen. Maar dat kan hij niet alleen en dus moet hij communiceren met de rest van de klas.”

Michaël De Borre illustreert VR-KUUB aan de hand van een praktisch voorbeeld. “De leerling met de VR-bril krijgt een simpele opdracht, bijvoorbeeld het rangschikkien van bekende gebouwen volgens hoogte. Hij weet niet wat hij moet doen maar door te communiceren met de andere leerlingen, die voor een laptop zitten, kan hij wel informatie doorgeven. De klasgenoten gaan met die info aan de slag en zoeken de hoogtes van de beschreven gebouwen.”

“Door hun sociale vaardigheden aan te spreken komen de leerlingen tot de oplossing, of niet. En hebben ze, vaak zonder het te beseffen, een bepaalde les geleerd. Het is heel interessant om dat in een klas te zien. De ene leerling is communicatief sterker dan de andere. Maar om tot een oplossing te komen, moeten ze praten. Hoe simpel het spelletje ook is, het gaat ook om de sociale en communicatieve vaardigheden.”

Een positief neveneffect van VR-KUUB is dat de leerlingen automatisch de aandacht leggen op de nieuwe technologie. “Ze beginnen zelf vragen te stellen, ook al duurt de oefening op zich niet lang. De interesse is gewekt en ze vragen bijvoorbeeld of je er niet ziek van wordt. De discussie komt vanzelf, wat uiteraard goed is. We zijn nu twee jaar bezig met VR-KUUB en elke leerling weet wat een VR-bril is en wat het doet.”

Screenshot VR-KUUB

VR-KUUB: als een eerste boswandeling

VR-KUUB is innovatief en dat brengt automatisch kinderziektes met zich mee. “Dat vind ik helemaal niet erg. Wanneer je dit de eerste keer doet met een klas, dan loopt dat niet vlot. De technologie van VR is nog niet in die mate dat je de bril op zet en klaar is kees. Bekijk het als een eerste boswandeling. Je stapt met de laarzen in de modder of je raakt zelfs vast. Wel, de tweede wandeling in datzelfde bos zal al een heel stuk gemakkelijker verlopen. Na drie keer is het op tien minuutjes geklonken.”

Leerkrachten hebben vaak een terughoudendheid voor nieuwe dingen in de klas, uit schrik om te falen. Want ze moeten voor de ogen van hun leerlingen iets doen waar ze niet mee  vertrouwd zijn. Ik begrijp die vrees. Een leerkracht die de techniek niet ziet zitten, moet daar niet mee aan de slag. VR-KUUB is slechts één van de vele tools die een leerkracht kan gebruiken om iets aan te leren, leerwinst te halen en leerplandoelstellingen te bereiken.

Spelvarianten

VR-KUUB omvat drie basisspelletjes. Het interessante aan de toepassing is dat iedereen op een eenvoudige en snelle manier een project kan ontwikkelen, gebaseerd op één van de drie basisspelletjes. Die laagdrempeligheid heeft al veel leerkrachten overtuigd om in te stappen. Het spreekt voor zich dat het een pak werk uit de handen van de ontwikkelaars neemt.

“De drone is een oefening in ‘wat hoort niet thuis’ in een bepaald rijtje. Daarnaast is de octopus een sorteeroefening en bij de zuilen is de opdracht om de juiste dingen bij elkaar te plaatsen. Alles gebeurt met afbeeldingen. Elke leerkracht kan in het eenvoudige CMS-systeem voor eender welk vak een eigen spelletje maken. Ze hoeven enkel een oefening te maken en afbeeldingen te zoeken. Tijdens opleidingen toonde ik de leerkracht dat ze in enkele minuten tijd een toepassing konden maken.”

Screenshot VR-KUUB

“Tijdens nascholingen zag je de laagdrempeligheid van VR-KUUB maar tegelijk zag ik dat sommige leerkrachten er niet direct de leerwinst in zagen. Dus nu gaan we de drone-oefening waar je afbeeldingen moet neerschieten, gebruiken als maaltafeltrainer volgens de ijsbergmethode. In klassen in de lagere school zullen een deel van de leerlingen de tafels op de klassieke manier leren. Andere leerlingen zullen deels met VR-KUUB aan de slag gaan. Nadien meten we de leerwinst op.”

“VR-KUUB heeft als bijkomende factor dat het de intrinsieke motivatie van de leerlingen aanspreekt. Maaltafels op de klassieke manier gaan er bij bepaalde leerlingen niet altijd gemakkelijk in. VR-KUUB heeft een aantrekkingskracht. Kinderen zijn er door gefascineerd en vertellen er zelfs thuis over. Hoe hoog die intrinsieke motivatie effectief is, hopen we te ontdekken na het experiment. Binnenkort starten de scholen met maaltafels.”

Nieuw project

Door het, nog altijd voortdurend, succes met VR-KUUB zette Michaël De Borre, opnieuw na gesprekken met Dirk Van Welden, zich in inspiratiemodus. Dit keer met de focus meer gericht naar praktische training. “VR is ondanks de coronapandemie de laatste jaren hot en het is meer dan ooit de toekomst. Elk groot bedrijf gebruikt VR-opleidingen. Waarom? Uit economisch perspectief. Voor één tiende van de kost kan je werknemers veilig trainen in een virtuele omgeving.”

“En dat hoeft niet alleen bij bedrijven te blijven. Het geldt ook voor trainingen van bijvoorbeeld brandweerlui. In plaats van in een ruimte brandblusapparaten leeg te spuiten, kan de training virtueel plaats vinden. De enige kost die je moet maken is het ontwikkelen van de software. 95 procent van de handelingen zijn hetzelfde in een virtuele ruimte. Het gaat om de handelingen, de automatisatie. Een brandweerman moet ook in VR zijn spullen pakken, materiaal controleren en de veiligheidsaspecten in acht nemen.”

Innovatie, dat is iets ontwikkelen met vallen en opstaan. Gooi je vijftien propjes tegen de muur en blijft er één van hangen? Dan ga je daarmee verder aan de slag.

Michaël De Borre – GO! Scholengroep 20.

“Al die stappen zijn perfect na te bootsen in een virtuele realiteit, aan een fractie van de kost. Dus, wat gebeurt er in het onderwijs, net als in de rest van de samenleving? Overal duiken virtuele trainingen op. Ook in onze eigen scholengemeenschap. In de houtbewerking hebben we twee peperdure machines nagemaakt in VR, voor slechts  25 procent van wat zo een machine zou kosten. Het probleem is dat die machines binnen enkele jaren verouderd zijn en dat de VR-trainingen ook moeten veranderen. Maar omdat alles met aparte game-engines wordt gemaakt, zal dat problemen met zich meebrengen.”

“Daarom stapte ik opnieuw af op Dirk Van Welden. Hij vond al die aparte trainingsprogramma’s ook geen al te best idee. De oplossing is simpel, een editor ontwikkelen. Nu maakt bedrijf A als het ware een auto, bedrijf B een boot, bedrijf C een kasteel en ga maar door. Dat is op zich goed maar wanneer we met een programma bouwstenen, legoblokjes als je wil, beschikbaar maken dan kan iedereen zijn eigen auto, boot of kasteel maken. Zo een editor is eigenlijk het democratiseren van trainingen. En zo een editor is ons Eva.”

Eva, een bewust gekozen naam

Michaël ontwikkelde met Eva een editor gericht op het onderwijs, voor de harde en zachte sector (TSO, BSO). Het biedt op een laagdrempelige manier bouwsteentjes aan om zelf trainingen te kunnen maken. Niet één training maar, in theorie, een ongelimiteerd aantal opleidingen zijn mogelijk. De editor is een beetje vergelijkbaar met Minecraft. Bestaande opleidingen kan je via de bouwsteentjes continu aanpassen waardoor het een duurzaam project is.

De editor kreeg de naam Eva mee en dat is geen toeval. “Eva is de Bijbelse moeder, van waaruit alle andere mensen komen. Het is ook en vooral de afkorting van Educational Virtual Assamblage, een editor om jongeren in het technisch en beroepsonderwijs (Hout, Mechanica, Elektriciteit, Schilderen en Decoratie) opleidingen te kunnen aanbieden in VR. Ik wou een meisjesnaam omdat het belangrijk is dat ook meisjes zich tot de technologie aangetrokken voelen.”

Projectoproep InnoVet

Een dergelijke editor effectief realiseren vergt veel tijd en ook geld. Er zijn professionele programmeurs en bedrijven nodig. Daar waar VR-KUUB bij Imec terecht kwam, reageerde De Borre voor Eva op een projectoproep van InnoVet. “Verschillende projecten werden goed gekeurd, waaronder Eva. We starten deze maand nog met vergaderingen met onze partners waaronder Thomas Moore en Alteria. Die laatste heeft de editor al, het is belangrijk om te weten dat wij niet vanaf nul beginnen.”

“Onze doelstelling is om de bestaande editor aan te passen voor het gebruik in het onderwijs. De ontwikkeling zal een jaar duren maar ik verwacht dat we snel resultaten zullen zien. Het moet ook deze keer laagdrempelig zijn, al is het niet te vergelijken met VR-KUUB. Bij Eva zal niet elke leerkracht in staat zijn om ermee te werken. Maar een groepje leerkrachten, samen met een technisch adviseur, zullen er wel in slagen om een specifieke training te maken.”

“Het is innovatief en dat wil ook zeggen dat de ontwikkeling met vallen en opstaan zal zijn. Zo werkt vernieuwing nu eenmaal. Ik zie het als propjes op de muur gooien. Je kan er vijftien gooien waarvan er veertien af vallen. Met de ene die blijft hangen ga je aan de slag. Ik ben er van overtuigd dat Eva dat ene propje kan zijn.”