Wifi van op de speelplaats tot in de klas: hoe ziet een performant schoolnetwerk eruit?

- Michaël Aussems

Zonder netwerk, geen digitale lessen: niet alleen data staan in de cloud, ook applicaties hebben steeds vaker een online component. Chromebooks zijn zelfs gebouwd met een permanente internetverbinding in het achterhoofd. Hoe ziet een performant schoolnetwerk er dan uit?


Dit artikel maakt deel uit van een artikelreeks over kostenefficiënt investeren in IT. Elke week tot eind oktober 2025 voegen we wekelijks een nieuw artikel toe. Je kan het huidige overzicht hier terugvinden.


Een schoolnetwerk bestaat net als een bedrijfsnetwerk uit verschillende bouwstenen, die allemaal een impact hebben op de betrouwbaarheid en de prestaties. De keuzes beginnen bij de selectie van draadloze toegangspunten (kies je Wifi 7 of Wifi 6) en de plaatsing ervan, maar gaan verder over de ruggengraat van het netwerk (10 GbE), tot aan de aansluiting naar het internet.

We overlopen de belangrijkste componenten en de afwegingen die erbij komen kijken in deze gids, op maat van het Belgische scholenlandschap.

Wifi-standaarden: 6, 6E of 7?

Zeg niet zomaar Wifi. De standaard achter de draadloze connectiviteit die veel gebruikers vereenzelvigen met ‘het internet’ krijgt om de paar jaar een upgrade. Iedere versie behoudt compatibiliteit met vorige varianten, maar voegt nieuwe capaciteiten toe. Vandaag zitten we aan Wifi 7, maar ook Wifi 6 is alomtegenwoordig.

Vandaag zitten we aan Wifi 7, maar ook Wifi 6 is alomtegenwoordig.

De verschillen

Wifi 6 (802.11ax) levert vooral efficiëntiewinst op tegenover zijn voorganger Wifi 5 in drukke omgevingen. De standaard benut de twee klassieke Wifi-banden: 2,4 en 5 GHz. Wifi 6E voegt daar in Europa de 6 GHz-band (5.945–6.425 GHz) aan toe, met extra capaciteit en minder interferentie. In België heeft het BIPT dat 6 GHz-raamwerk vastgelegd. Wifi 6E met zijn extra band biedt meer capaciteit en een extra betrouwbare verbinding voor meer toestellen tegelijkertijd.

Wifi 7 (802.11be) verdubbelt kanaalbreedtes tot 320 MHz, ondersteunt 4K-QAM en introduceert Multi-Link Operation (MLO). Je krijgt meer gelijktijdig verkeer over meerdere banden voor hogere doorvoer en lagere, stabielere latency. In mensentaal: Wifi 7 verbreedt niet alleen de datasnelweg, maar voorziet zelfs een parallelweg.

Loont upgraden?

Kom je van Wifi 5/6 en zit je 5 GHz vol, dan is Wifi 6E een logische, kostenefficiënte tussenstap: je wint capaciteit zonder dat meteen de hele infrastructuur op de schop moet. De extra frequentieband in het 6 GHz-spectrum is binnen gebouwen toegelaten en biedt meerwaarde. Compatibele toestellen zullen de band benutten en de andere frequentiebanden meteen ontlasten.

Kom je van Wifi 5/6 en zit je 5 GHz vol, dan is Wifi 6E een logische, kostenefficiënte tussenstap: je wint capaciteit zonder dat meteen de hele infrastructuur op de schop moet.

Is het tijd voor een volledige vernieuwing? Dan kan je meteen voor Wifi 7 gaan. Daarmee krijg je extra marge. Alleen: toestellen zoals laptops moeten Wifi 7 ondersteunen alvorens je ervan kan profiteren. Met goedkopere en soms oudere educatieve toestellen zal dat niet meteen het geval zijn. Wifi 7 is dus een keuze voor de toekomst.

Goed bereik

Heb je de technologie voor de toegangspunten gekozen, dan is het tijd voor slimme plaatsing en configuratie. Zet toegangspunten altijd in de klaslokalen zelf in de plaats van gangen. Dat zorgt voor minder storing en een goede overlapping.

Plan en bedenk vooraf hoeveel toestellen gelijktijdig een verbinding zullen nodig hebben in ieder lokaal. Begin met 20/40 MHz-kanalen in drukke lokalen en ga voor 5 GHz en 6 GHz als de primaire banden. 2,4 GHz kan nog een rol spelen voor legacy-laptops en om eventuele IoT-toestellen aan te sluiten.

Plan en bedenk vooraf hoeveel toestellen gelijktijdig een verbinding zullen nodig hebben in ieder lokaal.

Buiten op de speelplaats gelden specifieke regels. De nuttige 6G-frequentieband van Wifi 6E en Wifi 7 kan je op dit moment niet zomaar buitenshuis gebruiken. Kies voor geschikte outdoor-toegangspunten.

De kabels achter de wifi

De wifi-toegangspunten hebben een stevige ruggengraat nodig. Voor de toegangspunten kies je vandaag best voor 2,5 GbE of 5 GbE. Belangrijk: dit betekent niet dat je ook internetlijnen nodig hebt van 2,5 Gbps of 5 Gbps. Wie het kan financiëren, prima, maar je komt vandaag ook al ver met stabiel gigabit-internet.

Voor het core-netwerk moet je wel naar 10 GbE kijken. Zo bouw je in principe een netwerk uit zonder flessenhalzen. Cat6A-kabels zijn je vriend. Als de mogelijkheid er is, kan je voor glasvezel kiezen om verschillende gebouwen te verbinden.

Internetverbinding

Een sterk intern netwerk is slechts een deel van de puzzel. De connectiviteit naar de buitenwereld toe zal in de praktijk de kwaliteit van de ervaring van de leerlingen bepalen. De Vlaamse overheid heeft voor connectiviteit een raamcontract afgesloten met Telenet Business. Daarin gaat de overheid uit van een minimumcapaciteit van 2 Mbps per leerling.

Om te berekenen hoeveel bandbreedte je internetlijn nodig heeft, volstaat een eenvoudige berekening.

Om te berekenen hoeveel bandbreedte je internetlijn nodig heeft, volstaat een eenvoudige berekening. Vermenigvuldig volgende factoren:

  • Het aantal internetgebruikers (leerlingen, leerkrachten, administratie)
  • Het percentage tegelijkertijd actieve gebruikers (op basis van het beleid van de school)
  • De minimale bandbreedte in Mbps (met 2 Mbps als ondergrens)
  • Een veiligheidsmarge (de overheid raadt factor 1,2 aan)

De overheid suggereert dat scholen het raamcontract Schoolnet+ Fiber met Telenet Business gebruiken om een adequate glasvezelverbinding te voorzien. Idealiter gaat het om symmetrische glasvezel, bijgestaan door een redundante connectie zodat de hele school niet zonder internet valt bij een storing.

In de praktijk

We vatten de vuistregels nog even samen. Die kunnen helpen om een praktisch plan uit te werken:

  • Toegangspunten horen in de klaslokalen. Een upgrade naar Wifi 6E is relevant gezien de mogelijkheden van de 6 GHz-band. Voldoende client-toestellen zullen compatibel zijn.
  • Verbindt de toegangspunten met minstens 2,5 GbE-links en kies 10 GbE voor het kernnetwerk. Overweeg glasvezel voor de connectie tussen verschillende hubs op de schoolcampus als dat aan de orde is.
  • Gebruik de formule van de overheid om de minimumbandbreedte naar het internet uit te rekenen. Voor een school met 1.000 leerlingen, leerkrachten en medewerkers, waarvan er maximaal 70 procent tegelijkertijd online is, ziet die er als volgt uit: (1.000 x 0,7 x 2) + 20 procent marge = 1.680 Mbps.
  • Ga voor een symmetrische connectie aangezien ook upload belangrijk is voor wie in de cloud werkt.

Dit is een redactionele bijdrage geschreven in samenwerking met Telenet. Voor meer informatie kan je hier terecht. Dit artikel is onderdeel van een artikelreeks rond kostenefficiënt investeren in IT op school. Je vindt eerder verschenen artikelen hier.